Internationale Loes van Goor terug met kwaliteit a sculptuur in het Stedelijk streekgenoten exposeren Specifiek stemgebruik charme Robert Palmer Galway en Robles in samenspel virtuoos Ingenieuze komedie voi flitsend taalgebruik Haagse Comedie: Parodie met raffinement van Stoppard Blij levensoptimisme in illustraties van Hermien Ijzerman Kousbroek pakt hand lezer en zegt: toe maar” r Mozarts fluit-harpconcert in Amsterdam Glorieus en swingend debuut in Rotterdam Aquarellen Keramiek Ti 9 KUNST MAANDAG 1 8 SEPTEMBER 19 7 8 P, C. Hooftprijs uitgereikt J f DEN HAAG. De Internationale klinkt vreugdevol op en achter de rug van een martiale Lenin verschijnen drie vlammend rode vaandels van kamerbreed formaat. Een scène uit Parodie (Travestie) van de Engelse toneelschrijver Tom Stoppard. De plaats van handeling is het toneel van de Koninklijke Schouwburg en de Haagse Comedie speelt het stuk onder regie van Jo Dua. Het gaat om een vertekenende komedie, door Stoppard met gebruikmaking van tal van ingrediënten ingenieus bijeengeschreven. Lenin is slechts een van die ingrediënten, door Stoppard in de schaduw van de werkelijke historie gebruikt. Vandaar dat het allemaal kan in Den Haag, met die vlaggen en die Internationale. MUIDEN. „U bent een stekelig schrijver soms. Maar ook een schrijver die de lezer zo niet met de moderne we reld vertrouwd weet te ma ken, dan toch zijn vertrouwen in die wereld weet te vergro ten. U pakt de hand van de lezer en zegt, toe maar, raak maar aan, het is aaibaar, die wetenschap en techniek, het hoort bij jouw wereld. Schrik niet van machines, je bent er zelf een en daar ben je niet minder om. Als je je appara tuur, je hersens, maar ge bruikt”. HAARLEM. Loes van Goor is een Haar lemse grafica wier ontwikkelingen je ei genlijk op de voet zou moeten volgen. Haar werk vernieuwt zich regelmatig, maar het is geen vernieuwing om der wille van het nieuwe. Ze zoekt steeds naar andere uit drukkingsvormen, naar een verbetering van haar expressiviteit, maar toch zie je steeds dezelfde hoge kwaliteit terugkomen. Wat er op kan wijzen dat Loes van Goor gezegend is met een groot kritisch vermo gen. J. 8 I JOHAN VAN KEMPEN 5,00 teerd he KO VAN LEEUWEN JOHN OOMKES ^en f in n P s In het keldertje van de SBK CEES STRAUS a, ndsen 11,50; 480.00 9,50 2.00 420,00 176,00 130,00 350,00 In deze groepstentoonstelling hebben de kunstenaars ruimte voor maar enkele wer ken. Hierdoor kan men geen echte indruk AMSTERDAM. Werk van 22 beeld houwers uit Europa en Noord-Amerika vult een groot deel van het pas verbouw de Stedelijk Museum in Amsterdam. On der de titel „Door beeldhouwers gemaakt meetbaar sculptures” wordt hier tot en met 5 november een overzicht gegeven van tien jaar internationale sculptuur. Drie stromingen zijn herkenbaar: de zoge naamde minimal art, de excentric kunst en de meer op de architectuur gerichte vorm. Elf van de 22 kunstenaars zijn in Neder land nog niet eerder tentoongesteld, te weten Andre, Shapiro, Hesse, Winsor, Tuttle, Benglis, Hunt, Penone, Aycock, Si monds en Matta-Clark, die kort geleden is gestorven. De anderen, Beuys, Van Elk, Flanagan, Gilbert en George, Eva Hesse, Long, Nauman, Rogge, Rueckriem, Serra en Visser hadden eerder eenmanstentoon- stellingen in het Stedelijk Museum van Amsterdam, het Van Abbe Museum in Eindhoven en het Kröller-Muller Museum in Otterlo. Ook in „Sonsbeek buiten de perken” in 1971 hebben zij geëxposeerd. Alice Aycock uit New York heeft in het Amsterdamse museum een houten con structie gebouwd, dat aan een stadsdeel of een observatorium doet denken. Haar stadgenoot Charles Simonds heeft ook ter plaatse gewerkt: hij bouwde een kleiberg met miniatuur-bouwsels voor een door hem verzonnen niet bestaande mensen soort: little people. Dit zei minister Til Gardeniers van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk vandaag in het Muiderslot tegen de auteur Rudy Kousbroek, aan wie zij de P. C. Hooftprijs voor beschou wend proza (Staatsprijs voor Letter- kunde-1975) uitreikte. „Ik wens u er veel geluk mee. Ik hoop niet dat het gewicht ervan afbreuk zal doen aan uw lichtvoetige ernst”. Zij prees de stijl, zinnigheid en hel derheid van Kousbroeks essays: „Lo gisch opgebouwd, strak en toch speels”. Zij signaleerde zijn afkeer van magische dubbele bodems. „U goochelt met de taal, maar laat tevens de truc zien en het publiek is beto verd”. Essays in onze literatuur zijn altijd nogal zware beschouwingen geweest, die uiterst ernstig moesten worden benaderd. „De dominee is lang domi nant geweest”, aldus mevrouw Gar deniers, die erop wees dat zelfs Ter Braak eens over zichzelf heeft opge merkt dat hij nog altijd naar de domi nee rook. De nieuwe essayistiek, die in de jaren zestig opkwam, is veel lichtvoetiger van aard en Kousbroek is een belangrijke representant van die vernieuwing. Kousbroek wijst veel poëzie af om dat zij onscherp, irrationeel en over gevoelig zou zijn. Eén van zijn ernstig ste bezwaren tegen die vorm van poë zie, die de moderne wereld probeert te' begrijpen met bezweringsformules en onlogisch denken, is dat ze de werke lijkheid niet dichterbij haalt. Minister Gardeniers: „U vindt dat de methode van de hedendaagse magiërs verwer pelijk is en dat je te werk moet gaan met logica en verstand”. De bewindsvrouw wees daarbij op Kousbroeks fulmineren tegen de mo derne, gestroomlijnde auto, die er al leen is om een mens te vervoeren en al mooi genoeg is door de doelmatigheid waarmee hij functioneert. „U bent een hardhandig en ongenadig criticus van alles wat verdoezelt”. Ook in Parodie is dat zo. Het mirakelse van Stoppards taalgebruik door Gerrit Kouwenaar met verfijnde, dichterlijke, scherpzinnigheid vertaald in een Neder lands dat de sfeer uitmuntend bewaart zal zich alleen ten volle ontvouwen voor degene die iets van Lenin weet, James Joyce gelezen heeft, van de dada-stroming afweet en die buiten deze kennis ook Oscar Wilde’s bourgeois-parodie The im portance of being Earnest (De Ernst van Ernst) heeft gezien. Niet mis, maar noodza kelijk om de smaak van Tom Stoppards litteraire toneelparodie ten volle te kunnen beoordelen. Tom Stoppard is een virtuoos schrijver. Dat heeft hij ook al in eerdere stukken aangetoond. Hij gaat graag uit van boeien de coïncidenties, zoals bij zijn vermaarde Rosencrantz and Guildenstem zijn dood, waarin hij op intellectuele wijze stoeit met gegevens die hij aan Hamlet ontleent. Het volkomen kunnen meebeleven van de litte raire hoogstandjes van Stoppard stelt be paalde eisen aan e lezer c.q. toeschouwer. In de concertzaal versterkt Robert Pal mer de indruk dat zijn grootste charme in zijn specifieke stemgebruik schuilt. Vanaf het eerste moment dat hij als een jonge manager in een keurig zwart kostuum gekleed het podium opkomt, is de over eenkomst met de Amerikaanse zanger Boz Scaggs opvallend. Beiden zingen op een geforceerde manier, zuiver technisch be keken op ongeoorloofde wijze. Zo beperkt dat in wezen is, zo effectief is de uitwer king. Juist het „ertegen aan” zingen ver leent aan de veelal gesyncopeerde en swin gende klanken de nodige Schwung. ROTTERDAM. Lang gewacht, nooit gedacht, steeds gezwegen, toch gekregen. Die gedacht moet bij menigeen zondag avond zijn opgekomen, toen Robert Pal mer in de Rotterdamse Doelen met een koortsachtig concert aan zijn eerste, kor te Nederlandse tournee begon. Een jaar of zes terug vormde deze Brit nog samen met Elkie Brooks het vocale duo van de cult band Vinegar Joe, nu zijn beiden als solo- act doorgebroken naar een breder pu bliek. Elkie hoopt in januari aanstaande in Roberts voetsporen te treden en op haar beurt hier te debuteren. Op het eerste gezicht is een vijf mans band wat te mager om Palmers muziek live te kunnen presenteren. Niets is echter minder waar. Met hetzelfde gevoel van effectiviteit dat altijd uit de platenproduk- ties spreekt, gaat ook hier de meesterhand te werk. De twee toetsenbespelers (Steve Robbins en Jack Waldmann), gitarist Ken ny Mazier, de funky bassist Pierre Brock en de strak slaande drummer José Galdo vormen een hecht ingespeeld team, dat raad weet met Palmers strakke construc ties. Het grootste gevaar dat Palmers songs bedreigt, ligt in de nagestreefde perfectie. Juist voor een kunstenares als zij wreekt zich het feit dat er in Haarlem en omgeving geen enke le galerie bestaat die een eigen „stal” heeft zodat de betrokken kunstenaars met enige regel maat hun vorderingen kunnen tonen. Het is weer de Stichting Beeldende Kunst Kennemerland aan de Gedempte Oude Gracht die haar beleid ten aanzien van de Haarlemse kunstenaars conti nu en consciëntieus voortzet en die Loes van Goor middels een expositie op de bovenverdieping aan het woord laat. Tot een werkelijk uitdiepen van de ka rakters komt het niet; daar is het Stoppard ook niet om begonnen. Wel heeft de Engel se schrijver met dit stuk vol flitsend taal gebruik opnieuw zijn grote improvisatieta- lent getoond. De Haagse Comedie doet hem onder Jo Dua recht met een opvoe ring waarin het spitse raffinement telkens smakelijk tot uiting komt. De voorstelling komt ook naar de Haarlemse Stads schouwburg, waar de Haagse Comedie dit seizoen voor het eerst weer een deel van zijn repertoire speelt. (Tot en met het einde van de maand, van dinsdag tot en met vrijdag van 13-17 uur, op zater- AMSTERDAM. De in korte tijd als solist zo beroemd geworden voormalige eerste fluittist van de Berliner Philhar- moniker, James Galway, nam gisteravond in een goed bezet Amsterdams Concertge bouw welverdiende ovaties in ontvangst. Van radio, televisie of grammofoonplaten kende men het spel van deze virtuoos reeds. En nadat Rotterdam, wat Neder land betreft de primeur had, was nu Am sterdam aan de beurt om deze in Zwitser land wonende Ierse musicus live te kun nen zien optreden. Zo’n ideale wereld heeft Her mien Ijzerman altijd voor ogen gestaan. Er is in haar werk veel optimisme te vinden en ze zal altijd voor het goede boven het kwaad kiezen, ook als de door haar gekozen sprookjes een min der goede afloop hebben. Je zou kunnen spreken van een blij le vensoptimisme dat, uitgaande van de realiteit, juist daarop een antwoord kan geven. De stijl van Hermien Ijzerman is sterk naturalistisch. Ze volgt het gegeven van de sprookjes heel nauwgezet én heeft niet zo heel erg grote behoefte om com mentariërend te werken. Aldus ontstaat een fraai waarheidsge trouwe uitbeelding van de Ko- ning Arthur sagen, de Noorse my thologie Edda en het Finse epos van de Kalevala. Vooral met dit laatste verhaal haakt ze in op de actualiteit binnen de Anthropo- sofische Vereniging waar de dis cussie over de Kalevala momen teel sterk in de belangstelling staat. Modieus kan je het werk van Hermien Ijzerman echter zeker niet noemen. Ze heeft weinig op met het fantastische, het droom achtige dat tegenwoordig bij zo veel illustratoren is te vinden en dat in wezen vaak een wegvluch ten uit deze maatschappij in houdt. Ze verbeeldt in haar werk een zuiver realistische wereld die geloofwaardig is en daarom kan worden aanvaard. (Tot en met het einde van de maand oktober, op maandag vdn 20 tot 22 uur, op dinsdag van 10- 12 uur en op vrijdag van 14 tot 17 uur). schreef (en schrijft) kinderboe ken waar ze tevens de tekeningen bij maakte. Het werd een soort beeldverhaal over een vrolijke kabouter die nog in een onbedor ven wereld kon leven. e d ne- in- ve- lin- net be en be- fi- op I- it n it n I- "t uvel n. aim, n. J 114,00 54,00e 148,20 1,36 174,50 41,80 7,80 93,00 27,20 57,20 116,00b 47,00 60,60 51,00 82,00 37,00 64,80 141,50 110,30 97,50 38,20 116,50 71,00 142,00 73,00 44,00 38,90 61,50 78,00 44,90 35,10 646,00 51,60 72,00e 54,50 52,00 64,80 135,50 43,10 46,40 136,00 70,50 46,80 5,10 68,50 154,00 75,00 112,00 192,80 66,00 58,80 131,50 53,00 26,60 74,50 67,50 100,10 64,20 38,50 133,00 97,80 69,50 55,80 191,00 38,50 92,00 115,00 61,50 64,50 47,20 48,10 285,00 Lenin, Joyce en Tzara fungeren samen met Carr als personages in een komedie. Meer heeft Stoppard er niet mee te zeggen, meer doet hij er ook niet mee, maar het levert verscheidene momenten briljant to neel op. Toch heeft de auteur ook veel moeten laten uitleggen en op die momen ten moet de aandacht overeind gehouden worden door een levendige manier van acteren. Dat laatste lukt bij de Haagse Comedie lang niet altijd. Met name de lange uitleg-monoloog van Edda Barends, direct na de pauze, gaat teloor aan over dreven mimiek en beweging. Regisseur Jo Dua heeft de voorstelling levendig geregisseerd, waardoor de door Stoppard opgevoerde humor dikwijls schitterend tot zijn recht komt. Dat de schrijver zich huppelend in de tijd begeeft wordt geaccentueerd door snel-lopende klokken. Voor de rol van Henry Carr, in feite een reïncarnatie van Algernon uit The importance of being Earnest, had Dua de beschikking over Henk van Ulsen, die een gastrol in Den Haag speelt. Van Ulsen is in die rol om op te vreten, pedant, fatterig, beweeglijk als kwikzilver. Bas ten Batenburgs Tristan Tzara (blikt ook terug op The importance etc.) staat daar mooi kwajongensachtig naast, verknipt door zijn dada-gedachten. Kees Coolen parodi eert de tot leven geroepen Lenin, uiterlijk een sprekende gelijkenis, en in gedrag een monument van dogmatiek. De James Joy ce van Wim van Rooy sluit bij die kwalitei ten prachtig aan, zelfbewuste verstrooid heid en fenomenaal in het debiteren van tekst in limerick-vorm. De butler Bennett (dat moet de naam geweest zijn van de werkelijke consul in Zürich in die tijd) krijgt van Wim de Haas een Hilterman- achtige status als hij ’s ochtends zijn mees ter de toestand in de wereld, ontleend aan de ochtendbladen, meedeelt in droge vorm, aangelengd met sarcasme. Het ensemble wordt gecompleteerd door Edda Barends als bibliothecaresse, Fran cine Dreessen als Carr’s zuster, behalve de eerder genoemde vermoeiende claus van Barends allebei uitstekend op dreef, voor al in de op muziek gezette limerickteksten, en Anne-Marie Heyligers. Heyligers speelt Lenins vrouw Nadja mooi sober en ver leent daarmee een duidelijker reliëf aan de mens Lenin, dat schijnbare vat vol tegen strijdigheden. Wat Stoppard op het toneel brengt, wordt gezien door de ogen van een Engels diplomaat, Henry Car, die in 1917 in Zu rich zijn land diende. Carr ontmoette daar de lers-Engelse schrijver-dichter James Joyce, doordat hij gevraagd werd een hoofdrol te spelen in The importance of being Earnest. In dat jaar 1917 verblijft ook de Russische revolutionair Lenin in Zurich, in afwachting van een beter kli maat in Rusland; eveneens woont de in Roemenië geboren Franse dichter Tristan Tzara daar, volop verwikkeld in het dada ïsme. Tot zover de historie. Dat de drie beroemde mannen elkaar daar waar schijnlijk nooit hebben ontmoet, daar neemt Tom Stoppard geen genoegen mee. Hij stapt in de tijdmachine en laat ze door de diplomaat Carr door Stoppard be vorderd tot consul bij elkaar brengen. Zo laat de schrijver een geraffineerde ko medie ontstaan met tal van knipogen naar de werkelijkheid en naar hartelust paro diërend. De kaarten van realiteit en fictie zijn knap en hoogst vermakelijk door el kaar geschud. knalt Come Over uit de speakers, wordt Give me an Inch tot een smartelijk plei dooi en komt Todd Rundgrens Can we stille be Friends volledig tot zijn recht. Veel ‘mankeert er niet aan de anderhalf uur durende set. Slechts in het intro van Spa nish Moon loopt het drummen niet syn chroon met het ritme. Soortgelijke kritiek valt ook te uiten ten aanzien van de wat onzekere achtergrondvokalen. In totaliteit staat Palmer echter zijn mannetje. Alleen al voor zijn aanstekelijk enthousiasme en de potpourri Sailin’ Shoes, Hey Julia en Sneaking Sally kan ik hem aanbevelen. Hij treedt woensdaga vond nog in het Amsterdams Concertge bouw op. 1 i Op een van haar laatste ten toonstellingen in deze regio, die in het begin van dit decennium bij Galerie Boumans in Bever wijk moet hebben plaatsgehad, liet het werk van Loes van Goor nog een neo-figuratieve stijl zien waarin een zekere hang naar het fantastisch realisme zat. Figura tief is het werk nu zeker niet meer, maar een ondertoon van het fantastische zit er nog wel in. Loes van Goor heeft zich zeer in abstracte richting ontwikkeld. Haar werk draagt geen reële voorstellingen meer, maar met de abstracte beelden wordt toch een suggestieve wereld geschapen die duidelijk herkenbaar is. Het is alleen een wereld geworden die zich gevoelsmatig laat ervaren en interpreteren. Loes van Goor werkt in een Een buitenbeentje is de op de Bahama’s woonachtige Palmer wel. Muzikaal gezien is hij Amerikaanser dan Archie en Edith Bunker. Hij beheerst al componerend en zingend een brede scala van stijlen. Zijn sound vormt als het ware een smeltpot van funk, reggae, rock, rhythm and blues, soul en easy-listening. Als we aandachtig de hoezen van zijn vier albums (Sneaking Sally throug the Alley, Pressure Drop, Some People can do what they like en Double Fun; het laatste is zijn grootste commerciële succes) bestuderen, kunnen we opmerken dat namen als Little Feat, Allen Toussaint en Lee Perry daar niet vreemd aan zijn. Bij de Walkuren uit de Noorse mythe Edda aquarelleerde Hermien Ijzerman deze illustratie. Geëxposeerd bij het informatie centrum van de Anthroposifische Vereniging in Haarlem. gemengde techniek waarbij ze zowel etst als gebruikmaakt van blinddrukken. Het toepassen van deze blanke reliëfs speelt in veel van haar bladen een grote rol, maar omdat ze zich niet aan de kijker opdringen, worden ze ner gens overheersend. Er ontstaat allengs een zekere relatie tussen deze reliëfs en de abstracte „te kens” die soms een heel span nend verloop kan krijgen. dag van 11-17 uur en bovendien op donderdagavond van 19-21 uur). James Galway was hier solist bij het English Chamber Orchestra in een geheel aan Mozart gewijd programma, waarbij ook het concert voor fluit en harp aan de orde werd gesteld met de Spaanse harpiste Marisa Robles als zijn al even virtuoze partner. Dit zangerige fluit-harpconcert beteken de tevens het boeiendste programma-on- derdeel, ook omdat hier op het gebied van samenspel, alles heel „vrij” en uit het hoofd, door de beide solisten de hoogste troeven werden uitgespeeld. De wat agres- sieve aanpak van de harpiste en de vitale, felle toon van de fluitist kleurden uitste kend bij elkaar en ook de orkestbegelei dingen waren goed aangepast, terwijl de gecombineerde cadensen van de solisten als intieme intermezzi tot juweeltjes van verfijnde samenklank werden. Het Engels Kamerorkest, dat zich vorig jaar al op het zelfde podium heeft laten horen, is destijds in deze kolommen al uitgebreid besproken. Onder leiding van concertmeester José Luis Garcia wordt in goed verband gemusiceerd en ook de bege leiding bij het eveneens door James Gal way gespeelde Fluitconcert in D, was het resultaat bevredigend. Het orkestspel-sec, zoals in de ter opening gebrachte Symfo nie nr. 29 in A en na de pauze in een Divertimento in F, is voornamelijk door hét onpersoonlijke karakter van de vertol king," als luisterervaring evenwel geen on verdeeld genoegen. Het meest interessante van deze avond lag mede daardoor ongetwijfeld hierin, wordt deze maand aandacht ge schonken aan de keramiek. Te gast is Yvet Thunnissen, een ke ramiste uit Sassenheim die een presentatie heeft in samenwer king met Galerie Lieve hemel stoot je hoofd niet in Amsterdam. Yvet Thunnissen vertegen woordigt de zuiver figuratieve stijl die de laatste tijd binnen de keramistenwereld zoveel opgang heeft gevonden. Ze beeldt katten uit die heel luizig naar je kijken en oude vrouwtjes die vol van levenslust zitten. Ze heeft een heel verfijnde manier van wer ken, elk detail is goed uitgewerkt en kleuren zijn zorgvuldig aange bracht. Haar voorkeur van het anekdotisch, het verhalende as pect in de keramiek heeft in de meeste gevallen een humoristi sche sfeer dat aan haar beeldjes een heel plezierig karakter geeft. Door beeldhouwers Gemaakt, bevat naast sculpturen ook objecten die nauwe lijks meer met beeldhouwen te maken hebben. Foto’s, dia's, video en geluid wor den vaak ingeschakeld om door een her haald ritme een nieuw beeld te vullen. De tentoonstelling wordt door de samen stellers gezien als een aanzet voor een tweede, meer zalen vullende expositie. De ze zou bijvoorbeeld in alle hallen van het Stedelijk Museum kunnen, of in het Kröl- ler Muller Museum, waar men niet alleen zalen, maar ook het park kan gebruiken. Behalve met een voordrachta- vond heeft de Anthroposofische Vereniging in Haarlem het na- jaarsseizoen ingezet met een ten toonstelling die wordt gehouden op de bovenzaal van het informa tiecentrum, Floraplein 27. Daar exposeert deze en volgende maand de Aerdenhoutse kunste nares Hermien Ijzerman. Ze laat in verschillende technieken, waaronder potlood, pastel en wa terverf, illustraties zien die ze bij sprookjes en balladen heeft ge maakt. Hermien Ijzerman debuteerde veertig jaar geleden bij de We reldbibliotheek. Dat gebeurde met een combinatie van twee haar creatieve eigenschappen: ze Mieke Kemming uit Bloemendaal neemt deel aan een groepsexpositie die wordt georganiseerd door de nieuwe Gale rie Lieshout, Lijnbaanssteeg 1 in Amster dam. De expositie, waaraan in totaal 28 kunstenaars deelnemen heeft als thema „Vogel en poes” en loopt van 29 september tot en met 3 november. Henk van Ulsen, acteur en Jaap Lengkeek, musicus, geven de opening op vrijdagavond 29 september (20.30 uur) een feestelijk tintje. Galerie Lieshout is van dinsdag tot en met vrijdag geopend van 12-18 uur en op zaterdag van 10-18 uur. De steeg bevindt zich tussen Raadhuisstraat en Sonestaho- tel. De schilder Herman van Tongeren uit Haarlem exposeert tot 6 oktober nieuwe werken in Galerie Nuances, Prinsengracht 827 in Amsterdam. Van dinsdag tot en met zaterdag geopend tussen 11 en 18 uur. krijgen van de ontwikkeling van elke beeldhouwer. Belangstellenden vinden in een goed gedocumenteerde leeszaal echter alle informatie over de 22 beeldhouwers en de geschiedenis van de hedendaagse sculptuur. Het abstracte karakter van haar werk is mede bepalend voor de toegankelijkheid ervan. De et sen van Loes van Goor vallen bepaald niet in de categorie van „gemakkelijk” te begrijpen kunst, maar wie in staat is zijn eigen emotionaliteit van dit werk te geven kan er veel aan genieten. dat James Galway zijn publiek kon bewij zen dat het gemak en de beweeglijkheid van zijn spel en de constante kwaliteit van zijn heldere loonvorming, zoals die op de grammofoonplaat worden gesuggereeerd, in de levende praktijk zo mogelijk nog in overtreffende trap bevestigd worden. Hoe mooi hij zijn fluit wel kan laten klinken, bleek eigenlijk pas ten volle in de twee toegiften die hij samen met harpiste Marisa Robles op- het concert liet volgen. In een Ierse volksmelodie en vooral in een sfeervolle compositie van de leider-con- certmeester van het Engelse Kamerorkest, José Luis Garcia, bracht Galway een veel zijdigheid door middel van het opkleuren van de toon, in de expressie tot stand, zoals die de hele avond nog niet eerder werd waargenomen. Meer dan ooit weet Robert zelf dat risico te bezweren. De start is nog onderkoeld, al voel je de zinderende, onderhuidse span ning vanaf het eerste moment dat Pierre Brock zijn vingers over de dikke snaren laat glijden. Maar met Some People Can do what they like breekt het etterende gezwel open en vult een vurige gloed de kille Doelenzaal. Het unisono riffje, de treiterende tegen- melodie van de gitaar in Every Kinda People, de uiterst dansbare motoriek van Love can run faster, en pats daarbovenop, de keiharde rock van Delbert McClintons Under Suspicion, en het is de goegemeente duidelijk dat Palmer maar al te graag de verschillende stijlen tentoonspreidt. In alle mogelijke extremiteiten, wel te verstaan. Bij dat alles levert ’s mans strot het leeuwedeel. Met niet-aflatende power Kees Coolen als Lenin en Anne-Marie Heyligers als zijn vrouw Nadja in Tom Stoppard komedie Parodie. W’ J

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 9