Wethouder Jan Schaefer moet stads-
2
waarmaken
Extra geld
Duurder
Koeriers
9”
Ondergronds
Openbaar vervoer
Schaatsvlakte
vernieuwing
in Amsterdam
n
„Blij dat-ie
er is.
Ir
Het geld is er, dat ligt
bij de pensioenfondsen
1
Niet uit de stad
DONDERDAG
ELLY VAN HOEVEN
d.
3f-
echt.
die U
bij
ngen
:en.
v
iktie.
5^1
AMSTERDAM. Stadsver
nieuwing is dè grote opgave waar
voor wethouder Jan Schaefer zich
gesteld ziet. Een zeer been in Am
sterdam, want er moet zoveel en
op zoveel plekken tegelijk ver
nieuwd worden.
Schaefer: „Je moet het inte
graal aanpakken. Het mag niet
ontaarden in wachten op elkaar.
Je kunt ook niet het een om het
ander uitstellen. Je moet een dui
delijke visie hebben en je mag de
dingen niet over je heen laten ko
men. Soms ontbreken man- en
plankracht, dat is jammer, maar
daar is niet altijd wat aan te doen.
De naar buiten toe meest zichtba
re problemen zijn in Amsterdam
de bouwproduktie, de kosten en
het leren bouwen in steden. Zoiets
vraagt nafnelijk heel eigen oplos
singen.”
AMSTERDAM
We staan nu voor de keuze
a
n
a- Jan Schaefer: „Is stadsvernieuwing nou wel zou duur?”
EN
nt.
i af-
AI heet je nou honderd keer Jan Schae
fer, de erfenis van stoeten voorgangers
blijft. „Ach, dat valt mee”, zegt Schaefer,
„het zijn allemaal lopende zaken. Dat is
nou het voordeel van afspraken vooraf:
het akkoord is in de verschillende dien
sten bekend, de mensen weten in welke
richting de zaken gaan. Dat maakt het
ovememen gemakkelijker, doorzichtiger.
Goed, er liggen natuurlijk wel dingen die
ik zelf anders had gedaan; daarbij moet je
dan maar bekijken of er nog iets bij te
sturen valt”.
Het Gemeentevervoerbedrijf heeft per
1 oktober de winterdienstregeling laten
ingaan. Er zijn niet zoveel veranderin-
De ondergrondse passagiershal van
het metrostation Weesperplein heeft er
een attractie bij. De gehaaste reiziger
kan een negen minuten durende diavoor
stelling aanschouwen over de archeologi
sche vondsten in de Amsterdamse bo
dem tijdens de bouw van de metro. In
januari komt er een nieuw programma.
Het bureau Publiciteit van Publieke Wer
ken legt er de nadruk op dat het een
voorstelling gaat worden over een niet
commercieel onderwerp. De dia’s zijn
van ’s morgens negen tot ’s avonds negen
te bezichtigen. Doorlopende voorstelling.
gen, maar belangrijk is te melden dat
buslijn 5 voortaan rijdt onder het num
mer 56. Buslijn 33 kiest een snellere route
door Noord, waardoor de haltes Wadden
weg en Meeuwenlaan komen te verval
len. Bus 32 blijft deze haltes aandoen. De
ringlijnen in de Bijlmermeer (50 en 51)
gaan tussen Flierbosdreef en Station
Bijlmer via de Karspeldreef en de Fop-
pingadreef rijden. Nieuwe haltes op deze
routes: Hofgeest, Hogevecht en Hakfort.
Het GVB heeft zojuist een folder klaar
gekregen over de winterdienstregeling.
Naast alle trams, bussen, metro en veren
is er ook een overzicht gegeven van de
dienstregelingen streekvervoer: CN, En-
habo, Flevodienst voor zover deze in het
Amsterdamse zonegebied rijden. Voor
de eerste keer is bovendien de complete
dienstregeling afgedrukt van de treinen
op het traject Sloterdijk, Centraal Stati
on, Muiderpoort, Amstel, Bijlmer, omdat
op dit traject ook mag worden gereisd
met enkele ritten, rittenkaarten en com-
bikaarten. De folder ligt klaar in elke
tram, bus of metro.
ijsvorming in de kiem gesmoord wordt
door de rondvaartboten en door het re
gelmatige spuien van het vieze grachten
water.
Bakker: „Het kan allemaal prima.
Daar hoeft het niet eens zo hard voor te
vriezen. Er moet alleen een verordening
komen om te verhinderen dat het prille
ijs wordt omgeploegd. Ik stel mij voor
dat bepaalde grachten met kettingen
worden afgesloten. Die rondvaartboten
kunnen ook nog wel een functie krijgen
door ergens te blijven liggen en erwten
soep of koek te verkopen. Dat spuien van
het water is ook niet nodig wanneer er ijs
op ligt, want de stank wordt vanzelf
tegengehouden. Stel je de schaatstafere
len voor op oude schilderijen. Het decor
hebben we nog steeds. Het lijkt me
prachtig”. z
iar
le-
1U
?lt
eg-
Cl
1.
ver-
Sinds enkele jaren kent Amsterdam
het verschijnsel van de particuliere koe
riersdienst. Razendsnelle felgekleurde
bestelautootjes beconcurreren elkaar op
leven en dood met de brief of het pakje
van de klant als inzet. Ook Tante Pos
rook geld. Begin dit jaar startte de PTT
een eigen snelpostdienst tegen tarieven
die door de particuliere bestellers direct
als „moordend laag” genoemd werden.
De gevolgen bleven niet uit. Robo BV
ging een paar weken geleden failliet. De
directie stak een beschuldigende vinger
uit naar de PTT, die dit particuliere
initiatief volledig de grond in zou willen
boren. Intussen heeft staatssecretaris
mevrouw Smit-Kroes geantwoord op
vragen van het WD-Kamerlid De Beer,
dat zij niet gelooft dat de nieuwe snel
postdienst van de PTT hoofdoorzaak is
geweest van het faillissement van Robo
BV. De staatssecretaris kwam met cij
fers over de brug. De PTT heeft voor
haar nieuwe koeriersdienst in de hoofd
stad tien auto’s ingezet, terwijl alle parti
culiere vervoerders daar met 150 tot 200
bestelauto’s rijden. Het wachten is op het
eventuele volgende faillissement.
„Omstreeks de jaarwisseling krijgen
koude stromingen uit het oosten de kans
voor enige tijd tot Amsterdam door te
dringen, zodat de mogelijkheid bestaat
dat het water bevriest”. Zo begint het
D’66-raadslid E. C. Bakker zijn IJs-nota,
die hij vorige week aan gemeentebestuur
en raad heeft aangeboden. Het nieuw
bakken raadslid houdt een ijzersterk
pleidooi om bij het geringste ijsvliesje
alle scheepvaart direct te stoppen op de
waterpartijen binnen de cirkel Singel-
gracht, Brouwersgracht en Amstel, te
neinde een riante schaatsvlakte in de
binnenstad te verkrijgen. De gemeente
raad zou hiertoe een nieuwe verordening
moeten aannemen. Nu is het zo dat elke
Een nieuwe dienstregeling gaat mees
tal gepaard met een nieuw tarief. Am
sterdam blijft hierin niet achter. De prij
zen van alle vierrittenkaarten blijven
hetzelfde, maar enkele ritten voor een,
twee en drie zones gaan respectievelijk
1,10, 1,30 en 1,50 (rode kaarten) en
0,55, 0,65 en 0,75 (blauwe kaarten)
kosten. De prijs van het een-zoneabonne-
ment wordt niet hoger, het twee-zonea-
bonnement gaat een kwartje per week
omhoog en het driezoneabonnement vijf
tig cent. De prijs van een dagkaart blijft
3,75.
Het GVB geeft overigens nog tijdelijk
ongemak op lijn 4 vanaf het Centraal
Station richting Europlein. Een maand
lang wordt deze lijn drastisch ingekort
tot CS-Frederiksplein. Wie daar uitstapt
vindt op het Westeinde een bus richting
RAI-gebouw. De maatregel is noodzake
lijk in verband met het leggen van nieu
we tramsporen op de kruising Van Wous-
traat-Ceintuurbaan. De inkorting van
tramlijn 10 tot het Tropenmuseum duurt
nog tot begin november.
De leegloop uit de stad heeft een
spoor van vernieling nagelaten. De
huizen waren al slecht, maar nu raak
ten straten en hele wijken nog verder I
in verval. 1
Ook Amsterdam is in de slag met het
rijk gegaan om stadsvernieuwingsgebie
den in aanmerking te laten komen voor
de extra financiële injectie in het kader
van de interim-saldoregeling. Het
gemeentebestuur heeft de volgende ge
bieden voorgesteld: de noordoostpunt
van de Staatsliedenbuurt, twintig bouw
blokken in de Indische buurt, een blok in
de Jordaan en een groot stuk van de
Kinkerbuurt. Gedeputeerde Staten moe
ten volgens de regeling advies geven. Dat
loog er deze week niet om. GS merken op
dat de argumenten die Amsterdam han-
teert voor de keuze van de stadsvernieu
wingsgebieden een sfeer ademen van
pragmatisch realisme. De voorstellen
voldoen niet in alle opzichten aan de
doelstellingen en de richtlijnen van de
regeling. GS erkennen weliswaar dat een
om een complexe materie gaat en ze
zullen aan het rijk adviseren dat deze
richtlijn met de nodige soepelheid moe
ten worden toegepast. Op de Jordaan na
luidt het advies positief. GS zijn voor dit
gebied terughoudend, gezien de onzeker
heden die nog rond deze buurt bestaan.
Overigens werd het stadsbestuur vori
ge week via een brief van minister Beel-
aerts van Blokland (Volkshuisvesting)
scherp onderhouden over de traagheid
waarmee Amsterdam de stadsvernieu
wing aanpakt op de Oostelijke Eilanden.
Er zouden op het ministerie al jarenlang
vijf miljoen gulden klaarliggen voor het
saneringsplan Oostenburg-Wittenburg.
„Technisch bedenkt men soms heel leu
ke dingen, maar daarbij wordt dan wel
over het hoofd gezien dat er ook mensen in
die woningen zitten. Het knelpunt hier is:
wat bouw je - grote of kleine woningen en
in welke verhouding tot elkaar. De organi
satie op zichzelf is een groot probleem. Wat
gaan we bijvoorbeeld met projectgroepen
doen? Er moet helderheid zijn in het be
stuur. In het verleden was er een duidelij
ke taakverdeling. Nu lopen de zaken wat
meer in elkaar over. Hoe coördineer je dat
nou? De financiering van de stadsvernieu
wing is een punt apart. Ik geloof dat daar
bij de belangrijkste vraag is: Wat hebben
wij als gemeenschap over voor stadsver
nieuwing, of, om het wat ruimer te zien,
voor het functioneren van onze steden?
Een stad is geen overleefde vorm”.
„Er is zelfs sprake van een hele revival
van deze gedachte: steden zijn nodig voor
de samenleving. Planologen beweren wel
eens wat anders, maar enfin, de meesten
van hen komen niet uit de stad. Mijn
filosofie is: als een stad het eigendom is
van mensen uit die stad en daarbuiten - de
groep die gebruik maakt van de stad, ook
al wonen zij er niet - dan moet stadsver
nieuwing uit gemeenschapsgeld betaald
worden. Ik vraag me wel eens af of wij in
het verleden wel dè juiste keuze hebben
gemaakt als het ging om het verdelen en
besteden van die gelden.”
„Heel iets anders is: is stadsvernieuwing
nou wel zo duur? Ik heb pas geleden deze
vraag eens voorgelegd aan een der univer-
siteiten. Ik wil namelijk best eens weten
wat het in de eerste plaats kost als je niets
aan stadsvernieuwing doet en in de tweede
plaats welk sociaal effect je krijgt als je
wel of niet aan stadsvernieuwing doet.
Daar moeten economen zich maar eens
,,'n wethouder nieuwe stijl, hè?”, mees
muilt een keurige ambtenaar van het Am
sterdamse stadhuis als hij Jan Schaefer in
volle draf voorbij ziet komen: het nette pak
schuwt hij nog steeds. Daar heeft eerst Den
Haag aan moeten wennen, maar zelfs Am
sterdamse ambtenaren kijken nog wat ge
geneerd tegen die basketbalschoenen, de
verschoten spijkerbroek en het slordig
dichtgeknoopte overhemd aan.
„Maar we zijn [och blij dat-ie er is”, zegt
een ander, en zijn uitspraak is tekenend
voor de wat eufore sfeer waarin de Amster
dammers verkeren sinds ze een nieuw ge
meentebestuur hebben. „Jan Schaefer
komt!”, stond er in de verkiezingstijd op
bruggen en gebouwen te lezen en dat wil
kennelijk zoveel zeggen als: nu is alle leed
geleden, nu kan er niets meer fout gaan,
want de Messias van de stadsvernieuwing
is uit den hoge afgedaald en woont onder
ons. Iets unieks, als de Amsterdammers zo
over een bestuurder denken maar wel
een wat lastig karwei om waar te maken.
De vroegere banketbakker uit de Pijp is
teruggekeerd als bestuurder in zijn geboor
testad. Hij moet over de vraag kunnen
oordelen: is Amsterdam Amsterdam nog
wel? Jan Schaefer ziet de negatieve kanten
van de kaalslag: „Mokum is helaas Mokum
niet meer. De geweldige tolerantie ver
dwijnt. Wat ook verdween, is dat zoals in de
zestiger jaren in Amsterdam alles gebeur
de. En waarom? De potentie is aanwezig.
Ondanks de grote problemen die Amster
dam heeft, moeten we ook dat karakter
behouden, want we hebben zoveel te bie
den. De naam van Amsterdam lastig
maar solidair en verdomd tolerant is
beschadigd. Maar het blijft de moeite
waard om nieuwe initiatieven te nemen. En
dan vraag ik me wel eens af: worden de
mogelijkheden optimaal uitgebuit?”
„Eén positief ding zie ik wel: als iedereen
zich zo boos maakt om het karakter van de
stad, dat zo veranderd is, is het toch kenne
lijk de moeite waard om er wat aan te doen.
Daarom: géén eenheidsworst-oplossingen
voor de stadsvernieuwing dan komt het
met dat veranderende karakter van de Am
sterdammer hopelijk ook wel weer in orde.
De positieve dingen uit de zestiger jaren
mogen niet verloren gaan”.
(Van een onzer
verslaggevers)
„ECONOMIE
STADSVERNIEU
WING, of: de lange mars
naar een welzijnsvast
pensioen”. Onder deze ti
tel hield oud-staatsse-
cretaris Jan Schaefer in
mei een redevoering
voor de economische fa
culteit van de Gemeente
Universiteit in Amster
dam. Schaefer liet het
niet bij een vurig betoog
om de keiharde nood
zaak van ,de stadsver-
nieuweing in Amster
dam en andere oude ste
den aan te tonen, hij
kwam ook met een op
lossing voor de financie
ring van de gigantische
kosten.
EEN SPOOR van vernie
ling na. Straten en hele
wijken raakten in verval.
Kleine ambachtelijke be
drijven die hoogge
schoold personeel vra
gen komen in moeilijkhe
den. De achterblijvers,
onder wie erg veel be
jaarden, vereenzamen.
Maar ook in de vlucht-
plaatsen van de wegge
jaagde Amsterdammers
groeien de problemen in
tal en last. Terwijl in de
hoofdstad zelf het draag
vlak voor allerlei stedelij
ke voorzieningen op cul
tureel en sociaal gebied,
op het vlak van onder
wijs en recreatie steeds
kleiner wordt, groeit de
vraag naar zulke voorzie
ningen in de overloop-ge-
meenten explosief.
JAN SCHAEFER
WIJST EROP dat de
Amsterdammers zelf
over veel macht beschik
ken gezien hun grote
hoeveelheden uitgesteld
inkomen. „Samen be
schikken wij ook over
enorm veel kennis. Daar
om zou ik de tweede-
huisbezitters willen op
roepen niet elk weekein
de weg te vluchten. De
brain-drain naar het
platteland heeft echt zo
langzamerhand desas
treuze gevolgen. In Am
sterdam overheerst mo
menteel de onverschil
ligheid, ongeïnteres
seerdheid en moedeloos
heid. Die sfeer moet
doorbroken worden.”
Dit middeleeuwse beeld heeft het D’66-raadslid Bakker voor ogen gestaan bij het
aanbieden van zijn IJs-nota. Het water in de binnenstad kan één geweldig schaats-
circuit worden, als de gemeenteraad maar bereid is een verordening in het leven te
roepen. Het raadslid Bakker wacht op antwoord.
Van het handjevol mana
gers, dat beslist over de
aanwending van die som
men? Welnee, dat geld is
van al die mensen die
individueel of collectief
besloten hebben een'
deel van hun inkomen
apart te leggen voor la
ter”.
„IK PLEIT ERVOOR
dat de bezitters van het
„uitgestelde inkomen”
op grond van hun bezit
het recht in eigen hand
nemen. Anders gezegd:
ik zou ervoor willen plei
ten dat het „uitgestelde
inkomen” voor een deel
als financieringsbron
voor de stadsvernieu
wing gaat fungeren”.
SCHAEFER HIELD
ZIJN GEHOOR VOOR
dat er in de jaren ’60 gro
te fouten gemaakt zijn.
De leegloop van de stad
werd toegestaan en zelfs
gestimuleerd. Het grote
geloof was iri de over
loop, de verdunning. De
bulldozers kregen vrij
baan. Wie niet helemaal
vertrok vluchtte de wee
keinden: snel naar de sta
caravan of het tweede
huis. Schaefer noemt het
de tijd van de Grote On
rust. „Op vrijdagmiddag
worden de kinderen van
school gehaald en me
teen naar buiten getran
sporteerd. Buiten de stad
is leuk, in de stad is niet
leuk. De stad is eigenlijk
alleen maar om er te wer
ken en te slapen”.
DE LEEGLOOP LIET
wil je sherry of wonen
over buigen. Ik persoonlijk vind, dat stads
vernieuwing juist in deze tijd een der aan
gewezen activiteiten is. In een tijd van
economische groei gaat het allemaal ge
makkelijk - helaas is toen de keuze niet
gemaakt. Nu staan de zaken er anders,
bepaald minder rooskleurig voor. Econo
mie is volgens mij een sociale wetenschap;
door sturen kan er meer werkgelegenheid
komen.”
„We moeten ook kijken naar alternatie
ve financiering. Ik zoek dat in de richting
van de welzijnsvaste pensioenen en niet in
de welvaartsvaste waar de pensioenfond
sen het steeds over hebben. Het rendement
van welzijnsvaste pensionen is naast de
rente het sociale effect. Pensioenfondsen
zijn van ons allemaal. Dan moeten we er
ook ons allemaal mee bezig kunnen hou
den waar hun gelfen geïnvesteerd worden.
Straks staan de gebouwen van die fondsen
als paleizen tussen de krotten, als het zo
doorgaat. Voor beeldige flatjes ergens in
Zuid-Frankrijk kopen we niets. Alles is in
dit land te koop, behalve dat wat de men
sen het eerste nodig hebben: een huis dat
goed is, een goeie buurt, fijne winkeltjes.”
„Er is op het ogenblik al een enorme
discussie aan de gang over de particuliere
welvaart die in schrijnende tegenstelling
staat tot de collectieve nood. Ik vind dat je
beter een wat later pensioen kunt hebben
op je 65e, mits je dan tenminste altijd goed
hebt gewoond. Die vraag moet je de men
sen kunnen voorleggen. De vakbeweging
is daar al mee bezig. De stijging van de
bouwprijzen is gigantisch, de achterstand
in renovatie is al even gigantisch. We ko
men nu voor de keuze te staan: wat wil je,
sherry of wonen. In het ^verleden hebben
we voor sherry gekozen, inclusief de
PvdA. Die rekening krijgen we nou gepre
senteerd.”
„Vlak na de oorlog is er in Amsterdam in
hoog tempo gebouwd. Met die woningen
zijn er nu al problemen, daar zullen we van
moeten leren, snelle produktiemethoden
zijn niet goed; het tempo verhogen èn
verantwoord bezig zijn is iets wat wij moe
ten leren. Daar zijn we nu mee bezig en
kijk: ineens is er weer een enorme vraag
naar vakbekwame bouwvakkers. Geluk
kig hebben we die nog. De arbeidsintensie
ve bouw neemt ook reusachtig toe, en ook
dat is al weer een praeo voor de werkgele
genheid en de sociale effecten. De stad is
een verzameling fouten en dat is er nou
juist het leuke van. Toen ik acht jaar
geleden deze theorieën verkondigde, zei
iedereen: die Schaefer is gek, laat maar
lullen. Nu is deze gedachte inmiddels alge
meen geaccepteerd. Ik ben ook voor klein
schaligheid. Een open gat? Bouw er in, en
wacht niet tot eerst een hele straat leeg is.
Dan is de bouwstroom wel groter, maar
niemand rekent uit wat voor verlies aan
rente dat geeft, in de tijd dat alles leeg
staat.”
„Je moet respectvoller met je steden
omgaan, ook met Amsterdam.Deze stad is
geen snelweg. Deze stad is een uniek bezit,
wat je vernielt kan je nooit meer terugha
len. Ook daarom al ben ik voor die klein
schaligheid: doe je dan wat fout, dan valt
er nog wat te herstellen. De aanpak uit de
vijftiger jaren klopt niet meer. Daarom
moeten we ons nu ook niet met grote
plannen vastleggen tot pakweg 2050. Ge
garandeerd dat er op deze wethouders-
stoel dan weer een vent zit uit te leggen
hoe stom wij het hebben gedaan. Het
karakter van Amsterdam moet overeind
blijven, al is het niet alleen maar dat de
historische binding van de mensen met
hun stad niet te onderschatten ’is.”
DE HUIDIGE WET
HOUDER stadsvernieu
wing van de hoofdstad
ziet grote mogelijkheden
met wat hij noemt het
„uitgestelde inkomen”
van de werknemers.
Schaefer: „Ik onder
scheid in het looninko-
men twee elementen: het
onmiddellijk of vrijwel
meteen te consumeren
deel en dat deel waarvan
het genot wordt uitge
steld. Dat „uitgestelde in
komen” komt terécht bij
de banken, de verzeke
ringsmaatschappijen en
de pensioenfondsen. Die
geldinstellingen beschik
ken over grote hoeveel
heden miljarden. Van
wie is dat geld eigenlijk?
7^ Jj|