a r bl f M TK'. E KWARTIERMAKERS VAN HET LEGIOEN 1 99 door Kees Tops Fietsenmaker Onzin Miepen Gejank Werktroepen Mijlen worst i ►r rn ■■■I menu D BV 3 cn <D 1 -. ld Door alcohol gevoede vrolijkheid in het Britse kamp, na afloop van de mars dan een militair gebeuren 5 Centrale Verzorging Militairen n, water- KT Lang na aankomst van zijn kameraden strompelt deze afgematte Belgische soldaat eenzaam naar het kamp. Overste Th. Kok opruimingswerk: tribunes afbreken, borden verwijderen, straten vegen. I gan9 en de bewoners komen weer in hun normale doen. De organisatoren rest in goede irond mei m ondé slaapk ur etc. ,elegeni voor- e- hoek-ap- i dat punt zijde me egen in n). Ind. touwde che en kamer as CV ede staal Hillegom. om slaapka- Onder donderend applaus leggen we de laatste paar honderd meter af naar het militaire kamp Heumensoord, precies gelegen tussen Nijmegen en de Mooker Hei. Gelderse burgers hebben klapstoeltjes en thermosflessen aangesjouwd en bejubelen aan weerszijden van de toegangsweg de binnenkomende geünifor meerde wandelaars. We wuiven minzaam terug en parkeren de auto. De majoor, in gewone doen werk zaam bij de staf van de Eerste Divi- ken. We hebben alleen gezegd: Wees in jezusnaam voorzichtig; als je een beetje slordig bent, dan kan dat tien kameraden het leven kosten. Dat werkt veel preventiever. Als je het verbiedt, dan doen ze het toch, en als je dan onverwacht de tent binnen stapt, dan gooien ze snel hun bran dende peuk weg Trouwens, het is niet te controleren”. terrein, voorgegaan door de traditio nele doedelzakspeler, die tot en met de Eerste Wereldoorlog vóór de li nies de strijd inging. Majoor Jans sen: „Heb je hem ook weer! ’s Mor gens vanaf vier uur loopt die man wel drie keer af en aan, om de man nen het terrein af te leiden met dat ellendige gejank. De eerste keer slaap je wel weer in, maar dat houd je geen drie keer vol, dus dan sta ik in godsnaam maar op”. Overste Kok: „Dat sfeertje doet me niks. Daar zijn we hier niet voor en daar vallen we buiten, in die zin dat we ons met praktische dingen moeten bezighouden. Niks sfeertje. Vannacht om kwart voor vier raakte de riolering verstopt. Kwam er alle maal stront uit. Dan moet je die gemeentekerels uit bed bellen en als de sodemieter een zuigwagen bestel len. Zo ben je in touw, dat is ons werk. Voor ons is dit geen feest. We hebben er de gelegenheid niet voor. Alle anderen in het kamp zijn feest vierders”. Dat lijkt me nou juist wel aardig van die Vierdaagse, dat rare inter nationale sfeertje. Overste Kok: „Nooit. Ik ben infan terist en ik weet alles van lopen. Ik heb de tijd meegemaakt, dat je nog geen voertuigen ter beschikking had. Veertig kilometer lopen was vroeger normaal. Mantraining is in discrediet geraakt. Dat betekent, dat de mannen nu duchtig moeten trai nen, volgens een vast schema in een landmachtorder. Anders kunnen ze niet inschrijven”. En de majoor? „Ik heb drie keer meegelopen. Een eerste keer, een tweede keer en dat was meteen de laatste keer”. Hebben de stafleden zelf wel eens meegelopen met de Vierdaagse? een, 020- M PM IENT mei tonkame anitair, 2 Majoor Janssen: „Dit ligt hele maal buiten de normale sfeer. En die buitenlanders begrijpen er hele maal niets van. Piet is zijn startkaart kwijt. Komt bij ons zeuren. Begrijpt niet dat hij bij de KNBLO (Konink lijke Nederlandse Bond voor Licha melijke Opvoeding, red.) moet zijn. Een Deen zakt door de vooras van zijn auto. Denkt ie, dat ons ministe rie van Defensie zijn telefoonkosten naar Denemarken gaat betalen. Is er een bagagekarretje kapot. Komen ze vragen waar ze de fietsenmaker kunnen vinden. Nou hebben we er „Vroeger was er een commandant die dan die burgerlui hier uit de stad, die milieulieden, uitnodigde om even te controleren of het kamp echt schoon was. Want die zagen dan twee weken later een roestigë fiets liggen en dachten dan dat ie van ons was! De overste Kok doet dat niet. Die vindt dat onzin. Die zegt: „Het is mijn kamp en als ik zeg dat het schoon is, dan is het schoon; daar heb ik geen mensen bij nodig En inderdaad, in het kamp zijn er volop strompelende manschappen. In een van de Nederlandse tenten zit een soldaat met zijn voeten in een altijd wel iemand bij, die we „fiet senmaker” noemen, en daar sturen we hem dan op af, haha!” mond open van verbazing. Want daar gebruiken zij een halve com pagnie voor! „Hun kwartiermakers kwamen een week van tevoren. Een week! Met honderd man! Haha, honderd man om tachtig tenten op te zetten! Nou, mij best. Wij gaan daar dus naar staan kijken en noteren dat ze elkaar voor de poten lopen. Eén vent slaat daar een haring in de grond, terwijl er tien anderen staan toe te kijken. Dat doen de Zwitsers en de Duitsers beter. Die komen met der tig man en het zaakje staat in een dag”. teil water. Hoe is het gegaan? „Goed hoor”, grijnst hij. We kijken naar de teil. „En vrijdag?” Hij trekt een pij lijke grimas. Een eind verderop staat een sol daat met een vriendin te praten. „Wat nu, vrouwen in het kamp?” „Jazeker”, zegt de majoor. „Er zijn een paar landen vertegenwoordigd, waar vrouwen geïntegreerd in het leger zijn. Die vrouwen moeten hier dus kunnen komen. Daarom hebben we gezegd: vrouwen toegestaan, mits ze om acht uur ’s avonds ver dwenen zijn. In de stad hebben we een oud PTT-kantoor voor ze inge richt”. Het is voor sommige oudgedien den even wennen. Een van de stafle den komt op de majoor af en zegt op een samenzweerderige toon: „Ik zie hier steeds meer miepen lopen. Wat doen we daaraan?” De majoor legt het uit De vraagsteller kijkt eerst verbaasd, dan misprijzend en loopt zwijgend door. „Ja”, zegt majoor Janssen, „kijk eens, als een van de mannen in de stad een moe tegen het lijf loopt, dan zien we hem ook niet meer”. Het kamp kent geen sluitingstijd, de poort is dag en nacht open. Over ste Kok: „We moeten ons niet ver beelden dat we de zaak door de poort te sluiten in de hand kunnen houden. Ik heb dertig jaar geleden zelf ook voor mijn nummer gezeten. Ik wist altijd binnen te komen. We hebben ze ook niet verboden te ro- De Schotse delegatie heeft de dag- mars erop zitten en betreedt het Zelf hadden de mannen van de CVM een week van voorbereidingen en drie weken voor het opbouwen nodig. Majoor Janssen: „Allereerst komen de werktroepen, dit jaar de 646ste Compagnie uit Amsterdam. Die bouwen het tentenkamp op, waarna de verlichtingsploeg aan het werk kan. Daarna worden de tenten ingericht, de telefooncentrale geïn stalleerd, de wc- en douche-installa- ties aangesloten. We hebben een postkantoor op het terrein, een bank en een stel stalletjes waar de mensen verschillende dingen kunnen kopen. „We hebben een 150 meter lange tent gehuurd, waarin de keuken is ondergebracht en waarin de man nen kunnen eten. We hebben een contract met Iglo voor diepvries maaltijden. Die worden in een batte rij magnetrons opgewarmd en aan de balie uitgereikt, volgens cafetari- asysteem. Dat werkt prima. Het is geen Hilton natuurlijk, het heeft wat minder franje, het moet snel door stromen. Het is hier eten en wegwe zen”. We drinken bier op een stuk ter rein, dat is afgeschoten van de rest van het kamp: het kwartier waar de staf huist. De wandelaars treffen goed weer. „Nou, we hebben drie weken opgebouwd in de stromende regen”, zegt majoor Janssen. „Dan mag het wat mij betreft deze vier dagen ook wel regenen. Dat zal me verder worst zijn Als het maar droog is, als we moeten afbreken, haha!” Een vaandrig, die net is te ruggekeerd van de mars, meldt trou wens, dat het helemaal geen goed wandelweer is. „Het is veel te druk kend. Je transpireert je kapot. Met dit weer krijg je de blaren”. Hij laat zijn door het zout uitgeslagen kistjes zien. modem eerd, typt sje js ^eze weken staflid van de voor- zij net goede (CVM), een onderdeel van de Konin- ardam. 12 m2 mei leuken, 4 xe badka- Hebben die ’s avonds nou nog fut om in Nijmegen de kroeg in te dui ken? De overste, zeer beslist: „Als de man maar enigszins poten heeft, dan is ie weg!” Majoor Janssen: „Je kunt de mannen bij hun binnen komst zó van elkaar scheiden. De ene groep slaat linksaf, richting dou ches en tenten en de tweede groep draait rechtsaf, regelrecht de kanti ne in. Daar worden per man liters bier omgezet. En verder kunnen ze er allerlei happen krijgen”. En de commandant weer: „Die kerels vre ten mijlen worst! Het is hier eerder een circus dan een militair kamp. Het is een oneigenlijk militair ge beuren”. Voor de mannen die in Nijmegen nog gaan stappen, rijden er vanaf een uur of vier ’s middags gratis bussen tussen kamp en stad. De majoor: „Dat is een pendeldienst, waar de gemeente drie of vier bus- sen voor heeft ingezet. De laatste vertrekt om twaalf uur vanuit de stad, ’s Nachts arriveren de mannen dus eerst per bus. Na die tijd komen ze met taxi’s. Dan een hele tijd niks en tenslotte komen de eersten op handen en voeten. Maar ’s morgens staan ze wèl in de rij voor de start”. Overste Kok over de organisatie: „We hebben een staf van dertig, veertig man. Daarvan zijn er altijd Nog voor de start op de eerste dag was er al een uitvaller. Majoor Jans sen: „De eerste uitvaller is niet eens gestart! Die is al weer terug naar zijn onderdeel. Een man wiens uit rusting niet mee was gekomen. Waarschijnlijk een fout van de ka zerne. Die p.s.u. zullen ze nu wél gevonden hebben. Sneu voor de vent. Dit is nou een voorbeeld van iets waar niemand van de staf aan heeft gedacht dat het zou kunnen gebeuren. Dat weten we dan voor de volgende keer". Voordat er een volgende keer is, moet er eerst nog het een en ander worden afgebroken. Wanneer u dit leest, zijn de manschappen van de CVM daar alweer mee begonnen. De majoor: „De hele troep wordt weer afgebroken en daarna wordt het ter rein nauwgezet schoongemaakt. Er blijft geen clipje van een bierblikje meer liggen. Dat doen we gewoon met de halve compagnie in linie; een paar keer heen en weer lopen met vuilniszakken en het is weg. MM* ftwasJtsW klijke Landmacht dat speciaal voor de Vierdaagse is opgericht en dat tien maanden van het jaar een sla pend bestaan leidt, evenals op het moment van onze aankomst de com mandant, overste Th. Kok. Hij was in het zonnetje even ingedut. Tijdens de Vierdaagse zelf valt er dan ook niet bar veel te doen voor de CVM-staf; hun voornaamste karwei is het opbouwen en afbreken van het kamp. Met in totaal 387 man zijn zij de kwartiermakers geweest van het internationale militaire legi oen: zesduizend man op een vier kante kilometer oefenterrein-annex- ivaterwingebied. Delegaties van veertien landen, ieder met hun eige naardigheden, in een niet kwaad aardige vorm van animositeit. een stuk of tien sleutelfiguren, die het al eens eerder hebben gedaan. De rest wisselt, omdat er altijd men sen zijn, wier eigen werk voorgaat. Andere oefeningen hebben altijd voorrang. De majoor en ik doen het nu voor de derde keer. Het belang van vaste klanten is, dat ze weten wat ze moeten doen. Ik zal een voor beeld geven. Deze keer kregen we hier een wildvreemde vent, een on derofficier motortransport. Die stond met zijn oren te klapperen. Nu heeft hij het door. Je moet niet ver geten dat ze hier heel ander werk doen dan normaal. Deze knaap was in zijn kazerne gewend, dat alle spullen die hij nodig had, werden gebracht. Moet ie hier komen! Alle windrichtingen jagen we hem op. Er spelen hier heel andere problemen. Alleen al de factor tijd. Alles moet op tijd klaar zijn”. GswWShsW Pot* chop Potatoes YegwtwSftWf ÖWtgB Het applaus geldt de mannen die in rotten van twee komen aangemarcheerd, onder het ophoesten van wandelliederen militaire varianten op „De paden op, de lanen in”. „Put your rucksack on your back”, schuurt één stem. „PUT YOUR RUCK SACK ON YOUR BACK”, dondert het peloton. „Zo leren ze praten”, zegt de zeer Nederlandse majoor G. B. Janssen. „Die niitenlanders leren hier twee dingen: lopen en praten. Haha!” „Neem die Amerikanen”, snuift te overste, chef-staf van het provin ciaal militair commando Gelder land. „Gisteren komt er een Ameri- kaane kolonel naar me toe, die vraagt met hoeveel man we de ver- I lichting hebben aangelegd (Er ligt voor zo’n honderd kilometer aan Actriciteitsleiding, red.). Ik zeg: ■Twee sergeanten, een burger-amb ■tenaar en acht soldaten. Zakt zijn De Schotse doedelzakspelers introduceren hun traditie als tijdverdrijf in het Canadese kamp. „Dit is eerder een circus ApWmftfioslow KamrfWn FiWtW** Ba NJF Het grote jaarlijkse spektakel is afgelopen. De deelnemers aan de Nijmeegse ■w- 4 o In het uitgestrekte waterwingebied Heumensoord, net ten zuiden van de stad, is ook het een en ander op te ruimen. Daar is namelijk het kamp voor de zesduizend militaire deelnemers ingericht. Vandaag begint een speciaal onderdeel van de Koninklijke Landmacht, dat het kamp heeft opgebouwd, met de afbraak en de schoonmaak. Deze week, halverwege de Vierdaagse zijn we eens naar Heumensoord getogen om te kijken wat zo’n kamp allemaal met zich meebrengt. Het antwoord: veel. Foto’s Cord Otting

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 17