MINDERHEID
IN TURKIJE
BEDREIGD
n
II
1
r
Wp.
/F
1 Lu 1
1 X’
®g'
v
*w**^-.,
do
door Frans van Hasselt
8
c
Uittocht
Klooster
Vrijheid
Graven
Chaotischer
•lt- Wh
L te
„Het
,,Wa
Antwer
Frankri
{liever r
v
Rivai
De kerk van de Heilige Smuni (Mar Smuni) is toch nog aardig gevuld. Niemand
die niet ziek is blijft thuis met Pasen, het hoogtepunt van het jaar voor de
orthodoxen - die het dit jaar vijf weken later vierden dan de westerse christenen -
en dus ook voor deze Syrische orthodoxen in Zuidoost-Turkije, verzameld in en
rond de steden Mardin en Midyat. Het is een snel slinkende minderheid en het
jongenskoortje heeft kennelijk opdracht gekregen, de toch al wat wilde hymnen zo
hard mogelijk te zingen, nu het aantal stemmen zozeer is geslonken. Maar zuiver
doen ze het wel.
Midyat, met zes kerken, telt nu nog zo’n 4000 Syrisch-orthodoxen, ook wel
Jacobieten genoemd, naar Jacob Baradaeus die in het begin van de zesde eeuw
de in Syrië en Noord-Mesopotamië levende Monophysieten weer tot een hechte
eenheid wist samen te voegen. De Monophysieten, die in Christus slechts een
(goddelijke) natuur wilden erkennen, waren op deze grond in 451 door de oosterse
kerk tot ketters verklaard. De Syrisch-orthodoxen (soms ook ten onrechte
„Assyriërs” genoemd) staan onder een „patriarch van Antiochië”, die echter nu in
Damascus zetelt. Sinds 1292 heten alle patriarchen Ignatius en de huidige, die in
1957 werd ingezegend, is Ignatius de 39ste.
Het totaal aantal Syrische orthodoxen in Turkije wordt nu nog op 20.000
geschat, van wie er 6000 in Istanboel wonen, waar ze twee kerken hebben. Over
de hele wereld zijn het er ongeveer 90.000, van wie zeker de helft in Amerika
woont. Honderden families hebben zich de laatste jaren in Zweden, Zwitserland
en Nederland gevestigd en in eerstgenoemd land, waar ze zeer dicht op elkaar
wonen, is het zelfs onlangs tot rellen gekomen met groepen plaatselijke „nozems”
die hen als ongewenste vreemdelingen beschouwden.
Hf*:
M
- 4' -
1
1
i
te^te^^y
tete»
leven
Sailla
c
de fanatiek-rechtse stromingen in
Turkije althans in de verdediging
raken. Een christelijke kleermaker
in Midyat - het stadje heeft er tien
tallen - vertelde me dat hij een brief
naar de nieuwe Turkse premier had
geschreven om te klagen over de al
een kilometer, en eindelijk doemde
als een fata morgana een andere
plaats op, bekroond met vier, vijf
ranke kerktorens, ook weer op een
in West-Europa, er staat een miljoen
op wachtlijsten, en een van de mo
tieven van de regeringen daar, de
christenen uit Turkije niet als vluch
teling te erkennen is dat men de
mohammedaanse gastarbeiders bij
het verlenen van verblijfsvergun
ningen niet wil discrimineren. Feit
blijft echter dat wie als christen uit
deze dorpen wegtrekt niet van plan
nauwelijks deelnemend aan het ge
beuren. Elk van de monniken en de
34-jarige abt Samuel Aktas die en
kele jaren in de Verenigde Staten
heeft gestudeerd en Engels spreekt
neemt een deel van de liturgie voor
zijn rekening.
ren op de situatie in Istanboel, waar
de meeste Turkse christenen wonen
die daar, net als de joden, een be
trekkelijke vrijheid van geloofs- en
beroepsuitoefening blijven genie
ten. Er is stellig een kloof tussen het
gepriviligeerde Istanboel en het ge
ïsoleerde Oosten (wat ook voor de
Armeniërs geldt). Ook de Syriërs in
Turkije’s grootste stad hebben de
neiging, zich te distantiëren van de
toestanden in het Oosten. Het was
een Syrisch priester in Istanboel die
me zei dat daar geen problemen
waren.
Mijn eigen indrukken waren an
ders. Wel bespeurde ik hier en daar
in 1920
Dresde
ment v
van he
de naa
ieder d
de huic
Hans S
verwiei
kon dt
groots
circus
gedaan
ren.
Kijke
denis
Stosch-
kelijk 1
junior
opvolgi
sen de
senior,
roemd
achtige
Mahar:
ajn lie
kudde
ijzeren
aan geg
Bravou
breid a
Het 1
land uitgewekenen hadden verteld
dat deze was gesloten sinds in 1975
de priester was gevlucht nadat zijn
huis in brand was gestoken. Het
blijkt dat de priester van Basibrin
nu ook Sari Koy voor zijn rekening
neemt, maar daar was de Paasmis al
zaterdag opgedragen. Christus was
er een dag te vroeg opgestaan. Het
dak van de kerk in Sari Koy, eens
zwaar beschadigd, blijkt gerepa
reerd, maar ook hier kent men Al
melo en Hengelo.
Na afloop - de nonnen zijn weer
zwijgend huns weegs gegaan - vol
trekt zich een indrukwekkende
plechtigheid. De kleine stoet monni
ken, nu weer zonder de oude bis-
schop, daalt af naar de gewelven
waar de sarcofagen liggen van voor
afgaande hoogwaardigheidsbekle
ders van de kerk. Voor elk graf
wordt even gezongen, er wordt een
brandend kaarsje op gezet en het
wordt gekust. Eén sarcofaag blijft
buiten beschouwing, die is nog leeg,
Tijdens de Paasmis houdt de
priester in de gesproken Syrische
taal een vrij langdurige predikatie
met als thema: angst. De vrouwen
die Christus’ graf leeg aantroffen
waren aanvankelijk heel bang, tot
dat hun werd aangekondigd dat hun
aangebedene was herrezen en dat er
alleen reden was tot vreugde. Wat er
verder ook gebeurt, Pasen moet
voor ons een dag der vreugde blij
ven - de zoon van mijn gastheer, die
wat Duits spreekt, vertaalt het voor
mij zo goed en zo kwaad als het gaat.
Angst - het motief spreekt de
christelijke bewoners van Midyat en
omstreken maar al te zeer aan. In dit
afgelegen deel van Turkije, waar
voornamelijk Islamitische Koerden
wonen, op hun beurt weer een min
derheid in de Turkse republiek, heb
ben ze het speciaal de laatste jaren
verre van makkelijk. De burgeroor
log in naburig Libanon, waar chris
tenen zich zacht gezegd nogal agres
sief hebben gedragen, heeft wraak
gevoelens opgeroepen bij de mo
hammedanen van Turkije en die
zijn ook in de ban geraakt van twee
nieuwe fanatieke partijen, een reli
gieuze en een fascistische. Het hand
jevol christenen voelt zich in zijn
oude gebied, vroeger het bolwerk
van Monophysitisme, steeds ernsti
ger bedreigd.
de Syrisch-orthodoxe kerk belang
De jon;
tot de:
wilde z
jonge I
ajn vc
staan
een me
Hans
vrouw
nieuw
dochte
Toen ik Midyat zes jaar geleden
voor het eerst bezocht, was de uit
tocht naar Europa reeds in volle
gang, al kreeg ik toen niet de indruk
dat de christenen fysiek werden on
derdrukt. Wat mij wel al opviel was
naam „Midyat Hukumet” (Midyat
Regering) en dat daar alle diensten
functioneerden, waar ook de chris-
geleden: een christen had een stuk telijke bevolking op was aangewe-
is, daar ooit terug te keren en al zijn
bezittingen verkoopt, als hij daar de
kans toe krijgt.
Paasnamiddag arriveer ik bij het
Syrisch-orthodoxe klooster Deir el
Umur, tien kilometer buiten Midyat,
waar nog zes monnikken en acht
nonnen leven. Net als zes jaar gele
den toen ik het bezocht ligt de sto
koude bisschop.van Midyat (nu 89),
die zijn laatste jaren in dit klooster
slijt, op een matras in de ontvangst
kamer van het klooster. Zich uiterst
moeizaam bewegend, gaat hij nog
wel voor in de vesperdienst die kort
daarop begint in de kale kerk
ruimte, waar de nonnen onopge
merkt komen binnenschuifelen en
zich helemaal achteraan opstellen,
zen voor (laar requesten, aangiften,
betalingen enz.
Zes jaar geleden lachte men er
nog bij. Deze keer zei men: „Was het
tenminste maar een Midyat-
regering, een plaats waar de rege
ring werkelijk functioneerde, dan
zouden we al tevreden zijn. Maar de
regering, het staatsapparaat functi
oneert voor ons niet. Als we weer
met een klacht komen over beroving
of erger, dan krijgen we van de
politie of de gendarme te horen: ja,
die Koerden zijn nu eenmaal moei
lijk onder de duim te houden, past u
zelf maar beter op uw eigen veilig
heid. Maar christenen is het dragen
van wapens ontzegd. Niet-
christenen in theorie ook, maar daar
wordt niet de hand aan gehouden”.
Niet buiten beschouwing mag blij
ven, dat de acties tegen de christe
nen in dit deel van Turkije onmis
kenbaar ook een sociale achter
grond hebben. De christenen hier
waren vanouds wat welgestelder en
ook wat meer verstedelijkt. In Midy
at en Mardin waren ze schoen- of
kleermaker, maar ook koperslager
en goudsmid. Men vindt ze in die
laatste functies nog steeds in grote
getale bij de Istanboelse bazar.
zij wacht op de bisschop die boven
alweer op zijn matras ligt. De twee
de Paasdag, die bij zonsondergang
begint, is bij de Syrisch-orthodoxen
gewijd aan de zorg voor de doden
en de heuvel waarop dit klooster in
396 is gesticht herbergt 12.000 heili
gen.
Ze zijn in het Westen minder be
kend - Daniel, die „wandelde over de
Tigris”, heiligen die wol droegen in
de zomer en ijzeren maliënkolders
in de winter, Josef die zich „als kind ^pg^c
in een kooi opsloot en daar zijn hek a
leven niet meer uit kwam” en deze99er
Veertig Martelaren van Sebastia (nu )tOSCh
Sivas) die zich in 320 in een ijskout ffeselij
meer lieten verdrinken liever dai Jtosch
het christendom op te geven. Eéi jarras;
was zwak en ging eruit, maar zij p.
plaats werd ingenomen door een Ro
meins soldaat die onder de indruipP^om:
was gekomen van zóveel geloof.
In al deze dorpen, eens onver
mengd christelijk, hebben zich
Koerden gevestigd die met hun gro
te families in de overgrote meerder
heid zijn geraakt. Natuurlijk hun-
kert ook een groot deel van de mo-
heuvel gebouwd, de eigenlijke^stad hammedaanse bevolking naar werk
Midyat.
Men vertelde mij toen dat het
Angst beheerst
Syrische christenen
hes. Maar net als in Zweden worden land willen verkopen. Twee moham-
ze nog niet als „vluchteling” erkend, medanen boden tegen elkaar op en
dreigden de christen te vermoorden
als hij op het aanbod van de ander
inging. Ten slotte zag de christen
van de verkoop af, waarna een van
Vooral uit de dorpen kwamen
meldingen van kidnapping van
meisjes, moord, mishandeling,
brandstichting, roof van vee en ge
reedschap, sluiting van kerken en
andere vormen van intimidatie. Het
enige wat voor christenen makkelijk
werd gemaakt was vertrek. Allen
met wie ik sprak kenden de namen
Hengelo en Almelo, waar nu een
mvangrijke Syrisch-orthodoxe ko-
nie is gevestigd van zo’n 100 fami-
De Westeuropese regeringen zien
geen tekenen dat er in Turkije geor- Je aspirant-kopers hem inderdaad
ganiseerde geloofsvervolging neerstak en het lijk in stukken hak-
plaatsvindt. En dat is ook niet zo. te. De politie had de dader na enkele
Maar men gaat wellicht toch wel iets dagen vrijgelaten en geen krant had
te veel af op rapporten die zich base- over de zaak geschreven. „Ankara is
1000 kilometer ver, de staat bestaat
voor ons niet.”
Uit de gewelven weer naar bova Hij
gekomen, trekt het nietige optocht; beschs
op voetspoor van de abt om hsfStosch
klooster heen, waar te midden va|QptvluC
de klaprozen en margrieten, terwi,
de zon achter de bergen zakt, nol
allerlei graven worden bezongen el
gekust, waarna nog een weids gel
baar wordt gemaakt naar de heli
heuvel met al de heiligen waarovei
het klooster waakt. Het klooster, dal :ircus I
eens 1000 monniken herbergde eumtoi
door Perzen, Mongolen, Turken et lan hei
Koerden is belaagd, op een gegevei iteden.
moment door de laatste monnü )ude
werd verlaten, maar toen, naar de >ok in I
legende verhaalt, door een leeui» )oek
werd beschermd die, toen de monni- Croft-C
ken na 14 jaar terugkeerden, hel scheen
gebouw sierlijk verliet en stierf ii werkte
Syrië waar zijn graf nog wordt aan- door F
gewezen.
Terend op zulke verhalen, wil men
in het klooster niet geloven dat de
christelijke era in deze contreien ten
einde loopt. Er wordt onderwijs ge-
geven aan 20 jongens die er intern
vertoeven - ze zijn nu met Paasva
kantie - en die de taal van Christus
weer zullen moeten doorgeven aan
hun leerlingen. Het klooster staat
open voor elke vreemdeling die bij
de streng-vleesloze (ook op Pasen)
maaltijden mag aanzitten en voor
wie de nachtverblijven onlangs zelfs
zijn gemoderniseerd.
Na de weinig opwekkende indruk- Sarras:
ken uit Midyat en de dorpen trof mij in dien
op mijn tocht naar dit klooster een
detail dat, schijnbaar onbeteke
nend, toch wellicht gunstiger per
spectieven opent voor deze slinken
de minderheid: bij de zijweg die
naar het klooster voert is een geel
wegwijzertje geplaatst van het soort
dat in Turkije verwijst naar een
toeristische bezienswaardigheid
(wat het klooster ook ongetwijfeld
is). Eenzelfde bordje had ik zes jaar
geleden al gezien op de weg naar een
ander Jacobitisch klooster, Deir el
Zafer bij Mardin, waar zich de
„Steen van Petrus” bevindt uit de
Petrus-kerk bij Antiochië, waar vol
gens de Bijbel de christenen elkaar
voor het eerst christenen noemden
en waaronder nog altijd de patriar
chen van
moeten worden gekroond.
Bij het zien van dit bordje kwam
bij mij de gedachte op, dat wellicht
alleen het toerisme - en de nieuwe
regering heeft op dit gebied grote
plannen - het voortbestaan van de
christelijke minderheid nog kan
redden. De steden Mardin en Midyat
zijn even wonderlijk als fraai, de
vele christelijke kerken - er zijn ook
katholieke, Armeense en zelfs een
paar protestantse - de kloosters en
het wijde landschap zouden toeristi
sche trekpleisters kunnen worden,
zoals het huis bij Efese, waar Maria
zou hebben gewoond na de kruisi
ging van Christus dat reeds vele
jaren is. De uitdrukking „Christelijk
reservaat” doet misschien wat on
prettig aan, maar stellig oefenen
christelijke centra waar nog wél
christenen wonen meer aantrek
kingskracht uit dan gebouwen die
geheel en al zijn verlaten.
Toen ik op Goede Vrijdag na een
zwerftocht door de chaotische,
doodarme, verwaarloosde Koerden-
stad Diyarbakir werd binnengela
ten, bij de enige orthodoxe kerk
aldaar („artadax” zeggen de Koer
den), die de indruk maakte van een
kleine, ommuurde vesting, viel mij
in de eerste plaats de keurige kle
ding op, ook van de vrouwen, die
schril afstak bij de povere plunje
van het merendeel van de moham
medaanse bevolking.
Een dergelijke ervaring had ik op
Paaszondag bij een kort bezoek aan
het dorp Basibrin, waarvan de Syri
sche naam (die „Hoop” betekent)
bleek te zijn veranderd in Haberli
(Turks voor „Goed Nieuws”). Aan
vankelijk leek in het barre, versteen
de dorp geen levende ziel te beken
nen, alleen hondegeblaf weerklonk.
Toen stuitten mijn gids uit Midyat
en ik op een groepje mannen, die in
hun Paasbest de ronde bleken te
maken langs de overgebleven chris
telijke families van het dorp, een
vaste traditie op deze dag.
Ik vroeg of in het naburige dorp
Sari Koy (Geel Dorp) de kerk nog
het volgende. Ik kwam met een bus functioneerde, want naar Neder-
uit Mardin (een van Turkije’s mooi
ste steden, monumentaal en harmo
nieus tegen een heuvel opgebouwd)
en toen ik langs de weg het betref-
fende naambordje zag staan en be-
opluchting en hoop dat, nu Ecevit in vestigend antwoord kreeg of dit Mi-
Ankara aan het bewind is gekomen, dyat was, stapte ik uit. In het plaats
je ontwaarde ik echter geen enkele
kerk. Toen ik vroeg naar de „kilise”
keek men of ik niet goed bij mijn
hoofd was. Ik vroeg een tweede, een
derde inwoner. Eindelijk zei iemand
lusteloos: Ja, verderop, daar staat
wel een kerk”. Hij wees vaag in
jaren heersende gewoonte, de chris- oostelijke richting. Ik liep het plaats-
telijke dienstplichtigen bij voorkeur ie helemaal uit, een kilometer, nog
naar de meest barra garnizoens
plaatsen te sturen als Sivas en Er
zurum, waar ze soms uit plaagzucht
worden onderworpen aan gedwon
gen besnijdenis. Ecevit had geant
woord dat hieraan een eind zou ko
men.
Anderen echter zeiden mismoedig plaatsje waar ik was uitgestapt later
dat, sinds Ecevit in januari in het was gebouwd, tijdens de regering
zadel was gekomen, nog geen enkele van Manderes (1950-1960), onder de
verandering ten gunste was ingetre
den. Men was vooral vol van een
voorval van nog maar enkele weken
Klooster in Deir el Omar
V
4
I
W
De 89-jarige bisschop van Midyat
Syrisch-orthodoxe dorpskerk
F)