Internationale
Loes van Goor terug met kwaliteit
a
sculptuur in
het Stedelijk
streekgenoten
exposeren
Specifiek stemgebruik
charme Robert Palmer
Galway en Robles in
samenspel virtuoos
Ingenieuze komedie voi flitsend taalgebruik
Haagse Comedie: Parodie met
raffinement van Stoppard
Blij levensoptimisme in illustraties van Hermien Ijzerman
Kousbroek pakt
hand lezer en
zegt: toe maar”
r
Mozarts fluit-harpconcert in Amsterdam
Glorieus en swingend debuut in Rotterdam
Aquarellen
Keramiek
Ti
9
KUNST
MAANDAG
1 8
SEPTEMBER
19 7 8
P, C. Hooftprijs uitgereikt
J
f
DEN HAAG. De Internationale klinkt vreugdevol op en achter de
rug van een martiale Lenin verschijnen drie vlammend rode vaandels
van kamerbreed formaat. Een scène uit Parodie (Travestie) van de
Engelse toneelschrijver Tom Stoppard. De plaats van handeling is het
toneel van de Koninklijke Schouwburg en de Haagse Comedie speelt
het stuk onder regie van Jo Dua. Het gaat om een vertekenende
komedie, door Stoppard met gebruikmaking van tal van ingrediënten
ingenieus bijeengeschreven. Lenin is slechts een van die ingrediënten,
door Stoppard in de schaduw van de werkelijke historie gebruikt.
Vandaar dat het allemaal kan in Den Haag, met die vlaggen en die
Internationale.
MUIDEN. „U bent een
stekelig schrijver soms. Maar
ook een schrijver die de lezer
zo niet met de moderne we
reld vertrouwd weet te ma
ken, dan toch zijn vertrouwen
in die wereld weet te vergro
ten. U pakt de hand van de
lezer en zegt, toe maar, raak
maar aan, het is aaibaar, die
wetenschap en techniek, het
hoort bij jouw wereld. Schrik
niet van machines, je bent er
zelf een en daar ben je niet
minder om. Als je je appara
tuur, je hersens, maar ge
bruikt”.
HAARLEM. Loes van Goor is een Haar
lemse grafica wier ontwikkelingen je ei
genlijk op de voet zou moeten volgen. Haar
werk vernieuwt zich regelmatig, maar het
is geen vernieuwing om der wille van het
nieuwe. Ze zoekt steeds naar andere uit
drukkingsvormen, naar een verbetering
van haar expressiviteit, maar toch zie je
steeds dezelfde hoge kwaliteit terugkomen.
Wat er op kan wijzen dat Loes van Goor
gezegend is met een groot kritisch vermo
gen.
J.
8
I
JOHAN VAN KEMPEN
5,00
teerd
he
KO VAN LEEUWEN
JOHN OOMKES
^en
f in
n
P
s
In het keldertje van de SBK
CEES STRAUS
a,
ndsen
11,50;
480.00
9,50
2.00
420,00
176,00
130,00
350,00
In deze groepstentoonstelling hebben de
kunstenaars ruimte voor maar enkele wer
ken. Hierdoor kan men geen echte indruk
AMSTERDAM. Werk van 22 beeld
houwers uit Europa en Noord-Amerika
vult een groot deel van het pas verbouw
de Stedelijk Museum in Amsterdam. On
der de titel „Door beeldhouwers gemaakt
meetbaar sculptures” wordt hier tot en
met 5 november een overzicht gegeven
van tien jaar internationale sculptuur.
Drie stromingen zijn herkenbaar: de zoge
naamde minimal art, de excentric kunst
en de meer op de architectuur gerichte
vorm.
Elf van de 22 kunstenaars zijn in Neder
land nog niet eerder tentoongesteld, te
weten Andre, Shapiro, Hesse, Winsor,
Tuttle, Benglis, Hunt, Penone, Aycock, Si
monds en Matta-Clark, die kort geleden is
gestorven. De anderen, Beuys, Van Elk,
Flanagan, Gilbert en George, Eva Hesse,
Long, Nauman, Rogge, Rueckriem, Serra
en Visser hadden eerder eenmanstentoon-
stellingen in het Stedelijk Museum van
Amsterdam, het Van Abbe Museum in
Eindhoven en het Kröller-Muller Museum
in Otterlo. Ook in „Sonsbeek buiten de
perken” in 1971 hebben zij geëxposeerd.
Alice Aycock uit New York heeft in het
Amsterdamse museum een houten con
structie gebouwd, dat aan een stadsdeel of
een observatorium doet denken. Haar
stadgenoot Charles Simonds heeft ook ter
plaatse gewerkt: hij bouwde een kleiberg
met miniatuur-bouwsels voor een door
hem verzonnen niet bestaande mensen
soort: little people.
Dit zei minister Til Gardeniers van
cultuur, recreatie en maatschappelijk
werk vandaag in het Muiderslot tegen
de auteur Rudy Kousbroek, aan wie
zij de P. C. Hooftprijs voor beschou
wend proza (Staatsprijs voor Letter-
kunde-1975) uitreikte. „Ik wens u er
veel geluk mee. Ik hoop niet dat het
gewicht ervan afbreuk zal doen aan
uw lichtvoetige ernst”.
Zij prees de stijl, zinnigheid en hel
derheid van Kousbroeks essays: „Lo
gisch opgebouwd, strak en toch
speels”. Zij signaleerde zijn afkeer
van magische dubbele bodems. „U
goochelt met de taal, maar laat tevens
de truc zien en het publiek is beto
verd”.
Essays in onze literatuur zijn altijd
nogal zware beschouwingen geweest,
die uiterst ernstig moesten worden
benaderd. „De dominee is lang domi
nant geweest”, aldus mevrouw Gar
deniers, die erop wees dat zelfs Ter
Braak eens over zichzelf heeft opge
merkt dat hij nog altijd naar de domi
nee rook. De nieuwe essayistiek, die
in de jaren zestig opkwam, is veel
lichtvoetiger van aard en Kousbroek
is een belangrijke representant van
die vernieuwing.
Kousbroek wijst veel poëzie af om
dat zij onscherp, irrationeel en over
gevoelig zou zijn. Eén van zijn ernstig
ste bezwaren tegen die vorm van poë
zie, die de moderne wereld probeert te'
begrijpen met bezweringsformules en
onlogisch denken, is dat ze de werke
lijkheid niet dichterbij haalt. Minister
Gardeniers: „U vindt dat de methode
van de hedendaagse magiërs verwer
pelijk is en dat je te werk moet gaan
met logica en verstand”.
De bewindsvrouw wees daarbij op
Kousbroeks fulmineren tegen de mo
derne, gestroomlijnde auto, die er al
leen is om een mens te vervoeren en al
mooi genoeg is door de doelmatigheid
waarmee hij functioneert. „U bent
een hardhandig en ongenadig criticus
van alles wat verdoezelt”.
Ook in Parodie is dat zo. Het mirakelse
van Stoppards taalgebruik door Gerrit
Kouwenaar met verfijnde, dichterlijke,
scherpzinnigheid vertaald in een Neder
lands dat de sfeer uitmuntend bewaart
zal zich alleen ten volle ontvouwen voor
degene die iets van Lenin weet, James
Joyce gelezen heeft, van de dada-stroming
afweet en die buiten deze kennis ook
Oscar Wilde’s bourgeois-parodie The im
portance of being Earnest (De Ernst van
Ernst) heeft gezien. Niet mis, maar noodza
kelijk om de smaak van Tom Stoppards
litteraire toneelparodie ten volle te kunnen
beoordelen.
Tom Stoppard is een virtuoos schrijver.
Dat heeft hij ook al in eerdere stukken
aangetoond. Hij gaat graag uit van boeien
de coïncidenties, zoals bij zijn vermaarde
Rosencrantz and Guildenstem zijn dood,
waarin hij op intellectuele wijze stoeit met
gegevens die hij aan Hamlet ontleent. Het
volkomen kunnen meebeleven van de litte
raire hoogstandjes van Stoppard stelt be
paalde eisen aan e lezer c.q. toeschouwer.
In de concertzaal versterkt Robert Pal
mer de indruk dat zijn grootste charme in
zijn specifieke stemgebruik schuilt. Vanaf
het eerste moment dat hij als een jonge
manager in een keurig zwart kostuum
gekleed het podium opkomt, is de over
eenkomst met de Amerikaanse zanger Boz
Scaggs opvallend. Beiden zingen op een
geforceerde manier, zuiver technisch be
keken op ongeoorloofde wijze. Zo beperkt
dat in wezen is, zo effectief is de uitwer
king. Juist het „ertegen aan” zingen ver
leent aan de veelal gesyncopeerde en swin
gende klanken de nodige Schwung.
ROTTERDAM. Lang gewacht, nooit
gedacht, steeds gezwegen, toch gekregen.
Die gedacht moet bij menigeen zondag
avond zijn opgekomen, toen Robert Pal
mer in de Rotterdamse Doelen met een
koortsachtig concert aan zijn eerste, kor
te Nederlandse tournee begon. Een jaar of
zes terug vormde deze Brit nog samen met
Elkie Brooks het vocale duo van de cult
band Vinegar Joe, nu zijn beiden als solo-
act doorgebroken naar een breder pu
bliek. Elkie hoopt in januari aanstaande
in Roberts voetsporen te treden en op
haar beurt hier te debuteren.
Op het eerste gezicht is een vijf mans
band wat te mager om Palmers muziek
live te kunnen presenteren. Niets is echter
minder waar. Met hetzelfde gevoel van
effectiviteit dat altijd uit de platenproduk-
ties spreekt, gaat ook hier de meesterhand
te werk. De twee toetsenbespelers (Steve
Robbins en Jack Waldmann), gitarist Ken
ny Mazier, de funky bassist Pierre Brock
en de strak slaande drummer José Galdo
vormen een hecht ingespeeld team, dat
raad weet met Palmers strakke construc
ties.
Het grootste gevaar dat Palmers songs
bedreigt, ligt in de nagestreefde perfectie.
Juist voor een kunstenares als
zij wreekt zich het feit dat er in
Haarlem en omgeving geen enke
le galerie bestaat die een eigen
„stal” heeft zodat de betrokken
kunstenaars met enige regel
maat hun vorderingen kunnen
tonen. Het is weer de Stichting
Beeldende Kunst Kennemerland
aan de Gedempte Oude Gracht
die haar beleid ten aanzien van
de Haarlemse kunstenaars conti
nu en consciëntieus voortzet en
die Loes van Goor middels een
expositie op de bovenverdieping
aan het woord laat.
Tot een werkelijk uitdiepen van de ka
rakters komt het niet; daar is het Stoppard
ook niet om begonnen. Wel heeft de Engel
se schrijver met dit stuk vol flitsend taal
gebruik opnieuw zijn grote improvisatieta-
lent getoond. De Haagse Comedie doet
hem onder Jo Dua recht met een opvoe
ring waarin het spitse raffinement telkens
smakelijk tot uiting komt. De voorstelling
komt ook naar de Haarlemse Stads
schouwburg, waar de Haagse Comedie dit
seizoen voor het eerst weer een deel van
zijn repertoire speelt.
(Tot en met het einde van de
maand, van dinsdag tot en met
vrijdag van 13-17 uur, op zater-
AMSTERDAM. De in korte tijd als
solist zo beroemd geworden voormalige
eerste fluittist van de Berliner Philhar-
moniker, James Galway, nam gisteravond
in een goed bezet Amsterdams Concertge
bouw welverdiende ovaties in ontvangst.
Van radio, televisie of grammofoonplaten
kende men het spel van deze virtuoos
reeds. En nadat Rotterdam, wat Neder
land betreft de primeur had, was nu Am
sterdam aan de beurt om deze in Zwitser
land wonende Ierse musicus live te kun
nen zien optreden.
Zo’n ideale wereld heeft Her
mien Ijzerman altijd voor ogen
gestaan. Er is in haar werk veel
optimisme te vinden en ze zal
altijd voor het goede boven het
kwaad kiezen, ook als de door
haar gekozen sprookjes een min
der goede afloop hebben. Je zou
kunnen spreken van een blij le
vensoptimisme dat, uitgaande
van de realiteit, juist daarop een
antwoord kan geven.
De stijl van Hermien Ijzerman
is sterk naturalistisch. Ze volgt
het gegeven van de sprookjes
heel nauwgezet én heeft niet zo
heel erg grote behoefte om com
mentariërend te werken. Aldus
ontstaat een fraai waarheidsge
trouwe uitbeelding van de Ko-
ning Arthur sagen, de Noorse my
thologie Edda en het Finse epos
van de Kalevala. Vooral met dit
laatste verhaal haakt ze in op de
actualiteit binnen de Anthropo-
sofische Vereniging waar de dis
cussie over de Kalevala momen
teel sterk in de belangstelling
staat.
Modieus kan je het werk van
Hermien Ijzerman echter zeker
niet noemen. Ze heeft weinig op
met het fantastische, het droom
achtige dat tegenwoordig bij zo
veel illustratoren is te vinden en
dat in wezen vaak een wegvluch
ten uit deze maatschappij in
houdt. Ze verbeeldt in haar werk
een zuiver realistische wereld die
geloofwaardig is en daarom kan
worden aanvaard.
(Tot en met het einde van de
maand oktober, op maandag vdn
20 tot 22 uur, op dinsdag van 10-
12 uur en op vrijdag van 14 tot 17
uur).
schreef (en schrijft) kinderboe
ken waar ze tevens de tekeningen
bij maakte. Het werd een soort
beeldverhaal over een vrolijke
kabouter die nog in een onbedor
ven wereld kon leven.
e
d
ne-
in-
ve-
lin-
net
be
en
be-
fi-
op
I-
it
n
it
n
I-
"t
uvel
n.
aim,
n.
J
114,00
54,00e
148,20
1,36
174,50
41,80
7,80
93,00
27,20
57,20
116,00b
47,00
60,60
51,00
82,00
37,00
64,80
141,50
110,30
97,50
38,20
116,50
71,00
142,00
73,00
44,00
38,90
61,50
78,00
44,90
35,10
646,00
51,60
72,00e
54,50
52,00
64,80
135,50
43,10
46,40
136,00
70,50
46,80
5,10
68,50
154,00
75,00
112,00
192,80
66,00
58,80
131,50
53,00
26,60
74,50
67,50
100,10
64,20
38,50
133,00
97,80
69,50
55,80
191,00
38,50
92,00
115,00
61,50
64,50
47,20
48,10
285,00
Lenin, Joyce en Tzara fungeren samen
met Carr als personages in een komedie.
Meer heeft Stoppard er niet mee te zeggen,
meer doet hij er ook niet mee, maar het
levert verscheidene momenten briljant to
neel op. Toch heeft de auteur ook veel
moeten laten uitleggen en op die momen
ten moet de aandacht overeind gehouden
worden door een levendige manier van
acteren. Dat laatste lukt bij de Haagse
Comedie lang niet altijd. Met name de
lange uitleg-monoloog van Edda Barends,
direct na de pauze, gaat teloor aan over
dreven mimiek en beweging.
Regisseur Jo Dua heeft de voorstelling
levendig geregisseerd, waardoor de door
Stoppard opgevoerde humor dikwijls
schitterend tot zijn recht komt. Dat de
schrijver zich huppelend in de tijd begeeft
wordt geaccentueerd door snel-lopende
klokken. Voor de rol van Henry Carr, in
feite een reïncarnatie van Algernon uit
The importance of being Earnest, had Dua
de beschikking over Henk van Ulsen, die
een gastrol in Den Haag speelt. Van Ulsen
is in die rol om op te vreten, pedant,
fatterig, beweeglijk als kwikzilver. Bas ten
Batenburgs Tristan Tzara (blikt ook terug
op The importance etc.) staat daar mooi
kwajongensachtig naast, verknipt door
zijn dada-gedachten. Kees Coolen parodi
eert de tot leven geroepen Lenin, uiterlijk
een sprekende gelijkenis, en in gedrag een
monument van dogmatiek. De James Joy
ce van Wim van Rooy sluit bij die kwalitei
ten prachtig aan, zelfbewuste verstrooid
heid en fenomenaal in het debiteren van
tekst in limerick-vorm. De butler Bennett
(dat moet de naam geweest zijn van de
werkelijke consul in Zürich in die tijd)
krijgt van Wim de Haas een Hilterman-
achtige status als hij ’s ochtends zijn mees
ter de toestand in de wereld, ontleend aan
de ochtendbladen, meedeelt in droge
vorm, aangelengd met sarcasme.
Het ensemble wordt gecompleteerd door
Edda Barends als bibliothecaresse, Fran
cine Dreessen als Carr’s zuster, behalve de
eerder genoemde vermoeiende claus van
Barends allebei uitstekend op dreef, voor
al in de op muziek gezette limerickteksten,
en Anne-Marie Heyligers. Heyligers speelt
Lenins vrouw Nadja mooi sober en ver
leent daarmee een duidelijker reliëf aan de
mens Lenin, dat schijnbare vat vol tegen
strijdigheden.
Wat Stoppard op het toneel brengt,
wordt gezien door de ogen van een Engels
diplomaat, Henry Car, die in 1917 in Zu
rich zijn land diende. Carr ontmoette daar
de lers-Engelse schrijver-dichter James
Joyce, doordat hij gevraagd werd een
hoofdrol te spelen in The importance of
being Earnest. In dat jaar 1917 verblijft
ook de Russische revolutionair Lenin in
Zurich, in afwachting van een beter kli
maat in Rusland; eveneens woont de in
Roemenië geboren Franse dichter Tristan
Tzara daar, volop verwikkeld in het dada
ïsme. Tot zover de historie. Dat de drie
beroemde mannen elkaar daar waar
schijnlijk nooit hebben ontmoet, daar
neemt Tom Stoppard geen genoegen mee.
Hij stapt in de tijdmachine en laat ze door
de diplomaat Carr door Stoppard be
vorderd tot consul bij elkaar brengen.
Zo laat de schrijver een geraffineerde ko
medie ontstaan met tal van knipogen naar
de werkelijkheid en naar hartelust paro
diërend. De kaarten van realiteit en fictie
zijn knap en hoogst vermakelijk door el
kaar geschud.
knalt Come Over uit de speakers, wordt
Give me an Inch tot een smartelijk plei
dooi en komt Todd Rundgrens Can we
stille be Friends volledig tot zijn recht. Veel
‘mankeert er niet aan de anderhalf uur
durende set. Slechts in het intro van Spa
nish Moon loopt het drummen niet syn
chroon met het ritme. Soortgelijke kritiek
valt ook te uiten ten aanzien van de wat
onzekere achtergrondvokalen.
In totaliteit staat Palmer echter zijn
mannetje. Alleen al voor zijn aanstekelijk
enthousiasme en de potpourri Sailin’
Shoes, Hey Julia en Sneaking Sally kan ik
hem aanbevelen. Hij treedt woensdaga
vond nog in het Amsterdams Concertge
bouw op. 1
i
Op een van haar laatste ten
toonstellingen in deze regio, die
in het begin van dit decennium
bij Galerie Boumans in Bever
wijk moet hebben plaatsgehad,
liet het werk van Loes van Goor
nog een neo-figuratieve stijl zien
waarin een zekere hang naar het
fantastisch realisme zat. Figura
tief is het werk nu zeker niet
meer, maar een ondertoon van
het fantastische zit er nog wel in.
Loes van Goor heeft zich zeer
in abstracte richting ontwikkeld.
Haar werk draagt geen reële
voorstellingen meer, maar met de
abstracte beelden wordt toch een
suggestieve wereld geschapen
die duidelijk herkenbaar is. Het
is alleen een wereld geworden die
zich gevoelsmatig laat ervaren en
interpreteren.
Loes van Goor werkt in een
Een buitenbeentje is de op de Bahama’s
woonachtige Palmer wel. Muzikaal gezien
is hij Amerikaanser dan Archie en Edith
Bunker. Hij beheerst al componerend en
zingend een brede scala van stijlen. Zijn
sound vormt als het ware een smeltpot van
funk, reggae, rock, rhythm and blues, soul
en easy-listening. Als we aandachtig de
hoezen van zijn vier albums (Sneaking
Sally throug the Alley, Pressure Drop,
Some People can do what they like en
Double Fun; het laatste is zijn grootste
commerciële succes) bestuderen, kunnen
we opmerken dat namen als Little Feat,
Allen Toussaint en Lee Perry daar niet
vreemd aan zijn.
Bij de
Walkuren uit de
Noorse mythe
Edda
aquarelleerde
Hermien Ijzerman
deze illustratie.
Geëxposeerd bij
het informatie
centrum van de
Anthroposifische
Vereniging in
Haarlem.
gemengde techniek waarbij ze
zowel etst als gebruikmaakt van
blinddrukken. Het toepassen van
deze blanke reliëfs speelt in veel
van haar bladen een grote rol,
maar omdat ze zich niet aan de
kijker opdringen, worden ze ner
gens overheersend. Er ontstaat
allengs een zekere relatie tussen
deze reliëfs en de abstracte „te
kens” die soms een heel span
nend verloop kan krijgen.
dag van 11-17 uur en bovendien
op donderdagavond van 19-21
uur).
James Galway was hier solist bij het
English Chamber Orchestra in een geheel
aan Mozart gewijd programma, waarbij
ook het concert voor fluit en harp aan de
orde werd gesteld met de Spaanse harpiste
Marisa Robles als zijn al even virtuoze
partner.
Dit zangerige fluit-harpconcert beteken
de tevens het boeiendste programma-on-
derdeel, ook omdat hier op het gebied van
samenspel, alles heel „vrij” en uit het
hoofd, door de beide solisten de hoogste
troeven werden uitgespeeld. De wat agres-
sieve aanpak van de harpiste en de vitale,
felle toon van de fluitist kleurden uitste
kend bij elkaar en ook de orkestbegelei
dingen waren goed aangepast, terwijl de
gecombineerde cadensen van de solisten
als intieme intermezzi tot juweeltjes van
verfijnde samenklank werden.
Het Engels Kamerorkest, dat zich vorig
jaar al op het zelfde podium heeft laten
horen, is destijds in deze kolommen al
uitgebreid besproken. Onder leiding van
concertmeester José Luis Garcia wordt in
goed verband gemusiceerd en ook de bege
leiding bij het eveneens door James Gal
way gespeelde Fluitconcert in D, was het
resultaat bevredigend. Het orkestspel-sec,
zoals in de ter opening gebrachte Symfo
nie nr. 29 in A en na de pauze in een
Divertimento in F, is voornamelijk door
hét onpersoonlijke karakter van de vertol
king," als luisterervaring evenwel geen on
verdeeld genoegen.
Het meest interessante van deze avond
lag mede daardoor ongetwijfeld hierin,
wordt deze maand aandacht ge
schonken aan de keramiek. Te
gast is Yvet Thunnissen, een ke
ramiste uit Sassenheim die een
presentatie heeft in samenwer
king met Galerie Lieve hemel
stoot je hoofd niet in Amsterdam.
Yvet Thunnissen vertegen
woordigt de zuiver figuratieve
stijl die de laatste tijd binnen de
keramistenwereld zoveel opgang
heeft gevonden. Ze beeldt katten
uit die heel luizig naar je kijken
en oude vrouwtjes die vol van
levenslust zitten. Ze heeft een
heel verfijnde manier van wer
ken, elk detail is goed uitgewerkt
en kleuren zijn zorgvuldig aange
bracht. Haar voorkeur van het
anekdotisch, het verhalende as
pect in de keramiek heeft in de
meeste gevallen een humoristi
sche sfeer dat aan haar beeldjes
een heel plezierig karakter geeft.
Door beeldhouwers Gemaakt, bevat
naast sculpturen ook objecten die nauwe
lijks meer met beeldhouwen te maken
hebben. Foto’s, dia's, video en geluid wor
den vaak ingeschakeld om door een her
haald ritme een nieuw beeld te vullen.
De tentoonstelling wordt door de samen
stellers gezien als een aanzet voor een
tweede, meer zalen vullende expositie. De
ze zou bijvoorbeeld in alle hallen van het
Stedelijk Museum kunnen, of in het Kröl-
ler Muller Museum, waar men niet alleen
zalen, maar ook het park kan gebruiken.
Behalve met een voordrachta-
vond heeft de Anthroposofische
Vereniging in Haarlem het na-
jaarsseizoen ingezet met een ten
toonstelling die wordt gehouden
op de bovenzaal van het informa
tiecentrum, Floraplein 27. Daar
exposeert deze en volgende
maand de Aerdenhoutse kunste
nares Hermien Ijzerman. Ze laat
in verschillende technieken,
waaronder potlood, pastel en wa
terverf, illustraties zien die ze bij
sprookjes en balladen heeft ge
maakt.
Hermien Ijzerman debuteerde
veertig jaar geleden bij de We
reldbibliotheek. Dat gebeurde
met een combinatie van twee
haar creatieve eigenschappen: ze
Mieke Kemming uit Bloemendaal
neemt deel aan een groepsexpositie die
wordt georganiseerd door de nieuwe Gale
rie Lieshout, Lijnbaanssteeg 1 in Amster
dam. De expositie, waaraan in totaal 28
kunstenaars deelnemen heeft als thema
„Vogel en poes” en loopt van 29 september
tot en met 3 november. Henk van Ulsen,
acteur en Jaap Lengkeek, musicus, geven
de opening op vrijdagavond 29 september
(20.30 uur) een feestelijk tintje.
Galerie Lieshout is van dinsdag tot en
met vrijdag geopend van 12-18 uur en op
zaterdag van 10-18 uur. De steeg bevindt
zich tussen Raadhuisstraat en Sonestaho-
tel.
De schilder Herman van Tongeren uit
Haarlem exposeert tot 6 oktober nieuwe
werken in Galerie Nuances, Prinsengracht
827 in Amsterdam. Van dinsdag tot en
met zaterdag geopend tussen 11 en 18 uur.
krijgen van de ontwikkeling van elke
beeldhouwer. Belangstellenden vinden in
een goed gedocumenteerde leeszaal echter
alle informatie over de 22 beeldhouwers en
de geschiedenis van de hedendaagse
sculptuur.
Het abstracte karakter van
haar werk is mede bepalend voor
de toegankelijkheid ervan. De et
sen van Loes van Goor vallen
bepaald niet in de categorie van
„gemakkelijk” te begrijpen
kunst, maar wie in staat is zijn
eigen emotionaliteit van dit werk
te geven kan er veel aan genieten.
dat James Galway zijn publiek kon bewij
zen dat het gemak en de beweeglijkheid
van zijn spel en de constante kwaliteit van
zijn heldere loonvorming, zoals die op de
grammofoonplaat worden gesuggereeerd,
in de levende praktijk zo mogelijk nog in
overtreffende trap bevestigd worden.
Hoe mooi hij zijn fluit wel kan laten
klinken, bleek eigenlijk pas ten volle in de
twee toegiften die hij samen met harpiste
Marisa Robles op- het concert liet volgen.
In een Ierse volksmelodie en vooral in een
sfeervolle compositie van de leider-con-
certmeester van het Engelse Kamerorkest,
José Luis Garcia, bracht Galway een veel
zijdigheid door middel van het opkleuren
van de toon, in de expressie tot stand, zoals
die de hele avond nog niet eerder werd
waargenomen.
Meer dan ooit weet Robert zelf dat risico te
bezweren. De start is nog onderkoeld, al
voel je de zinderende, onderhuidse span
ning vanaf het eerste moment dat Pierre
Brock zijn vingers over de dikke snaren
laat glijden. Maar met Some People Can
do what they like breekt het etterende
gezwel open en vult een vurige gloed de
kille Doelenzaal.
Het unisono riffje, de treiterende tegen-
melodie van de gitaar in Every Kinda
People, de uiterst dansbare motoriek van
Love can run faster, en pats daarbovenop,
de keiharde rock van Delbert McClintons
Under Suspicion, en het is de goegemeente
duidelijk dat Palmer maar al te graag de
verschillende stijlen tentoonspreidt. In alle
mogelijke extremiteiten, wel te verstaan.
Bij dat alles levert ’s mans strot het
leeuwedeel. Met niet-aflatende power
Kees Coolen als Lenin en Anne-Marie Heyligers als zijn vrouw Nadja in Tom
Stoppard komedie Parodie.
W’ J