Ji Tony IV De biecht van een mens en de stem van een acteur Jacob Schol zit het zilt in het bloed el RW1 IB I I I o j - w mZSmLjL V M5JL JL. w? C/XJL ük’Vr Vc^kXJL Jrk* door Ko van Leeuwen WERF T KROMHOUT TOONT ZIJN AQUARELLEN VAN ZEILSCHEPEN Commerciële feeling door Cees Straus BW I pastoor Bonhomme in Dagboek van een Herdershond en Nicolaas z v 1 ng óf ktische met eel indig Bonte, dat barok restant, wordt gespeeld door Ko van Dijk. Een barok restant, een vorstelijk fenomeen, kwalificaties die zonder overdrijving h'et talent van deze op 6 mei van dit jaar overleden toneelspeler kunnen omkaderen. Een talent dat via goede regisseurs zo dikwijls creatief was en tot de mooiste acteerprestaties kon komen. k. ^an 7'. 4 j „Ik zal gaan en mijn hoofd buigen voor een vorstelijk fenomeen, een man vol edele fouten, want Bonte is een van de laatsten, een barok restant van een tijd die wegvloeit en nimmer terugkomt. Van sommige mensen maakt God al tijdens hun leven een monument, dat aan zichzelf genoeg heeft.” Dit zijn woorden die gezegd worden door ■Pr In het verhaal van het leven van (met Teddy Schaank en Linda van Dijk) In vrouwen zijn zo erg. Ko van Dijk als Nicolaas Bonte, Inzetje Tony van Verre I Als Nicolaas Bonte samen met Jo de Meyere 3 ■f tg en i 3. tbieem i uw ons Natuurlijk, bij het lezen hoor je op nieuw de stem van de acteur Van Dijk, met die nadrukkelijke intona tie. De tekst is daarbij behulpzaam doordat veel woorden die bij het uitspreken speciaal werden beklem toond nu cursief zijn gedrukt. Misschien.is dat wel een heel gro te fout in mijn leven geweest. Ik weet het namelijk niet, want ik heb dat nooit gewild! Misschien is het ook wel mijn fout geweest ook mede door het feit dat ik dertig jaar ouder was met Pia.Misschien is dat wel zo. Ik zeg nogmaals uitdruk kelijk, ik heb dat nooit in d’r eeuwig heid gewild. Ik heb altijd gewild dat degene die met mij was, gelukkig was en daar ben ik misschien intens „Er is verzet soms, natuurlijk. En dat is ook heel goed, want dan kun je gaan praten en moet je proberen op een normale menselijke manier te dwingen dat ze toch proberen een kant te raken die ze niet direct bij zichzelf voelen, maar die intens ur gent kan zijn voor het karakter op het toneel.” Onmiddellijk daarop zegt hij: „Misschien heb ik dit ook wel onbe wust, ik zeg nadrukkelijk onbewust, inmijn leven gedaan. Met vrouwen. in te kort geschoten, misschien wel. Op een gretige, inderdaad barok ke *wijze pakt Ko van Dijk uit over vrouwen: „Ja, natuurlijk waren er altijd moeilijkheden met vrouwen; ik was ontzaglijk snel verliefd en gaf mij daar direct aan over en ja, dat Mijn vader zag niet zo veel in de stoom schepen die toen al het zeilschip in ons land volledig hadden verdreven. Er voer onder Hollandse vlag geen enkel zeil schip meer, het was een hachelijk en niet- economisch bezit geworden. Wel had je Noren, Finnen en Duitsers die het zeil schip nog in de markt hielden en toen ik op een dag een prachtige Noorse bark hier in Amsterdam in de haven zag lig gen, ben ik op de kapitein afgestapt en heb hem gezegd dat ik zijn schip erg mooi vond en er graag op wilde varen. Ik heb toen op die boot gemonsterd, maar in feite was ik daarmee van huis weggelo pen, want toestemming had ik nog hele maal niet”. De „Ville de Dieppe” zoals het schip heette, moet een van de eerste zeiltank- schepen zijn geweest. Schol voer twee jaar als lichtmatroos op dit schip, waar mee hij petroleum van de Verenigde Sta ken, een leven zonder vrouwen, dat is geen leven, dat is.dat is niéts. Je kan wel zeggen, je had je vak, na tuurlijk en ongeveer tot mijn vijftig ste is dat vak primair geweest, maar vrouwen, de vrouw überhaupt is een van de heerlijkste sensaties die ik ooit kon meemaken. Ik aanbid vrou wen en niet alleen uit lust of begeer te, integendeel nou ja integen deel, kijk.vrouwen zijn onmis baar! Leven zonder naar vrouwen te mogen kijken, zonder met ze te pra ten. Ik zeg dus niet dat ik alles van vrouwen het einde vind, nee natuur lijk niet.Vrouwen zijn zó vreselijk erg, zo verschrikkelijk erg, ze zijn het mooiste, het heerlijkste, het be- geerlijkste in het leven, maar ze zijn zo vreselijk erg ze zijn mij ver de baas. Er wordt op het moment ge praat over „de vrouw wil zich vrij maken” en duizenden vrouwen beel den zich in dat ze lesbisch zijn om dat ze niet tevreden zijn. Een won derbaarlijke tijd, die we doormaken wat de vrouw aangaat.het is alle maal zo verwarrend.Maar ook ontzaggelijk opwindend! Vrouwen zijn opwindend. Vrouwen zien in hun ogen, vrouwenmonden, vrou wen die praten, welke onzin ze zo nu en dan ook zeggen. Wij mannen, zeggen, geloof ik, veel grotere onzin, dus.Het gaat er niet om of „de vrouw beneden de man” integen deel, de vrouw staat ver bóven de man. (En daardoor zijn ze de gevaar lijkste die er zijn). Mannen denken van: God, die vrouwen maken zich vrij. Integendeel, die vrouwen ma ken zich niet vrij, de vrouw pakt de man deze laatste dertig jaar beet, om hem nog dieper tot haar slaaf te maken! Dat is er eigenlijk op het moment aan de hand.” Dan volgt een markante monoloog die zijn visie op de vrouw zonder enige terughoudendheid weergeeft: waren moeilijke toestanden, intens moeilijke toestanden, hè, nu denk ik er anders over, maar toen waren dat vreselijke problemen. Dan denk ik, oh god, als ze nog maar van me houden, want ik heb zelfs tijden gehad dat ik dacht, ze zullen me niet meer kennen, ze hebben me drie weken niet gezien, ze zullen me niet meer kennen. Die kinderen ken nen je natuurlijk, en ze vinden het gewoon leuk. Zeg Kootje, zei Peter- „Ik ben óp van de zenuwen als ik zaterdag of zondagochtend de kin deren ga halen. Op van de zenuwen. De zoontjes Peter-Jan en Kees, geboren uit Van Dijk’s laatste en ook weer mislukte huwelijk hebben een emotievolle plaats in het hart van Ko van Dijk ingenomen: ten naar Frankrijk bracht. In 1917 be sloot hij met deze paar jaar praktijk toch maar naar de Zeevaartschool te gaan. Na het theoretische gedeelte kwam hij als derde stuurman terecht bij Vinke en Co, de maatschappij die hij altijd trouw is gebleven. Schols eerste schip bij deze rederij werd het stoomschip Britsum, net als alle Vinke-schepen eindigend op de uitgang -um. Zijn carrière kreeg nu een bliksemsnel verloop. Met één a twee rei zen werd hij tweede stuurman en 24 jaar oud kreeg hij zijn eerste rang. Toen was het afgelopen met het toenmalige, snelle promotiebeleid. De klad kwam in de eco nomie, de handel lag op z’n rug en sche pen werden opgelegd. het hem er veel meer om gaat de hoeda nigheden van het bewuste schip zo hel der en duidelijk mogelijk uit te beelden. In die zin heeft Jacob Schol veel overeen komsten met Gerrit Groenewegen, een scheepstimmerman uit Rotterdam die al vroeg een baan aan de wal moest zoeken toen een van zijn benen na een ongeluk moest wórden geamputeerd. Groenewe gen kon de zee niet missen en begon alle scheepstypen van zijn tijd vast te leggen. Hij bracht ze onder in verschillende se ries die in etsvorm en als boekwerkjes werden uitgegeven. Zodoende kunnen we nu nog veel feiten weten van het zeilschip zoals dat in Groenewegens tijd bestond, te weten het einde van de 18e eeuw en het begin van de vorige eeuw. Jacob Schol heeft in zijn jeugd nog net het staartje van de geschiedenis van de Het is de grote verdienste van To ny van Verre dat hij Ko van Dijk in alle rust aan het woord laat. Bij de interviews werd destijds de af spraak gemaakt dat de integrale tekst in boekvorm zou verschijnen. Als posthume hommage aan de ex traverte, uitbundige toneelspeler is dat nu gebeurd. In het boek zijn (De expositie „Jacob Schol schepen schilder” is op werkdagen geopend van 10-16 uur en op de zondagen van 13-16 uur. Men kan er tot en met 30 september terecht). Jacob Schol, op 9 november 1897 in Den Helder geboren, zit het varen in het bloed. Zelf zegt hij daarover, terwijl we zitten op een brede bar^k die uit het schip Almeri is gesloopt en nu dienst doet in het restaurantje van de werf: „Mijn hele familie heeft altijd gevaren. Al in de 17e eeuw is er sprake geweest van een loods Schol, maar er zijn ook stuurlieden en vissers in de familie geweest. Mijn groot vader zowel als mijn vader waren loods- schipper. En u weet misschien, een kind van een varende vader wordt door zijn grootvader opgevoed. Zo ging dat al thans met mij in Nieuwediep. Door grootvader kwam ik in contact met zee mansverhalen die zich natuurlijk alle maal op zeilschepen afspeelden. Later zijn we verhuisd naar Amsterdam en waarom zou je het doen, je kookt goed, ik kan boodschappen voor je doen, dus.Ik zei, maar schat, dat gebeurt ook nooit. Nou, dan is het goed. En daar gingen we weer hap pen.” Ko van Dijk, zoals hij dat zelf ver telt, zit diepe ontroering. Dat reali seer je je pas goed bij het lézen van de tekst. Die tekst is nu integraal ook wat niet voor de radio werd gezegd afgedrukt in hét boek „To ny van Verre ontmoette. Ko van Dijk”, dat deze week verscheen bij De Gooise Uitgeverij in Bussum. persoonlijke herinneringen opgeno men van mensen waarmee Van Dijk nauw heeft samengwerkt, zoals Ank van der Moer, Paul Steenbergen, Willy van Hemert, Joop van den Ende. Het gaat vergezeld van een langspeelplaat waarop de acteur in fragmenten van de interviews te ho ren is. Op de andere kant staan gedeelten uit rollen die hij speelde, zoals uit Cyrano de Bergerac, Mooi weer vandaag, Schakels en De dood van een handelsreiziger. Boek en plaat kosten samen 34,90 en vor men een prachtige herinnering aan de man die in elke rol opnieuw zo zeldzaam vibreerde. Het boek toont aan wat iedereen zo langzamerhand wel wist: Ko van Dijk was een moeilijk mens. Maar hij was dat niet het minst vóór zich zelf. Naast zijn toneeltalent moet hij een uitgesproken aanleg hebben ge had om zichzelf privé in moei lijkheden te brengen. In de gesprek ken met Van Verre was hij daar bijzonder openhartig over. Daarin blijkt hoezeer de mens en de acteur in elkaar verstrengeld waren. Naar aanleiding van het regisseren zegt Ko van Dijk bijvoorbeeld: Voorzichtig schat je zijn leeftijd op achter in de zestig, maar aan de hand van gegevens die je ontleent aan het beeldende kunstenaarslexicon van Pie ter Scheen kom je te weten dat Jacob Schol al ruim vijftien jaar van zijn AOW geniet. Schepenschilder staat er op de catalogus die een tentoonstelling van zijn aquarellen in de bovenzaal van de werf ’t Kromhout op de Hoogte Kadijk in Amsterdam. Schepenschilder, het vormt de bekroning van een carrière die alleszins het karakter heeft van een ou derwetse successtory. Want Jacob Schol heeft een loopbaan achter de rug van lichtmatroos tot directeur van een scheepvaartmaatschappij. Vijfenzestig jaar oud kon hij geen afscheid nemen van de zeevaartwereld en Jacob Schol nam weer een oude liefde ter hand. Hij begon oude zeilschepen, soms uit de her innering, soms van afbeeldingen te schilderen om ze aldus voor het nage slacht te bewaren. Minder uit een hang naar nostalgie, maar omdat het eerlijke in de zeilvaart, het echte vakmanschap dat de bemanning aan boord van een zeilschip nu eenmaal nodig had, zijn sympathie heeft. Zo’n regisseur vind ik ook inter viewer Tony van Verre. Hij heeft het in zijn gesprekken met Ko van Dijk bereikt, ook de mens te laten klin ken en op die momenten wordt het acteerharnas transparant. Velen hebben de radio-serie „Tony van Verre ontmoette Ko van Dijk” gretig beluisterd. Niet alleen dat magische stemgeluid van de acteur Van Dijk maakt zijn ontboezemingen zo onge meen boeiend; de lange monoloog heeft veel weg van de biecht van een mens die meedogenloos wordt ge confronteerd met de fouten die hij in zijn leven maakte. „Ik heb van mijn prilste tijd vrou wen zo ontzettend heerlijk gevon den, ik vind vrouwen zulke bijzon dere, heerlijke wezens, ik ontkwam er niet aan, ik was licht ontvlam baar, en mooi of niet mooi, daar gaat het niet in de eerste plaats om, vrou wen waren zo lokkend, mijn hele leven lang. Ik moet er niet aan den- Jacob Schol begon als derde stuurman op het Nederlandse stoomschip Britsum dat in 1897 op een Engelse werf was gebouwd. Het mat 3500 ton en was bijna twintig jaar lang eigen dom van Vinke en Co uit Amsterdam. Ik zou het nooit doen. Ik zeg, wat bedoel je? Nou ja, iik zou het nóóit dóén. Aha, zei ik, jij bedoelt eh. een andere vrouw in huis halen. Ja, Jan, zég Kootje, luister eens.we zaten met z’n drieën te eten, ik woon de nog op Rijswijk, zoiets van zes jaar was ’ie. We drinken allemaal een glaasje wijn aan tafel, ik had wederom gekookt en ’t is heel won derlijk, de kinderen vreten dat als pap, en roepen dan nog, lekkerrr! lekkerr! Zeg Kootje, ik vind dat jij iedere keer béter gaat koken. Ja, ik vind het zelf ook wel te eten. Ja, daaróm, zei Peter-Jan, daaróm hè. Volgens de schilder moet dit fregat de Neder land zijn, die in 1894 in Amsterdam werd gebouwd en 1955 registerton mat. De boot op de voorgrond is de Britse schoener Undine die de Nederland de Theems opsleept. -■? -k Pas in 1933 werd Jacob Schol, toch pas 36 jaar oud, benoemd tot gezagvoerder. Hij bleef zes jaar in die funktie varen. Een jaar voor de Tweede Wereldoorlog zou uitbreken en de dreiging van het onheil ook op zee al voelbaar was, kwam het aanbod van de maatschappij af om een baan op het kantoor in Amsterdam te nemen. Men zocht iemand voor de bevrachting eh uit traditie moest dat een zeeman zijn met commerciële feeling. Na de Tweede Wereldoorlog is Jacob Schol nooit meer gaan varen. Zijn loop baan mondde uit in de benoeming van directeur van de maatschappij, maar het heimwee naar het zeilschip bleef knagen. Toen hij gepensioneerd werd, toog Jacob Schol weer naar een schilder om lessen te nemen. Was het in zijn jeugd ooit Jac. Koeman geweest die Hem de eerste be ginselen had bijgebracht, na 1962 werd het Jan Peeters die hem vooral het aqua relleren leerde. „Ik kom nog uit de oude school. Ik maak geen gebruik van witte verf, ik vind dat het wit van het papier het moet doen”, zegt de oud-gezagvoer- der die deels in naturalistische, deels in impressionistische trant werkt. Stijlen doen hem overigens niet zo veel, wie zijn werk beschouwt ziet dadelijk dat zeilvaart meegenomen. Zeilschepen zijn nu relikwieën die alleen bij bijzondere feesten als „Amsterdam 700” komen op draven. De oud-kapitein en oud-reder ziet er geen museumstukken in. Zijn driemast-schoeners, zijn barken en fre gatten varen onder vol tuig of lig gen te wachten op de rede. Een enkel schip wordt gelost of staat op de helling, maar hét liefst wil Jacob Schol „zijn” zeilschepen in de vaart houden. Hij on derstreept daarmee in wezen het karak ter van de omgeving waarin hij expo seert. De werf ’t Kromhout is immers een levend en uiterst vitaal museum met een steeds groeiende collectie van de meest uiteenlopende nautica, maar is daar naast ook voorzien van een werkplaats waar praktisch elk antiek schip kan wor den gerestaureerd. daar zag ik voor het eerst de schepen van Vinke en Co die op de houtvaart zaten. Mijn voorkeur ging heel sterk naar die schepen uit. Dat kwam omdat ik vond dat ze er zo netjes uitzagen. In 1914 kwam ik van de HBS af, dat werd toch niets met mij daar en ik wilde veel liever naar zee. Door een relatie van vader kon ik mid scheeps (bij de officieren dus, red.) ko men. Dat was al heel wat, want zonder die voorspraak zou ik altijd lichtmatroos zijn gebleven. Ik kwam immers „van de kouwe grond” en ik wilde het liefst stuur mansleerling worden. In die tijd waren de toelatingseisen nog niet zo heel streng en als je zoals ik geen diploma had kon er best nog wat geregeld worden. C

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 29