1 fe L EERSTE (FINANCIËLE) HULP NIET VOLDOENDE I e door Hans Rombouts Lijkenophaaldienst Cadeautjes I der] we] Structureel veranderen 4 MTil Pr 1 o t’ jo geen verwonderlijk cijfer. Ook niet trouwens als je het platteland opzoekt. Daar is de armoede wat meer verhuld. Maar niet voor niets trekken duizenden, honderdduizenden naar de grote steden, hopend daar wat meer roepies te vinden dan in de landbouw, waar de grondeigenaren, de landlords leven als feodale almachtigen, die hun werkers slechts zien als koelies, die naam is er trouwens nog steeds. Maar ook de kleine boerestand en de zogenoemde middenklasse leven in de grootste soberheid en kunnen niet of nauwelijks rondko men van hun inkomen. De bovenlaag wordt steeds rijker (de arbeids krachten zijn goedkoop en verdringen elkaar om een baan) en de benedenlaag steeds armer. De slums, pover domein van de paupers, groeien. Aanslibsels van de zelfkant, waar het leven nauwelijks nog iets menswaardigs heeft. F] HUl] me] kar] zorl drJ wol levl nol kal vi al re 1 ze I gel njl bil kil opl Pil ze 1 v 1 -jl Terwijl de toplaag van Calcutta zich vermaakt op de paardenrace- baan, een schitterend complex in de schaduw van het majestueuze Victoria Memorial, scharrelen honderdduizenden, miljoenen, minder met roepies gezegende inwoners door de stad om een mager kostje bij elkaar te krijgen. Schrillere tegenstelling vind je nauwelijks: de man, die zich met glanzende limousine naar de Ascot-achtige racebaan begeeft, en de vrouw die daar langs de weg in een vuilnishoop zit te graaien In de hoop nog iets eetbaars of verkoopbaars te vinden. Zeventig, tachtig en sommigen schatten zelfs negentig percent van de bevolking van India leeft beneden de armoedegrens. Als ie rondkijkt in I 0^ 'I k x. Ia ikj I Ml w'" i lijken ophaalt van de paria's, de uitgestotenen. Dag en nacht gaat dat door. Men trekt door de stad, men wordt gewaarschuwd: daar en daar liggen weer een paar gestorven ar moedzaaiers. De verbrandingsplaat- sen werken ook continu door. Ik heb Werk verschaffen is een belangrijk soci aal aspect. Deze vrouwen maken touw volgens een oude methode, waarbij de tenen worden gebruikt. een al is het maar iets betere toekomst. Het lijkt een hopeloze, bij voorbaat al verloren strijd. Denk nog maar eens aan dat cijfer: 3 mil joen mensen in de slums, de slop penwijken Van Calcutta. Dat is roy aal drie keer zoveel als het totale inwonertal van Amsterdam. Men kent het werk van Mother Teresa, de charismatische zuster die met haar orde, de Missionaries of Charity midden in het sloppenge- bied er zijn, al weer alleen al in Calcutta 3000 van die slums werkt. Per maand delen Mother Te resa en haar collega’s eten uit aan meer dan 60.000 mensen. Elke dag staan er rijen van honderden zieken en gebrekkigen voor de poorten van haar tehuizen om medische bij stand. De allerergsten worden door de zusters en broeders in het witte- habijt-met-de-blauwe-rand van de straat opgehaald en voor een paar dagen vertroeteld, voordat ze ster ven. Het motto is: „Wij weigeren nooit, God zal wel zorgen, dat we geld krijgen oïn te kunnen blijven helpen. Onze verslaggever Hans Rom bouts geeft hierbij zijn impres sies van een reis langs en door de slums van Bombay, Calcut ta, Madras en Hyderabad. Die slums zijn tekenend voor de situaties aan de zelfkant van de grote steden in de derde wereld. goed. Het is de gewoonte geworden, dat bij eerï verjaardag van een eigen kind ook geschenken gekocht wor den voor de weesjes in dat huis. Uit dat kinderhuis gaan veel babies (er lagen er verscheidene van één of twee dagen oud: vondelingen of on wettige kinderen dan wel babies, waarvoor de moeders beslist niet kunnen zorgen) voor adoptie naar het buitenland, zoals Frankrijk, Bel gië, Duitsland. Op het moment dat ik er was, waren er 92 kinderen; in andere tehuizen van de Missionaries in Calcutta waren er ook nog eens ruim honderdvijftig. Ze worden ver zorgd door zusters en vrijwilligsters uit eigen land of buitenland. Zo gaat dat ook in de andere huizen van Mother Teresa, waar TBC-patiënten worden verzorgd of gehandicapten, doofstommen, kreupelen, blinden, lammen („Ze blijven bij ons, je kunt ze toch niet weer wegsturen”). Ster venden worden in hun laatste uren bijgestaan, zodat ze tenminste nog even de troost kennen van iemand, die belang in hen stelt en hen als volwaardig mens behandelt. Dat alles is men zal dat begrij pen een soort eerste hulp. Hulp, die natuurlijk niet alleen door Mo ther Teresa en haar mensen wordt wordt gebekvecht wie er aan de beurt is. Na gebed in de tempel en met een overlijdensverklaring van een arts op zak sjouwen de mannen het dode lichaam verder. Jongetjes proberen de kleren van het lijk te pakken te krijgen om die te kunnen verkopen. Het lichaam wordt inge wreven met vet en reukstof. Buiten, op het binnenplein van het tempeltje, ligt een nieuwe brandsta pel hout klaar daar wordt de overledene opgelegd. Er wordt hout bovenop gestapeld. Alleen het hoofd blijft vrij. Dan steekt iemand meestal een familielid het vuur aan. Zo zijn er op dat kleine opper vlak vier vuren, die branden. Als ik weg ga, trippelt er een kraai voor me weg. Hij hupt naar een hoek, waar ik onder wat afval een deel van het lijk van een oude man zie liggen. Afgrij selijke zaak: de kraai pikt in een been. Je zou kunnen zeggen: dat is de ellende van de Indiase pauper- bevolking ten voeten uit. De man, die nauwelijks een menswaardig be staan moet hebben geleid, wordt zelfs geen waardige laatste rust ge gund. Gelukkig zijn er mensen en orga nisaties, die hard werken, om zoveel mogelijk bij te springen; om de arm- sten vooral wat uitzicht te geven op Er is in Calcutta een 24-uursdienst van mndoe-organisatie die de Er komt veel hulp van buiten In dia, maar ook velen in het land zelf beseffen, dat ze iets moeten doen. Toen ik in een tehuis van Mother Teresa was, dat speciaal is ingericht voor de opvang van verlaten kinde ren, kwamen er Indiërs binnen, hun armen vol met cadeautjes en speel- total en d worl (mal kled beel sen I hald trun een I echi slurl f| een I basi mod geld der] wad hutl rinJ in 3 mal veel nenl v< »rl genl woJ bij J lick] benl hoi] Wfl pia] nar] duel ><1 h. 1 verleend, want er zijn met name verspreid over India in de grote ste den veel enthousiaste en idealist!- I sche werkers bezie. Soms is het wel I eens schrijnend te ervaren, dat alle I roem afstraalt op Mother Teresa I (hoewel ze daarzelf bepaald niet naar streeft) en de anderen vergeten worden. Maar dat ligt meer aan onze I westerse mentaliteit, die zoekt naar een idool en dat op dit gebied in I Mother Teresa gevonden heeft. Zo I zullen v^ij de volgende week aan dacht besteden aan twee Nederlan- ders, die ook schitterend werk doen: pater Schlooz in Madras en zuster I Willebrord in Bombay. Eerste hulp verlenen is natuurlijk hard nodig in de sloppenwijken, maar even belangrijk is te proberen structureel iets te veranderen. An ders hou je een status quo, die tot niets leidt dan uiteindelijk een ver- I der gaande verpaupering plus het Men schat dat er alleen al in Cal cutta ruim driehonderdduizend mensen zonder huis zijn. Die hebben dan nog niet eens zo’n hutje van zakken, palmbladeren, vaten, plan ken of lappen, waarin een andere driemiljoen slumbewoners een on derkomen vinden als het ’s winters naar Aiztische begrippen koud wordt. Waar dan de rook van een houtvuurtje de ogen aantast. Aan eten komen velen nauwelijks toe. En wat ze kunnen bemachtigen is van een dergelijke slechte kwaliteit, dat ziektes hoe groot de weerstand tegen allerlei bacterieën ook is rijkelijk aan hun trek komen. TBC, in ons keurige land een uitgeroeide ziekte, is daar de veroorzaker van de meeste doden. Zeventig percent zo werd me verteld. In de slums sterft één op de vier kinderen aan zwakte, ondervoeding. Niet direct aan hon ger, want de kleintjes wordt het eerst wat toegestopt, maar aan slechte voeding: geen groente, geen vitamines. zo’n openluchtcrematorium in wer king gezien. Natuurlijk moet je bij dit alles de oosterse mentaliteit in calculeren, maar toch Een verbrandingsplaats van het volk, die midden in een drukke buurt ligt, langs een rivier. Mannen sjouwen op een provisorische bran card van bamboe een overledene naaf het tempelterrein. Er staat al een rijtje mannen met doden. Er Dit is geen jongensspelletje, maar het maken van brandstof uit een hoop diere nuitwerpselen. Farida, een meisje dat op vuilnisbelten voedsel moest zoeken, haar ouders ver loor, maar nu dank zij hulp van een opvangcentrum weer hoop op een betere toekomst heeft gekregen. „Onderdak" langs de weg voor gezinnen in Calcutta. dat het ook anders kan w Caritas (stichting „Mensen in Nood”) heeft een hulpactie opgezet voor de mensen in de krottenwijken in ’s werelds grootste steden. Dat gebeurt onder het motto „broodnodig”, gironummer 1111222 van „Mensen in Nood”, Den Bosch. 4; J.ilOF - l a; 1 j v J V ^6^ w Slum-bewoners moeten zien S' ,:.W

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 20