1
wW
y ér w/
ELENCO WERKT AAN TOEKOMSTBEELD
energiebron
Milieuvriendeli j ke
ijven!
a zonnehi
vé-kabine
eg 295,1
avonds
ims
•lijven
e F—;:,
rivécabini
eg
>ok
ntage
door Ad Lansink
K
Wettelijke regeling
Geen nieuwe vondst
Voorgeschiedenis
Eigen markt
ET B
■rd
Koppelen
door Henk Thonen
Terughoudendheid
Manipulatie
Spanningsveld
Voortplanting en erfelijkheid, voor alle vormen van leven essentiële
Binnenkort en dat is dan over een jaar of vijf,
maar in ieder geval voor 1990, rijden in België
en Nederland de eerste stadsbussen en be
stelwagens op een brandstofcel. Na elke drie
honderd kilometer moeten de chauffeurs hun
voertuig naar een brandstofstation brengen,
waar de voorraad aangevuld wordt.
Volgens manager ir. Hugo van den Broeck,
manager van Elenco, is de waterstofcel even
veilig als de bestaande brandstof: benzine en
dieselolie. De brandstofcel is in ieder geval
goedkoper dan de loodzware accu's, waarmee
al bussen rijden. In West-Duitsland is bewezen
dat deze accubussen 30 percent duurder zijn
dan de bussen met een dieselmotor. Het is dus
aantrekkelijk de accu’s te vervangen men is
sterk afhankelijk van de brandstofprijzen en
dan kan de cel ook financieel aantrekkelijker
worden dan de dieselmotor.
Enten en stekken zijn voor vrijwel alle liefhebbers van planten en
bomen gemeengoed geworden. En kruising en selectie zijn gangbare
methoden voor de veredeling van planten en dieren. Genetische
manipulatie, dat is de beïnvloeding van erfelijke eigenschappen, is dus
geen nieuw begrip. Waarom dan toch de ook in Nederland weer
begonnen discussie over de toelaatbaarheid van het experimenteren
met erfelijkheid? Waarom de botsing tussen degenen, die veel ver
wachten van het wetenschappelijk onderzoek aan het erfelijkheidsmo
lecuul DNA, en degenen, die het DNA-onderzoek bestempelen als
onverantwoord knoei- en knutselwerk? Waarom ten slotte de vraag
naar het ingrijpen door de overheid?
aanvankelijk met uiterst primitieve middelen, tegenwoordig met de
meest geavanceerde technieken en instrumenten. Voortplanting en
erfelijkheid zijn open en toch ook weer voor vele mensen gesloten
aandachtsvelden, waarop de mens al talloze jaren werkzaam is en
acei^toiij factoren, zijn al eeuwenlang doelwit van wetenschappelijk onderzoek,
Filippo B --x -x 1X1-x-J!-x j_
Discussie weer opgelaaid over
experimenten met erfelijkheid
deelgenootschap
en
Auto’s op brandstofcel
Zandhon
gageaan-
is, boot-
e en
tiers en
snees
egel-, me
is open li
>730-261!
m een va
voor welk doel wordt geproduceerd. Een
l plantecel blijft een plantecel. En een cel
I van de menselijke nier blijft een niercel.
gie in Mol perfectioneert het elektrodenconcept.
De massaproduktie van deze elektroden wordt
onderzocht in het laboratorium van Bekaert in
Zwevegem, terwijl het centraal laboratorium van
DSM in Geleen- de elektroden samen bouwt tot
modules en cellen. Zes cellen zijn klaar om er
octrooi op te vragen.
Hugo van den Broek zegt dat de onderzoekers
rekening moeten houden met een lage investe-
ringskostprijs, een lange levensduur en redelijke
brandstofkosten bij hen research. De kosten kun
nen bijvoorbeeld gedrukt worden door de produk-
tie van de cellen zo geautomatiseerd mogelijk te
maken, dus snelle massaproduktie. Bij het totale
researchprogramma zijn ruim zestig mensen be
trokken. Bij DSM werken er verschillende dien
sten aan mee zoals de ontwikkeling kunststoffen,
technische diensten, de katalyse, elektrochemie.
Dankzij de kennis van de drie deelnemers in het
Elenco-project is het eerste prototype van een
brandstofcel klaar en wordt de cel momenteel
uitvoerig getest bij DSM.
Manager ir. Hugo van den Broeck zegt dat er
potentieel tal van toepassingsmogelijkheden voor
de brandstofcel zijn. In de ruimtevaart worden de
cellen al jaren gebruikt. Maar de ruimtevaart is
niet interessant voor Elenco. Het dagelijks op en
neer reizen van de aarde naar de maan of kunst
matige soortgenoten ligt nog ver in het verschiet.
De onderzoekers moeten het hebben van commer
ciële toepassingen in industrie, verkeer en energie
voorziening.
Logisch gesproken denk je bij brandstofcellen
meteen aan centrales. Immers het kostbare aard
gas raakt op en olie zal wel steeds duurder worden.
Kolen vereisen enorme opslagplaatsen en kern
energie blijkt nog steeds een heet hangijzer. Van
den Broeck zegt dat de brandstofcel niet kan
concurreren met centrales met een groot vermo
gen. In vrijwel alle dichtbevolkte landen, zoals
België en Nederland, bestaat een uitgebreid
stroomnet. Het blijft goedkoper om met grote
centrales te werken, althans de eerste tien jaren.
schrift over een nauw aan de
erfelijkheidsmolecuul DNA ver
wante zaak.
Anders is het in gebieden waar dorpen en huizen
afgelegen liggen, zoals in Canada.
Omdat het kosten- en het rendementsaspect
zwaar wegen, moet Elenco zorgen op korte termijn
Manager ir. Hugo van den Broeck van Elenco zegt
dat op middellange termijn de voorkeur van de
onderzoekers uitgaat naar de toepassing van de
brandstofcel in stadsbussen en bestelwagens. Op
langere termijn ergens na 1990 kan de cel
wellicht worden toegepast in personenauto's, kracht
centrales en chemische fabrieken. Stadsbussen en
bestelwagens komen als eerste voor inbouw in
aanmerking omdat commercieel-economisch gezien
in deze sector een grote markt voor het grijpen ligt.
in de plicht ligt verankerd bij het onder
zoek allen te betrekken, openheid en infor
matie dus, ook voor degenen, die het we
tenschappelijk bedrijf niet of slechts op
afstand kunnen volgen. Waarom dienst
baarheid? Omdat daarin de noodzaak
vastligt van het ten goede laten komen aan
technologie in hun mars hebben, tegelijk
het uitbannen van de kwalijke gevolgen.
een verantwoorde toepassingsmogelijkheid voor de
brandstofcel te ontwikkelen. Elektriciteitscentrales
komen voorlopig niet in aanmerking omdat in de
dichtbevolkte streken een uitgebreid stroomnet be
staat. Fabrieken die over een eigen centrale beschik
ken willen naast stroom ook stoom kunnen opwek
ken. Met de brandstofcel die een warmte van 60 tot
70 graden kan ontwikkelen is dat laatste niet moge
lijk. Blijft derhalve over de tractie.
,,Je kunt echter de man in de straat niet als eerste
een brandstofcel aansmeren, die regelmatig met een
voor hem nieuwe brandstof moet worden gevuld
zegt Van den Broeck. De Antwerpenaar noemt de
inbouw in stadsbussen en bestelwagens op relatief
korte termijn zeer wel mogelijk.
tuur niet hoger komt dan zestig tot zeventig gra
den.
Er zijn verschillende voordelen. De cel heeft een
hoog rendement en is milieuvriendelijk. Er onstaan
namelijk geen verbrandingsgassen en er is geen
lawaai. Vergeleken met de bussen die op accu's
rijden, biedt de cel bovendien het voordeel dat er
afstanden van 300 kilometer mee afgelegd kunnen
worden, terwijl op een accu slechts 80 km afgelegd
kan worden. Verschillende busmaatschappijen heb
ben al belangstelling voor het project getoond.
DSM, het Studiecentrum voor Kernenergie in
Mol en multinational Bekaert uit Zwevegem wer
ken vanaf begin 1976 samen aan de ontwikkeling
van een brandstofcel, de elektrische krachtbron.
Sinds kort wordt de cel getest in de semie-
technische afdeling van DSM in Geleen, waar een
complete proefinstallatie is opgezet. De drie on
dernemingen zijn verenigd in de naamloze ven
nootschap Electro Chemische Energieconversie
Elenco. Verwacht wordt dat tussen 1980 en 1990
de cel met waterstof als brandstof In produktie
kan worden genomen.
De tegenstanders van de experimenten
met het DNA, waarbij de techniek van de
recombinatie wordt gebruikt, vinden het
vanzelfsprekend, dat de overheid bepaal
de onderzoekingen niet toestaat, wanneer
de risico’s voor de onderzoekers en voor de
samenleving te groot zijn. Daarbij lijkt het
Nu is het principe van de brandstofcel geen
Elenco heeft een lange voorgeschiedenis. In het
begin van de jaren zestig stichtten Cockerill, Bal-
teau, FN, Munck, ACEC en Charbonnages de
Werister het studiegenootschap voor brandstofcel
len met de fraaie naam Abepac. In het Serai-
laboratorium van Brufina werd gezocht naar lage,
gemiddelde en hoge temperatuurcellen. In 1969
kwam Serai in geldmoeilijkheden en het onder
zoek werd overgebracht naar het Studiecentrum
voor Kernenergie in Mol. In januari 1976 was de
oprichting van Elenco met als deelnemers DSM,
het Studiecentrum voor Kernenergie en Bekaert,
die elk éénderde van de aandelen bezitten. De
Belgische en Nederlandse overheid verlenen fi
nanciële steun. Het Studiecentrum voor Kemener-
Elenco wil in eerste instantie voor de eigen
markt in België en Nederland werken en niet voor
de export. Dat zal er later echter zeker bijkomen.
De toepassing in centrales ziet Elenco op korte
termijn dus niet zitten. Volgende mogelijkheid is
het benutten van de waterstof die in chemische
fabrieken als bijprodukt vrij komt. Deze waterstof
zou te gebruiken zijn als brandstof voor de cellen.
Nadeel is echter dat de meeste fabrieken ook
stoom nodig hebben en die kan via de brandstof
cellen niet opgewekt worden omdat de tempera-
Het is pas 25 jaar geleden, dat de struc-
I tuur van het DNA, althans in hoofdlijnen
werd ontrafeld. Watson en Crick deden
daarmee een van de belangrijkste ontdek
kingen in de biochemie, die dan ook in
1962 met de Nobelprijs werd beloond. Na
1953 is de kennis van de eigenschappen
van het DNA snel toegenomen. Het is een
vrij ingewikkelde chemische stof, echter
slechts opgebouwd uit een beperkt aantal
componenten, die in lange ketens zijn ge
rangschikt. De op zich wisselende volgor
de van een viertal componenten vormt als
het ware de code voor de erfelijke infor
matie die in DNA is opgeslagen.
Maar niet alleen de kennis over de bouw
van het DNA nam toe. Ook de methodie
ken om het DNA te veranderen, te breken
en weer te koppelen werden ontdekt. Met
als gevolg, dat mogelijkheden werden ge
boden om de erfelijke eigenschappen van
DNA en dus ook van cellen en organismen
bewust te veranderen.
DNA-recombinatie is de ingewikkelde
benaming van een eveneens tamelijk inge-
veg 44,
De primaire energiebronnen zoals olie en aardgas
worden schaarser en kostbaarder. Maar er is nog
steeds waterstof in vrijwel onbeperkte hoeveel
heid aanwezig omdat waterstof uit alle energie
bronnen gemaakt kan worden. Brandstofcellen
gevuld met waterstof zijn volgens Elenco aantrek
kelijker dan alternatieve brandstoffen zoals me
thanol en LPG. Het rendement is bovendien gro
ter. Het rendement van waterstof uit steenkool is
bijvoorbeeld 60 percent, terwijl dat voor methanol
lager is omdat het uit waterstof moet worden
afgeleid. Waterstof kun je halen uit aardgas, olie,
steenkool en bruinkool. En op langere termijn ook
uit kernenergie en zonne-energie.
Nog enkele opmerkingen over de parle
mentaire behandeling van de problema
tiek van de DNA-recombinatie. De rege
ring heeft ongeveer een jaar geleden voor
lopige beleidsconclusies getrokken, die fei
telijk aanspoorden tot uiterste terughou
dendheid bij de experimenten met DNA-
recombinatie. Die terughoudendheid was
mede gebaseerd op rapportages vanuit de
wetenschappelijke wereld zelf. Inmiddels
heeft de commissie belast met het toezicht
op de Genetische Manipulatie (een com
missie van de Koninklijke Nederlandse
Akademie van Wetenschappen) onlangs
opnieuw een uitvoerig advies aan de mi
nisters van volksgezondheid en milieuhy
giëne en wetenschapsbeleid uitgebracht.
Dat „Tweede Jaarverslag” maakt duide
lijk, dat de risico’s van het DNA-
onderzoek enigermate overschat zijn. De
uiterste terughoudendheid lijkt te veran
deren in terughoudendheid. Niettemin
blijken veiligheidsmaatregelen noodzake
lijk te blijven voor bepaalde typen van
onderzoek. En: de meer fundamentele vra
gen over wetenschapsbeleid en weten
schapsbeoefening blijven recht overeind.
Daarom blijft een voortzetting van de dis
cussie geboden. En daarom zal het parle-
Lanslnk stelt zich op het
standpunt, door hem uitgespro
ken op een bijeenkomst in
Utrecht, dat wetenschappelijk
onderzoek begrenzingen moet
kennen. Zowel de onderzoeker
en goec«
in Nede
snieuw e»
vinding van deze tijd. In 1849 reeds zette een
Amerikaanse jurist de beginselen op papier. De
praktische toepassing bleef echter uit tot aan de
energiecrisis. De brandstofcel is in feite een kleine
chemische fabriek. Technisch ziet het er simpel
gezegd als volgt uit. De cel is een elektro
technisch systeem met als wezenlijke onderdelen
een anode en kathode, waarin de energie besloten
in een toegevoerde vloeibare of gasvormige brand
stof omgezet wordt in electriciteit. Het verschil met
de welbekende accu is het volgende: de accu is een
opslagplaats voor electrische energie, terwijl de
brandstofcel een omzettingssysteem is van chemi
sche en elektrische energie.
Van de schoolbanken herinneren de meesten
zich nog dat waterstof iets min of meer lugubers
was. De wetenschappelijke medewerkers van
Elenco beklemtonen dat men die risico’s zeer goed
in de hand kan houden. Waterstof is zo vluchtig dat
het haast niet kan exploderen. Waterstof is zuiver
en niet zwaar. Er treedt derhalve bij toepassing in
motoren geen luchtverontreiniging op. Het gas is
zo licht dat het niet blijft hangen zoals dat bij
benzinedampen wel het geval is. De waterstof pom
pen, waar getankt wordt, zijn dan ook niet gevaar
lijker dan de huidige benzinepompen.
wikkelde methode, waarbij delen van een
bepaald type DNA worden gekoppeld aan
delen van een ander type DNA. De eerste
stap is het afzonderen van DNA uit daar
toe opengebroken cellen. Vervolgens
wordt dat DNA op karakteristieke plaat
sen in stukken geknipt met behulp van
andere biochemische stoffen, enzymen ge
noemd. De van elkaar gescheiden stukken
worden daarna verbonden aan andersoor
tig DNA.
DNA van een aap kan in beginsel gekop
peld worden aan dat van een bacterie. Op
die wijze kan DNA ontstaan met nieuwe
eigenschappen, dat indien terugge
plaatst in snelgroeiende bacterie-cultures
bepaalde stoffen kan produceren. Dat
kunnen voedingsstoffen zijn, maar ook
geneesmiddelen. Ook denken de biochemi
ci, dat via DNA-recombinatie erfelijke
ziekten kunnen worden opgehelderd en
dat wellicht kanker in de verre toekomst
met deze opzienbarende techniek bestre
den kan worden. Maar niets is zeker. Ook
niet het uitgesloten zijn van misbruik, de
toepassing bij de produktie van biologi
sche wapens bijvoorbeeld. Zeker is wel,
dat aan het onderzoek op zichzelf al risi
co’s verbonden zijn, ook al is de omvang
van die riciso’s nog niet goed te bepalen.
DNA-recombinatie, genetische manipu
latie, nu al belaste termen in een samenle
ving die wel gewend is geraakt aan mense
lijke ingrepen. Waarom in dit geval dan die
discussie binnen de kringen van de weten
schappers, maar geleidelijk ook daarbui
ten? Het antwoord op die vraag is niet
eenvoudig. Vast staat wel, dat een tweetal
factoren van belang is. Allereerst lijkt het
alsof definitief natuurlijke barrières wor
den doorbroken, barrières tussen soorten,
barrières tussen mens en dier. En op de
tweede plaats is er de factor tijd. De actue
le experimenten met DNA lijken het eeu
wenlange evolutieproces te kunnen ver
korten tot jaren en maanden. Het gaat dus
niet alleen om risico’s, om bewuste of
onbewuste aanmaak van gevaarlijke mi-
cro-organismeri, om de kans op onver
wachte epidemieën. Het gaat ook om de
vraag of door bepaald onderzoek op het
f Apeldo
n. Tel.
>730-2^ ingrijpt.
een door mensen opgeroepen en beleefd
gebeuren is, speelt de visie op de samenle
ving vanzelfsprekend een rol bij de wijze
waarop de mens de wetenschap en zijn
gevolgen ervaart.
Wetenschappelijk werk is overigens
maar voor enkelen weggelegd. Des te gro
ter is de verantwoordelijkheid van de on
derzoekers, te meer waar de wetenschaps
beoefening nog altijd een vrije zaak is.
Maar die vrije wetenschapsbeoefening be
hoeft niet te leiden tot een ongebonden,
onverantwoordelijk wetenschapsbeleid.
In een samenleving, waarin de mens niet
ondergeschikt mag zijn aan wetenschap
en techniek, is de maatschappelijke aan
vaardbaarheid en het maatschappelijk nut
mede toetssteen voor het wetenschapsbe
leid. Beleid is daarbij te zien als de keuze
van wegen en middelen om bepaalde doel
stellingen te verwezenlijken, echter binnen
randvoorwaarden en rekening houdend
met waarden en normen.
Het vaak gebruikte begrip „maatschap
pelijke relevantie” is te meer van toepas
sing op het onderzoek met en aan DNA:
toetssteen van uitzonderlijk belang voor
een wetenschapsbeleid, dat uitgaat van
gebied van de erfelijkheid de grenzen van
de menselijke waardigheid niet worden
overschreden.
En dan nog een punt: de discussie over
de toelaatbaarheid van DNA-
recombinatie wordt verlengd tot een dis
cussie over de toelaatbaarheid van be
paald wetenschappelijk onderzoek. Daar
mee is dan de vrijheid van onderzoek in
het geding.
Nu leert de geschiedenis, dat de beoefe
ning van wetenschap steeds spanningen
heeft opgeroepen. Wetenschapsbeoefe
ning leidt tot verlegging van grenzen en
veroorzaakt daarmee vanzelf een span
ningsveld tussen nieuwsgierigheid en be
zorgdheid, tussen voortvarendheid en te
rughoudendheid. In zulk een spannings
veld leidt de wetenschappelijke nieuwsgie
righeid vaak tot een ongekende daden
drang, zonder zorg voor de gevolgen voor
de samenleving. En de terughoudendheid
gaat dikwijls ongemerkt over in een angst
voor het nieuwe en een afkeer van veran
deringen, waarvan de gevolgen niet te
overzien zijn. En omdat dat spanningsveld
als de wetgever hebben volgens
hem een verantwoording bij het
leggen van de grenzen. De
Tweede Kamer zal zich nog voor
het kerstreces of in een plenaire
vergadering of in een openbare
commissievergadering bezig
houden met die begrenzings-
problematiek, die zeer recent
onder meer aan de orde kwam
bij de benoeming van prof.
Het Nijmeegse Tweede-
Kamerlid dr. Ad Lansink (CDA)
heeft zich zowel als politicus als
in zijn vroegere arbeid als we
tenschappelijk hoofdmedewer
ker (bio-chemicus) van de Nij
meegse universiteit bezig ge
houden met onderzoekingen op
het terrein van voortplanting en
erfelijkheid. In de jaren zestig
promoveerde hij op een proef-
zonnehi
295, j
's avo
’.a. 159
I. Rozens
:ent kortii
0-11296
De structuur van het DNA wordt gewoonlijk op twee manieren afgebeeld, nl. de werkelijke molecaire structuur (A) en de
schematische voorstelling (B).
Buikhuizen aan de juridische fa
culteit van de Leidse universiteit
(waaruit de discussie over
proefnemingen op criminele
personen ontstond). Vooraf
gaand aan de Kamerbehande
ling zal de CDA-fractie na het
zomerreces in een tweedaagse
bijeenkomst met wetenschap
pers praten over vrijheid en ge
bondenheid van de wetenschap.
rentmeesterschap,
dienstbaarheid.
Waarom rentmeesterschap? Omdat
daarin de opdracht tot onderzoek ligt be
sloten, ook van de mens, ook van de erfe
lijkheid; tegelijk echter de plicht daarbij
grenzen in acht te nemen.
Waarom deelgenootschap? Omdat daar- ment zijn overleg met de regering moeten
voortzetten. De vraag naar het ja dan nee
van een wettelijke regeling, en naar de
invulling ervan bij een „ja” op de eerste
vraag, blijft actueel. DNA-recombinatie
blijft daarmee ook een toetssteen voor een
wetenschapsbeleid, dat ten dienste staat
van de samenleving, en door die samenle
de samenleving van wat wetenschap en ving gedragen wordt.
Geïnteresseerden in de problematiek
van het DNA-onderzoek zij verwezen naar
het boek „DNA-onderzoek: pion in het spel
van goed en kwaad?”, dat uitgegeven is
door de Voorlopige Dienst Wetenschaps
voorlichting (KWAW), Nieuwezijds Voor
burgwal 120, Amsterdam. Dezelfde dienst
verzorgt een verslag van het in dit artikel
genoemde forum te Utrecht. De prijs van
beide uitgaven tezamen bedraagt 20.-,
over te maken op postgiro 72221, KNAW,
Amsterdam.
maatregelen en tot een indeling in wel en
niet toelaatbare proeven.
Maar zo eenvoudig is de zaak ook weer
niet. Want juist die indeling betekent feite
lijk ook een vertaling van vrijheid en on
vrijheid van wetenschappelijk onderzoek
in een wettelijke regeling. En dat houdt
tegelijk in, dat een dergelijk wettelijke
regeling van het DNA-onderzoek in begin
sel verlengd zou kunnen worden tot een
wet op de biowetenschappen of zelfs een
wet op het wetenschappelijk onderzoek.
Immers, ook bij ander onderzoek dan dat
aan DNA, ook bij niet op de mens gericht
onderzoek bestaat de mogelijkheid, dat
grenzen worden overschreden. De samen
leving ook dat leert de geschiedenis
verdient in meer opzichten bescherming.
De discussie over de voor- en nadelen
van een wettelijke regeling van het DNA-
onderzoek is nog lang niet afgerond, laat
staan de verruiming van zulk een regeling
naar de biowetenschappen of naar alle
wetenschappelijk onderzoek. Toch is die
discussie van groot belang, niet alleen bin
nen de zogenaamde ivoren toren van de
wetenschappelijke onderzoekers, ook
daarbuiten. Het is daarom verheugend,
dat de Voorlopige Dienst Wetenschaps
voorlichting van de Koninklijke Akademie
van Wetenschappen de problematiek van
de erfelijke manipulatie aangreep om di
rect betrokkenen, belanghebbenden en be
langstellenden onlangs in Utrecht bijeen te
brengen. Visies van onderzoekers, politici,
vakbondsmensen, docenten, voorlichters
en zo maar belangstellenden leidden tot
een open en eerlijke confrontatie van opi
nies en meningen. Die discussie moet wor
den voortgezet, alvorens de overheid zijn
eigen plaats en verantwoordelijkheid kan
waarmaken.
Derde mogelijkheid is het toepassen van de
cellen in noodaggregaten. Veel ziekenhuizen, com
putercentra en telefoonstations hebben een nood-
aggregaat en een hoeveelheid stroom opgeslagen
in accu’s voor noodgevallen. Deze voorziening zou
vervangen kunnen worden door brandstofcellen.4
Onderzocht moet echter nog worden hoelang de
brandstofcel bewaard kan worden. Blijft als prak
tische toepassing over de tractie. Brandstofcellen
in stadsbussen en bestelwagens is praktisch uit
voerbaar en wel op korte termijn, dat wil zeggen
voor 1990 en daarom richt Elenco voorlopig alle
aandacht op het openbaar vervoer.
erkooprui
show,
jt 5 uurj behouden. Het DNA bepaalt welke cel
gesl)
Allereerst iets over het DNA, afkoring
van het Engelse woord „desoxyribonuclei-
acid”, de stof die feitelijk alle erfelijke
eigenschappen in zich bergt. DNA is een
chemische stof, die opgeslagen ligt in de
chromosomen. En die chromosomen vor
men het voornaamste bestanddeel van de
kern van alle cellen. De cel is de kleinste
structurele en functionele eenheid van alle
■Sfl levende organismen. Anders gezegd: Een
f i cel lijkt op een kleine fabriek, die langs
scheikundige weg zaken als voortplanting,
w stofwisseling, transport, afweer en bouw
regelt. De structuur van het DNA-
molecuul bepaalt de eigenschappen van
elke cel en dus ook de functie. Het DNA
bevat alle erfelijke informatie, die bij
voortplanting, feitelijke celdeling, blijft
probleem teruggebracht tot een behoorlij-