1 wW y ér w/ ELENCO WERKT AAN TOEKOMSTBEELD energiebron Milieuvriendeli j ke ijven! a zonnehi vé-kabine eg 295,1 avonds ims •lijven e F—;:, rivécabini eg >ok ntage door Ad Lansink K Wettelijke regeling Geen nieuwe vondst Voorgeschiedenis Eigen markt ET B ■rd Koppelen door Henk Thonen Terughoudendheid Manipulatie Spanningsveld Voortplanting en erfelijkheid, voor alle vormen van leven essentiële Binnenkort en dat is dan over een jaar of vijf, maar in ieder geval voor 1990, rijden in België en Nederland de eerste stadsbussen en be stelwagens op een brandstofcel. Na elke drie honderd kilometer moeten de chauffeurs hun voertuig naar een brandstofstation brengen, waar de voorraad aangevuld wordt. Volgens manager ir. Hugo van den Broeck, manager van Elenco, is de waterstofcel even veilig als de bestaande brandstof: benzine en dieselolie. De brandstofcel is in ieder geval goedkoper dan de loodzware accu's, waarmee al bussen rijden. In West-Duitsland is bewezen dat deze accubussen 30 percent duurder zijn dan de bussen met een dieselmotor. Het is dus aantrekkelijk de accu’s te vervangen men is sterk afhankelijk van de brandstofprijzen en dan kan de cel ook financieel aantrekkelijker worden dan de dieselmotor. Enten en stekken zijn voor vrijwel alle liefhebbers van planten en bomen gemeengoed geworden. En kruising en selectie zijn gangbare methoden voor de veredeling van planten en dieren. Genetische manipulatie, dat is de beïnvloeding van erfelijke eigenschappen, is dus geen nieuw begrip. Waarom dan toch de ook in Nederland weer begonnen discussie over de toelaatbaarheid van het experimenteren met erfelijkheid? Waarom de botsing tussen degenen, die veel ver wachten van het wetenschappelijk onderzoek aan het erfelijkheidsmo lecuul DNA, en degenen, die het DNA-onderzoek bestempelen als onverantwoord knoei- en knutselwerk? Waarom ten slotte de vraag naar het ingrijpen door de overheid? aanvankelijk met uiterst primitieve middelen, tegenwoordig met de meest geavanceerde technieken en instrumenten. Voortplanting en erfelijkheid zijn open en toch ook weer voor vele mensen gesloten aandachtsvelden, waarop de mens al talloze jaren werkzaam is en acei^toiij factoren, zijn al eeuwenlang doelwit van wetenschappelijk onderzoek, Filippo B --x -x 1X1-x-J!-x j_ Discussie weer opgelaaid over experimenten met erfelijkheid deelgenootschap en Auto’s op brandstofcel Zandhon gageaan- is, boot- e en tiers en snees egel-, me is open li >730-261! m een va voor welk doel wordt geproduceerd. Een l plantecel blijft een plantecel. En een cel I van de menselijke nier blijft een niercel. gie in Mol perfectioneert het elektrodenconcept. De massaproduktie van deze elektroden wordt onderzocht in het laboratorium van Bekaert in Zwevegem, terwijl het centraal laboratorium van DSM in Geleen- de elektroden samen bouwt tot modules en cellen. Zes cellen zijn klaar om er octrooi op te vragen. Hugo van den Broek zegt dat de onderzoekers rekening moeten houden met een lage investe- ringskostprijs, een lange levensduur en redelijke brandstofkosten bij hen research. De kosten kun nen bijvoorbeeld gedrukt worden door de produk- tie van de cellen zo geautomatiseerd mogelijk te maken, dus snelle massaproduktie. Bij het totale researchprogramma zijn ruim zestig mensen be trokken. Bij DSM werken er verschillende dien sten aan mee zoals de ontwikkeling kunststoffen, technische diensten, de katalyse, elektrochemie. Dankzij de kennis van de drie deelnemers in het Elenco-project is het eerste prototype van een brandstofcel klaar en wordt de cel momenteel uitvoerig getest bij DSM. Manager ir. Hugo van den Broeck zegt dat er potentieel tal van toepassingsmogelijkheden voor de brandstofcel zijn. In de ruimtevaart worden de cellen al jaren gebruikt. Maar de ruimtevaart is niet interessant voor Elenco. Het dagelijks op en neer reizen van de aarde naar de maan of kunst matige soortgenoten ligt nog ver in het verschiet. De onderzoekers moeten het hebben van commer ciële toepassingen in industrie, verkeer en energie voorziening. Logisch gesproken denk je bij brandstofcellen meteen aan centrales. Immers het kostbare aard gas raakt op en olie zal wel steeds duurder worden. Kolen vereisen enorme opslagplaatsen en kern energie blijkt nog steeds een heet hangijzer. Van den Broeck zegt dat de brandstofcel niet kan concurreren met centrales met een groot vermo gen. In vrijwel alle dichtbevolkte landen, zoals België en Nederland, bestaat een uitgebreid stroomnet. Het blijft goedkoper om met grote centrales te werken, althans de eerste tien jaren. schrift over een nauw aan de erfelijkheidsmolecuul DNA ver wante zaak. Anders is het in gebieden waar dorpen en huizen afgelegen liggen, zoals in Canada. Omdat het kosten- en het rendementsaspect zwaar wegen, moet Elenco zorgen op korte termijn Manager ir. Hugo van den Broeck van Elenco zegt dat op middellange termijn de voorkeur van de onderzoekers uitgaat naar de toepassing van de brandstofcel in stadsbussen en bestelwagens. Op langere termijn ergens na 1990 kan de cel wellicht worden toegepast in personenauto's, kracht centrales en chemische fabrieken. Stadsbussen en bestelwagens komen als eerste voor inbouw in aanmerking omdat commercieel-economisch gezien in deze sector een grote markt voor het grijpen ligt. in de plicht ligt verankerd bij het onder zoek allen te betrekken, openheid en infor matie dus, ook voor degenen, die het we tenschappelijk bedrijf niet of slechts op afstand kunnen volgen. Waarom dienst baarheid? Omdat daarin de noodzaak vastligt van het ten goede laten komen aan technologie in hun mars hebben, tegelijk het uitbannen van de kwalijke gevolgen. een verantwoorde toepassingsmogelijkheid voor de brandstofcel te ontwikkelen. Elektriciteitscentrales komen voorlopig niet in aanmerking omdat in de dichtbevolkte streken een uitgebreid stroomnet be staat. Fabrieken die over een eigen centrale beschik ken willen naast stroom ook stoom kunnen opwek ken. Met de brandstofcel die een warmte van 60 tot 70 graden kan ontwikkelen is dat laatste niet moge lijk. Blijft derhalve over de tractie. ,,Je kunt echter de man in de straat niet als eerste een brandstofcel aansmeren, die regelmatig met een voor hem nieuwe brandstof moet worden gevuld zegt Van den Broeck. De Antwerpenaar noemt de inbouw in stadsbussen en bestelwagens op relatief korte termijn zeer wel mogelijk. tuur niet hoger komt dan zestig tot zeventig gra den. Er zijn verschillende voordelen. De cel heeft een hoog rendement en is milieuvriendelijk. Er onstaan namelijk geen verbrandingsgassen en er is geen lawaai. Vergeleken met de bussen die op accu's rijden, biedt de cel bovendien het voordeel dat er afstanden van 300 kilometer mee afgelegd kunnen worden, terwijl op een accu slechts 80 km afgelegd kan worden. Verschillende busmaatschappijen heb ben al belangstelling voor het project getoond. DSM, het Studiecentrum voor Kernenergie in Mol en multinational Bekaert uit Zwevegem wer ken vanaf begin 1976 samen aan de ontwikkeling van een brandstofcel, de elektrische krachtbron. Sinds kort wordt de cel getest in de semie- technische afdeling van DSM in Geleen, waar een complete proefinstallatie is opgezet. De drie on dernemingen zijn verenigd in de naamloze ven nootschap Electro Chemische Energieconversie Elenco. Verwacht wordt dat tussen 1980 en 1990 de cel met waterstof als brandstof In produktie kan worden genomen. De tegenstanders van de experimenten met het DNA, waarbij de techniek van de recombinatie wordt gebruikt, vinden het vanzelfsprekend, dat de overheid bepaal de onderzoekingen niet toestaat, wanneer de risico’s voor de onderzoekers en voor de samenleving te groot zijn. Daarbij lijkt het Nu is het principe van de brandstofcel geen Elenco heeft een lange voorgeschiedenis. In het begin van de jaren zestig stichtten Cockerill, Bal- teau, FN, Munck, ACEC en Charbonnages de Werister het studiegenootschap voor brandstofcel len met de fraaie naam Abepac. In het Serai- laboratorium van Brufina werd gezocht naar lage, gemiddelde en hoge temperatuurcellen. In 1969 kwam Serai in geldmoeilijkheden en het onder zoek werd overgebracht naar het Studiecentrum voor Kernenergie in Mol. In januari 1976 was de oprichting van Elenco met als deelnemers DSM, het Studiecentrum voor Kernenergie en Bekaert, die elk éénderde van de aandelen bezitten. De Belgische en Nederlandse overheid verlenen fi nanciële steun. Het Studiecentrum voor Kemener- Elenco wil in eerste instantie voor de eigen markt in België en Nederland werken en niet voor de export. Dat zal er later echter zeker bijkomen. De toepassing in centrales ziet Elenco op korte termijn dus niet zitten. Volgende mogelijkheid is het benutten van de waterstof die in chemische fabrieken als bijprodukt vrij komt. Deze waterstof zou te gebruiken zijn als brandstof voor de cellen. Nadeel is echter dat de meeste fabrieken ook stoom nodig hebben en die kan via de brandstof cellen niet opgewekt worden omdat de tempera- Het is pas 25 jaar geleden, dat de struc- I tuur van het DNA, althans in hoofdlijnen werd ontrafeld. Watson en Crick deden daarmee een van de belangrijkste ontdek kingen in de biochemie, die dan ook in 1962 met de Nobelprijs werd beloond. Na 1953 is de kennis van de eigenschappen van het DNA snel toegenomen. Het is een vrij ingewikkelde chemische stof, echter slechts opgebouwd uit een beperkt aantal componenten, die in lange ketens zijn ge rangschikt. De op zich wisselende volgor de van een viertal componenten vormt als het ware de code voor de erfelijke infor matie die in DNA is opgeslagen. Maar niet alleen de kennis over de bouw van het DNA nam toe. Ook de methodie ken om het DNA te veranderen, te breken en weer te koppelen werden ontdekt. Met als gevolg, dat mogelijkheden werden ge boden om de erfelijke eigenschappen van DNA en dus ook van cellen en organismen bewust te veranderen. DNA-recombinatie is de ingewikkelde benaming van een eveneens tamelijk inge- veg 44, De primaire energiebronnen zoals olie en aardgas worden schaarser en kostbaarder. Maar er is nog steeds waterstof in vrijwel onbeperkte hoeveel heid aanwezig omdat waterstof uit alle energie bronnen gemaakt kan worden. Brandstofcellen gevuld met waterstof zijn volgens Elenco aantrek kelijker dan alternatieve brandstoffen zoals me thanol en LPG. Het rendement is bovendien gro ter. Het rendement van waterstof uit steenkool is bijvoorbeeld 60 percent, terwijl dat voor methanol lager is omdat het uit waterstof moet worden afgeleid. Waterstof kun je halen uit aardgas, olie, steenkool en bruinkool. En op langere termijn ook uit kernenergie en zonne-energie. Nog enkele opmerkingen over de parle mentaire behandeling van de problema tiek van de DNA-recombinatie. De rege ring heeft ongeveer een jaar geleden voor lopige beleidsconclusies getrokken, die fei telijk aanspoorden tot uiterste terughou dendheid bij de experimenten met DNA- recombinatie. Die terughoudendheid was mede gebaseerd op rapportages vanuit de wetenschappelijke wereld zelf. Inmiddels heeft de commissie belast met het toezicht op de Genetische Manipulatie (een com missie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen) onlangs opnieuw een uitvoerig advies aan de mi nisters van volksgezondheid en milieuhy giëne en wetenschapsbeleid uitgebracht. Dat „Tweede Jaarverslag” maakt duide lijk, dat de risico’s van het DNA- onderzoek enigermate overschat zijn. De uiterste terughoudendheid lijkt te veran deren in terughoudendheid. Niettemin blijken veiligheidsmaatregelen noodzake lijk te blijven voor bepaalde typen van onderzoek. En: de meer fundamentele vra gen over wetenschapsbeleid en weten schapsbeoefening blijven recht overeind. Daarom blijft een voortzetting van de dis cussie geboden. En daarom zal het parle- Lanslnk stelt zich op het standpunt, door hem uitgespro ken op een bijeenkomst in Utrecht, dat wetenschappelijk onderzoek begrenzingen moet kennen. Zowel de onderzoeker en goec« in Nede snieuw e» vinding van deze tijd. In 1849 reeds zette een Amerikaanse jurist de beginselen op papier. De praktische toepassing bleef echter uit tot aan de energiecrisis. De brandstofcel is in feite een kleine chemische fabriek. Technisch ziet het er simpel gezegd als volgt uit. De cel is een elektro technisch systeem met als wezenlijke onderdelen een anode en kathode, waarin de energie besloten in een toegevoerde vloeibare of gasvormige brand stof omgezet wordt in electriciteit. Het verschil met de welbekende accu is het volgende: de accu is een opslagplaats voor electrische energie, terwijl de brandstofcel een omzettingssysteem is van chemi sche en elektrische energie. Van de schoolbanken herinneren de meesten zich nog dat waterstof iets min of meer lugubers was. De wetenschappelijke medewerkers van Elenco beklemtonen dat men die risico’s zeer goed in de hand kan houden. Waterstof is zo vluchtig dat het haast niet kan exploderen. Waterstof is zuiver en niet zwaar. Er treedt derhalve bij toepassing in motoren geen luchtverontreiniging op. Het gas is zo licht dat het niet blijft hangen zoals dat bij benzinedampen wel het geval is. De waterstof pom pen, waar getankt wordt, zijn dan ook niet gevaar lijker dan de huidige benzinepompen. wikkelde methode, waarbij delen van een bepaald type DNA worden gekoppeld aan delen van een ander type DNA. De eerste stap is het afzonderen van DNA uit daar toe opengebroken cellen. Vervolgens wordt dat DNA op karakteristieke plaat sen in stukken geknipt met behulp van andere biochemische stoffen, enzymen ge noemd. De van elkaar gescheiden stukken worden daarna verbonden aan andersoor tig DNA. DNA van een aap kan in beginsel gekop peld worden aan dat van een bacterie. Op die wijze kan DNA ontstaan met nieuwe eigenschappen, dat indien terugge plaatst in snelgroeiende bacterie-cultures bepaalde stoffen kan produceren. Dat kunnen voedingsstoffen zijn, maar ook geneesmiddelen. Ook denken de biochemi ci, dat via DNA-recombinatie erfelijke ziekten kunnen worden opgehelderd en dat wellicht kanker in de verre toekomst met deze opzienbarende techniek bestre den kan worden. Maar niets is zeker. Ook niet het uitgesloten zijn van misbruik, de toepassing bij de produktie van biologi sche wapens bijvoorbeeld. Zeker is wel, dat aan het onderzoek op zichzelf al risi co’s verbonden zijn, ook al is de omvang van die riciso’s nog niet goed te bepalen. DNA-recombinatie, genetische manipu latie, nu al belaste termen in een samenle ving die wel gewend is geraakt aan mense lijke ingrepen. Waarom in dit geval dan die discussie binnen de kringen van de weten schappers, maar geleidelijk ook daarbui ten? Het antwoord op die vraag is niet eenvoudig. Vast staat wel, dat een tweetal factoren van belang is. Allereerst lijkt het alsof definitief natuurlijke barrières wor den doorbroken, barrières tussen soorten, barrières tussen mens en dier. En op de tweede plaats is er de factor tijd. De actue le experimenten met DNA lijken het eeu wenlange evolutieproces te kunnen ver korten tot jaren en maanden. Het gaat dus niet alleen om risico’s, om bewuste of onbewuste aanmaak van gevaarlijke mi- cro-organismeri, om de kans op onver wachte epidemieën. Het gaat ook om de vraag of door bepaald onderzoek op het f Apeldo n. Tel. >730-2^ ingrijpt. een door mensen opgeroepen en beleefd gebeuren is, speelt de visie op de samenle ving vanzelfsprekend een rol bij de wijze waarop de mens de wetenschap en zijn gevolgen ervaart. Wetenschappelijk werk is overigens maar voor enkelen weggelegd. Des te gro ter is de verantwoordelijkheid van de on derzoekers, te meer waar de wetenschaps beoefening nog altijd een vrije zaak is. Maar die vrije wetenschapsbeoefening be hoeft niet te leiden tot een ongebonden, onverantwoordelijk wetenschapsbeleid. In een samenleving, waarin de mens niet ondergeschikt mag zijn aan wetenschap en techniek, is de maatschappelijke aan vaardbaarheid en het maatschappelijk nut mede toetssteen voor het wetenschapsbe leid. Beleid is daarbij te zien als de keuze van wegen en middelen om bepaalde doel stellingen te verwezenlijken, echter binnen randvoorwaarden en rekening houdend met waarden en normen. Het vaak gebruikte begrip „maatschap pelijke relevantie” is te meer van toepas sing op het onderzoek met en aan DNA: toetssteen van uitzonderlijk belang voor een wetenschapsbeleid, dat uitgaat van gebied van de erfelijkheid de grenzen van de menselijke waardigheid niet worden overschreden. En dan nog een punt: de discussie over de toelaatbaarheid van DNA- recombinatie wordt verlengd tot een dis cussie over de toelaatbaarheid van be paald wetenschappelijk onderzoek. Daar mee is dan de vrijheid van onderzoek in het geding. Nu leert de geschiedenis, dat de beoefe ning van wetenschap steeds spanningen heeft opgeroepen. Wetenschapsbeoefe ning leidt tot verlegging van grenzen en veroorzaakt daarmee vanzelf een span ningsveld tussen nieuwsgierigheid en be zorgdheid, tussen voortvarendheid en te rughoudendheid. In zulk een spannings veld leidt de wetenschappelijke nieuwsgie righeid vaak tot een ongekende daden drang, zonder zorg voor de gevolgen voor de samenleving. En de terughoudendheid gaat dikwijls ongemerkt over in een angst voor het nieuwe en een afkeer van veran deringen, waarvan de gevolgen niet te overzien zijn. En omdat dat spanningsveld als de wetgever hebben volgens hem een verantwoording bij het leggen van de grenzen. De Tweede Kamer zal zich nog voor het kerstreces of in een plenaire vergadering of in een openbare commissievergadering bezig houden met die begrenzings- problematiek, die zeer recent onder meer aan de orde kwam bij de benoeming van prof. Het Nijmeegse Tweede- Kamerlid dr. Ad Lansink (CDA) heeft zich zowel als politicus als in zijn vroegere arbeid als we tenschappelijk hoofdmedewer ker (bio-chemicus) van de Nij meegse universiteit bezig ge houden met onderzoekingen op het terrein van voortplanting en erfelijkheid. In de jaren zestig promoveerde hij op een proef- zonnehi 295, j 's avo ’.a. 159 I. Rozens :ent kortii 0-11296 De structuur van het DNA wordt gewoonlijk op twee manieren afgebeeld, nl. de werkelijke molecaire structuur (A) en de schematische voorstelling (B). Buikhuizen aan de juridische fa culteit van de Leidse universiteit (waaruit de discussie over proefnemingen op criminele personen ontstond). Vooraf gaand aan de Kamerbehande ling zal de CDA-fractie na het zomerreces in een tweedaagse bijeenkomst met wetenschap pers praten over vrijheid en ge bondenheid van de wetenschap. rentmeesterschap, dienstbaarheid. Waarom rentmeesterschap? Omdat daarin de opdracht tot onderzoek ligt be sloten, ook van de mens, ook van de erfe lijkheid; tegelijk echter de plicht daarbij grenzen in acht te nemen. Waarom deelgenootschap? Omdat daar- ment zijn overleg met de regering moeten voortzetten. De vraag naar het ja dan nee van een wettelijke regeling, en naar de invulling ervan bij een „ja” op de eerste vraag, blijft actueel. DNA-recombinatie blijft daarmee ook een toetssteen voor een wetenschapsbeleid, dat ten dienste staat van de samenleving, en door die samenle de samenleving van wat wetenschap en ving gedragen wordt. Geïnteresseerden in de problematiek van het DNA-onderzoek zij verwezen naar het boek „DNA-onderzoek: pion in het spel van goed en kwaad?”, dat uitgegeven is door de Voorlopige Dienst Wetenschaps voorlichting (KWAW), Nieuwezijds Voor burgwal 120, Amsterdam. Dezelfde dienst verzorgt een verslag van het in dit artikel genoemde forum te Utrecht. De prijs van beide uitgaven tezamen bedraagt 20.-, over te maken op postgiro 72221, KNAW, Amsterdam. maatregelen en tot een indeling in wel en niet toelaatbare proeven. Maar zo eenvoudig is de zaak ook weer niet. Want juist die indeling betekent feite lijk ook een vertaling van vrijheid en on vrijheid van wetenschappelijk onderzoek in een wettelijke regeling. En dat houdt tegelijk in, dat een dergelijk wettelijke regeling van het DNA-onderzoek in begin sel verlengd zou kunnen worden tot een wet op de biowetenschappen of zelfs een wet op het wetenschappelijk onderzoek. Immers, ook bij ander onderzoek dan dat aan DNA, ook bij niet op de mens gericht onderzoek bestaat de mogelijkheid, dat grenzen worden overschreden. De samen leving ook dat leert de geschiedenis verdient in meer opzichten bescherming. De discussie over de voor- en nadelen van een wettelijke regeling van het DNA- onderzoek is nog lang niet afgerond, laat staan de verruiming van zulk een regeling naar de biowetenschappen of naar alle wetenschappelijk onderzoek. Toch is die discussie van groot belang, niet alleen bin nen de zogenaamde ivoren toren van de wetenschappelijke onderzoekers, ook daarbuiten. Het is daarom verheugend, dat de Voorlopige Dienst Wetenschaps voorlichting van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen de problematiek van de erfelijke manipulatie aangreep om di rect betrokkenen, belanghebbenden en be langstellenden onlangs in Utrecht bijeen te brengen. Visies van onderzoekers, politici, vakbondsmensen, docenten, voorlichters en zo maar belangstellenden leidden tot een open en eerlijke confrontatie van opi nies en meningen. Die discussie moet wor den voortgezet, alvorens de overheid zijn eigen plaats en verantwoordelijkheid kan waarmaken. Derde mogelijkheid is het toepassen van de cellen in noodaggregaten. Veel ziekenhuizen, com putercentra en telefoonstations hebben een nood- aggregaat en een hoeveelheid stroom opgeslagen in accu’s voor noodgevallen. Deze voorziening zou vervangen kunnen worden door brandstofcellen.4 Onderzocht moet echter nog worden hoelang de brandstofcel bewaard kan worden. Blijft als prak tische toepassing over de tractie. Brandstofcellen in stadsbussen en bestelwagens is praktisch uit voerbaar en wel op korte termijn, dat wil zeggen voor 1990 en daarom richt Elenco voorlopig alle aandacht op het openbaar vervoer. erkooprui show, jt 5 uurj behouden. Het DNA bepaalt welke cel gesl) Allereerst iets over het DNA, afkoring van het Engelse woord „desoxyribonuclei- acid”, de stof die feitelijk alle erfelijke eigenschappen in zich bergt. DNA is een chemische stof, die opgeslagen ligt in de chromosomen. En die chromosomen vor men het voornaamste bestanddeel van de kern van alle cellen. De cel is de kleinste structurele en functionele eenheid van alle ■Sfl levende organismen. Anders gezegd: Een f i cel lijkt op een kleine fabriek, die langs scheikundige weg zaken als voortplanting, w stofwisseling, transport, afweer en bouw regelt. De structuur van het DNA- molecuul bepaalt de eigenschappen van elke cel en dus ook de functie. Het DNA bevat alle erfelijke informatie, die bij voortplanting, feitelijke celdeling, blijft probleem teruggebracht tot een behoorlij-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 19