Dubbele courtage: het geweten van de makelaars
Wie betaalt advertentie- en kantoorkosten?
Fred Hosselet: sommigen zien hun vak als een elastiekje
VERKOPER
KOPER
len
Tarieven
Don
rws
tl
LUC LAST'7<3
1
45
19 7 8
1
Hl
f
f
f
f
f
f
f
f
f
f
f
f
f
f
f
f
f
f
f
f
f
f
f
f
f
f
f
f
f
f
DINSDAG 24 OKTOBER
HAARLEM. Een riante
behuizing aan de Span-
jaardslaan. Via een open
trap naar een soort vliering.
Tegen een van de wanden de
droom van vele mannen: een
miniatuurspoorwegemplace-
ment. Alles werkt, verzekert
Fred Hosselet. Hij is al 11
jaar makelaar, een late roe
ping zogezegd want met z’n
57 jaar klimt de Haarlemse
makelaar ook actief in de
politiek al aardig naar z’n
pensioen toe. Strijdvaardig
neemt hij plaats aan een bre
de tafel hij wil best praten
over z’n vak.
UIT
afspraak
Hosselet: „Dat is gebeurd.”
Hosselet: „Waar wilt u heen?”
Want?
Hoe kan dat nu ilit de hand lopen?
voor
tndige
i
Hosselet: „Dat is nooit gebeurd.”
Waarom eigenlijk niet?
ilafide
lemid-
heb-
i over
serd”.
dat
i over
rlopig
er het
al de
n het
lat de
ipeist-
>mdat
rerho-
bouw
ngen)
Toch hoor je nog dikwijls mensen
zeggen: makelaarsdat zijn toch
boeven!
Waar komt die brede kritiek op
het makelaarsvak vandaan?
Hosselet: „Die kritiek is gegroeid
door de praktijk van de zogenoemde
dubbele courtage het honorarium
dat een makelaar bedingt voor zijn
bemiddeling bij een transactie). Ma
kelaars stuurden twee rekeningen,
een naar de koper, een naar de ver
koper. Soms terecht, in veel gevallen
onterecht. Maar mensen pikten dat
omdat woningen schaars zijn. Op
een krappe markt kunnen er prak
tijken groeien die onjuist zijn. Dat
gebeurde bijvoorbeeld ook tijdens
en na de oorlog op de zwarte mark
ten. Niemand keek op geld. Als ze
dat huis maar konden kopen. Kre
gen ze het, dan betaalden ze dol
graag courtage ook al hoefde dit
strikt genomen niet.”
Dubbele courtage betalen in het
door u aangehaalde geval hoeft dus
niet.
HAARLEM. Mogen makelaars, aange
sloten bij de Nederlandse Bond van Make
laars in onroerend goed (NBM) advertentie-
en/of kantoorkosten boven de vastgestelde
courtage-percentages in rekening brengen?
Met betrekking tot kantoorkosten luidt het
antwoord: nee. Wat advertentiekosten be
treft ligt de zaak minder simpel. Als hiero
ver bij het vastleggen van de opdracht geen
bindende afspraak is gemaakt dan kunnen
geen advertentiekosten in rekening worden
gebracht. Gewoonte is dat advertenties in
regionale kranten (Haarlems Dagblad is
bijvoorbeeld een regionale krant) voor re
kening van de makelaar komen. Tenzij uit
drukkelijk anders is afgesproken.
Nog even dat punt van de beroeps
ethiek. NBM-makelaars huldigen
de opvatting dat zij twee partijen
kunnen dienen. De belangen van de
kopende zowel als van de verkopen
de partij.
Gezien de inzakkende vraag is het in de
toekomst wellicht mogelijk dat de make
laars dit soort afspraken gaan maken: tot
een bepaald plafond komen de advertenties
voor rekening van de makelaar, daarboven
is de rekening voor de klant. Hierop zijn
variaties mogelijk. De enige zekerheid die
de toekomstige klant heeft is dat NBM-
makelaars hierover bij het vastleggen van
de opdracht een afspraak moeten maken.
Naast makelaars, die lid zijn van de NBM,
opereren ook zogenoemde „bemiddelaars”.
Die zijn niet gebonden aan de regels, opges
teld door de NBM. Deze bemiddelaars zijn
dus ook niet onderhevig aan de eigen tüch-
Dat hielp dus bar weinig. De NBM
had de mogelijkheid voor dubbele
courtage formeel uit de reglemen
ten kunnen schrappen. Gewoon ver
bieden dus. Dezelfde principiële
lijn volgen als de makelaars die
aangesloten zijn bij de Makelaars
Vereniging Amsterdam.
Mede onder druk van allerlei publikaties
in consumentenbladen van Consumenten
bond en Konsumenten Kontakt is de NBM
druk doende de reputatie van de Nederland
se makelaardij op te vijzelen. Er wordt met
name scherper op toegezien of de aangeslo
ten leden zich wel aan de opgestelde ereco
de, een stelsel van regels, houden. Meestal
zal de klant die zich tot een NBM-makelaar
HAARLEM. Na de prijzenbe-
schikking van de minister van Eco
nomische Zaken zien de makelaars
tarieven voor huizen er zo uit, exclu
sief 18 percent BTW:
wendt bij het eerste contact al het boekje
ontvangen, getiteld „U en uw makelaar”.
Daarin staan rechten en plichten van make
laar en klant vrij nauwkeurig omschreven.
Het is verstandig om, indien men overweegt
tot een transactie over te gaan in onroerend
goed (huizen en grond), dat boekje aan te
vragen. Overdrukken van publikaties uit
consumentenbladen zijn bij de consumen
tenbonden tegen een kleine vergoeding al
tijd verkrijgbaar. Gewapend met die infor
matie komt u als volwassen partij op de
markt. Een markt waar de inzet soms hoog
is en waar men, door één onvoorzichtige
manoeuvre een modaal inkomen in één se
conde kan verliezen.
len opleveren. Hosselet: „Ik heb za
ken moeten afstoten omdat ze in
gemeentelijke stukken, die ik als
raadslid kreeg, aan de orde kwa
men. Zakelijke transacties waar ik
echt lol in had. Maar daar moet je
scherp mee zijn.”
Je kunt toch voorkennis overdra
gen aan een collega?
Hosselet: „Het was een krankzin
nig tijd. Maar ik geef me niet gewon
nen. De kosten vlogen in die jaren
ook omhoog. Die vraten een groot
deel van de hogere opbrengst weg.
Bovendien: makelaars gingen hun
service aan hun klanten uitbreiden.
Er kwamen showrooms, er kwam
een foto-cartotheek, er werden meer
mensen aangetrokken. Ik ken kan
toren die met één man begonnen.
Daar werken nu vijf of zes man.
Door verhoogde omzet, door meer
winst, kon er geïnvesteerd worden
en werd de capaciteit van een be
drijf, dus de service aan de klanten,
verbeterd.”
teer te
ie 400
m flat
dusief
eit en
en er-
>t zeer
'ijzing
g over
;e van
loeten
gere-
elders
In dan
prak
te ste-
effec-
ik de
rs de
k ben
d ook
ver
ier en
effing
ernen
wor-
trechtspraak van de genoemde bond. Bij de
NBM zijn rond 1.400 Nederlandse make
laars aangesloten. Wilt u weten of een make
laar lid is van de NBM dan kunt u telefo
nisch terecht bij de plaatselijke afdeling: tel.
320873.
te, die
in cor-
>k nog
heden
larom
isaties
meer
is, om
:e ver-
maat-
l:
IDA),
svoor-
iteige-
ecula-
*t met
s wor-
aar er
s aan-
js ver.
bezui-
ing is
sschut
■en of
?adig-
m zal
innen
ik een
istém-
;ld.
i over
•emie-
meen-
bij de
de nu
bodig
er een
hele
enten
lanier
brok
verde
lgen.
en ge-
i plan
de be-
twee-
orden
it ver-
coepe-
ie wo-
El op-
GLO"
zan de
enken
in de
loeten
in een
lij af-
sn dat
gaat”,
atie te
of zij
stude-
re, uit-
esting
iat zij
ebben
Hosselet: „Dat hoeft niet. Iemand
die in Haarlems Dagblad een adver
tentie ziet staan en daarop reageert
en zelf onderhandelt hoeft geen
courtage te betalen. Dat is van ouds
her zo.”
Vanuit de maatschappij, met na
me door consumentenorganisaties
en verenigingen van huizenbezit
ters, wordt forse kritiek over de
makelaardij uitgestort.
Hosselet: „Eerlijk gezegd: ja. Ik
had dat eerder verwacht. Aan de
andere kant: er zijn vrij veel onder
zoekingen verricht naar de tarieven
in de makelaardij. Op grond van de
resultaten van die onderzoeken
heeft de minister het nooit nodig
geoordeeld in tg grijpen. Op dit mo
ment onderhandelen de experts van
onze bond weer met economische
zaken. Draaipunt bij die discussies
is: is de tariefsaanpassing van na
jaar 1977 wel realistisch geweest? Ik
geef toe dat je soms posten kunt
afsluiten waar een hoog honorarium
mee is gemoeid. Natuurlijk zegt een
buitenstaander dan: dat is toch een
krankzinnige beloning, hoeveel uur
heb je daarvoor gewerkt? Dat zou ik
ook zeggen. Maar je mag niet naar
die ene incidentele post kijken die je
als makelaar soms kunt afsluiten.
Dat zijn de krenten in de pap bij een
commercieel bedrijf. Daartegeno
ver staat dat je soms een zeperd
voor je rekening moet nemen. Dat
hoort allemaal bij het spel.”
Hosselet: „Dat is natuurlijk een
kwestie van vertrouwen. Historisch
gezien betekent „makelen" dat je
partijen tot elkaar brengt. Kennen
de partijen de positie van de man die
„makelt”, de makelaar dus, dan is er
niets aan de hand. Dat mag je als
makelaar beide partijen een reke
ning voor verleende diensten aan
bieden. Ik heb daar tenminste nim
mer last mee gehad. Laten we nog
eens dat voorbeeld van u bij de kop
nemen. U belt mij, want u heeft in
Haarlems Dagblad een advertentie
van mij gezien. Ik zeg u: je kunt
zelfstandig onderhandelen met me,
maar je weet welke positie ik in
neem. U kunt, als mijn opdrachtge
ver de verkopende partij in dit
geval mij daar toestemming voor
geeft ook van mijn diensten gebruik
maken. In dat geval pas ik het twee
zijdig tarief dubbele courtage)
toe. Logisch, want twee partijen vra
gen mij te „makelen”. Makelaars die
evenwel strikt volgens de richtlijnen
van de NBM hun beroep uitoefenen
zullen, wanneer u hen belt, waar
schijnlijk tegen u zeggen meneer, u
moet het natuurlijk zelf weten, maar
neem een eigen makelaar in de
arm.”
2% van de koopsom
1.000
1.000
1.000
1.000
1.107
1.230
1.353
1.476
Naar dit punt: de makelaardij be
klaagt zich nu, terecht of onterecht,
dat laat ik in het midden want het is
altijd moeilijk om in andermans
boekhouding te kijken, over de ta
rievenverlaging van de minister.
Maar er is een periode geweest van
rond tien jaar waarin behoorlijk
geld verdiend is. Uw eigen woorden.
Waar ik nu mee worstel is de vraag:
hadden de makelaars toen niet uit
eigen beweging hun tarieven kun
nen verlagen?
Hosselet: „Dat houd je altijd. Dat
heb ik ook gehoord toen ik nog in
het verzekeringsvak zat. Dat vak
had ook zo’n kwalijke naam. Ze pro
beren mij iets aan te smeren, zo’n
sfeertje was dat. Kijk, als ik bijvoor
beeld een gerechtelijke procedure
moet aanspannen kijk ik ook uit
welke jurist ik in de arm neem. Let
wel: ik zou niet durven beweren dat
juristen slecht zijn, maar er zit wel
degelijk kwaliteitsverschil tussen de
ene of de andere, zoals bij ieder
beroep.”
Hosselet: „Dat ben ik met u eens.
Dat had gekund. Op dit moment is
daar veel over te doen binnen onze
bond. Maar vergeet u niet dat het
ministerie van Economische Zaken
de mogelijkheid voor het berekenen
van dubbele courtage altijd heeft
toegestaan met de motivatie dat het
hier een historisch gegroeide situa
tie is. Maar nogmaals, als je je als
makelaar precies aan de richtlijnen
houdt dan is er niks aan de hand.
Met de interpretatie van de ere-code,
dat geef ik openlijk toe, is het in het
verleden wat uit de hand gelopen.
Tegenwoordig neigt men steeds
meer in onze kring naar het Amster
damse systeem.”
tot 50.000
60.000
70.000
80.000
81.300
90.000
100.000
110.000
120.000
129.300
130.000
140.000
150.000
160.000
170.000
180.000
f 190.000
200.000
210.000
220.000
230.000
240.000
250.000
275.000
300.000
f 325.000
350.000
375.000
400.000
f 425.000
450.000
475.000
500.000
Hosselet: „Dat kan, maar het mag
niet. Als raadslid leg je een eed af.
Dus doe ik dat ook niet. Ik gpn u uw
twijfel. Die heb ik ook ten aanzien
van anderen, Tweede Kamerleden
bijvoorbeeld. Er lopen altijd bindin
gen, zonder meer. Maar dat wil niet
zeggen dat die twijfel terecht is. Alle
mensen in dat soort functies zijn
aangewezen op de zuiverheid van
hun eigen geweten. Ik net zo goed.
Op aandrang van mijn fractie zit ik
nu in de gemeentelijke commissie
Volkshuisvesting. Ik ben daar abso
luut niet gelukkig mee. Maar als ik
een plan onder ogen krijg waar ik
bij betrokken ben, zal ik een omme
tje gaan maken. Dan zal ik zeggen:
zoek het maar uit, als jullie klaar
zijn kom ik weer terug. Daar heb ik
geen moeite mee. Daarom heb ik
ook dit onafhankelijke beroep geko
zen. Ik ben m’n eigen baas. Als een
zaak mij niet bevalt kan ik altijd
zeggen: dat doe ik niet. Omgekeerd
kan ik mensen die het niet breed
hebben en die toch mijn bemidde
ling vragen geen courtage bereke
nen. Dat vind ik juist zo fijn alle
maal.”
1.599
1.722
1.845
1.968
2.091
2.214
2.337
2.460
2.583
2.706
2.829
2.952
3.075
3.357
3.639
3.921
4.203
4.484
4.766
5.048
5.330
5.612
5.894
Dan kun je nu vaststellen dat er
sprake is van enige overcapaciteit
cent te verlagen. Kabaal natuurlijk.
De kosten vliegen de pan uit, voor
personeel en voor advertenties bij
voorbeeld, en dan toch zo’n zware
prijsingreep. Hosselet windt zich er
niet al te zeer over op. „Als het goed
gaat”, merkt hij op, „wordt er be
hoorlijk verdiend. Maar u moet mij
niet vergelijken met een groot make
laarskantoor. Ik beheer een familie
bedrijf. Mijn dochter houdt de fi
nanciële kant van de zaak in de
gaten, mijn zoon werkt mee en mijn
vrouw. Het bedrijf met veel perso
neel zit wel overhoop met die tarie
venverlaging.”
Hosselet: „Je merkt dat de kosten
factor een rol begint te spelen in ons
vak. De omzetten lopen terug, tja,
dan drukken de kosten altijd wat
zwaarder op de uiteindelijke uit
komst van een bedrijf. Over de
markt nog dit. Er is een lichte daling
geweest, de prijzen stabiliseren zich
nu op een lager niveau. Hier en daar
zet de daling nog door, met name in
de duurdere categorie. De goedkope
panden, in de prijsklasse van zeg
maar tot 150.000, vliegen overigens
nog steeds weg. Duurdere panden
daar is een daling opgetreden van
soms 10, soms zelfs 15 procent.”
brengen, bemiddelen) naar eer en
geweten twee heren kan dienen. De
collega van de Makelaars Vereni
ging Amsterdam deelt die beroeps
opvatting niet.
Hoe kijkt Fred Hosselet daar te
gen aan? „Als ik huizen in verkoop
heb ik heb dan een opdracht van
de verkopende partij kan ik, zui
ver de zaak beschouwende, maar
één partij dienen. Mijn opdracht
luidt: u ziet de advertentie en dat
huis lijkt u wat. U belt mij op. Dan
zeg ik meteen tegen u: u kunt best
via mij kopen, maar u moet wel
beseffen dat de verkopende partij
mijn opdrachtgever is. U moet dat
weten. Zo stond en staat het ook in
de NBM-regels. Gaat u zelf met mij
onderhandelen dan hoeft u geen
courtage te betalen u krijgt geen
rekening dus als de transactie tot
stand komt. Dat is niet nieuw, dat is
al jaren zo. Trouwens alle uitspra
ken van kantonrechters uit het ver
leden zitten op die lijn.”
Maar in de gouden jaren, toen de
omzet steeg en.de prijzen, mede
door de inflatie, als raketten om
hoog schoten, zijn de tarieven toch
nimmer benedenwaarts aangepast.
Hoewel dat toch alleszins in de ver
wachting lag. Economen en politici
van links tot rechts hebben er nooit
een geheim van gemaakt dat zoge
noemde „windfall-profits” grote
winsten die door toevallige facto
ren ontstaan doordat je via een uit
vinding een macht op de markt bent
bijvoorbeeld) afgeroomd mogen
worden. Je kunt die vergelijking
wel niet helemaal doortrekken op
de makelaardij, maar een door u
niet geloochend feit is toch wel dat
in de gouden tijd behoorlijk is ver
diend wegens een idiote situatie op
de markt, veroorzaakt door schaar
ste.
„Handel heeft me altijd geboeid.
Door z’n wispelturigheid, door z’n
risico’s. Geeft mij een gevoel van
sensatie, dat prikkelt mij. Lukt die
•transactie of niet, breng ik mensen
bij elkaar? Geld speelt dan geen
enkele rol. Je doet het niet pro-deo,
dat weet je, maar wat je aan een
zaak verdient weet ik soms niet
eens. Op dat moment interesseert
het mij ook niet. Heb je een goed
kantoor, heeft jouw stijl van werken
karakter dat aanslaat bij de mensen,
dan komen de baten vanzelf wel.”
Een helder antwoord uit de mond
van een geslaagd zakenman die het
waarom van de keuze van zijn vak
uitlegt.
Toch is er een minder vrijblijven
de discussie mogelijk over de tarie
venpolitiek in de makelaardij. Vorig
najaar kondigde de minister van
economische zaken Gijs van Aar-
denne (WD) een prijzenbeschik-
king af voor makelaarswerkzaam
heden. Of de heren makelaars maar
zo goed wilden zijn hun degressieve
aflopende) tarieven met 18 pro-
Had u zo’n prijzenbeschikking zo
als nu afgekondigd eerder ver
wacht?
Hosselet: „Dat kwam door die idi
ote situaties op de markt. Er was
sprake van grote schaarste. Wat je
als makelaar de ene dag ten verkoop
kreeg aangeboden was de andere
dag verkocht. Zo hard ging het. De
mensen die bij je kwamen, wilden
graag kopen, ze praatten niet over
courtage. Dus berekende de make
laar ook z’n courtage die meneer
was immers dolblij dat hij bij de
verkoop de voorkeur had gekregen.
Daar moet ik iets aan toevoegen.
Volgens onze ere-code konden wij,
NBM-makelaars, maar met één par
tij in de slag gaan. Kwam er een
tweede kandidaat die in je oor fluis
terde dat hij best bereid was over
het bod van de eerste uit te gaan,
dan mochten wij er volgens onze
ere-code niet op ingaan. „Als ik
nu praat ik over de toestand van
enige jaren terug één huis in ver
koop kreeg, dan meldden zich wel
tien kopers. Die klanten piekerden
er niet over moeilijkheden te zoeken
over te betalen courtage ook al
hoefden zij, strikt genomen, niets te
Hosselet: „Soms volkomen te
recht. Dat ligt niet aan de richtlijnen
die door de Nederlandse Bond van
Makelaars in onroerende goederen
zijn opgesteld. Die richtlijnen zijn
namelijk waterdicht. Jammer ge
noeg is de toepassing ervan soms
verwaterd. Mede onder invloed van
de kritiek die de laatste jaren over
ons vak wordt gespuid, is de contro
le vanuit onze bond op de naleving
van de ere-code verscherpt. Wie
klachten heeft, kan bij elke plaatse
lijke afdeling van de NBM terecht.
En ik kan iedereen de verzekering
geven dat de klachten serieus beke
ken worden. De NBM, dat mag u
niet vergeten, heeft een eigen tucht
rechtspraak. Die is vrij streng. Een
cliënt kan bovendien altijd naar de
kantonrechter stappen. Er zijn dus
nogal wat waarborgen ingebouwd.”
betalen indien daar geen afspraak
over was gemaakt. Zij waren blij als
ze het huis kregen.”
Hosselet: „We vervallen in herha
lingen. Daar was die markt. Grote
schaarste aan huizen, veel kopers.
Er zijn helaas collega’s die een wat
ruimer geweten hebben. U weet zelf
wel: het leven is een elastiekje. Zoals
in ieder beroep is het elastiek omge
keerd evenredig lang aan de revenu
en opbrengsten) die er uitkomen.
En, niet vergeten, ieder heeft een
eigen maatstaf.”
Toch is er met name op dit delica
te punt veel kritiek op de makelaar
dij.
„Zoiets ligt natuurlijk vreselijk ge
voelig, belangenbehartiger zijn naar
twee kanten. Als makelaar moet je
dan de overtuiging hebben dat je
„makelt”, bemiddelt dus, op zuivere
waarden. Anders gezegd: als make
laar moet je weten dat de prijs van
het aangeboden pand een zuivere
prijs is. Dat huis is, objectief beke
ken, zoveel waard. Je kunt er als
makelaar nooit zuiver tussen zitten
als de verkoopprijs, alweer, objec
tief bekeken, de werkelijke waarde
overtreft. Iemand biedt een huis aan
voor 3 ton, terwijl het maar 2,5
ton waard is. Als makelaar kun je
dan nooit je vingers opsteken, noch
naar de een, noch naar de ander. In
negen van de tien gevallen liggen dit
soort transacties vreselijk gevoelig.
Ik ben daar in ieder geval uiterst
voorzichtig mee en, zover ik weet,
mijn collega’s ook. Zelfs wanneer
een adspirant-koper bij mij staat
Hosselet: „Toen is er behoorlijk
geld verdiend. Er zijn er die miljo
nair zijn geworden in dit vak. Ik ben
iets te laat begonnen. In ’67, toen ik
me vestigde, was de gouden tijd net
voorbij. Naar ik gehoord heb uit het
vak was dat een overtrokken perio
de. De mensen liepen je deur plat.
Heb ik niet meegemaakt. Maar dat
vind ik niet erg, ik kom er altijd wel.
Zal je een half miljoen op de bank
hebben staan, wat moet ik ermee? Ik
kan toch niet meer eten en drinken.
Als je maar gezellig woont, als je
maar leuk werk hebt, sociaal mee
kan denken en als je maar de kost
kan verdienen dan zit ik goed.”
Fred Hosselet is ópgegroeid in een
arbeidersmilieu. Geboren en geto
gen in Amsterdam. Op 13-jarige
leeftijd, na het behalen van het Mu-
lo-diploma, al aan de slag. Een jaar
later medewerker op een effecten
kantoor. Begonnen met een daalder
in de week. „Ik moest wel, er waren
vijf kindertjes thuis”, verklaart hij
zijn snelle start in het harde leven.
Op z’n 18e gemachtigd bediende op
de Amsterdamse Effectenbeurs.
Een boeiende carrière lokt als Fred
Hosselet ook procuratie krijgt. De
oorlog is spelbreker. Het kantoor
waar Hosselet werkte, werd geleid
door een goede Nederlander die veel
joodse rekeningen onderbracht. De
Duitsers maken ’t stuk. Fred Hosse
let moet onderduiken. „Ik heb toen
pure mazzel gehad”, is alles wat hij
over die tijd kwijt wil.
Na de oorlog vraagt de grote Jan
vier, bekend kermisexploitant, Hos
selet of hij de administratie van het
bedrijf op poten wil zetten. Als dat
gelukt is treedt hij in dienst van een
transportbedrijf, maar Brabant,
waar hij dan met z’n vrouw woont,
ligt hem niet. Hosselet: „Te bekrom
pen allemaal. Echte Amsterdam
mers kunnen daar niet aarden. Ik
herinner me nog uit die jaren dat de
gemeente-ambtenaren naar de kerk
gingen omdat ze bang waren anders
een schop met het voetje te krijgen.”
Via een internationale handel
maatschappij in chemicaliën, die la
ter fuseert en een verzekeringsmaat
schappij komt rasindividualist Hos
selet in de makelaardij terecht. Daar
zit hij op z’n plek. Geen baas boven
hem en contact met mensen, en nog
geld verdienen ook. Mooier kan het
niet. De gemeenschap dient hij als
raadslid voor het CDA. Over de
combinatie van die twee functies
praat Hosselet zeer openhartig. Hij
onderkent het gevaar dat er aan
verbonden is. Voorkennis over be
paalde zaken kan zakelijke voorde
in de makelaardij. De markt zakt
enigszins weg, het aanbod van hui
zen lijkt, als je de advertentiepagi
na’s leest, groter dan de vraag.
ingeschreyen en ik krijg toevallig
een pand ten verkoop aangeboden
dat geheel aansluit bij de wensen
van die bij mij ingeschreven klant,
maar waarbij het te overbruggen
prijsverschil te groot is, adviseer ik
de laatste een andere makelaar in de
arm te nemen. Waarom? Omdat het
prijsverschil tussen wat de verkoper
vraagt en wat ik denk dat het waard
is, nimmer in geweten is te over
bruggen. Het gros van de NBM-ma
kelaars handelt zoals ik. Die erecode
is er niet voor niets.”
Toch is er, zoals ook uit uw eigen
woorden blijkt, met name in het
verleden de hand gelicht met de
spelregels. Had uw bond daar dan
niet scherper op moeten letten?
Anders geformuleerd: het komt
allemaal door de gouden tijd toen
de huizen als broodjes bij de warme
bakker van de schappen vlogen.
Toen is er grof geld verdiend in de
makelaardij.
„Een bedrijfstak die het goed
gaat, doet zoiets niet. Ik heb nog
nooit meegemaakt dat er in de com
merciële sector zelfstandig tot tarie
venverlaging Wordt overgegaan.”
Vindt u dat juist?
Hosselet: „Ja. Ik werk in een kapi
talistisch stelsel.”
Maar u heeft zelf toegegeven dat
er behoorlijk is verdiend door het
uit de hand lopen van de prijzen
door schaarste. Een toevallige fac
tor die niemand in de hand had.
Daar kwam de piek van een gieren
de geldontwaarding dan nog boven
op. Het percentage van de courtage
bleef bij die geweldig uit de pan
rijzende prijzen gelijk.
Die dubbele courtage is al jaren
een heet discussiepunt in make
laarskring. De Makelaars Vereni
ging Amsterdam, die fusie-bespre-
kingen voert met de Nederlandse
Bond van Makelaars (NBM), kent
dat probleem van de dubbele cour
tage niet. Een van de spelregels van
de Makelaars Vereniging Amster
dam luidt dat slechts één keer, of
aan de koper of aan de verkoper,
honorarium mag worden gevraagd.
Anders gezegd: de opdrachtgever
betaalt de rekening.
Ter verduidelijking een simpel
voorbeeld. Een Amsterdamse make
laar biedt via de bekende adverten
ties in de krant huizen te koop aan.
Hij kan dat doen omdat de eige
naars hem daartoe een opdracht
hebben gegeven. Wie, na het lezen
van de advertentie, geïnteresseerd
raakt, belt de betrokken makelaar
op. Als het tot een transactie komt,
zonder tussenkomst van een tweede,
door koper ingeschakelde makelaar
dan gaat de rekening naar de verko
pende partij. De koper betaalt dus
niet. Een tot spelregel verheven
principe dat misverstanden uitsluit.
NBM-makelaars zien dat anders.
Artikel 3 van de daar geldende re
gels zegt letterlijk: „Uit verkregen
opdrachten kan voortvloeien dat de
makelaar terzake van een overeen
komst voor verschillende opdracht
gevers tegelijkertijd moet optreden.
Hij gaat daartoe niet over dan met
instemming van alle daarbij betrok
ken opdrachtgevers.” Toegepast op
het bovengenoemde voorbeeld kan
er door een NBM-makelaar twee
maal honorarium in rekening wor
den gebracht als de op een adverten
tie reagerende koper opdracht tot de
koop geeft. Er moet evenwel aan
twee „mitsen" worden voldaan. De
geïnteresseerde koper moet er mee
instemmen dat de betrokken make
laar als het ware twee partijen (ko
per èn verkoper) mag dienen en de
opdracht moet schriftelijk gegeven
worden. Het verschil tussen een
NBM-makelaar en een bij de Make
laars Vereniging Amsterdam aange
sloten collega is feitelijk een verschil
in beroepsethiek. Een NBM-make
laar heeft de pretentie dat hij bij het