RECHTSONGELIJKHEID TUSSEN HULPVRAGERS CRISIS INTERVENTIE CENTRUM
van het CIC
7
4
Het geldkanaal
I
1
Rechtsongelijkheid
'I
[1
I
15
DONDERDAG
2 8
SEPTEMBER
19 7 8
14
2,-)
i
(Van onze verslaggevers)
HAARLEM. Inwoners uit de regio
Kennemerland en de Bollenstreek die in
crisissituaties een beroep doen op de hulp
verleners van het in Haarlem gevestigde
Crisis Interventie Centrum moeten er reke
ning mee houden dat zij.na verloop van tijd
een nota voor die hulp gepresenteerd krij
gen. Afhankelijk van het inkomen van de
hulpvragers kan namelijk op grond van
artikel 10 en artikel 56, lid 2 van de Algeme
ne Bijstands Wet (ABW) een eigen bijdrage
in de zeer hoge kosten worden verlangd.
Een dag verblijf in het Crisis Interventie
Centrum (CIC) kost dit jaar 292.
:d),
urj
I
I
KI
O
-
i
Sociale Diensten
passen bijstandswet
niet uniform toe
sse
van
Aan elke crisis komt een einde
:4:
n.
ot
3l.
leed is geleden.
FRANS NYPELS
nTiriiiiinniiniiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
tt
-4
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim
it
ge-
Er is feitelijk maar één oplossing moge
lijk als er meteen een einde aan die rechts
ongelijkheid wordt gemaakt. Wanneer de
Haarlemse politici en de beleidsvoerders
uit de regio-gemeenten het Crisis Interven
tie Centrum een zinvolle voorziening blij
ven vinden dan zal daar op de gemeentelij
ke begrotingen geld voor moeten worden
uitgetrokken. Tenminste: indien iedereen
vasthoudt aan de wens dat de kosten niet
op de cliënten mogen worden verhaald.
Die keuze is door de afwentelingsmoge-
lijkheid via de Algemene Bijstands Wet in
1977 niet gemaakt. Het spuien van emoties
(in de raadzalen) en het verwerken van
emoties (in het Crisis Interventie Centrum)
mag Haarlem en de omliggende gemeen
ten best geld kosten
In Den Haag op het ministerie van Cul
tuur, Recreatie en Maatschappelijk werk
toont men zich niet verbaasd over de vast
stelling dat de wetstekst van de Algemene
Bijstands Wet ruimte laat voor verschillen
de uitleg waardoor die rechtsongelijkheid
tussen Nederlandse burgers ontstaat. Men
doktert aan een regeling - een stelsel van
normen en toetsingscriteria - om geconsta
teerde ongelijkheid in behandeling tot een
minimum te beperken. Maar Haagse mo
lens draaien langzaam, dus zal het nog wel
een tijdje duren voordat de gewenste uni
formiteit bij de uitvoering van de Algeme
ne Bijstands Wet is bereikt.
Het gevolg van het gekozen systeem van
indirecte financiering via de Algemene
Bijstands Wet leidt evenwel, zo blijkt ach
teraf, tot onaanvaardbare rechtsongelijk
heid. Hulpvragers die niet in Haarlem,
Velsen of Haarlemmerliede/Spaarnwoude
wonen moeten er rekening mee houden
dat onder bepaalde omstandigheden - af
hankelijk van het inkomen, het vermogen
en de leefsituatie - voor de hulp van het
Crisis Interventie Centrum betaald dient
te worden. Het kan dan om forse bedragen
gaan want het Crisis Interventie Centrum
is door de eerder genoemde afwentelings-
mogelijkheid via het bijstandsgat een kost
baar opgetuigd prestige-object geworden
met zijn „verpleegprijs” van krap 300 per
dag.
Anja had altijd als gezinsverzorgster ge-
auw
:sel.
,dus
rassen
w
R
aen
uist
Door het gebruik van het werkwoord „kunnen” in
het ABW-artikel 56, lid 2 - in vakjargon het „kant-
artikel” genoemd - heeft de wetgever de mogelijkheid
opengelaten dat per geval van de regel mag worden
afgeweken. Uitvoerders van de ABW, de gemeentelij
ke sociale diensten, die de nota’s van het CIC ontvan
gen en meteen betalen hebben de vrijheid het zoge
noemde „kan-artikel” na onderzoek naar eigen inzicht
te hanteren. In de praktijk leidt dit in de regio Kenne-
merland, zoals een telefonische enquête uitwees, tot
rechtsongelijkheid.
Gemeentelijke sociale diensten in Hillegom, Lisse,
Noordwijkerhout, Sassenheim en Bloemendaal hou
den zich strak aan de wetstekst en vragen, indien de
inkomenspositie en/of vermogenspositie van de in hun
gemeenten wonende CIC-cliënten dit toelaten, een
eigen bijdrage in de kosten, terwijl de gemeentelijke
sociale diensten van Haarlem, Velsen en Haarlemmer
liede/Spaarnwoude het „kan-artikel” veel soepeler
hanteren. In Heemstede en Bennebroek wordt pas tot
het zogenoemde „verhaal” van de eigen bijdrage in de
kosten overgegaan na diepgaand overleg met de hulp
verleners van het CIC. In Zandvoort is nog geen
besluit gevallen. Het nieuwe college van B en W moet
HAARLEM. De financiering van
het Haarlemse Crisis Interventie Cen
trum is tot aan de oprichting toe een
heet hangijzer geweest. Doordat de fi
nanciering niet viel onder te brengen in
de bekende financieringskanalen als bij
voorbeeld de Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten is uiteindelijk gekozen
voor een systeem van indirecte financie
ring via de Algemene Bijstands Wet.
Wat wil dat zeggen? Tijdens zijn ver
blijf in het Crisis Interventie Centrum
ondertekent de hulpvragende cliënt een
formulier waarin om financiële bijstand
wordt gevraagd in de kosten van de
behandeling in het CIC. Daarom gaan de
het bestaan van het Crisis Interventie Centrum is wel
degelijk geprobeerd een eigen bijdrage in de kosten te
verhalen. Het leverde veel onrust, veel weerstand en
veel angst op. De ervaring van de sociale dienst was
dat betrokkenen daardoor in een nieuwe crisissituatie
dreigden te belanden. En dat kon toch niet de bedoe
ling zijn. Vandaar het devies de wet vooral soepel te
hanteren.
Dus: rekening houden met de belangen van de
betrokkenen én - niet te vergeten - met de belangen
van het Crisis Interventie Centrum. Dat laatste speelt
ook een rol bij de vertaling van de wetstekst. Als de
hulpvragers - mensen die plotseling in een crisissitua
tie verzeild raken - weten dat zij na de „behandeling”
een nota onder de neus kunnen krijgen geduwd dan
gaan zij niet naar het CIC toe. Hulpverleners uit het
welzijhsveld hikken zwaar tegen zo’n financiële drem
pel aan. Directeur Lagerweij: „Daarom hebben wij
gezegd: in principe verhalen we de kosten via een
eigen bijdrage als de inkomens- en/of vermogens
positie dit toelaten, maar wij houden daarbij rekening
met de bedenkingen van het CIC daaromtrent”.
Het verzoek van de directeur van het CIC, de
socioloog drs. H. de Bont, om een schriftelijke verkla
ring van de sociale dienst van Haarlem waarin zou
worden gesteld dat er niet „verhaald” zou worden,
werd vriendelijk doch beslist afgewimpeld. Lager
weij: „Dat mogen, kunnen én willen we niet”.
In hoeverre wijkt de souplesse van de Haarlemse
sociale dienst (en uiteraard ook die van Velsen en
Haarlemmerliede/ Spaarnwoude) in vergelijking met
de gevolgde handelwijze in de bollenstreekgemeen-
ten, in Beverwijk, Heemskerk, Heemstede en Benne
broek van de geest van de wetstekst af? Een spijker
harde conclusie valt niet te trekken. Tijdens de telefo
nische enquête bij de woordvoerders van de diverse
gemeentelijke sociale diensten kwam evenwel naar
voren dat het algemeen bekend is „dat Haarlem niet
verhaalt”. Een bewering die door de Haarlemse socia
le dienst in zijn algemeenheid niet wordt bevestigd.
De feitelijke situatie van dit moment lijkt te zijn dat
de sociale diensten van Haarlem, Velsen en Haarlem-
den en ook nog twee andere recreatie-
lokaliteiten. De verantwoording van de
hulpverlening berust bij de vaste, gediplo-
gingen, hebben hun tol geëist in de vorm
van t
hulpverleners (twee keer daags) komen
De directeur van het CIC, drs. De Bont geeft desge
vraagd toe dat het hem bekend is dat de gemeente
Haarlem geen bijdrage in de kosten op zijn cliënten
verhaalt. Dat er op die manier sprake is van rechtson
gelijkheid lijkt hem ook een gewettigde conclusie. De
ruchtbaarheid rond die gesignaleerde rechtsongelijk
heid vindt hij een ongelukkige zaak. Hij vreest dat de
discussie hierover drempelverhogend werkt. „Als de
mensen horen dat ze voor hulp in crisissituaties even-
tueeel moeten betalen”, zo luidt zijn verweer, „dan
moet je aannemen dat er minder mensen naar het
Crisis Interventie Centrum komen”.
„Trouwens”, zo vult hij aan, „uit de gegevens blijkt
dat de meeste mensen die bij het CIC om hulp vragen
nu juist niet in een inkomensgroep vallen die verhaal
van een eigen bijdrage in de kosten wettigt. Na de
eerste drie maanden bleken er maar 27 van de in
totaal 117 cliënten in loondienst werkzaam. Maar
liefst 90 hulpzoekenden genoten een of andere sociale
uitkering”.
Uit zijn mond vernamen wij nog dat begin oktober
tussen de diverse beleidsvoerders van gemeentelijke
sociale diensten een bijeenkomst wordt belegd waar
bij de hele problematiek rond de rechtsongelijkheid
aan de orde komt. Tot slot: ook drs. De Bont acht een
eigen bijdrage naar draagkracht een normale zaak.
„Dat is dan een politieke stellingname”, voegt hij
eraan toe. „Maar door de aard van de problemen
waarmee mensen naar ons toekomen zet ik bij die
stellingname vanuit de praktijk wel wat vraagtekens.
Het is bijvoorbeeld maar de vraag of je mensen met
relatie-problemen achteraf een rekening kunt sturen
die op zichzelf een aanleiding kan vormen voor een
nieuwe crisis”.
Voor Joris is het de laatste dag, dat hij
met vrienden en vriendinnen in nood een
hapjeeet. Sinds hij ontwaakte uit zijn
angstige valiumdroom heeft hij de zaken
weer redelijk op een rijtje staan. Hij wil op
kamers gaan wonen, een plan dat vanuit
het centrum is ondersteund. Het zal wel
moeilijk worden vanwege de woningnood,
maar Joris heeft nog een paar kennissen
waar hij een tijdje terecht kan. En als het
helemaal niet lukt dan kan hij gewoon
weer naar huis. Dat is zo afgesproken met
zijn ouders, die hem in het centrum heb
ben opgezocht.
Tot aan het minimumloon (daaraan
zijn de sociale minima van uitkeringsge
rechtigden gekoppeld) is er geen verhaal
mogelijk. Verdient de cliënt meer dan het
minimumloon dan bepaalt de sociale
dienst volgens bepaalde normen de zoge
noemde bijstandscapaciteit. Het kan dus
zo uitvallen dat slechts een deel van de
kosten (een bijdrage) wordt verhaald.
Hoe florissanter de inkomens- en/of ver
mogenspositie des te hoger de eigen bij
drage kan uitvallen. Nogmaals: kan uit
vallen. Dat hangt van het oordeel van de
ambtenaar van de betreffende sociale
dienst af, die zich uitvoerig op de hoogte
heeft gesteld van de leefomstandigheden
van de bijstandsvragende cliënt.
;ka-
bus
per
van
den
nde
)m-
met
van het treffen van allerlei regelingen, die
nieuw perspectief moeten scheppen. De
meeste mensen verblijven op eigen ver
zoek in het centrum of zijn verwezen door
familie en kennissen (40 procent). Via me
dische kanalen komt 30 procent van de
hulpvragers binnen, via de politie 11 pro
cent en langs de weg van andere maat
schappelijke dienstverlening 19 procent.
Onder de aluminium deksels geurt bief
stuk tartaar. Joris en Anja rijden de kar
voorzichtig over de drempel. De maaltijd
komt iets later dan gewoonlijk, omdat de
meeste bezoekers (alle tien bedden zijn
bezet) een nogal uitgelopen strandwande
ling hadden gemaakt. Gerard is niet mee
geweest. Hij wil zich liever voorbereiden
op de emotionele confrontatie, die hem
's middags te wachten staat. Dan zal hij
samen met zijn vaste begeleider de koffers
uitpakken, waarin de kleding van zijn
overleden vriendin is opgeborgen. Een
stapje op weg naar de verwerking van het
rouwproces, waarin hij is ondergedom
peld.
het
oek
rdt.
:en,
ibal
rekeningen van het CIC ook rechtstreeks
naar de sociale dienst van de gemeenten
waar de cliënten wonen. Daar wordt ver
volgens bekeken of bijstand kan worden
verleend. De inkomens en/of vermogen
spositie van de bijstandvrager is in eerst
instantie bepalend voor het verlenen van
financiële hulp via de bijstandswet. Te
vens spelen individuele factoren in de
leefsituatie van de cliënt een rol.
merliede/ Spaarnwoude de „kan-formule” uit de Alge
mene Bijstands Wet aldus vertalen: „geen verhaal,
tenzij.” En dat „tenzij” slaat dan op zwaarwegende
argumenten die ertoe kunnen leiden dat men wel een
bijdrage in de kosten van het CIC op de cliënt ver
haalt.
Als je het gangetje aan de Schotersingel
doorloopt, wijzen borden de weg. De deur
is altijd open en er is altijd iemand die je
opvangt. Geen dokter, die z’n opwachting
maakt in een witte jas en ook geen psychi
ater die je vorsend bekijkt als „een nieuw
geval”. Het Crissis Interventie Centrum
Zuid-Kennemerland is op een maatschap
pelijke leest geschoeid. Er werken vaste
hulpverleners (maatschappelijk werkers,
psychologen en psychiatrisch verpleeg
kundigen) samen met een team van vrij
willigers. Het centrum ademt een huiselij
ke sfeer, ook al blijft het huishoudelijk
gebeuren tot een minimum beperkt. Ieder
een heeft zijn eigen kamer, er is een ge
meenschappelijk vertrek waar gepraat,
gelezen of spelletjes gedaan kunnen wor-
Jaren hebben Haarlemse politici uit alle
partij-politieke geledingen er hard voor
geknokt om in Haarlem een Crisis Inter
ventie Centrum van de grond te tillen.
Midden 1977 werd het grootste obstakel op
de weg naar realisering van deze wens - de
financiering - geslecht. Men besloot het
financieringskanaal van de Algemene Bij
stands Wet (door deskundigen het „gat”
van de Bijstand genoemd) te benutten.
Minder vriendelijk geformuleerd het leek
de voorvechters van het Crisis Interventie
Centrum een aardige gedachte om de kos
ten van een door hen als noodzakelijk
betitelde voorziening voor Haarlem én de
regio op de Nederlandse gemeenschap af
te wentelen. Het motief laat zich gemakke
lijk raden. Uit de verslagen van raads- en
commissievergaderingen in de aanloopfa
se van het CIC valt op te maken dat er bij
iedereen grote huiver bestond om de kos
ten van de behandeling in het Crisis Inter
ventie Centrum op de hulpvragers te ver
halen.
plekken van haar ouderlijk huis. Alles zou
beter gaan, beloofde ze zichzelf. Maar toen
ze voor het eerst van haar leven hoorde
wie haar vader was geweest, raakte Mar-
greet opnieuw van de kook. Binnen een
paar dagen was haar gezinsleven ontre
geld en dreigde ze weer in een ernstige
depressie te raken. Haar man stond de
poging tot zelfmoord, die ze ooit had ge
daan, nog duidelijk voor ogen. Hij zag
maar één oplossing: het Crisis Interventie
Centrum.
werkt. Ze vond het geweldig om de steun bij de psychiater, ondervond de behande-
en toeverlaat van hulpbehoevende fami- ling als „kil” en „onpersoonlijk”. Ze kon
lies te zijn. De laatste tijd had ze te veel niet vrijuit praten over haar moeilijkhe-
hooi op de vork genomen. Ze torste te veel den en omdat ze persé niet naar huis wilde
leed van anderen met zich mee en raakte lag het alternatief voor de hand: het Crisis
overspannen. Ze dacht altijd eerst aan
anderen en werd zo opgeslokt door proble
men buiten haarzelf dat ze geen tijd kreeg
om aan zichzelf te denken. Anja gunde
2 22„, _2L iMaar haar lichaam liet haar ook in de
vend is. Binnen een paar weken draaide steek en ze moest geopereerd worden.
Anja helemaal door. Zover, dat ze op een Toen ze goed en wel was hersteld viel ze op
In dat licht bezien blijft de pikante vraag
onbeantwoord of de rechtsongelijkheid
rond de afwikkeling van de financiële ge
volgen van hulp van het Haarlems Crisis
Interventie Centrum vandaag of pas over
één jaar moet worden uitgewist. Vanuit
het standpunt van de burger gezien geldt
één antwoord: natuurlijk vandaag. Voor
politici heeft de zaak twee kanten. Emotio
neel geredeneerd zullen zij hetzelfde ant
woord geven als de burger. Als verant
woordelijke politici komen ze met dat ant
woord evenwel in de knel. Indien de socia
le diensten van Haarlem, Velsen en Haar
lemmerliede/Spaarnwoude de wetstekst
minder soepel hanteren dan tot nu toe
gebeurd is dan lijkt hun warme taal uit
1977, dat cliënten van het CIC wat de
kosten betreft moesten worden ontzien, op
een Iqos gebaar. Dan immers zullen ook de
inwoners uit voornoemde gemeenten na
verloop van tijd een rekening voor een
eigen bijdrage in de kosten op de deurmat
vinden.
Hij begreep niet waarom ze hem te oud
vond. Als je van iemand houdt speelt leef
tijd toch geen rol? En bovendien, hij was
pas in de twintig; dat kon nooit te oud zijn,
ook al was ze een paar jaar jonger. En
waarom had ze gezegd dat hij te serieus
was? Hij wilde gewoon graag bij haar zijn.
Was het nu echt allemaal voorbij? Hij
voelde zich wegglijden in een bodemloze
put, overmand door onbegrepen verdriet
en onmacht. Als hij thuis bleef zou het nog
veel erger worden, bedacht hij, want ze
kwam iedere dag door de straat, omdat ze
vlak bij woonde. Erover praten met vader
en moeder? Ze zouden hem toch niet be
grijpen, evenmin als z’n broers en zusters.
Die hadden wel wat anders aan hun hoofd.
Zo zat hij uren rusteloos op zijn kamer, z’n
hoofd suf piekerend over hoe het nu alle
maal verder moest. Hetzelfde gevoel als
vorig jaar toen hij zich een jaap in zijn
linkerpols had toegebracht en dat tegen
over iedereen had verzwegen. Uit angst.
Vertwijfeld bedacht hij dat z’n moeder een
flesje valium in een kastje had staan. In
één keer kiepte hij de tabletjes achterover.
Een slok water en het was gebeurd. In
paniek rende hij naar buiten, richting zie
kenhuis. Zou hij onderweg in elkaar zak
ken? Toen Joris de volgende dag wakker
werd wist hij niet wie hij was. Langzaam
kwam hij tot het besef dat hij van huis was
weggelopen. Hoe kwamen die krassen in
zijn pols? En wie was die grote blonde
man, die zich over hem heen boog? Een
dokter in spijkerbroek? Nee, hij was niet
in een ziekenhuis en z’n maag was ook niet
leeggepompt. De dosis valium was te klein
geweest. En zijn grote problemen beter
geschikt om te worden doorgesproken bin
nen de hulpverlening van het Crisis Inter
ventie Centrum.
te hebben. Ze zou zich meer concentreren
op de toekomst en niet meer denken aan
de tijd dat ze in tehuizen was opgegroeid.
En ze zou ook niet meer wroeten in de lege
zich nog over deze zaak buigen. In Beverwijk en
Heemskerk wordt van geval tot geval bekeken.
De vastgestelde souplesse bij het hanteren van het
„kan-artikel” uit de Algemene Bijstands Wet houdt
feitelijk in dat cliënten van het Crisis Interventie
Centrum die in Haarlem, Velsen en Haarlemmerlie
de/Spaarnwoude wonen, gratis hulp kunnen krijgen.
Dit wordt weliswaar niet openlijk toegegeven, maar
op de vraag wat „soepel” betekent antwoordde de
directeur van de gemeentelijke sociale dienst te Haar
lem, drs. A. Lagerweij: „een doodenkele keer is een
eigen bijdrage in de kosten gevraagd”.
Kan dit zomaar? Bij het ministerie van Cultuur,
Recreatie en Maatschappelijk Werk (CRM) toont een
woordvoerder zich niet verbaasd over de gesignaleer
de rechtsongelijkheid. Geduldig wordt uitgelegd hoe
het „kan-artikel” moet worden gehanteerd. Indien de
inkomens- en/of de vermogenspositie van de bijstand
vrager dit toelaat - er moet een inkomen zijn hoger
dan het minimumloon - wordt „verhaal” van de kos
ten via een eigen bijdrage verwacht. Navraag bij -de
provinciaal consulent bijstandszaken van het ministe
rie van CRM in Haarlem, de heer A. Zijlmans leverde
dezelfde genuanceerde verklaring op. „Het probleem
van een verschillende aanpak is in zijn algemeenheid
in dit soort zaken bekend. De geest van de wet mag je
zo vertalen: je moet de kosten op de bijstandvrager
verhalen, tenzij...’, deelde hij mee.
Tenzij houdt in dat er zwaarwegende redenen moe
ten zijn om van de geest van de wet af te wijken. In
Den Haag studeert men op een regeling om de in de
regio Kennemerland gesignaleerde rechtsongelijk
heid, die overigens ook elders in het land voorkomt,
uit te bannen. Die studie zal nog wel wat tijd in
beslag nemen.
Zwaarwegende redenen, daar ligt ongetwijfeld het
motief voor de verschillende aanpak. Bij de gemeente
lijke sociale dienst van Haarlem (meer dan de helft
van de CIC-cliënten, namelijk 61 procent is uit Haar
lem afkomstig) is men gaarne bereid wat meer inzicht
te verschaffen over de vraag waarom in Haarlem de
wet zo soepel wordt toegepast. In het prille begin van
kent uit het ziekenhuis, geeft haar toch een
vertrouwd gevoel. Haar man is al een paar
vervullen. Ze praten met de mensen over’ keer geweest en eigenlijk wil ze het liefst
Anja blijft nog een dagje. Na het eten zal
ze haar ouders ontvangen om samen met
haar begeleidster te praten over de nabije
toekomst. Het staat wel vast dat ze weer
naar huis gaat, maar er zullen wel afspra-
ken gemaakt moeten worden over de ma-
vöör’de" komst^naar het’centrum’ vooraf nier waarop ze thuis kan functioneren. Ze
2„’„2.L_LLL L. i heeft goede hoop dat het getij zich wat dat
uitputting. De gesprekken met de betreft gunstig zal keren. „Kijk zegt ze,
_21J1i „die plant heb ik gekregen van een me-
pas op gang als een nachtje over de crisis vrouw bij wie ik in de gezinsverzorging
is geslapen. Dan wordt geprobeerd het heb gewerkt. Alle andere planten hier heb
probleem duidelijk in beeld te brengen en ik water gegeven. Alleen deze nog niet”,
worden afspraken gemaakt met mensen, Ze herkent uit haar eigen woorden symbo-
die onmiddellijk bij de ontstane crisis- bsch het gedrag, dat haar in moeilijkheden
situatie zijn betrokken, (ouders, echtgeno- heeft gebracht en haalt de gieter voor haar
ten, vrienden enz.) De ergste druk moet eigen plant. De hechtingen zitten nog in
binnen zeven dagen van de ketel worden baar polsen. Ze moet leren zichzelf niet te
genomen; langer mogen mensen in nood vergeten.T)irk Panman
niet in het centrum verblijven. Daarom L*1CK raimia i
staan de laatste dagen meestal in het teken
Interventie Centrum.
aSinds een miskraam was het met Mar-
zich daarvoor ook geen tijd, want zodra ze greet bergafwaarts gegaan. Ze was in de
dat deed bekroop haar een onbestemd war geraakt en verbleef enige tijd in een
gevoel van schuld. Maar zo ging het ook rusthuis. Telkens als ze er weer enigszins
niet goed. Op advies van een collega ging bovenop was deden zich binnen haar gezin
ze de ziektewet in om tot rust te komen, weer problemen voor waar ze niet tegen
Maar thuis herhaalde zich haar „werklust” opgewassen bleek. Vorig jaar had ze een
op kleinere schaal. In het ouderlijk huis tijd in het ziekenhuis gelegen, aanvanke-
werd vaak een beroep op haar gedaan, lijk voor een therapeutische behandeling,
vooral door haar moeder, die hulpbehoe- MI l._l—1—i l._---- - --
Anja helemaal door. Zover, dat ze op een Toen ze goed en wel was hersteld viel ze op
moment van moedeloosheid een einde aan een ongelukkige manier met haar hoofd
haar leven wilde maken. Met een stuk glas tegen een kast waarbij ze een hersen-
sneed ze in haar polsen. De wonden kon- schudding opliep en dus nog langer in het
den worden gehecht in het ziekenhuis, ziekenhuis moest blijven. Ze was dolblij
waar ze werd verwezen naar de Sociaal dat ze eindelijk weer naar huis kon, naar
Psychiatrische Dienst. Maar met haar an- haar man en kinderen. Ze deed haar best
dere wonden kon men daar weinig of niets om niet weer te verzinken in depressies,
uitrichten. De gesprekken verliepen moei- die hun wortel diep in haar verleden leken
zaam, Anja voelde zich niet op haar plaats
Margreet zit wat stilletjes voor zich uit te
kijken. Ze maakt niet zo gemakftelijk con-
tact met de andere bezoekers, maar het
meerde krachten, terwijl de vrijwilligers feit dat ze één,var^de vaste hulpverleners
behulpzaam zijn bij de eerste opvang en
verder een belangrijke sfeerbepalende rol
alledaagse dingen, gaan met hen de stad in z° snel mogelijk weer naar huis. Het ergste
en stellen de bezoekers zoveel mogelijk op
hun gemak. Zo hoeft iemand, die het cen
trum bezoekt niet voortdurend op z’n hoe
de te zijn dat elk „therapeutisch” pioment
ogenblikkelijk zal worden benut.
De eerste dag staat meestal in het teken
van rust. De spanningen, die aan dagen