Dubbele courtage: het geweten van de makelaars Wie betaalt advertentie- en kantoorkosten? Fred Hosselet: sommigen zien hun vak als een elastiekje VERKOPER KOPER len Tarieven Don rws tl LUC LAST'7<3 1 45 19 7 8 1 Hl f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f DINSDAG 24 OKTOBER HAARLEM. Een riante behuizing aan de Span- jaardslaan. Via een open trap naar een soort vliering. Tegen een van de wanden de droom van vele mannen: een miniatuurspoorwegemplace- ment. Alles werkt, verzekert Fred Hosselet. Hij is al 11 jaar makelaar, een late roe ping zogezegd want met z’n 57 jaar klimt de Haarlemse makelaar ook actief in de politiek al aardig naar z’n pensioen toe. Strijdvaardig neemt hij plaats aan een bre de tafel hij wil best praten over z’n vak. UIT afspraak Hosselet: „Dat is gebeurd.” Hosselet: „Waar wilt u heen?” Want? Hoe kan dat nu ilit de hand lopen? voor tndige i Hosselet: „Dat is nooit gebeurd.” Waarom eigenlijk niet? ilafide lemid- heb- i over serd”. dat i over rlopig er het al de n het lat de ipeist- >mdat rerho- bouw ngen) Toch hoor je nog dikwijls mensen zeggen: makelaarsdat zijn toch boeven! Waar komt die brede kritiek op het makelaarsvak vandaan? Hosselet: „Die kritiek is gegroeid door de praktijk van de zogenoemde dubbele courtage het honorarium dat een makelaar bedingt voor zijn bemiddeling bij een transactie). Ma kelaars stuurden twee rekeningen, een naar de koper, een naar de ver koper. Soms terecht, in veel gevallen onterecht. Maar mensen pikten dat omdat woningen schaars zijn. Op een krappe markt kunnen er prak tijken groeien die onjuist zijn. Dat gebeurde bijvoorbeeld ook tijdens en na de oorlog op de zwarte mark ten. Niemand keek op geld. Als ze dat huis maar konden kopen. Kre gen ze het, dan betaalden ze dol graag courtage ook al hoefde dit strikt genomen niet.” Dubbele courtage betalen in het door u aangehaalde geval hoeft dus niet. HAARLEM. Mogen makelaars, aange sloten bij de Nederlandse Bond van Make laars in onroerend goed (NBM) advertentie- en/of kantoorkosten boven de vastgestelde courtage-percentages in rekening brengen? Met betrekking tot kantoorkosten luidt het antwoord: nee. Wat advertentiekosten be treft ligt de zaak minder simpel. Als hiero ver bij het vastleggen van de opdracht geen bindende afspraak is gemaakt dan kunnen geen advertentiekosten in rekening worden gebracht. Gewoonte is dat advertenties in regionale kranten (Haarlems Dagblad is bijvoorbeeld een regionale krant) voor re kening van de makelaar komen. Tenzij uit drukkelijk anders is afgesproken. Nog even dat punt van de beroeps ethiek. NBM-makelaars huldigen de opvatting dat zij twee partijen kunnen dienen. De belangen van de kopende zowel als van de verkopen de partij. Gezien de inzakkende vraag is het in de toekomst wellicht mogelijk dat de make laars dit soort afspraken gaan maken: tot een bepaald plafond komen de advertenties voor rekening van de makelaar, daarboven is de rekening voor de klant. Hierop zijn variaties mogelijk. De enige zekerheid die de toekomstige klant heeft is dat NBM- makelaars hierover bij het vastleggen van de opdracht een afspraak moeten maken. Naast makelaars, die lid zijn van de NBM, opereren ook zogenoemde „bemiddelaars”. Die zijn niet gebonden aan de regels, opges teld door de NBM. Deze bemiddelaars zijn dus ook niet onderhevig aan de eigen tüch- Dat hielp dus bar weinig. De NBM had de mogelijkheid voor dubbele courtage formeel uit de reglemen ten kunnen schrappen. Gewoon ver bieden dus. Dezelfde principiële lijn volgen als de makelaars die aangesloten zijn bij de Makelaars Vereniging Amsterdam. Mede onder druk van allerlei publikaties in consumentenbladen van Consumenten bond en Konsumenten Kontakt is de NBM druk doende de reputatie van de Nederland se makelaardij op te vijzelen. Er wordt met name scherper op toegezien of de aangeslo ten leden zich wel aan de opgestelde ereco de, een stelsel van regels, houden. Meestal zal de klant die zich tot een NBM-makelaar HAARLEM. Na de prijzenbe- schikking van de minister van Eco nomische Zaken zien de makelaars tarieven voor huizen er zo uit, exclu sief 18 percent BTW: wendt bij het eerste contact al het boekje ontvangen, getiteld „U en uw makelaar”. Daarin staan rechten en plichten van make laar en klant vrij nauwkeurig omschreven. Het is verstandig om, indien men overweegt tot een transactie over te gaan in onroerend goed (huizen en grond), dat boekje aan te vragen. Overdrukken van publikaties uit consumentenbladen zijn bij de consumen tenbonden tegen een kleine vergoeding al tijd verkrijgbaar. Gewapend met die infor matie komt u als volwassen partij op de markt. Een markt waar de inzet soms hoog is en waar men, door één onvoorzichtige manoeuvre een modaal inkomen in één se conde kan verliezen. len opleveren. Hosselet: „Ik heb za ken moeten afstoten omdat ze in gemeentelijke stukken, die ik als raadslid kreeg, aan de orde kwa men. Zakelijke transacties waar ik echt lol in had. Maar daar moet je scherp mee zijn.” Je kunt toch voorkennis overdra gen aan een collega? Hosselet: „Het was een krankzin nig tijd. Maar ik geef me niet gewon nen. De kosten vlogen in die jaren ook omhoog. Die vraten een groot deel van de hogere opbrengst weg. Bovendien: makelaars gingen hun service aan hun klanten uitbreiden. Er kwamen showrooms, er kwam een foto-cartotheek, er werden meer mensen aangetrokken. Ik ken kan toren die met één man begonnen. Daar werken nu vijf of zes man. Door verhoogde omzet, door meer winst, kon er geïnvesteerd worden en werd de capaciteit van een be drijf, dus de service aan de klanten, verbeterd.” teer te ie 400 m flat dusief eit en en er- >t zeer 'ijzing g over ;e van loeten gere- elders In dan prak te ste- effec- ik de rs de k ben d ook ver ier en effing ernen wor- trechtspraak van de genoemde bond. Bij de NBM zijn rond 1.400 Nederlandse make laars aangesloten. Wilt u weten of een make laar lid is van de NBM dan kunt u telefo nisch terecht bij de plaatselijke afdeling: tel. 320873. te, die in cor- >k nog heden larom isaties meer is, om :e ver- maat- l: IDA), svoor- iteige- ecula- *t met s wor- aar er s aan- js ver. bezui- ing is sschut ■en of ?adig- m zal innen ik een istém- ;ld. i over •emie- meen- bij de de nu bodig er een hele enten lanier brok verde lgen. en ge- i plan de be- twee- orden it ver- coepe- ie wo- El op- GLO" zan de enken in de loeten in een lij af- sn dat gaat”, atie te of zij stude- re, uit- esting iat zij ebben Hosselet: „Dat hoeft niet. Iemand die in Haarlems Dagblad een adver tentie ziet staan en daarop reageert en zelf onderhandelt hoeft geen courtage te betalen. Dat is van ouds her zo.” Vanuit de maatschappij, met na me door consumentenorganisaties en verenigingen van huizenbezit ters, wordt forse kritiek over de makelaardij uitgestort. Hosselet: „Eerlijk gezegd: ja. Ik had dat eerder verwacht. Aan de andere kant: er zijn vrij veel onder zoekingen verricht naar de tarieven in de makelaardij. Op grond van de resultaten van die onderzoeken heeft de minister het nooit nodig geoordeeld in tg grijpen. Op dit mo ment onderhandelen de experts van onze bond weer met economische zaken. Draaipunt bij die discussies is: is de tariefsaanpassing van na jaar 1977 wel realistisch geweest? Ik geef toe dat je soms posten kunt afsluiten waar een hoog honorarium mee is gemoeid. Natuurlijk zegt een buitenstaander dan: dat is toch een krankzinnige beloning, hoeveel uur heb je daarvoor gewerkt? Dat zou ik ook zeggen. Maar je mag niet naar die ene incidentele post kijken die je als makelaar soms kunt afsluiten. Dat zijn de krenten in de pap bij een commercieel bedrijf. Daartegeno ver staat dat je soms een zeperd voor je rekening moet nemen. Dat hoort allemaal bij het spel.” Hosselet: „Dat is natuurlijk een kwestie van vertrouwen. Historisch gezien betekent „makelen" dat je partijen tot elkaar brengt. Kennen de partijen de positie van de man die „makelt”, de makelaar dus, dan is er niets aan de hand. Dat mag je als makelaar beide partijen een reke ning voor verleende diensten aan bieden. Ik heb daar tenminste nim mer last mee gehad. Laten we nog eens dat voorbeeld van u bij de kop nemen. U belt mij, want u heeft in Haarlems Dagblad een advertentie van mij gezien. Ik zeg u: je kunt zelfstandig onderhandelen met me, maar je weet welke positie ik in neem. U kunt, als mijn opdrachtge ver de verkopende partij in dit geval mij daar toestemming voor geeft ook van mijn diensten gebruik maken. In dat geval pas ik het twee zijdig tarief dubbele courtage) toe. Logisch, want twee partijen vra gen mij te „makelen”. Makelaars die evenwel strikt volgens de richtlijnen van de NBM hun beroep uitoefenen zullen, wanneer u hen belt, waar schijnlijk tegen u zeggen meneer, u moet het natuurlijk zelf weten, maar neem een eigen makelaar in de arm.” 2% van de koopsom 1.000 1.000 1.000 1.000 1.107 1.230 1.353 1.476 Naar dit punt: de makelaardij be klaagt zich nu, terecht of onterecht, dat laat ik in het midden want het is altijd moeilijk om in andermans boekhouding te kijken, over de ta rievenverlaging van de minister. Maar er is een periode geweest van rond tien jaar waarin behoorlijk geld verdiend is. Uw eigen woorden. Waar ik nu mee worstel is de vraag: hadden de makelaars toen niet uit eigen beweging hun tarieven kun nen verlagen? Hosselet: „Dat houd je altijd. Dat heb ik ook gehoord toen ik nog in het verzekeringsvak zat. Dat vak had ook zo’n kwalijke naam. Ze pro beren mij iets aan te smeren, zo’n sfeertje was dat. Kijk, als ik bijvoor beeld een gerechtelijke procedure moet aanspannen kijk ik ook uit welke jurist ik in de arm neem. Let wel: ik zou niet durven beweren dat juristen slecht zijn, maar er zit wel degelijk kwaliteitsverschil tussen de ene of de andere, zoals bij ieder beroep.” Hosselet: „Dat ben ik met u eens. Dat had gekund. Op dit moment is daar veel over te doen binnen onze bond. Maar vergeet u niet dat het ministerie van Economische Zaken de mogelijkheid voor het berekenen van dubbele courtage altijd heeft toegestaan met de motivatie dat het hier een historisch gegroeide situa tie is. Maar nogmaals, als je je als makelaar precies aan de richtlijnen houdt dan is er niks aan de hand. Met de interpretatie van de ere-code, dat geef ik openlijk toe, is het in het verleden wat uit de hand gelopen. Tegenwoordig neigt men steeds meer in onze kring naar het Amster damse systeem.” tot 50.000 60.000 70.000 80.000 81.300 90.000 100.000 110.000 120.000 129.300 130.000 140.000 150.000 160.000 170.000 180.000 f 190.000 200.000 210.000 220.000 230.000 240.000 250.000 275.000 300.000 f 325.000 350.000 375.000 400.000 f 425.000 450.000 475.000 500.000 Hosselet: „Dat kan, maar het mag niet. Als raadslid leg je een eed af. Dus doe ik dat ook niet. Ik gpn u uw twijfel. Die heb ik ook ten aanzien van anderen, Tweede Kamerleden bijvoorbeeld. Er lopen altijd bindin gen, zonder meer. Maar dat wil niet zeggen dat die twijfel terecht is. Alle mensen in dat soort functies zijn aangewezen op de zuiverheid van hun eigen geweten. Ik net zo goed. Op aandrang van mijn fractie zit ik nu in de gemeentelijke commissie Volkshuisvesting. Ik ben daar abso luut niet gelukkig mee. Maar als ik een plan onder ogen krijg waar ik bij betrokken ben, zal ik een omme tje gaan maken. Dan zal ik zeggen: zoek het maar uit, als jullie klaar zijn kom ik weer terug. Daar heb ik geen moeite mee. Daarom heb ik ook dit onafhankelijke beroep geko zen. Ik ben m’n eigen baas. Als een zaak mij niet bevalt kan ik altijd zeggen: dat doe ik niet. Omgekeerd kan ik mensen die het niet breed hebben en die toch mijn bemidde ling vragen geen courtage bereke nen. Dat vind ik juist zo fijn alle maal.” 1.599 1.722 1.845 1.968 2.091 2.214 2.337 2.460 2.583 2.706 2.829 2.952 3.075 3.357 3.639 3.921 4.203 4.484 4.766 5.048 5.330 5.612 5.894 Dan kun je nu vaststellen dat er sprake is van enige overcapaciteit cent te verlagen. Kabaal natuurlijk. De kosten vliegen de pan uit, voor personeel en voor advertenties bij voorbeeld, en dan toch zo’n zware prijsingreep. Hosselet windt zich er niet al te zeer over op. „Als het goed gaat”, merkt hij op, „wordt er be hoorlijk verdiend. Maar u moet mij niet vergelijken met een groot make laarskantoor. Ik beheer een familie bedrijf. Mijn dochter houdt de fi nanciële kant van de zaak in de gaten, mijn zoon werkt mee en mijn vrouw. Het bedrijf met veel perso neel zit wel overhoop met die tarie venverlaging.” Hosselet: „Je merkt dat de kosten factor een rol begint te spelen in ons vak. De omzetten lopen terug, tja, dan drukken de kosten altijd wat zwaarder op de uiteindelijke uit komst van een bedrijf. Over de markt nog dit. Er is een lichte daling geweest, de prijzen stabiliseren zich nu op een lager niveau. Hier en daar zet de daling nog door, met name in de duurdere categorie. De goedkope panden, in de prijsklasse van zeg maar tot 150.000, vliegen overigens nog steeds weg. Duurdere panden daar is een daling opgetreden van soms 10, soms zelfs 15 procent.” brengen, bemiddelen) naar eer en geweten twee heren kan dienen. De collega van de Makelaars Vereni ging Amsterdam deelt die beroeps opvatting niet. Hoe kijkt Fred Hosselet daar te gen aan? „Als ik huizen in verkoop heb ik heb dan een opdracht van de verkopende partij kan ik, zui ver de zaak beschouwende, maar één partij dienen. Mijn opdracht luidt: u ziet de advertentie en dat huis lijkt u wat. U belt mij op. Dan zeg ik meteen tegen u: u kunt best via mij kopen, maar u moet wel beseffen dat de verkopende partij mijn opdrachtgever is. U moet dat weten. Zo stond en staat het ook in de NBM-regels. Gaat u zelf met mij onderhandelen dan hoeft u geen courtage te betalen u krijgt geen rekening dus als de transactie tot stand komt. Dat is niet nieuw, dat is al jaren zo. Trouwens alle uitspra ken van kantonrechters uit het ver leden zitten op die lijn.” Maar in de gouden jaren, toen de omzet steeg en.de prijzen, mede door de inflatie, als raketten om hoog schoten, zijn de tarieven toch nimmer benedenwaarts aangepast. Hoewel dat toch alleszins in de ver wachting lag. Economen en politici van links tot rechts hebben er nooit een geheim van gemaakt dat zoge noemde „windfall-profits” grote winsten die door toevallige facto ren ontstaan doordat je via een uit vinding een macht op de markt bent bijvoorbeeld) afgeroomd mogen worden. Je kunt die vergelijking wel niet helemaal doortrekken op de makelaardij, maar een door u niet geloochend feit is toch wel dat in de gouden tijd behoorlijk is ver diend wegens een idiote situatie op de markt, veroorzaakt door schaar ste. „Handel heeft me altijd geboeid. Door z’n wispelturigheid, door z’n risico’s. Geeft mij een gevoel van sensatie, dat prikkelt mij. Lukt die •transactie of niet, breng ik mensen bij elkaar? Geld speelt dan geen enkele rol. Je doet het niet pro-deo, dat weet je, maar wat je aan een zaak verdient weet ik soms niet eens. Op dat moment interesseert het mij ook niet. Heb je een goed kantoor, heeft jouw stijl van werken karakter dat aanslaat bij de mensen, dan komen de baten vanzelf wel.” Een helder antwoord uit de mond van een geslaagd zakenman die het waarom van de keuze van zijn vak uitlegt. Toch is er een minder vrijblijven de discussie mogelijk over de tarie venpolitiek in de makelaardij. Vorig najaar kondigde de minister van economische zaken Gijs van Aar- denne (WD) een prijzenbeschik- king af voor makelaarswerkzaam heden. Of de heren makelaars maar zo goed wilden zijn hun degressieve aflopende) tarieven met 18 pro- Had u zo’n prijzenbeschikking zo als nu afgekondigd eerder ver wacht? Hosselet: „Dat kwam door die idi ote situaties op de markt. Er was sprake van grote schaarste. Wat je als makelaar de ene dag ten verkoop kreeg aangeboden was de andere dag verkocht. Zo hard ging het. De mensen die bij je kwamen, wilden graag kopen, ze praatten niet over courtage. Dus berekende de make laar ook z’n courtage die meneer was immers dolblij dat hij bij de verkoop de voorkeur had gekregen. Daar moet ik iets aan toevoegen. Volgens onze ere-code konden wij, NBM-makelaars, maar met één par tij in de slag gaan. Kwam er een tweede kandidaat die in je oor fluis terde dat hij best bereid was over het bod van de eerste uit te gaan, dan mochten wij er volgens onze ere-code niet op ingaan. „Als ik nu praat ik over de toestand van enige jaren terug één huis in ver koop kreeg, dan meldden zich wel tien kopers. Die klanten piekerden er niet over moeilijkheden te zoeken over te betalen courtage ook al hoefden zij, strikt genomen, niets te Hosselet: „Soms volkomen te recht. Dat ligt niet aan de richtlijnen die door de Nederlandse Bond van Makelaars in onroerende goederen zijn opgesteld. Die richtlijnen zijn namelijk waterdicht. Jammer ge noeg is de toepassing ervan soms verwaterd. Mede onder invloed van de kritiek die de laatste jaren over ons vak wordt gespuid, is de contro le vanuit onze bond op de naleving van de ere-code verscherpt. Wie klachten heeft, kan bij elke plaatse lijke afdeling van de NBM terecht. En ik kan iedereen de verzekering geven dat de klachten serieus beke ken worden. De NBM, dat mag u niet vergeten, heeft een eigen tucht rechtspraak. Die is vrij streng. Een cliënt kan bovendien altijd naar de kantonrechter stappen. Er zijn dus nogal wat waarborgen ingebouwd.” betalen indien daar geen afspraak over was gemaakt. Zij waren blij als ze het huis kregen.” Hosselet: „We vervallen in herha lingen. Daar was die markt. Grote schaarste aan huizen, veel kopers. Er zijn helaas collega’s die een wat ruimer geweten hebben. U weet zelf wel: het leven is een elastiekje. Zoals in ieder beroep is het elastiek omge keerd evenredig lang aan de revenu en opbrengsten) die er uitkomen. En, niet vergeten, ieder heeft een eigen maatstaf.” Toch is er met name op dit delica te punt veel kritiek op de makelaar dij. „Zoiets ligt natuurlijk vreselijk ge voelig, belangenbehartiger zijn naar twee kanten. Als makelaar moet je dan de overtuiging hebben dat je „makelt”, bemiddelt dus, op zuivere waarden. Anders gezegd: als make laar moet je weten dat de prijs van het aangeboden pand een zuivere prijs is. Dat huis is, objectief beke ken, zoveel waard. Je kunt er als makelaar nooit zuiver tussen zitten als de verkoopprijs, alweer, objec tief bekeken, de werkelijke waarde overtreft. Iemand biedt een huis aan voor 3 ton, terwijl het maar 2,5 ton waard is. Als makelaar kun je dan nooit je vingers opsteken, noch naar de een, noch naar de ander. In negen van de tien gevallen liggen dit soort transacties vreselijk gevoelig. Ik ben daar in ieder geval uiterst voorzichtig mee en, zover ik weet, mijn collega’s ook. Zelfs wanneer een adspirant-koper bij mij staat Hosselet: „Toen is er behoorlijk geld verdiend. Er zijn er die miljo nair zijn geworden in dit vak. Ik ben iets te laat begonnen. In ’67, toen ik me vestigde, was de gouden tijd net voorbij. Naar ik gehoord heb uit het vak was dat een overtrokken perio de. De mensen liepen je deur plat. Heb ik niet meegemaakt. Maar dat vind ik niet erg, ik kom er altijd wel. Zal je een half miljoen op de bank hebben staan, wat moet ik ermee? Ik kan toch niet meer eten en drinken. Als je maar gezellig woont, als je maar leuk werk hebt, sociaal mee kan denken en als je maar de kost kan verdienen dan zit ik goed.” Fred Hosselet is ópgegroeid in een arbeidersmilieu. Geboren en geto gen in Amsterdam. Op 13-jarige leeftijd, na het behalen van het Mu- lo-diploma, al aan de slag. Een jaar later medewerker op een effecten kantoor. Begonnen met een daalder in de week. „Ik moest wel, er waren vijf kindertjes thuis”, verklaart hij zijn snelle start in het harde leven. Op z’n 18e gemachtigd bediende op de Amsterdamse Effectenbeurs. Een boeiende carrière lokt als Fred Hosselet ook procuratie krijgt. De oorlog is spelbreker. Het kantoor waar Hosselet werkte, werd geleid door een goede Nederlander die veel joodse rekeningen onderbracht. De Duitsers maken ’t stuk. Fred Hosse let moet onderduiken. „Ik heb toen pure mazzel gehad”, is alles wat hij over die tijd kwijt wil. Na de oorlog vraagt de grote Jan vier, bekend kermisexploitant, Hos selet of hij de administratie van het bedrijf op poten wil zetten. Als dat gelukt is treedt hij in dienst van een transportbedrijf, maar Brabant, waar hij dan met z’n vrouw woont, ligt hem niet. Hosselet: „Te bekrom pen allemaal. Echte Amsterdam mers kunnen daar niet aarden. Ik herinner me nog uit die jaren dat de gemeente-ambtenaren naar de kerk gingen omdat ze bang waren anders een schop met het voetje te krijgen.” Via een internationale handel maatschappij in chemicaliën, die la ter fuseert en een verzekeringsmaat schappij komt rasindividualist Hos selet in de makelaardij terecht. Daar zit hij op z’n plek. Geen baas boven hem en contact met mensen, en nog geld verdienen ook. Mooier kan het niet. De gemeenschap dient hij als raadslid voor het CDA. Over de combinatie van die twee functies praat Hosselet zeer openhartig. Hij onderkent het gevaar dat er aan verbonden is. Voorkennis over be paalde zaken kan zakelijke voorde in de makelaardij. De markt zakt enigszins weg, het aanbod van hui zen lijkt, als je de advertentiepagi na’s leest, groter dan de vraag. ingeschreyen en ik krijg toevallig een pand ten verkoop aangeboden dat geheel aansluit bij de wensen van die bij mij ingeschreven klant, maar waarbij het te overbruggen prijsverschil te groot is, adviseer ik de laatste een andere makelaar in de arm te nemen. Waarom? Omdat het prijsverschil tussen wat de verkoper vraagt en wat ik denk dat het waard is, nimmer in geweten is te over bruggen. Het gros van de NBM-ma kelaars handelt zoals ik. Die erecode is er niet voor niets.” Toch is er, zoals ook uit uw eigen woorden blijkt, met name in het verleden de hand gelicht met de spelregels. Had uw bond daar dan niet scherper op moeten letten? Anders geformuleerd: het komt allemaal door de gouden tijd toen de huizen als broodjes bij de warme bakker van de schappen vlogen. Toen is er grof geld verdiend in de makelaardij. „Een bedrijfstak die het goed gaat, doet zoiets niet. Ik heb nog nooit meegemaakt dat er in de com merciële sector zelfstandig tot tarie venverlaging Wordt overgegaan.” Vindt u dat juist? Hosselet: „Ja. Ik werk in een kapi talistisch stelsel.” Maar u heeft zelf toegegeven dat er behoorlijk is verdiend door het uit de hand lopen van de prijzen door schaarste. Een toevallige fac tor die niemand in de hand had. Daar kwam de piek van een gieren de geldontwaarding dan nog boven op. Het percentage van de courtage bleef bij die geweldig uit de pan rijzende prijzen gelijk. Die dubbele courtage is al jaren een heet discussiepunt in make laarskring. De Makelaars Vereni ging Amsterdam, die fusie-bespre- kingen voert met de Nederlandse Bond van Makelaars (NBM), kent dat probleem van de dubbele cour tage niet. Een van de spelregels van de Makelaars Vereniging Amster dam luidt dat slechts één keer, of aan de koper of aan de verkoper, honorarium mag worden gevraagd. Anders gezegd: de opdrachtgever betaalt de rekening. Ter verduidelijking een simpel voorbeeld. Een Amsterdamse make laar biedt via de bekende adverten ties in de krant huizen te koop aan. Hij kan dat doen omdat de eige naars hem daartoe een opdracht hebben gegeven. Wie, na het lezen van de advertentie, geïnteresseerd raakt, belt de betrokken makelaar op. Als het tot een transactie komt, zonder tussenkomst van een tweede, door koper ingeschakelde makelaar dan gaat de rekening naar de verko pende partij. De koper betaalt dus niet. Een tot spelregel verheven principe dat misverstanden uitsluit. NBM-makelaars zien dat anders. Artikel 3 van de daar geldende re gels zegt letterlijk: „Uit verkregen opdrachten kan voortvloeien dat de makelaar terzake van een overeen komst voor verschillende opdracht gevers tegelijkertijd moet optreden. Hij gaat daartoe niet over dan met instemming van alle daarbij betrok ken opdrachtgevers.” Toegepast op het bovengenoemde voorbeeld kan er door een NBM-makelaar twee maal honorarium in rekening wor den gebracht als de op een adverten tie reagerende koper opdracht tot de koop geeft. Er moet evenwel aan twee „mitsen" worden voldaan. De geïnteresseerde koper moet er mee instemmen dat de betrokken make laar als het ware twee partijen (ko per èn verkoper) mag dienen en de opdracht moet schriftelijk gegeven worden. Het verschil tussen een NBM-makelaar en een bij de Make laars Vereniging Amsterdam aange sloten collega is feitelijk een verschil in beroepsethiek. Een NBM-make laar heeft de pretentie dat hij bij het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 45