1
I
De zweep voor een dompteur is hetzelfde als de dirigeerstok voor een dirigent.
door Ko van Leeuwen
Hogeschool
Lievelingspaard
Nerveuze indruk
Rivaal
I
Ka*.
I
•5!
8
r x
99
,HET CIRCUS MOET SPELEN!’
,Het circus moet spelen” was het enige, dat Sarrasani’s oprichter en directeur
Saillante details uit de historie van het
bewerkt
□xe kerk
De jongste artiest: André Mey Sarrasani. Daarboven de Zwitserse clown Walter Galetti.
wil met
a dat de
reien ten
rwijs ge
;r intern
Paasva-
Christus
ven aan
;er staat
g die bij
Pasen)
en voor
ngs zelfs
In het nummer- vrijheidsdressuur dat
Trude met haar Lippizaner hengsten laat
zien lijkt het alsof iedereen haar zo tussen
die paarden zou kunnen vervangen. Als ik
dat zeg, moet zij glimlachen en ze ant
woordt: „Paarden zijn komedianten. Bij
deze hengsten is het altijd bijzonder goed
oppassen. Als een ander het zo van mij
overneemt, zonder ze te kennen, dan ge
beuren er de grootste ongelukken. Je moet
hun karakters kennen. Nummer vijf mag
niet naast nummer zeven komen en num
mer één mag zeker niet in de buurt van
nummer twaalf komen, anders wordt het
vechten en gebeuren er verschrikkelijke
dingen".
Volgend jaar wil Trude Sarrasani terug
gaan naar Argentinië, waar zij haar eigen
circus had. Daarover vertelt zij: „De die
ren daaruit zijn ondergebracht bij een
klein, maai- goed circus en het materiaal,
de tent en alles wat daarbij hoort, is voor
lopig opgeslagen".
Directeur Fritz Mey werd ter ere van zijn
74e verjaardag ingehaald met een fakkel
optocht. Het circuspersoneel was in de
grote tent bij elkaar gekomen, er was een
koud buffet en champagne. De grote at
tractie voor de grijze circusdirecteur was
toen vanzelfsprekend het paardenummer
dat zijn zoontje André mocht presenteren.
André bracht het er kranig af, maar kon
niet voorkomen dat de pony’s zich na hun
optreden te goed deden aan de salade die
het koud buffet sierde.
om hi
den va
i, terwi
akt, nc
>ngen e
eids ge
de heli
raarove
ister, da lircus Sarrasani, dat momenteel de jubi-
rbergde eumtournee door Europa in Nederland
irken ei lan het afsluiten is met optredens in elf
gegeven iteden. Historische gegevens, die in veel
monnil >ude circuslectuur te vinden zijn, maar
naar df lok in het in 1976 in Engeland verschenen
n leeuil )oek „Circus, a World of History” van R.
e monni Iroft-Cooke en P. Cotes. Eind 1977 ver-
den, hei scheen daarvan een voortreffelijke (bijge-
stierf 11 werkte) Nederlandse uitgave,
>rdt aan- loor Frits van Dixhoorn, met een schat
lukkig is Marco toch beter geworden. Ik
was toen acht jaar”.
Over haar Andalusische hengst Relam
pago vertelt Manuela: „In Spanje hadden
ze dat paard eigenlijk verknoeid. Het was
ontzettend geslagen. Toen ik dat hoorde
wist ik dat ik het wilde hebben. Zoiets heb
ik nu eenmaal, als ze zeggen: dat paard is
slecht, dat is een enorme rotzak, dan wil ik
het kopen. Dat zijn volgens mij de beste
paarden. Slechte paarden, die bestaan
niet. Maar toen we het gekocht hadden
moesten we dat paard eerst een jaar stil
zetten. Er was echt niets mee te beginnen.
Als je met de zweep wees, was het al mis.
Langzaam zijn we toen met de dressuur
begonnen. Mijn vader heeft me erg goed
daarmee geholpen”.
Ook met Othello is Manuela de allerbes
te vrienden. Eenmaal gebeurde er tijdens
de voorstelling een ongeluk met de prach
tige zwarte Friese hengst. Manuela: „Op
een bepaald moment hang ik helemaal
achterover op Othello, terwijl hij met de
voorbenen omhoog komt. Er lagen toen
kokosmatten in de manege en Othello
gleed uit en viel samen met mij achterover.
Ik kwam onder het paard terecht en het is
een wonder dat er niets ergs gebeurd is.
Othello was er zelf zö van geschrokken
(lacht) hij keek me heel schuldig aan, zo
van: Wat heb ik nou toch gedaan. Het is
ook een erg lief paard. Heel intelligent en
met een heel eigen karakter. Als ik hem
eens bestraffend een tik geef en ik wil hem
even later een suikerklontje geven als be
loning, dan weigert hij, daarvoor is hij fe
trots, dan toont hij zich echt beledigd.”
De jongste artiest die bij Sarrasani met
pparden optreedt is de vijfjarige André
Mey, zoontje van directeur Frits. Nog niet
zo lang geleden is het ventje voor het eerst
in de manege verschenen en in de middag
voorstelling in Amsterdam was André te
zien met een strak wit gezichtje, gestoken
in rokkostuum, temidden van zes pony-
paardjes. Onverschrokken leidde het ke
reltje zijn nummer, speciaal ingestudeerd
om zijn vader te verrassen op zijn verjaar
dagsfeest, dat de volgende dag na de
avondvoorstelling gevierd zou worden.
ie boven
De twee
dergang
hodoxer
e doden
□oster ii
)00 heil)
Maar het optreden van de kleuter André
Mey-Sarrasani was in ons land van korte
duur. De arbeidsinspectie kwam tussen
beide en legde de directie een verbod op de
mini-dompteur zijn kunsten in de piste te
vertonen. „Schade doch, nicht?”, zegt „On
kel Exner”, Sarrasani’s blozende perschef,
„Das ist doch ein Weltnummer! Nicht-
wahr?” Een week lang moest het „Welt
nummer” in de hoofdstad ontbreken maar
er volgde een compromis: de arbeidsin
spectie bepaalde dat André vijf in plaats
van zeven dagen per week in het circus
mag optreden. En evenals zijn legendari
sche voorganger, Sarrasani’s oprichter
Hans Stosch-Sarrasani roept deze jongste
circustelg zijn publiek bij aanvang van de
voorstelling toe: „Der Zirkus muss spie-
len!”
Manuela Beeloo is haar optreden begon
nen bij het befaamde circus Krone, tijdens
het winterverblijf in München. Dat was in
1975. Frits Mey van Sarrasani was er vlug
bij de jonge hogeschoolrijdster voor een
meerjarig contract aan zijn circus te ver
binden. Dit is het derde jaar dat zij in
Sarrasani optreedt. Manuela heeft drie
paarden, want behalve Othello en Relam
pago reist haar pony Marco steeds met
haar mee.
Stralend vertelt Manuela over het eerste
paardje waarop zij het vak leerde. Marco
is haar lievelingspaard gebleven, dat wil
zij wel bekennen, zonder dat de andere
paarden aan genegenheid hoeven in te
boeten.
Manuela „Marco is toch altijd mijn
lieveling gebleven. Toen ik vijf jaar was
heb ik dat paardje van mijn ouders gekre
gen. Marco is nu veertien en reist altijd
niet me mee. Bij een ander zou hij dood
gaan. Ik kan er ook geen afstand van doen,
we zijn zo helemaal samen opgegroeid. Ik
ben trouwens de hele dag bij mijn paar
den, alleen slaap ik niet bij ze, maar ik
verzorg ze helemaal zelf, ik maak ze zelf
schoon, voer ze, er komt geen ander aan te
pas. Met Marco heb ik zoveel meegemaakt,
hij verdient zijn oude dag. Ach, ik weet
nog goed dat hij zo vreselijk ziek was.
Manuela krijgt tranen van ontroering in
haar ogen als zij vertelt: „De dokter was
geweest en had hem een injectie gegeven.
Hij zei: Als deze spuit niet meer helpt, dan
is het voorbij, dan gaat het paard onher
roepelijk dood. Ik heb ontzettend gehuild
en ik ben toen bij hem gebleven in de stal.
Ik was zo moe en huilend ben ik bij Marco
in slaap gevallen. Helemaal naast hem,
onder het stro. Mijn ouders zochten me
overal. Ze waren ook al in de stal geweest,
maar ze hadden me niet eens gezien. Ge
ister een
nbeteke-
ger per
slinken-
weg die
een geel
net soort
aar een
rdigheid
stwijfeld
zes jaar
naar een
Deir el
zich de
it uit de
/aar vol-
n elkaar
loemden
schonk Fritz Mey in 1956 het recht de
naam Sarrasani opnieuw te gebruiken.
Die beslissing verhinderde Trude Stosch
met haar zuidamerikaanse circus naar Eu
ropa terug te keren. Maar oude vetes zijn
gesleten en sinds vorig jaar treedt de nu
65-jarige Trude met twaalf vurige Lippiza
ner hengsten op in de manege van het
circus Sarrasani van Fritz Mey. In de
tournee die nu in ons land gaat, is zij ook
present.
eerste Amsterdamse voorstelling, toen
bleek dat het programma in zijn totaliteit
te lang was, kreeg Manuela te horen dat zij
per voorstelling slechts een van haar paar
den zou mogen berijden. Wie Manuela’s
nummer in zijn geheel gezien heeft zal
deze beslissing alleen maar kunnen be
treuren.
Zelf wil Manuela over deze directionele
oekase weinig kwijt. „Dat is nu eenmaal
beslist”, zegt zij. „De directie stelt nu een
maal het programma samen. Maar jam
mer vind ik het natuurlijk wel. Nu berijd
ik mijn twee paarden bij toerbeurt. De ene
voorstelling Othello, de volgende weer
mijn Spaanse paard. Maar het liefst zou ik
mijn nummer weer in zijn geheel willen
laten zien. Dat wil zeggen achter elkaar,
want er zit nu eenmaal een bepaalde op
bouw in en dat mis ik nu”.
Manuela stamt uit een echte circusfami
lie. Haar vader Harry Beeloo en zijn vrouw
Constance (een zus van Jos Mullens) vorm
den eertijds een duo. Constance was
koorddanseres en Harry had daarbij een
clownsnummer. De Beeloo’s en de Mullens
vormen een groep van meer dan 150 fami
lieleden, bijna allemaal werkzaam in het
artiestenvak en verdeeld over circussen in
de gehele wereld.
In de wagen van haar ouders vertelt
Manuela met plezier over haar circusle
ven. Een jonge circusprinses, een Mariska
van de jaren zeventig. Manuela mag dan
niet in het circus geboren zijn, haar vader
vertelt met trots dat zij wel daar heeft
leren lopen: „Zij hield zich staande aan de
rand van de circuspiste, zo leerde ze het!”
Toch heb ik de zweep niet gebruikt om ze
te slaan. .Velen denken alsmaar dat daar
die zweep voor is, maar de zweep voor een
dompteur is hetzelfde als de dirigeerstok
voor een kapelmeester. Als dieren fouten
maken, moet men eerst onderzoeken
waardoor dat komt. De zweep helpt niet,
die dient alleen om aanwijzingen te geven,
ze te leiden. Als ik zelf nerveus zou wor
den, dan zou er geen redden aan zijn".
„U moet mij niet Stosch noemen, ik
noem mezelf Sarrasani”, zegt Trude
Stosch-Sarrasani gedecideerd tijdens het
gesprek dat ik met haar heb in de directie-
wagen van Sarrasani. Daags tevoren zag
ik haar temidden van haar prachtige paar
den in de eerste voorstelling die het circus
in ons land gaf, in Amsterdam. De paar
den maakten een uiterst nerveuze indruk,
leken zich met moeite aan de vrijheids
dressuur van Frau Trude te onderwerpen.
Boze stemmen fluisterden dat deze vrouw
uit het oude circusgeslacht de paarden niet
langer werkelijk onder controle zou heb
ben, maar op de dagen die volgden bewees
Trude Sarrasani het tegendeel.
„Veertig jaar geleden ging ik al met
paarden om en ik moet toegeven dat deze
twaalf raspaarden wel bijzonder tempera
mentvol zijn. Het zijn allemaal nog jonge
dieren, nogal schrikachtig. Ze zijn heel
gevoelig, allemaal volbloeden en de dres
suur die ik met ze laat zien is een heel
ingewikkelde”, zo luidt Frau Trude’s ver
klaring voor het zenuwachtige eerste op
treden in Amsterdam.
Trude Sarrasani: „Daar komt bij dat de
paarden door de reis vanuit Duitsland
twee dagen niet gelopen hadden. Verder
lag er veel te veel grof zand in de manege
en ook daar hadden ze veel last van. De
volgende dag hebben we bijna al dat zand
verwijderd en toen ging alles weer uitste
kend”.
Te midden van de nerveuze Lippizaners
maakte Trude Stosch-Sarrasani zelf zeker
géén zenuwachtige indruk. Zelfs toen het
publiek begon te fluiten tijdens de romme
lig aandoende dressuur, behield zij haar
tegenwoordigheid van geest en het was
alsof zij de dieren stuk voor stuk op hun
gemak wilde stellen. Van dwingelandij of
bestraffing was geen sprake en zo bracht
Trude haar nummer toch tot een zegevie
rend einde, de „onzichtbare teugels" strak
in de hand.
„Natuurlijk", zegt zij later, „het belang
rijkste is, dat je jezelf volkomen in be
dwang hebt. De paarden waren zeer ner
veus, ook door de reacties uit het publiek.
1
I
ie kwam
wellicht
nieuwe
ed grote
i van de
tog kan
i Midyat
’raai, de
zijn ook
:elfs een
isters en
toerist!-
worden,
ar Maria
e kruisi-
eds vele
iristelijk
wat on-
oefenen
nog wél
aantrek-
wen die
Paardenummers vormen een der
grondslagen voor een circus van kwaliteit.
Beroemd waren de paardenummers van
circussen als die van Strassburger en Car
ré. Het circus Sarrasani bezit in de acht
tienjarige Nederlandse hogeschoolrijdster
Manuela Beeloo een attractie die een
waarborg vormt voor het voortbestaan
van dit zo klassieke circusnummer. Des te
merkwaardiger is het daarom dat Manue
la, die haar volledige nummer met twee
prachtige paarden presenteert, haar optre
den bij Sarrasani na de première in Am
sterdam gehalveerd zag. Normaal bestaat
het nummer van de jeugdige Nederlandse
uit een presentatie van haar witte Andalu
sische hengst Relam Pago (Spaans voor
bliksemschicht), onmiddellijk gevolgd
door het echte hogeschoolwerk dat zij op
de gitzwarte Friese stamboekhengst
Othello laat zien.
Bij Sarrasani waren die onderdelen al
een eind uit elkaar geplaatst, maar na de
ien Duits circus in een tijd van algemene malaise die voedsel schonk aan de
Indrui ipkomst van de Nazi's.
„Waar moet ik heen?” vraagt Hans Stosch-Sarrasani zich na die rampnacht in
Antwerpen af: ,,De grenzen worden overal voor ons gesloten; eerst weigert
‘Frankrijk ons binnen te laten en nu ook Zweden. En in Duitsland kijken de mensen
liever naar de parades van de Nazi's”.
»r bova. Hij voelt de wurgende greep van het naderend Nazi-onheil en zegt: „Onze
ptochtibeschaving verkeert in levensgevaar Nog geen twee jaar later moet Hans
Stosch, die zijn afkeer van de Nationaal-socialisten nimmer verzweeg, Duitsland
ontvluchten. Hij en zijn circus weken uit naar Nederland.
lan gegevens onder de titel „Braaf! Bravo!
Bravour!”. Het boek schenkt ook uitge
breid aandacht aan Sarrasani’s historie.
Het huidige Sarrasani is niet meer het
zelfde circus, dat Hans Stosch-Sarrasani
in 1920 oprichtte. In 1945, toen dat circus in
Dresden stond, maakte een bombarde
ment voorgoed een einde aan het bestaan
ran het oorspronkelijke Sarrasani. Maar
de naam bleef in de herinnering van een
ieder die de circuswereld liefheeft. En toen
te huidige directeur Fritz Mey in 1956 van
Hans Stosch’ dochter Hedwig het recht
verwierf de naam Sarrasani te gebruiken,
kon de illustere naam opnieuw op een
groots rondreizend circus prijken. Circus
indruk- Sarrasani leek herboren en Mey, jarenlang
i trof mij in dienst geweest als bedrijfsleider van het
circus van Stosch jr., heeft er alles aan
gedaan de vroegere circusglo'rie te benade
ren.
Kijken we nog even terug in de geschie
denis van het oude Sarrasani. Hans
Stosch-Sarrasani senior moet geen gemak
kelijk heer geweest zijn. Zijn zoon Hans
junior zag hij meer als rivaal, dan als
opvolger. De kleine Hans groeide op tus
sen de staljongens en de monteurs. Stosch
senior, een ijdel man, werd vooral be
roemd door zijn optreden met een reus
achtige kudde olifanten. In een hagelwit
Maharadja-uniform gezeten op een van
zijn lievelingsdieren, presenteerde hij zijn
kudde in de manege. Stosch voerde een
pa 'izeren beleid en hield zijn zoon buiten alle
belangrijke beslissingen en besprekingen.
De jonge Hans irriteerde zijn vader zozeer,
dat deze hem zelfs aan zijn sterfbed niet
'vilde zien, zo verhaalt de historie. Maar de
jonge Hans Stosch bouwde na de dood van
zijn vader verder aan het circus, bijge
staan door zijn Zwitserse vrouw Trude,
son meisje dat uit het circusballet kwam.
Hans Stosch jr. leeft niet meer. Zijn
vrouw Trude begon in Zuid-Amerika een
nieuw circus Sarrasani en Hedwig, oudste
dochter van Stosch-Sarrasani senior,
nder be
over de
□egen in
ikolders
,,l ICzl Ullt/UO I I IUVI OpCzICzl I VVC4O IIOI Vzlliytz, VlCtl kJCll I C1OCAI 11 O I V»l IIVI d I UIICUICUI
zijn hele ^ans Stosch-Sarrasani in 1932, na een verschrikkelijke brand in zijn circus kon
en deze99en- ln 6,6 nacht van de twaalfde op de dertiende januari van dat jaar zag
astia(m Stosch in Antwerpen vijf van zijn geliefde olifanten in de vlammen omkomen. Die
ijskoui vreselijke aanblik maakte hem in één nacht volkomen grijs. Maar wilskracht hield
ver dai Jtosch op de been en zijn enige zorg was het voortbestaan van zijn circus
'aar ’arrasani- dat zijn leven was gaan beheersen. Een uiterst moeilijke opgave voor
-een Ro
eloof.
4»
Manuela Beeloo op
Circus Sarrasani maakt momenteel een jubileumtoernee door Nederland.
Driekwart eeuw heeft de naam Sarrasani het hoog boven het circusgebeuren
uitgehouden. Weliswaar niet onafgebroken, doch wie daarop let moet gemeten
naar de maatstaven van de huidige circusdirectie een kniesoor zijn. Directeur Fritz
Mey presenteert een programma vol kwaliteit, waarin veel nummers te zien zijn die
Sarrasani ook al in de toernee van twee jaar geleden in ons land liet zien. Maar als
speciale attracties kan het hooggeëerd publiek nu kennismaken met onder meer
een wervelend trapezenummer, met Frau Trude Stosch en twaalf Lippizaners en
met een verbazingwekkend illusionistenstaaltje van The New Houdini's. Aan
staande donderdag komt Sarrasani naar Haarlem. Het circus slaat zijn tenten op in
Schalkwijk op het terrein tussen de Amerikaweg en de Surinameweg. Het
spektakel blijft t/m woensdag 2 augustus in Haarlem.
Lippizaners
«X; ...y.
a s