MIEP DIEKMANN w m in Wiele, wiele stap W I Waardevol geschenk 11 V Reacties Vergelijken Begeleiding door Petra Barnard „Wiele, wiele stap”, het bekroonde boek van Miep Diekmann, is bestemd voor heel jonge kinderen. Nu heeft de schrijfster al heel wat jeugdboeken geschreven, maar nog niet voor een zo jonge groep. Waarom nu ineens wel? ,v. en met amer naar Miep Diekmann, in haar flat in Scheveningen met prachtig uitzicht over de Noordzee: „Daar is zo weinig voor. Iedereen vraagt dat en iedereen vindt het gek, maar ik heb altijd willen schrijven voor de groepen die niet aan bod komen. Jaren geleden waren dat de tieners, toen dat woord nog amper bestond. De laatste tijd is er veel uitgekomen voor tieners. Er is echter heel weinig voor jonge kinderen. Dat merk je als je grootmoeder wordt en je weer kleine kinderen om je heen hebt." Op de eerste dag van de Kinderboekenweek, afgelopen woens dag, zijn de gouden en zilveren griffels voor de beste kinderboe ken en de gouden penselen voor de beste illustraties in dergelijke boeken uitgereikt. Gouden griffels gingen dit jaar naar Miep Diekmann voor „Wiele, wiele stap" (voor de illustraties in dit boek ontving de Haarlemse tekenaar The Tjong King een gouden laap- slder, ioge- 912. O.G. 2591 Kinder boekenweek de Boekenweek voor de Jeugd 11 t/m 21 okt I penseel) en naar Els Pelgrom voor „De kinderen van het achtste woud”. Op deze en de volgende pagina vraaggesprekken met beide schrijfsters plus een bespreking van hun werk. Tevens een intervieuw met Marianne Colijn, schrijfster van „Merel Veronica Wereldkind". Hf IC dit ben ik in mijn bed dit ben ik in het bad dit ben ik op een paard dit ben ik met mijn fiets al die ikken hangen daar flits, flits, foto, ben ik klaar? dit ben ik met mijn pet dit ben ik in de zee dit ben ik met een staart I Miep Diekmann; ,,Je moet uitgaan van de logica van het kind" »laar. Tekenaar THE TJONG KHING, Gouden Penseel 78 st. 0 m2. J ^GS JR. ekast, amer. >r met iet 4e arding Wiele, wiele stap is geschreven vanuit de ervaringen die kinderen op die leeftijd kunnen hebben. Miep Diekmann: „Ja, je moet uitgaan van de logica van het kind. Neem bij voorbeeld het verhaaltje over de be ker, die omvalt. Bijna alle kinderen zijn tegenwoordig gewend aan be kers met een verzwaarde bodem, een beker die niet kan kantelen. Als het kind ergens anders komt en een gewone beker krijgt, gaat die gega randeerd om. Dan is die beker dom. Het rijm in de tekst is heel bewust. Ik heb er voor gezorgd dat het ritme ook zo afwisselend mogelijk is. Het formaat en de vorm van het boek zijn ook aangepast aan jonge kinde ren, een harde kaft en niet te groot, zodat ze het precies op schoot kun nen houden. The Tjong King heeft, heel knap, niet precies duidelijk ge maakt of het een jongetje of een meisje is. Het laatste verhaaltje gaat over zwanger zijn. Er komt dan ook een tweede deel, waarin een tweede kindje aan de orde komt, de jaloezie, die daar vaak bijkomt enzovoort.” Sommige van de verhaaltjes zijn gebaseerd op eigen ervaringen zoals het gesprek van het kind in het wa gentje met de meneer in de rolstoel. Een van mijn zoons heeft indertijd een dergelijk gesprek gevoerd. Ik word op het ogenblik doodziek van de aangeboden manuscripten: ouders die gaan scheiden en boeken waar oude mensen zo nadrukkelijk in voorkomen. En dat wordt alle maal zeer eenzijdig afgeschilderd. Kinderen zijn in zulke situaties hulpeloos. Daar heb je dan wel eens discussies over met je uitgever, die zegt: „Total Loss moet de oplossing brengen." Maar dat kan niet, dat is verouderd. Dat is juist de ramp. Je wilt als kind iets veranderen, maar je kunt niet.” Maar er moet een groter tegenaan bod zijn. En dan valt het zo tegen, wat je van jonge auteurs bij uitgeve rijen binnenkrijgt. Of het is conser vatief of het is doordrammerig. En alle doordrammerij vind ik indoctri natie, want het kind wordt weer gedwongen of naar links of naar rechts, dat doet er niet toe.” Daarin werd geconstateerd dat wij geen begeleiding hebben van jonge auteurs. Overal in het buitenland gebeurt dat wel. In de Verenigde Staten door een editor, in de Oost bloklanden door een lektor, die het dan ook strikt politiek bekijkt. Hoe wel er in de Verenigde Staten ook censuur bestaat. Dat gebeurt onder druk van de vrouwenbonden, die bepalen wat er in de schoolbiblio theken aangeschaft wordt en dat is erg belangrijk. Een vloekende boer moest bijvoorbeeld geschrapt wor den. In dat artikel in de Haagse Post kwam de kinderliteratuur overigens niet aan de orde. Zo heb ik onder andere gewerkt met Siny van Iterson en Diana Lebacs. wetgeving van een land. Het boek van Lynn Hall „Maak me niet ka pot” hebben wij indertijd bij Leo pold geweigerd omdat we het zo hypocriet vonden. Maar Hall kon niet anders in de Verenigde Staten. Denk maar aan de Anita Bryant- toestanden. gelezen, omdat het zoveel over meis jes onthult. Omdat ik een vrouw ben, word ik al snel geklassificeerd als meisjesboekenschrijfster. Zelfs als je boeken over jongens gaan. Mijn boeken staan bijvoorbeeld in de Bijenkorf onder „meisjesboe ken”. Ook op middelbare scholen wordt het steeds beter. Het is enorm veran derd. Middelbare scholen komen bij mij wat dat betreft een beetje be kakt over. Docenten komen van de universiteit en weten weinig over jeugdboeken. Maar het was ook zo dat er niet veel jeugdboeken ge schikt waren voor literatuurlijsten.” En samenvattend: „Je moet een breed aanbod van boeken geven. Ik heb niets tegen Arendsoog maar daarnaast moet je boeken over ech te indianen hebben. Zo is er vergelij- kingsmateiaal, dan houdt het elkaar in evenwicht. Zeg mij niet, een kind wil niet lezen. De een leest meer en/of anders dan een ander. Je leert kinderen het boek ontdekken door op één thema zo gevarieerd moge lijk aanbod te geven. De mensen die beweerden dat er geen aparte jeugd literatuur bestaat, die geef ik altijd maar één antwoord: „Ik heb er deze flat van gekocht.” Natuurlijk is Miep Diekmann blij met de Gouden Griffel voor Wiele, wiele stap, „maar het is niet zo als in 1957 toen „De boten van Brakkeput” werd bekroond met de Kinderboe kenprijs, de voorganger van de Gou den Griffel. Toen was ik net dertig en betekende het een doorbraak, een duw in de rug. Bovendien bete kende het boek ook een ommezwaai in de jeugdliteratuur.” trage i trap, laard, apka- s trap jimte. nmet- over- rging, inkel- flinke he, 3 >te 4e extra >dig. Ik krijg zoveel reacties van men sen, ook over de versjes, die bijna magisch werken. Het verhaaltje van de roltrap wordt opgezegd als hun kinderen op de roltrap staan. Zelfs met oversteken. Proberen om de au to’s tegen te houden door het versje op te zeggen. Kinderen moeten boeken kunnen vergelijken en een keus hebben. Een boek is ook een reflectie van zijn tijd. Een boek van vroeger en een boek van nu over hetzelfde onder werp geeft gelegenheid tot vergelij ken en dat maakt iemand volwas- sen. Toen indertijd de kwestie van de abortus aan de orde kwam, heb ben wij bij de uitgeverij Leopold niet één maar vier boeken over ab ortus uitgegeven met allemaal een andere stellingname. Je schrijft nou eenmaal subjectief omdat je een be paald standpunt aanhangt. Je moet de jeugd een kans geven om uit standpunten te kiezen. Al die stand punten kunnen niet in één boek, net zo min als in één film. Dat al die actiegroepen blijven hameren op doordraafboeken begrijp ik wel, maar je kunt die wensdroomboeken niet van de markt halen, dat is onde mocratisch. Maar je moet die toestanden alleen beschrijven voor zover het kind er mee te maken heeft. Ik wantrouw die zogenaamde progressieve schrij vers toch, omdat ze teveel het vol wassen standpunt naar voren bren gen. Dan wordt het een pleidooi voor het eigen standpunt. Daar moet je mee uitkijken. Ik geloof dat ik dat in Total Loss ben blijven afronden binnen de sfeer van de kinderen. Er wordt door verschillende actie groepen nogal wat kritiek geleverd op de jeugdliteratuur. Wat vindt Miep Diekmann hiervan? Deze ac tiegroepen hebben natuurlijk heel goed werk gedaan, aldus de schrijf ster, „maar ik heb altijd het idee dat die mensen niet bijgelezen zijn. Toen die begonnen te kankeren van d’r moeten die en die boeken zijn, toen waren die boeken er allang. Ze vallen over de boeken waarin de maatschappij nog altijd een beetje op een glycerine-achtige manier wordt beschreven. De boeken van rozegeur en maneschijn, maar de boeken van rozegeur en prikkel draad, die kennen ze niet. En dan blijven ze maar doordrammen. GERTIE EVENHUIS en PIET KLAASSE auteur en illustrator van „De tram is geel, het gras is groen. Nu zijn we bezig met een Antilliaan se, Angela Matthews, die als kind naar Nederland is getransporteerd en van pleeggezin naar tehuis heeft rondgezworven. Omdat ze openhar tig schrijft over de bewustwording van de vrouw, krijgt ze veel onge gronde kritiek te slikken van allerlei kerels. Daar moet je iemand weer baar tegen maken. Er is net een boek uit van Frits Enk over homofi lie, „Dat zie je toch zo”. Het is erg autobiografisch. Het is heel belang rijk dat een boek over een dergelijk onderwerp door een Nederlander wordt geschreven. Dat soort onder werpen worden beïnvloed door de Heeft jeugdliteratuur nog enige invloeg op jeugd. „Het kopen van literatuur is niet zo belangrijk,” vindt Miep Diekmann, „want er wordt waanzinnig veel via de biblio theken gelezen. Toen de bibliotheek tot achttien jaar gratis werd, was dat voor onze groep schrijvers een economische klap. Maar goed, de bibliotheken schaffen dan wat meer aan en een kind dat leest wil boeken hebben. Dat weet ik zeker. Op ouderavohden, waar ik spreek, staat vaak een standje met boeken en dan ko,- pen ouders een boek, wat een kind al vier of vijf keer heeft gelezen. Daar om vind ik de klacht dat kinderboe ken duur zijn ook zo’n flauwekul. Een kind leest een boek wel dertig keer. Anders dan een volwassene leest het een boek eerst en wil het dan hebben.” Een ander voorbeeld is Brigitte Hermans, die toen ze 12 was al een manuscript had geschreven. Ik ben daar eigenlijk op tegen. Je krijgt dan hetzelfde als met Irmgard Smits, die is veel te jong begonnen en heeft zich helemaal kapot ge schreven. Maar met begeleiding kun je een hoop leren. Iedere beginnen de auteur gooit wat mensen en ge beurtenissen op een hoop. Ze ken nen de karakters van hun boekper- sonen niet, weten zich geen raad met compositie. Belangrijk is, dat ze wat te zeggen hebben. De meeste manus cripten die de uitgeverij binnen krijgt gaan toch over sprekende ta fels, olifanten, of zijn vreselijk zwaar op de hand.” Miep Diekmann gaat veel naai scholen, ook lager beroepsonder wijs, technische scholen bijvoor beeld. „Ja, over het algemeen een vreselijk leuk publiek. „De dagen van Olim” wordt veel door jongens Er ontbreekt in Nederland nogal het een en ander aan de begeleiding van jonge schrijvers. Miep Diek mann: „In het weekblad de Haagse Post stond een tijdje geleden een serie artikelen over de uitgeverij. j voudig niet bij stil. De poes, die i loopt, is degene waar het kind zijn r-----1__1-J „Ik vind dat er veel keus moet zijn. De mensen van peuterklasjes ko men tekort. Er zijn weT mooie pren tenboeken met gekleurde platen, maar ik vind dat een kind ook met kleine zwart/wittekeningen moet kunnen leren kijken. Daarom ben ik zo blij met de tekeningen van The Tjong King. Hij heeft de tekst zo goed aangevoeld en we hebben heel goed samengewerkt.” Als u in de Kinderboeken week, die tot en met zaterdag 21 oktober duurt, een kinder- of jeugdboek koopt, kunt u voor f3,- de Kinderboekenweekuitga- ve erbij krijgen en die is dit jaar best de moeite waard. Het is een boekje geschreven door Gertie Evenhuis en geïllustreerd door Piet Klaasse getiteld. „De tram is geel het gras is groen". Inspelend op het thema van de Kinderboekenweek „Stad en Land” gaat het verhaal overeen jongen uit de Dappermarktbuurt in Amsterdam, die een meisje uit Zeeuws-Vlaanderen ontmoet. De kinderen gaan bij elkaar logeren en komen zo tot een vergelijking tussen het leefklimaat in de stad en op het land. Het is een goed initiatief om de vooroordelen over de stad en de geromanti seerde visie op het platteland eens ter discussie te stellen. Zelf ben ik niet helemaal overtuigd, ik vind dat het land er in het boekje toch iets beter afkomt. Maar het boekje lijkt best een aardig uitgangspunt voor een klasse-gesprek over dit onder werp. Het ziet er prachtig uit vooral ook door de grandioze illustraties van Piet Klaasse, waarbij veel kleurenillustraties. Wat betreft de jonge auteurs moet je rekenen dat iedere auteur wel een jaar nodig heeft om zich te manifes teren. Je kunt nergens je vaktechni sche problemen kwijt. Daarom ben ik bij uitgeverij Leopold begonnen met het coachen van jonge auteurs. Wij hebben allemaal ideeën over de wereld van vandaag, di.e ver mengd zijn met nostalgie en roman tiek. Maar we beseffen niet dat de wereld zoals zij is voor de kinderen van vandaag heel gewoon is. Ze zijn realist, want ze hebben geen verge- lijkingsmateriaal. Vliegtuigen en au to’s horen er allemaal bij. Kinderen zijn zo gewend om in auto’s rond gereden te worden, dat andere ver voermiddelen heel bijzonder voor hen worden, zoals het kindje dat zei: „Ik vind de tram de mooiste auto.” Een boekje, dat in een behoefte voorziet voor hele jonge kinderen. Hele kleine gebeurtenisjes, direkt herkenbaar voor de allerkleinsten. De beker melk die omvalt, op de roltrap staan, het verkeer. Alles heel simpel getekend door The Tjong King. Vooral erg leuk vond ik de foto-serie, waar je een hele kleine vedet in alle mogelijke en onmogelijke standen ziet afgebeeld en het versje bij moeder achter op de fiets, ook heel gezellig. Er komt een vervolg op het boekje. De eerste druk is alweer een tijdje uitverkocht en er zijn al verschillende aanvragen voor vertalingen, waaronder zelfs uit Arabië. Miep Diekmann; Wiele wiele stap, illustraties The Tjong King, uitgave Querido. „De jeugd moet kans krijgen uitgangspunten te kiezen” i Zo ook met de trap. Heel weinig volwassenen hebben door dat het I* voor een kind moeilijker is de trap - af te gaan dan op. Ze staan er een- irage, voucug mei oij sui. ue poes, uie uiden' voortdurend door het boek heen ervaring op verhaalt, zonder kwaad- wil. Als het geschrokken is en het maakt de poes aan het schrikken dan is dat prachtig. T F NK ■WWW» A X.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 23