grote trekpleister 1 Cruijff nog steeds l' I i oest uis wereiaicampioen r ■rllF- 1 A w x’ z X' XXX f W’ H gr»' „Je kunt veel compenseren door inzet door Peter Heerkens /RALEI' Röntgenoog? Gouden greep Handtekening 3 Wegrenners F 1 Paar zesdaagsen „Goeie allure” "i F Ie in f 1 Het toch al niet zo smakelijk ogende ontbijt van Gerrie Knetemann neemt walgelijke vormen aan als pal tegenover hem Stan Tourné zijn mond opendoet. „Ik heb goe gekotst vannacht”, zegt-ie in zangerig Vlaams. Gerrie Knetemann steekt onverstoorbaar zijn lepel in een bord, waarin hij achtereenvolgens melk, müsli, biergist, chocoladevlokken en cornflakes kiepte. Een afschuwelijk brouwsel in de rennerseetzaal van de Londense zesdaagse waar de Nederlandse kok Jan Heil in de loop der dagen 1500 eieren, 60 kilo suiker, 200 kippen, 30 kilo vis, 700 flessen frisdrank, 300 liter melk, 150 broden, 10 kilo tartaar en 50 kilo bakvlees zal verwerken. is e- ft De wieierzesdaagsen maken een ongekende bloei door. Na een stevige inzinking rond 1970 toen de publieke belangstelling opvallend afnam en de baandirecteuren derhalve gaten lieten vallen in het winterprögramma, is het plotseling weer zoveel beter gegaan dat er dit seizoen zelfs een record wordt gebroken. De wieleragenda bevat 19 zesdaagsen en dat is een aantal dat in de na-oorlogse jaren nooit werd bereikt. De cyclus begon afgelopen week in „The Wembley Indoor Arena”, waar 1 Gerrie Knetemann en Jan Raas hun grote reputatie als wegrenner omzetten in dapper gejakker op 160 meter lang latwerk en waar hun ploegleider Peter Post (race-director) zijn laatste seizoen inging met de eretitel „keizer van de zesdaagsen” (65 overwinningen). Volgend jaar is hij die onderscheiding kwijt zeer onvoorziene omstan digheden buiten beschouwing gelaten aan de Belg Patrick Sercu. Nog 10 eerste plaatsen en Peter Post is geen wielerkeizer meer. „Ik ben er niet van ondersteboven”, zegt Post. „In het begin was het leuk, die titel, maar zoveel later als nu Sercu is een waardig opvolger”. Zo gelaten als Peter Post, toont zich ook Patrick Sercu. „Ik ben er niet bijzonder fel op”, aldus de Belg, „want als ze me vragen, „wat zegt je dat nou” dan heb ik daar maar één antwoord op: het zegt me dat het einde van mijn carière nadert als het zo ver is W:? f 5- .99 in Knetemann en Raas van de weg naar de baan ;t □r: ig en er De jonge prins Lynley, zoon van prinses Margaret, als bewonderaar van Knetemann. De Keizer en z'n leerlingen men 13, beslissende De grote, essentiële, 1 RIS EN Afgelopen maandagavond zat ik in een forum waar Johan Cruijff ook deel van uitmaakte. Of was het andersom? SDOB uit Broek in Waterland bestond 50 jaar, en Jan Klein, een persoonlijke vriend van Cruijff (en u weet: onper soonlijke vrienden heeft hij bij dui zendtallen, maar persoonlijke vrien den kunnen een extra potje breken), had hem voor een etentje bij Neeltje Paater, een fles Hennessy cognac en een bos baccaratrozen voor Danny we ten over te halen in de feesttent te komen vertellen over zijn voetballoop- baan. Als stutbalken zaten ook nog scheidsrechter Jan Keizer, voetbalfan- taisist Frank Kramer, Volendam-mi- crofonist Pé Mühren en ikzelf als sportjournalist in het forum, maar wij deden er niet zoveel toe. De tent was afgestampt vol, en de kinderen scan deerden zo hard „Cruijffie, Cruijffie”, dat het wel leek of Johan Cruijff de voetballer in het gezelschap was, in plaats van Frank Kramer. Het eerste uur werd voornamelijk besteed aan het beantwoorden van de vragen door de jongens en meisjes van, Broek in Waterland. Ze willen bijna allemaal cijfers, getallen weten: „Hoe vaak heeft u in het Nederlands elftal gespeeld”, „Hoeveel doelpunten heeft u gemaakt”, „Voor welke clubs hebt u Johan Cruijff antwoordde, dat hij tot nu toe steeds gezegd had dat hij om privé-redenen niet ging, maar nu alles toch achter de rug was, wilde hij het wel uitleggen. Naar zo’n langdurig eve nement moet je, zeker als aanvoerder, heel graag willen, anders valt het met alle soesa rond het voetballen zelfmiet op te brengen. Alles bij elkaar speelde hij per seizoen een tachtigtal wedstrij den, vertelde hij, en in Spanje was het dan niet zo dat je ervoor zorgde dat je na de wedstrijd weer op tijd thuis was voor Studio Sport, want je ging zater dagochtend al op weg, soms vrijdag al, en je kwam meestal niet voor maandag thuis. Van de vier weken WK in 1974 ben ik een half jaar moe geweest zei Johan Cruijff. De prijs voor het mooiste handteke ningenpapiertje werd door Frank en mij overigens toegekend aan Miesje, die met een velletje gladgestreken zil verpapier aan onze tafel verscheen. Maar zij werkt dan ook op de redactie van Avenue een beroepsrenner belachelijke bedragen krijgt. Pak dan de voetballers aan. Wat die incasseren, dat slaat nergens op Alle sportjournalisten zijn het er tot nu toe over eens dat Clarke zowel in het flitsende combinatiespel van Ajax, als in de afwerking heeft gefaald, maar Johan Cruijff kwam na de (voortreffe lijke) wedstrijd Ajax-PSV in Vrij Ne derland met een heel andere visie op Ray Clarke. Hij vond hem een gouden greep van Ajax en hij legde in de feesttent van SDOB nog eens uit waar om. Iedereen weet, of zou behoren te weten, zei hij, dat de kracht van PSV schuilt in het wisselend opkomen van de achterhoedespelers. Nu eens stormt kennersblik. Knetemann heeft dan zojuist op het vliegveld Heathrow een VIP-ont- vangst doorstaan en later een wat stroeve confrontatie met prinses Margarets zoon Viscount Lynley soepel opgelost door de jonge prins tot diens verbijstering bij de revers te grijpen onder het uitroepen van: „Hé, wat geinig: een Raleigh-speldje”. Knetemann: Hoewel ik de betrekkelijk heid van roem wel inzie, vind ik de belang stelling die er voor me is een fijne erva ring. Ze vragen me momenteel nogal veel voor televisieoptredens, in een quiz en zo, waar ik erg veel plezier aan beleef. Wan neer ik maar enigszins kan, dan doe ik het. Financieel is dat heus geen interessante zaak maar als wereldkampioen voek ik me verplicht. Door al dat soort zaken ben ik verschrikkelijk bezig geweest na het we reldkampioenschap”. Een van de grootste veranderingen die Gerrie Knetemann uiterlijk onderging uit- te zich in de vervanging van zijn bril door contactlenzen. Een onwennig gezicht. Kne temann: „Ik ben aan het oefenen. Het bfevalt me geweldig. Vroeger had ik eeri hoop narigheid en veel tijdverlies door het op-en-af-zetten van die bril tijdens het om kleden. In de koers kwam er bovendien een hoop zweet op en in een sportpaleis kreeg ik steeds de schittering van de lam pen in m’n ogen. Vroeger durfde ik uit een soort drempelvrees niet aan contactlenzen te beginnen, maar nou ben ik blij met die dingen”. ang ar- f a- :ht ling. Met andere woorden: hij had zijn lof ten aanzien van Clarke niet geurt om die jongen een moreel ruggesteuntje te geven of hem uit de put te helpen, maar omdat hij, via zijn spelinzicht, dom weg geconstateerd had wat de sport journalisten dan blijkbaar niet hadden opgemerkt. Ik moet toegeven dat ik Clarkes rol, ook na Ajax-PSV, niet op deze merites heb bekeken, ook al is het niemand van de journalisten ontgaan dat hij de hele wedstrijd ijverig, zij het wat houterig en met weinig accelera tievermogen, heen en weer blijft dra ven. Heeft het röntgenoog van Johan Cruijff meer gezien dan wij? Volgende keer zal ik nog beter opletten STOPPER - 1 voetbal zo goed mogelijk te verkopen, een mening die ik uiteraard niet deel sinds ik geen lid meer ben van de redactie van het clubblad van Blauw wit. Ik vroeg daarom aan Johan, of zijn mening over Ajax’ nieuwe aankoop Ray Clarke zijn werkelijke mening was, of gezien moest worden in het licht van het positivisme, waarmee het voetbal benaderd moest worden. Ray Clarke is als vervanger van Ruud Geels door Ajax van Sparta overgeno men, hij prijkt inderdaad bovenaan de topscorerslijst, maar zijn meeste doel punten maakte hij tot nu toe uit straf schoppen, waarvan hij er bovendien nog eentje miste. vraag kwam van Derk-Jan Struick. Ik heb twee kleine vraagjes, zei hij: „Hoe veel doelpunten hebt u gemaakt, en mag ik uw handtekening?” Voor het uitdelen van de handtekeningen werd een half uur uitgetrokken, op de vreemdste vodjes haastig bijeenge gaard papier moesten de handtekenin gen worden gezet, waarbij Pé Mühren zich gemakshalve beperkte tot Pé of zelfs p. en ik er met een bescheidenheid die mij sierde, ervoor zorgde dat mijn handtekening noch aan de voorkant, noch aan de achterkant van het papier tje in aanraking kwam met Cruijffs handtekening, zodat de mijne er even tueel gemakkelijk afgeknipt kon wor den zonder de enig waardevolle hand tekening te beschadigen. F' "■X. Van Kraay naar voren, dan weer Brandts, dan weerKrijgh en wat me nu bij Ajax-PSV opviel was, dat Ray Clar ke steeds weer mee terugholde met die naar voren stormende vrije man, of het nu Van Kraay was of Brandts of een ander. Daardoor sorteerde dat speci fieke PSV-trekje geen effect en was Ray Clarke voor zijn elftal goud waard, ook al faalde hij dan op andere punten. „Of dat afschuwelijk is, zoeken ze daar binnen maar uitweert De Kneet zich in de aanval op wat hij in zijn bord samen bracht. Stan Tourné, nog bleek om de neus na de eerste inspannende uren van zijn debuut in een profzesdaagse, geeft de moed om antwoord te halen niet op. „Ik heb goe gekotst vannacht”, herhaalt hij. Knetemann: „dat komt door die korte bochtjes hier. De eerste avond. Daar moet je lijf aan wennen. Denk erom dat je maag opduvels krijgt”. Stan Tourné: „Het laat ste uur wist ik soms niet waar ik koerste”. Knetemann: „Als dat zo is, moetje natuur lijk wegwezen. Dat kan gewoon niet”. Tourné: Makkelijk gezegd, maar ze joegen me de piste op. Ik moest wel”. Knetemann: „Ik zeg altijd: je kunt de koe niet uit de wei halen als-ie er niet instaat. Die heb ik zelf bedacht en ik vind ’t een ijzersterke. Denk er maar eens goed over na”. De wereldkampioen wielrennen op de weg bestelt een tosti, bedient zijn maag daarna met ham and eggs, soigneert zijn eerste maaltijd van de dag af met zoete koek en schuifelt voor een bezoek aan verzorger Ruud Bakker („wereldkampi oen soigneur”) naar zijn cabine: een royaal vertrek maar in de bedompte sfeer van de catacomben hoestop wekkend. Zes dagen lang een weinig vrolijk tijdelijk onderko men. Een ander stuk behuizing ligt vijf minuten lopen verder: hotelaccommodatie met alle gemakken. De tijd dat zesdaagse- renners een uur of zestien op de fiets zaten en hun korte slaap verplicht in het sport paleis deden, is voorbij. „Als ik hier bin nen moest pitten”, zegt Knetemann over de Wembleyhal, „dan konden ze me na twee dagen op de vuilnishoop gooien. Die stoffige lucht zou me slopen”. Het derde gedeelte van de dag brengt Gerrie Knetemann door op de demontabe le baan waar zijn cabine een door Ruud gespeeld?”. „Ik heb een vraag voor Johan Cruijff”, was steeds het stereo tiepe begin, totdat een zeer originele geest besloot een vraag aan Jan Keizer te stellen. Het was in feite een meisje, Suzanne Spaans, dat de hamvraag dorst te stellen: „Waarom bent u niet naar Argentinië gegaan?” aardig te compenseren met een flinke in zet”. In het enge wereldje van specifieke pis- tiers, worden coureurs van het kaliber Knetemann en Raas altijd met gemengde gevoelens begroet. Enerzijds is er de er kenning van het feit dat populaire wegren ners met hun algemeen bekende grote uitslagen publiekstrekkers zijn. „Je kunt ze niet missen”, zegt Patrick Sercu. Ander zijds irriteert het de gemiddelde baanren ner dat in dat werk minder gespecialiseer de wegcoureurs de grootste happen uit het budget halen. „Wat er bijvoorbeeld vorig jaar gebeurde”, foetert de gemiddeld ruim duizend gulden bruto (netto iets minder dan de helft) per dag verdienende Belg Willy Debosscher, „met Thurau was ron duit schandalig. In Duitsland betaalden ze hem zo’n tienduizend mark per dag. Ik heb alle respect voor goede wegrenners en ze mogen ook best meer verdienen dan ik, mqar de verschillen moeten niet zo groot zijn. Ze worden overbetaald”. Peter Post kan zich goed opwinden wan neer het over de geldzaken van vedetten gaat. Hij behartigt de belangen van de als wereldkampioen in een financiële malle- Bakker opgetimmerd hoefijzer draagt. In de hoek een toiletemmer in Néerlands trot se kleur oranje, met daarop een regen- boogsticker en in stevige plakletters: „WE RELDKAMPIOEN”. Daar is al heel wat om afgelachen. Voor specifieke wegren ners als Gerrie Knetemann en zijn koppel- genoot Jan Raas met wie hij de roem bundelt om samen een financieel aantrek kelijke tijd door te maken, is zo’n eerste zesdaagse een kwelling. Jan Raas: „Je spieren krijgen opdonders, omdat ze zich heel anders moeten gaan zetten. Dat bete kent een paar dagen flink zweten”. Gerrie Knetemann: „Je rijdt op een heel ander soort fiets en in een totaal andere positie dan op de weg. Dat is erg wennen. Boven dien missen wij natuurlijk de techniek van de pure baanrenners, maar dat valt toch Knetemann en Raas, nog met bril, lossen elkaar af. molen terecht gekomen Gerrie Knete mann en vaak ook van de veel gevraagde Jan Raas, zijn spectaculair succesvolle duo van de TI-Raleighploeg. Met name rond Knetemann zijn er de afgelopep we ken nogal opzienbarende berichten ver spreid over diens contractuele vërlangens. In Chateaulin bijvoorbeeld, zou hij dik tien mille gevraagd hebben. „Peter Post: „Om precies te zijn, was dat 30.000 Franse francs. In de roddel gold dat bedrag alleen voor Knetemann, maar in werkelijkheid moesten die vijftienduizend gulden verdeeld worden door vijf man: Knetemann, Raas, Lubberding, de soig neur en de mecanicien. Van dat bedrag ging bovendien om te beginnen 33% bela- ting af, die de Fransen tegenwoordig me teen inhouden, plus dat van dat geld voor vijf man vliegtickets en hotelkosten be taald moesten worden. Reken maar uit wat er dan zo ongeveer voor die renners overschietKnetemann: „In de praat jes over mijn startgeld wordt verschrikke lijk overdreven. Ik overvraag echt niet. Het enige wat ik wil, is de prijs die men voor elke wereldkampioen over heeft”. Post: „Hoeveel dat is, zeg ik niet”. Knete mann: „Je hebt een hoop onkosten: reis, personeel, logies. Ze denken allemaal dat wij tonnen overhouden, maar dat is niet zo. Nou ja, is wél zo: regentonnen Jan Raas: „Ik zal niét ontkennen dat het fman- cieel aantrekkelijk is, maar men moet? dat ook niet overschatten. Alleen al niet, om dat wij die bedragen niet elke dag uitbe taald krijgen. Deze winter zou ik een hoop werk kunnen aannemen, maar in het be lang van mijn gezondheid ga ik het rustig aan doen. Ik heb de komende maanden nodig om mijn accu op te laden voor het volgende weéseizoen”. Peter post: „Echt, de mensen vergissen zich in die situatie. Een profcoureur moet in korte tijd zijn geld verdienen. Toen ik stopte kon ik het me heus niet permitteren om te gaan renteniéren, terwijl ik toch aardig wat uitslagen bij elkaar had. Ik reed 165 zesdaagsen, ik haalde succes op de weg, maar rijk Neen. Lekker ver diend, dat wel, maar mag het? Op m’n 38e kwam ik als wielrenner in het ziekenhuis terecht met een hersenschudding, een her- •nia, een bekkenfractuur, een sleutelbeen- breuk en een trombose in m’n linkerbeen. Dat zijn toch risico’s, die je met je lichaam neemt waar wel wat tegenover mag staan, of niet soms Zeg me asjeblieft niet dat Nadat alle kinderen hun handteke ningen binnen hadden werden ze, om half tien, naar huis gebonjourd en gin gen de volwassenen nog even verder. Johan Cruijff had gezegd, dat spelers, publiek en sportjournalisten veel meer moesten samenwerken om het produkt Het gewin van een zesdaagse zal door Gerrie Knetemann en Jan Raas niet voor honderd percent worden utgebuit. Ze doen er slechts een handjevol, omdat meer niet in hun voorbereiding op het wegseizoen past. „Ik wil twee keer naar de wintersport en een korte vakantie in Spanje”, zegt Knetemann over de komende maanden. „Het zijn niet zo’n geldwolven als iedereen wel denkt”, aldus Peter Post. „Weet je waar ik goed ziek van word? Van die Nederlandse mentaliteit die ik nou weer tegengekomen ben. Als een organisator de prijs van Knetemann en Raas wil drukken, roept-ie dat die jongens wat moeten doen in het belang van de Nederlandse wieler sport. Ze gaan op leven-en-dood onderhan delen over vijfentwintig gulden, maar als ik dan een comité-lid hoor roepen en dat is gebeurd dat hij Bernard Hinault aan de start wil, „al kost die twintig mille”, dan word ik toch effe goed kwaad”. Gerrie Knetemann intussen, vermaakt zich best met zijn status van wereldkampi oen. „De goeie allure”, zegt Peter Post met J -S 'V 4 - JRf fl W Wl 1 WWW XWX WW I 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 33