I MAX VAN DEN BERG, KANDIDAAT VOOR PVDA-VOORZITTERSCHAP: Fonteinen van Versailles mogen soms weer spuiten r r 99 1 ifeil ns( NA REGENBUIEN VAN DEZE ZOMER I H -- 3 Mode Ritselratsel Bevlogen Visie Klap Steen 1 i7 r 5 Elegant )41 Wonderwerk 3 2 z 4 t (Door Tony van der Meulen) GRONINGEN. Tussen de middag heeft hij wat op een ter rasje zitten lezen. Over econo mie. Met uitzicht op de binnen stad met zijn nieuwe markten, zijn nieuwe woningen waar een paar jaar geleden nog kantoren zouden zijn gebouwd, zijn voet gangersgebieden en zijn ge meentelijke fietsenrekken. Max van den Berg (32) moet zich op zo’n terrasstoeltje voelen als ie mand die voldaan zijn vers ge verfde kamer bekijkt: in de acht jaar van zijn wethouderschap heeft Groningen een goede beurt gekregen. I* daarmee wordt gespeeld en Het water voor Versailles kwam niet (Van onze redacteur in Frankrjk, Rudolph Bakker) PARIJS. Het heeft deze zomer zo hard en onafgebroken geregend dat het kostelijke leidingwater de laatste ja- ren voornamelijk aangewend voor men selijke consumptie weer eens een paar zondagen in augustus metershoog mocht opspuiten uit de waterwerken van Ver sailles. Na de droge zomer van het twee jaar geleden en hoe lang geleden lijkt dat al zag het er even naar uit of het lied uit al die gorgelende kelen voorgoed was verstomd. De ecologen en regenten waren het erover eens: water is te be langrijk om het aan fonteinen over te laten. De duizenden monden zwegen. Nu bij zijn vertrek (hij wil len van den Heuvel opvolgen als landelijk voorzitter van de PvdA) kleineert hij die acht jaar niet. „Je hebt op zo’n moment misschien gauw de neiging om te praten over aan zetten van beleid en zo. Dat zou mis plaatst zijn. Ik heb hier veel bereikt. Je kunt zeggen: alles wat wij ons hadden voorgenomen, is gelukt. De binnenstad, de oude wijken, het groenplan. Acht jaar geleden was de bevolking politiek hele maal mat en het stadsbestuur had regen teske trekken. Nu zitten er op het stad huis mensen die niet alleen bij de open haard vertellen hoe het allemaal moet, maar ook wat dóén. En in de stad zal niet zo snel dat machteloze gevoel van acht jaar geleden terugkeren. Het is hier niet meer hetzelfde of je door de kat of de hond wordt gebeten.” Een paar uur later zal hij, zittend in zijn beschutte achtertuin, zeggen: „Ik moet er ook weer niet te mooi over doen. Er is veel gebeurd, maar de woningnood in de stad is nog schandalig groot. Er is nog veel onvrede; een mooie basis dus voor mijn opvolger om verder te vechten De markt, de kraampjes zijn weer terug in de stad. Maar als je dat dan op wereld niveau bekijkt, relativeer je het meteen weer enorm. Als je ziet hoe er met wa pens wordt gesjacherd, geef ik de wereld weinig kans er doorheen te komen”. „Ik heb daar zin in. Ik voel me bij uitstek thuis in het politieke bedrijf, het ligt me en waarom zou je niet iets gaan doen dat je goed kunt en waar je met je hele gewicht tegenaan wilt.” De stad Groningen heeft een links meerderheidscollege sinds in 1972 het CDA en de WD, vanwege Max van den Berg, briesend het stadhuis verlieten. De opwinding was groot in die dagen. Een van de gevallen stadsbestuurders lag ’s nachts nog in zijn bed na te trappelen. Een andere liet weten: „Als ik Max voor de auto krijg, rij ik door”. Het zal hem alleen maar hebben geïnspireerd om de auto in de binnenstad in een nog sneller tempo een halt toe te roepen. zich eerst danig over de uren te informe ren, want met de Fransen weet je het nooit. Maar als het dan allemaal ook echt gebeurt, is het schouwspel eén omweg waard. In de drakenvijver („le bassin du dragon”) alleen al spuit het water 27 meter omhoog en in de Neptunusvijver („le bassin de Neptune”) schieten niet minder dan 63 waterstralen de lucht in, weer neerplenzend in een artistocrati- sche spilzucht die het symbool is van een verloren gegange wereld. Na 1972 is de Groninger gemeentepoli tiek ver buiten de stadsmuren getreden. Het bedrijven van echte en harde politiek in de gemeenteraad en het willen betrek ken van zoveel mogelijk burgers daarin, heet al „Het Groninger Model”. Stede- bouwkundigen en planologen uit verre landen doen de stad aan, Max van den Berg spreekt congressen toe. Maar tege lijkertijd is hij voor zijn tegenstanders het symbool van gemeentedwang en au- tohaat. Van den Berg: „Magisch is het jaar 1972 geweest. Groningen werd een lande lijk voorbeeld met ook allerlei legende achtige trekken: er heeft ook in de publi citeit rond mijn persoon veel overdrij ving en idealisering gezeten, maar al met al hebben we het wel verdiend om een breekijzer te zijn in de Nederlandse ge meentepolitiek.” Je hebt er acht jaar lang ook boven op gezeten. „Van uur tot uur”. Je ging persoonlijk een weg opme ten omdat je bang was dat hij breder werd dan je wilde. „Ja, zo’n gemeente is een groot appa raat. Dat moet je beheersen, je moet mensen enthousiast maken en houden, je moet het vroegtijdig in de gaten hebben als iets misgaat. Steeds ermee bezig. Steeds dat idee over die stad levend houden. En nu merk ik dat mensen die traditioneel nogal tegen links zijn, zoals bijvoorbeeld woningbouwverenigingen, enthousiast met je samenwerken. Nu ik afscheid neem, trakteren ze me ook nog niet op holle gelegenheidsspeeches, ze maken duidelijk dat er werkelijk iets is gebeurd.” I „Laatst hebben we met zes man het lint doorgeknipt bij een serie nieuwe wonin gen van een kleine woningbouwvereni ging. In 1973 hadden ze er al een plan voor klaar. Ik heb dat toen afgekeurd. Het paste niet bij mijn idee van stedelijk wonen, het had ook geen architectuur die ik voorstond. Achteraf zijn ze nu zelf blij dat het zo is gegaan. Als je die woningen nu ziet staan, kun je de akelige vraag „Hoe weet je dat je gelijk hebt gehad” gemakkelijk beantwoorden.” „Die vraag heeft niet met bescheiden heid te maken, maar met de noodzaak om als socialist een andere samenleving „Ik heb zelf middenstanders geholpen om zich te organiseren. Daar kwam nog iets bij: ook al zijij ze tegenstanders van je beleid, je kunt veel beter met groepen te maken hebben dan met losse individu en, die het ook nog een keer met elkaar oneens zijn.” zichtbaar te maken. Laten zien dat het ook anders kan. Geen vaag verhaal over een socialistische Heilstaat, maar concre te plannen waar mensen hun eigen be langen in herkennen. Dan komen ze ook in actie. Want het is een dwingende nood zaak om mensen bij hun stad te betrek ken. Anders blijven het losse individuen. En op losse individuen hebben de krach ten die veranderingen willen voorkomen, veel meer greep dan op groepen die sa men iets willen. Losse individuen voelen zich ook veel machtelozer”. „Ja, ik geef nu wel toe dat het van groot belang is wie er zit, wie een bepaald politiek verhaal invult. Maar ik zal nooit iets over mijn privéleven zeggen dat poli tiek niet van belang is.” Kom je daardoor nogal kil over? In de eerste jaren van je wethouder schap wilde je je eigen persoon er eigen lijk het liefst buiten houden, maar de laatste tijd ben je wat minder terughou dend over je eigen rol in het geheel. „Je kunt hier ook als een vreselijk aardige jongen wat vriendelijk ronddar ren, maar dan is er na acht jaar niks gebeurd en heb je de stad in wezen belazerd. Dan maar liever wat zakelijk en misschien weinig persoonlijk, maar er gebeurt wel veel. Ik denk dat grote lei ders die zo graag op de televisie voor hun haard zitten te praten, dat doen in een laatste poging om zo politiek geliefd te worden. Want zij zijn er kennelijk niet in geslaagd dingen te bereiken die werke lijk belangrijk zijn. Ik ben er trots op dat een renovatiebuurt als het Groningse Oosterpark nu massaal PvdA stemt, ter wijl ze daarvoor nooit naar de stembus gingen.” „Maar het is wel verrekte sneu om te horen dat je kil overkomt. Niet leuk.” Een paar jaar geleden heb je verteld dat het van groot belang was allerlei veranderingen in de stad meteen in steen vast te leggen, zodat het gewoon te duur zou zijn om het nog weer terug te draaien. Is je dat een beetje gelukt? „Je hebt liever dat ze jouw beleid waarderen dan dat ze je een aardige jongen vinden. beter te scheiden, dan met pijn verder te gaan. Dat is humaan, naar beide kanten. Maar zoiets doet je nogal wat; als je voor zoiets blind bent, ben je al heel ver heen.” Toen kwam er een opvolger, name lijk jouw naaste medewerker. Vriendjes politiek, riep de oppositie. Max van den Berg blijft keurig formu leren, maar je merkt dat hij boos wordt. „Die opmerking zou zo beneden de waar digheid van een raadslid moeten zijn. Laat ze dan eens aantonen dat het vriendje de kwaliteiten niet heeft. Dat doen ze niet, ze spelen het op de persoon. Ik vind het politiek ongemeen smerig.” „Dat zat wat anders. Bij de verkoop van dat café heb ik in de raad inderdaad wel een debat vermeden over de ver keerssituatie daar. Het idee dat achter de vraag zit klopt dus wel, de feiten niet helemaal.” Na enige stilte: „Het hoort bij politiek.” Heb je veel tactiek moeten gebrui ken om je ideeën doorgevoerd te krij gen? „Linkse ideeën en dan geen kwaliteit bij het realiseren ervan, is onaanvaard baar. Want als je links denkt, word je door je tegenstanders dubbel getoetst. Want je valt èn de bestaande maatschap pij aan èn je wilt ook nog iets anders. Rechts valt niks aan en wil ook niks anders. Dat is een stuk makkelijker. Als je links denkt, moet je ontzettend oppas sen dat het klopt wat je zegt en heb je een maximum aan strategie nodig om het erdoor te krijgen.” Ik heb gehoord dat je op een gege ven moment in de raad nog geen meer derheid had om te voorkomen dat een bepaalde straat verbreed zou worden. Op de hoek stond een café dat al door de gemeente was aangekocht voor de sloop. Door dat café snel weer aan een cafébaas te verkopen, kon je toen op die manier wegverbreding voorkomen. Je bent er door de WD van be schuldigd dat je probeerde rode ambte naren op bepaalde sleutelposities te krijgen om zo je beleid ook voor de toekomst vast te leggen. De directeur gemeentewerken, is voor je geweken. Toen je acht jaar geleden aan dit wethouderschap begon, dacht je dat je een behoorlijke klap zou overhouden van het besturen. Hoe is het daar nu mee? Het idee was niet nieuw, maar de uit voering op deze schaal wel. Het had 12 eeuwen geduurd voor in West-Europa iemand probeerde de draad weer op te vatten waar de Romeinen hem hadden laten liggen. Toch bereikte deze Renais sance de top van de Romeinse water bouwkunde niet. Wat niet weg nam dat het samenstel van aquaducten, tunnels en metalen geleiders waarin het water onder hoge druk werd voortgestuwd in die dagen zijn weerga niet had. Dat wordt zeker nog een hele klus om partijvoorzitter te worden, een heel gedoe en getelefoneer. Max van den Berg reageert weer zeer rustig. „O, zo van ritselratselrits. Per soonlijk doe ik dat wat anders. De afde ling stelt mij kandidaat, ik zal mijn ver haal zo goed mogelijk overbrengen en dan is de partij volwassen genoeg om te kiezen.” Maar je hebt er erg veel zin in en dan ga je toch ook zelf aan de slag. „Ja, op 1 januari begin ik met mijn campagne. Ik word op een kaart gezet waarmee wordt gespeeld. Daar zit het risico in dat je verliest. Het enige dat ik inschat, is dat het een reële kaart is. Maar het is niet een fluitje van een cent.” Als jij nu partijvoorzitter wordt, zullen we dat aan de PvdA kunnen mer ken? „Het belangrijkste dat de laatste tien jaar in de PvdA gebeurd is, is dat de jongeren in de partij zijn opgenomen en Ik heb je verdere carrière vast maar even uitgestippeld. Je wordt eerst gedu rende lange tijd voorzitter van de PvdA, daarna is Den Uyl al weer wat jaren ouder en ga je proberen binnen de partij de rol te spelen die hij momenteel heeft. Vind je dat de WD en de PvdA eens aan de praat moeten raken? „Dat zul je mij niet horen zeggen. Wat de WD wil, staat haaks op wat wij willen.” Terwijl we in zijn achtertuin zitten, komt de bewoner van het aangrenzende huis, die al een hele tijd ritmisch heeft staan bewegen op de pianomuziek van Schubert, ons een trosje druiven bren gen. „Zo moet het nou”, zegt Max van den Berg. Maar meteen zie je hem twijfelen of het beeld niet te mooi is. Bijna twee en een half miljoen toeris ten per jaar slenteren door dé zalen en tuinen van het kasteel van Lodewijk XIV, het symbool van een regime dat de Franse revolutie dichterbij heeft ge bracht dan wat ook. De meeste bezoekers zien de fonteinen stommetje spelen bo ven een bemoste waterspiegel die duide lijk zijn ooit bedoelde niveau niet haalt. Engelen, saters en druiventrossen, blote godinnen, renwagens en draken hangen met hun voeten, hoeven en wielen in de lucht, het steen schilferend in de wind. Wie de fonteinen wil zien spuiten dient Max van den Berg: „Ik hou dat hele conflict nog steeds op een politieke ont maskering. Een kenmerk van rechtse po litiek is, dat ze het hele politieke debat willen ontlopen door als een soort ama- teur-psychologen je persoon te gaan ont leden. Maar de inzet was niet mijn baard, het ging erom dat ik een andere stad wilde dan zij.” Ze vonden je ook niet zo gezellig. „Nee, ik heb een einde gemaakt aan de knusheid waarbij alles onder het tafel kleed verdween.” „Interéssant. Algemeen gezegd, wil ik graag een wezenlijke rol in die partij spelen. De rest is koffiedik kijken. Het zou ook aanmatigend zijn daar nu al allerlei dingen over te zeggen. „De rol die Den Uyl nu speelt, is een hele grote. Ik zou op bepaalde punten anders zijn. Dat is niet zozeer een kwestie van leeftijd of ervaring, maar ook vooral van politieke houding. Ik zeg niet: die man is zo goed, daar kan ik niet aan tippen. Maar je bepaalt niet alleen zelf wat je wordt, het gaat er ook om hoeveel macht en waardering anderen je toeken nen.” Maar ook als al dit koninklijke water zwijgt zijn er in de buurt van Versailles plaatsen genoeg waar te zien is hoe de zonnekoning kosten noch mensen spaar de om te maken dat het koele nat dag in dag uit op de meest elengante wijze zijn tuinen besproeide, Het hoogtepunt van zijn waterbouwkunst is te vinden in Mar- ly-le-Roi waar een 643 meter lang aqua duct herinnert aan de zogenaamde „ma chine de Marly” die het water uit de Seine 155 meter omhoog pompte. Een maal in de voorste van de twee torens aangekomen, die de 36 bogen van dit aquaduct opent, werd het door een ko ninklijke waterwachter in het enorme bovenaardse kanaal toegelaten en via „Ik zou dat nu niet meer zo zeggen, ik werk nu veel meer ontspannen. Alles waar je in zo’n stad mee bezig bent, is ook meer een is ons bijvoorbeeld wel gelukt om een aantal panden die al zouden worden af gebroken, omdat er een brede weg moést komen, opnieuw te verkopen met ver plichting tot herstel. Wie dat wil terug draaien, mag even oefenen”. uit de lucht vallen. Er waren vijf fasen van probeersels en mislukkingen voor nodig voordat Lodewijk het water pre cies daar had waar hij het wilde. Het begon in 1663 (Lodewijk XIV beklom in 1643 de troon) met de Clagny-vijver „L’Etang de Clagny”) die te vinden was op de plaats waar nu de noordelijke vleugels van het paleis van Versailles staan. Paarden liepen in riemen gebon den water uit putten omhoog te trekken, windmolens draaiden als het woei. In 1668 viel des konings oog op de schilde rachtige rivier de Bièvre. Vier windmo lens verrezen en deden er wat ze konden. In 1675 ging de gunst van de vorst uit naar de meren van Trappes en Bois d'Aroy op het ogenblik zogenaamde recreatiecentra). In 1680 was het meer van Saclay aan de beurt, allemaal ten zuiden en zuidwesten van het kastelen complex. In de vallei van de Buc is nog een tweede aquaduct zichtbaar, 580 me ter lang. Helemaal kloppen deed het niet. Door de Ville en Sualem berekend op een waterverplaatsing van 6000 kubieke me ter per dag, bereikte hun wonderwerk In 1678 begonnen de Luikenaars Ar nold de Ville en Rennequin Sualem aan het wereldwonder van Marly. In de Seine kwam een stuw, met veertien houten schoepenraderen ieder van 12 meter middellijn. Vierenzestig pompen werk ten het water een eerste 49 meter om hoog, daar stonden nog eens 79 pompen die voor de volgende 52 meter zorgden en ten slotte 78 pompen voor de laatste 54 meter, naar het topje van de voorste toren van het aquaduct. Je hele optreden had iets breeds en visionairs. Als je een bepaald plan be kendmaakte, zei je erbij dat het je belangrijkste werkstuk was van dat jaar, die beperking, en dat het plan niet alleen uitermate geschikt was voor Gro ningen, maar dat vele steden er gebruik van zouden kunnen maken. Geen losbol. Hij formuleert zoals hij loopt: ingehouden. We hebben vele uren zitten praten. Zeer praktische passages werden afgewisseld met momenten waarop de „jongste wethouder van Ne derland” in grote bevlogenheid zijn stoel ontsteeg en vervaagde in de tere rook van zijn kleine sigaartje. Hij theoreti seert graag en met inzet, maar verzilvert zijn gedachten daarna weer snel. Tot het laatste uur van zijn „bewind” is hij hard in de weer om nog bijtijds aller lei zaken door de gemeenteraad te krij gen. En met grote regelmaat heit hij eerste palen, steekt hij eerste spades in de grond of rijdt hij de eerste kruiwagen puin uit een op te knappen woning. De oogst van acht jaar wordt met een zekere gretigheid binnengehaald en bij al die evenementen zegt hij steeds iets dat niet alleen maar op Groningen slaat, maar ook landelijk, en op zeer geïnspireerde dagen zelfs internationaal toepasbaar is. De strijd om het belangrijke voorzitter schap van de PvdA is in feite al begon nen. red.) heeft bij mijn afscheid gezegd dat ik volgens hem nu niet méér blinde vlekken heb dan toen ik startte. En het kenmer kende van bedrijfsblindheid is dat dege ne die het heeft niet de meest aangewe zen persoon is om dat te zien. „Ik dacht dat die acht jaar nogal gun stig zijn verlopen. Ik heb gewonnen, of zeg maar volgehouden, omdat ik als voorzitter van het gewest van de PvdA nogal wat ervaring met conflictsituaties had. Ik heb daar geleerd hoe dingen werken, hoe een kleine groep anderen kan inpakken, hoe men door de onmacht om politieke problemen politiek te for muleren tot de persoonlijke aanval over gaat, al dat soort dingen. „Maar ik ben acht jaar lang èn privé èn in het openbaar met die dingen bezig levend iets geworden. Maar het geweest die ik het leukst vond. D’r wordt vaak heel wat afgeklaagd over dit soort zware banen, maar er staan ook heel wat voorrechten tegenover.” •x’x Max van den Berg wekt niet de indruk dat we nu bij zijn meest geliefde onder werp zijn aangeland. „Die kwestie heb ik politiek en persoonlijk als goed ervaren. Aan de ene kant heb je een zeer hoge ambtenaar die zelf het gevoel heeft dat het niet goed gaat. Aan de andere kant een gemeentebestuur dat verder moet op de ingeslagen weg. In zo’n situatie is het dat zaken als wapenhandel, grondstof fen, energie, duidelijke onderwerpen van de partij zijn geworden. Doe je dat niet, dan sta je met je gezicht naar het verle den en dat is weinig progressief. Op de middellange termijn sta ik achter het idee van een progressieve meerderheid in dit land. We moeten niet wat meer naar het midden schuiven om zo CDA- kiezers te lokken, want dan verliezen we onszelf.” een tweede toren onder de vereiste druk via een buizenstelsel gedistribueerd: voor 80 procent naar de waterwerken van Marly, de rest naar Versailles. Het kasteel van Marly (en zijn 12 satel- liet-kasteeltjes voor de meest oppassende hovelingen) bestaat al sinds het begin van de vorige eeuw niet meer en het marmer van de trappen waarlangs het water glinsterend afdaalde is opgebruikt bij de bouw van de Parijse Saint Sulpice. Maar het aquaduct staat er nog, schijn baar onaangetast, al tweehonderd jaar lang. Een van zijn norse torens doemt op langs de weg van Versailles naar Saint- Germain tegenover het koninklijke hek („grille royale”) waar Lodewijk moe van Versailles met zijn gevolg in hotsi- ge karren over het plaveisel zo groot als kinderhoofden naar omlaag denderde om uit te rusten te midden van de mist en de schimmel in zijn reusachtige bos. „Gietema (fractievoorzitter van de PvdA in de Groningse gemeenteraad - niet meer dan de helft. En het lawaai van al die klepperende, zuchtende en gieren de raderen en pompen was tot ver in de omtrek te horen. Toen madame du Barry na de dood van haar minnaar Lodewijk XV naar Louveciennes verbannen werd, kon ze er van het geklepper en geratel nauwelijks slapen. Want haar paleis en over de Seinevallei uitkijkende paviljoen stonden pal boven het pompgebouw. (Ze staan er nog, maar het water voor de fonteinen komt nu geruisloos uit de lei ding.) Omdat het water van de Seine voorna melijk voor de tuinen van Marly werd aangewend, zocht Lodewijk naar nieuwe bronnen voor de tuinen van Versailles. Hij vond ze in de rivier de Eure die werd onderworpen aan enorme omleggingso- peraties. De Eure liep (loopt) daarbij niet meteen naast de deur, als men bedenkt dat ze onder andere de fundamenten van een stad als Chartres omspoelt. Het werk begint in 1685, drie jaar later breekt de negenjarige oorlog uit die eindigt met de voor de koning zo rampzalige vrede van Rijswijk. De 30.000 soldaten die aan het Eure-project werkten, moesten de oorlog in. Na Rijswijk had de koning geen geld meer. Wie de fonteinen deze maand wil zien spuiten is goedkoper uit. De entree bedraagt vijf francs. „Ifc word op een kaart gezet

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 15