J i „Rechtvaardige verdeling van woonruimte” Eigendoms-verhoudingen belemmeren snelle aanpak stadsvernieuwing Minister Beelaerts van Blokland: „Er moet voor iedereen worden gebouwd MS en niet alleen voor de zwaksten” s 1 GEDEPUTEERDE VAN DER KNOOP: iler Voor de buurt Nieuwe beleidslijnen Gigantisch probleem Gedrevenheid Niet stil gezeten ^**4 jnj (Van een medewerker) Meer bouwen. Maar waar en voor wie? Daarover gaan de meeste discussies in de volkshuisvesting. Vooral in de Rand stad, waar de ruimte schaars is en het milieu snel overbelast, is die discussie actueel. Dat de eerstverantwoordelijke be stuurder voor ruimtelijke ordening in de provincie Noord- Holland, de socialist Wim van der Knoop, daar genuanceerd over denkt, blijkt uit het hiervolgende vraaggesprek, speci aal voor dit woonnummer. Amsterdamse situatie begin- derhoud, blijkt dat slechts tien per- nen. In het eind augustus ge publiceerde streekplan voor het Amsterdam-Noordzee kanaalgebied is te lezen, dat binnen het streekplangebied den gedwongen via aanschrijvin- Amsterdam de grootste con centratie van oude woningen (van voor 1945) heeft: 215.000 woningen in 1975, dat is drie kwart van het totale woning bestand. De omvang van het oude woningbestand in Haarlem bedraagt 35.000 wo ningen, dat van Zaanstad 17.000 woningen en dat van de IJmond 14.000 woningen. Dit komt overeen met res pectievelijk 67, 45 en 36 per cent van het totale woning bestand. Van de steden in het Am- sterdam-N oordzeekanaalge- bied heeft Amsterdam in de hevigste mate met het pro bleem van de stadsvernieu wing te maken. Het is niet toevallig dat minister Beelaerts van Blokland en gedeputeerde Van der Knoop bij een vraag over stadsvernieuwing dadelijk met uiteenzettingen over de Stadsvernieuwing moet prioriteit houden. Dat stond zo ongeveer in het regeerak koord van CDA en WD. Er werd mee gesuggereerd, dat deze regering niet minder dan de vorige het belang van een goed stedelijk woon- en leefmilieu op het oog zou hebben. De waarheid van dat streven zou echter ook bij een tweede kabinet-Den Uyl nog hebben moeten blij ken. De beschikbaarheid van de middelen zou ook dan grenzen hebben gesteld. Ja maar, zegt de tegenwoordige oppositie, dat zouden dan an dere grenzen zijn geweest. Want wat heb je aan een duur bewaakte vrijheid, dankzij zware defensielas- ten, als de gewone man in de grote stad krepeert onder het verval en zo langzamerhand de enige dreigt te worden aan wie de middelen ontbre ken om zich buiten in het groen te nestelen. Zaan-Amsterdamse agglomeratie komt bouwruimte voor 30.000 huizen tekort "3. VAN DER KNOOP 1 1 UIT M dijk of Hetter- istratie terdam. en van aal- en terend in het ng, ver- perso- bor de perso- 23 jaar niveau derend :-zaken zestigd komen- aande /an de nderge- A/ij een cent van de particuliere woningver- huurders bij een bloksgewijze aan pak in de oude Amsterdamse wijken bereid zou zijn om vrijwillig te ver beteren. De overigen moeten wor- worden op grote schaal „horizon taal” verkocht tegen prijzen, die la ger betaalden niet kunnen opbren gen. De gemeente kan daar onvol doende tegen optreden, omdat de spelregels te veel zijn. Dan maar naar nieuwbouw buiten de stad? Af gezien van de sociale kanten van zo’n oplossing, stijgen ook daar de prijzen aanzienlijk en dan komen er nog altijd reiskosten bij, aldus de Amsterdamse federatie. Het tijd schrift „BOUW” heeft in een vraag gesprek met minister Beelaerts al de vraag gesteld of dat reisgeld dan niet gesubsidieerd zou kunnen wor den. Zo’n regeling wordt niet over wogen, was het antwoord. Intussen wordt uitgezien naar de nieuwe beleidslijnen voor stadsver nieuwing. Hoe zal de minister waar- is een a 8500 hoofd- e ruim Dubbele prijs en halve levensduur dus. Van der Knoop: Inderdaad, een gigantisch probleem. Voor mij is de vraag of wij er nog ooit uit komen als er binnen onze politieke samen leving geen andere prioriteiten wor den gesteld. Dat zegt Beelaerts ook. Van der Knoop: Al is-ie dan van een andere politieke richting, daar om hoeft-ie nog geen ongelijk te hebben wat dit betreft. De gemeen schap zal inderdaad een keuze moe ten maken. Anders is het gat tussen wat mensen in oude wijken aan woonlasten hebben betaald en de bedragen die er na stadsvernieu wing uitrollen niet meer dicht te subsidiëren. Dan wordt er straks een te zwaar beroep op de rijksmid- delen gedaan. Ik heb er mijn twijfels over of de gemeenschap dat alle maal op kan brengen, als we ook nog eens kijken naar de kosten van het onderwijs, de bedragen die met de aankoop van natuurgebieden zijn gemoeid, de recreatieve ontwikke lingen en ga zo maar door. Opschuifmogelijkheden ontwik kelen dan door koopwoningen van bepaalde typen te bouwen en aan de onderkant de mogelijkheden voor beschut eigen woningbezit verster ken? Van der Knoop: Beschutte sfeer: ja. Maar ik zet vraagtekens bij meer koopwoningen. In de stad kunnen die vaak niet meer worden ge bouwd. Moet het dan ergens anders, dan steekt de suburbanisatie de kop weer op. Daar ben ik uitermate on gerust over. Kan Amsterdam bij voorbeeld nog koophuizen bouwen? Hoogstens in Gaasperdam en in stadsvernieuwingsgebieden. Dat zet amper zoden aan de dijk als het gaat om kostenbesparing. Amsterdam heeft in de eerste plaats behoefte aan woningen in de sociale sfeer en niet alleen daar. In grote Britse ste den doet zich in feite hetzelfde voor. Het grote vraagstuk van de toe komst is het verdelingsvraagstuk. Hoe verdeel je wat je hebt zo rechtvaardig mogelijk? Op grond van onderzoek zie je nu al dat be paalde Noordhollandse gemeenten in de afgelopen jaren eigenlijk geen nieuwe woningen hadden behoeven te bouwen als daar maar meer greep was geweest op het bestaande wo ningbezit. Ik zal ze niet noemen, maar ik ken gemeenten die meer huizen naar buitenpoorters hebben zien gaan dan ze 'voor eigen mensen nodig hadden. Een pleidooi dus voor herinvoe ring van de woonruimtewet, die het de gemeente mogelijk maakt de ge hele woningverdeling te regelen? Van der Knoop: Ja, dat is inder daad mijn pleidooi. De overheid moet weer voor 100 pet. greep krij gen op een rechtvaardige distribu tie. gen. Daar een lonende verbetering veelal niet mogelijk is, wordt het gebruik gestaakt. Dit leidt tot lang durige leegstand en kraakacties. De twintig percent van de woningvoor raad die in het bezit is van gemeente en woningbouwcorporaties wordt in het algemeen behoorlijk onderhou den en wordt of is reeds vernieuwd. Minder dan tien percent van het bestand wordt door de eigenaar zelf bewoond, aldus het ontwerp-streek- plan. In Amsterdam ligt de situatie an ders. Het percentage eigenaar-be- woner is in Haarlem aanzienlijk ho ger. Hetzelfde geldt voor Zaanstad. Het spreekt vanzelf dat de staat van onderhoud van de oude woningen navenant hoger is. Ook wat nieuwbouwmogelijkhe- den betreft ziet de situatie er sinds het verschijnen van de Nota Ruimte lijke Ontwikkelingen in Noord-Hol- land (NORON) er rooskleuriger uit voor de Haarlemse agglomeratie en de IJmond dan zij is voor de Am sterdamse kant van het streekplan- gebied. Zoals bekend zijn er in het Bouwen voor de buurt, zegt ook het Landelijk Ombudsteam Stads vernieuwing. Het signaleert dat er steeds minder woningwetwoningen worden gebouwd. In de bouwpro gramma’s van het Rijk stonden er in 1976 nog 40.400, in 1977 nog maar 36.500 en voor dit jaar zijn het er 31.000. Intussen zijn de huurwonin gen in deze categorie zelfs met huur- Maar in het kader van de stadsver nieuwing zitten we al over de 100.000 tot 115.000 en zulke hui zen gaan dan vaak nog maar vijfen twintig jaar mee. In Amsterdam zijn er al huizen in stadsvernieuwingsge bieden gebouwd die 150.000 of meer hebben gekost. - Ij Bent u het eens met het streven „bouwen voor de buurt” of-kiest u, net als minister Beelaerts, voor het standpunt dat je een stad veelzijdig moet bevolken en er niet alleen „laagst betaalden” moet laten wo nen? Van der Knoop: Ik ben niet be paald een tegenstander van „bou wen voor de buurt”. Dat vind je ook niet terug in het streekplan Amster- dam-Noordzeekanaalgebied. Ik kies voor een voorzichtige benadering. Natuurlijk moet je inspelen op de behoeften van mensen die in die buurten wonen. Maar waar hou je dan rekening mee: met de oorspron kelijke bevolking of met de bewe ging in zo’n buurt? Stel dat daar veel jongeren wonen, dan is de samen stelling van zo’n buurt na zo’n jaar of drie, vier, zeker voor de helft veranderd. Een gemeentebestuur moet dus zowel rekening houden met gerechtvaardigde wensen van jongeren die naar die buurt trekken, als met het feit dat je een stad wil bouwen die zo’n vijftien tot twintig jaar meegaat en zo volledig mogelijk moet zijn. Ik zeg dat je moet kiezen voor beide. Met het verschijnen van het kabi net-Van Agt-Wiegel moest ook PvdA-stadsvemieuwingsspecialist Jan Schaefer naar de oppositieban- ken. Lang heeft hij daar echter niet gezeten. Want er was in Amsterdam een „messias” nodig; een messias van wie werd verwacht, dat hij zou breken met de bestaande construc ties en mogelijkheden en de proble matiek langs een totaal andere weg zou benaderen. Vandaar, dat er en kele maanden geleden op vrijwel iedere hoofdstedelijke lantaarnpaal stond: „Jan Schaefer komt.’’Am sterdams nieuwe wethouder van stadsvernieuwing, aan wie de mare vooruit is gegaan: „Niet lullen, ge woon doen”. Schaefer, boeman in de oppositie, heeft zich nu tot doeman van de hoofdstad laten kronen. En dat zul len ze weten. Het wordt bouwen voor de buurt. Weg met de speculan ten. Weg met de stadsontwikkelaars en de volkshuisvesters, die elkaar in een eindeloze maten-, getallen- en voorschriftenoorlog naar het leven staan. Bouwen voor Amsterdam mers, die in de buurt willen blijven. Die geen zin hebben zich te laten deporteren, als het ook nog anders kan. men circa 81.500, aldus het ont- werp-streekplan. Hierbij zijn inbe grepen de 24.000 woningen, die no dig zijn ter vervanging van sloop in stadsvernieuwingsgebieden. De ca paciteit, die tegenover deze vraag staat is slechts ongeveer 8000 wo ningen in Amsterdam en Amstel veen (met name de plannen Gaas perdam en Waardhuizen) en onge veer 4200 woningen aan genoemde extra bouwmogelijkheden in Zaan stad (exclusief de mogelijkheden die bebouwing in Assendelft-Noord of Guisveld zouden kunnen bieden). Dit is totaal 12.200 woningen. De groeikernen Hoorn, Purmerend, Alkmaar, Almere en Lelystad kun nen ongeveer 42.000 woningen ople veren voor het oostelijk deel van het Amsterdam-Noordzeekanaalgebied en het Gooi. Als daarvan ongeveer 3000 voor ’t Gooi worden gereser veerd blijven voor de oostzijde van het Amsterdam-Noordzeekanaalge bied nog 39.000 woningen over. Als daarbij de 12.000 huizen worden op geteld, die in Groot-Amsterdam en Zaanstad kunnen worden gebouwd, kan het toekomstige woningaanbod van 51.200 gesteld worden tegen de vraag van 81.500. Het tekort be draagt dus circa 30.000. Dit verschil kan nog worden ver minderd met de 6 a 9.000 woningen die bij Assendelft-Noord of in het Guisveld zouden kunnen worden ge bouwd. De provincie zoekt nog naar extra mogelijkheden in en om Am sterdam (bebouwing van de Boven- kerkerpolder tussen Amstelveen en Uithoorn is door de Staten bij de discussie over de NORON verwor pen, omdat dat een aantasting zou zijn van het Groene Hart van de Randstad. Wellicht dat het oostelijk havengebied van Amsterdam nog bouwruimte gaat bieden). En verder rekent de provincie op vertrek van naar schatting 62 a 72.000 personen per saldo uit het streekplangebied in de jaren ’80-’90. maken dat bij de stadsvernieuwing de lijn van het vorige kabinet wordt doorgetrokken, zoals bewindsman P. Beelaerts heeft verzekerd? Een paar uitspraken die de minis ter in vraaggesprekken heeft ge daan: „Ik ben tegen sloop en vóór ver beteren. Ik vind het een groot goed voor een stad dat mensen, die de stad trouw zijn, Mn hun buurt kun nen blijven wonen”. „Je moet proberen de mensen weer naar de steden terug te halen. Als het aan mij ligt, ben ik zéér voor projecten die tot stand komen in gemeenschappelijk overleg tussen gemeentelijke overheid en bewo ners”. „De vraag die het vorige kabinet heeft losgemaakt, is uitgemond in een waar stuwmeer. Er zullen keu zen moeten worden gemaakt”. „Een werkelijk levende stad is een pluriforme stad, waar alle be volkingsgroepen een plaats, een subsidie al vrijwel onbetaalbaar voor de laagste inkomensgroepen. Een huis met drie slaapkamers vraagt al gauw een maandelijkse huurlast van 400 tot 450. Daar is alleen nog uit te komen als de ob jectsubsidies voor vervangende nieuwbouw in stadsvernieuwings buurten worden opgetrokken, meent het LOS. En bepaald niet als de suggestie van het bezuinigings- lijstje, dat als „vingeroefening” in de publiciteit kwam, wordt gevolgd, want dan worden de maximale ver- beterkosten van 65.000 terugge bracht naar 45.000. Waar moeten „kleine” stadsmen sen heen als er voor hen niet in de buurt zou worden gebouwd? Als dat naar de goedkope en particuliere huurwoningen zou zijn, zeggen de samenwerkende Amsterdamse wo ningbouwcorporaties, dan zouden die mensen het slachtoffer worden van speculanten. Want die huizen streekplan bouwmogelijkheden ge schapen in de Haarlemmermeer tus sen Haarlem en Hoofddorp en in de Velserbroekpolder. Voor de periode 1980-1990 wordt de woningbehoefte in het westelijk deel van het streek plangebied geraamd op 33.500. Een derde deel van die nog benodigde huizen (10.400) kan worden ge bouwd in al goedgekeurde bestem mingsplannen. In Alkmaar kunnen ten behoeve van de „overloop” vanuit het zuiden van de provincie nog 4.150 woningen worden gebouwd. In de NORON-locatie in de Haar lemmermeer en in de Velserbroek polder is in totaal nog ruimte voor de bouw van circa 20.000 woningen. Bovendien streeft het provinciaal bestuur van Noord-Holland (de ge deputeerden Van der Knoop en Achterstraat verschillen daarin niet van mening) naar een dusdanige ste- debouwkundige uitwerking van de NORON-bouwplaats, dat de moge lijkheid voor nog meer woningbouw in de toekomst daarin niet wordt af gesneden. Volgens de Nota Ruimtelijke Ont wikkelingen in Noord-Holland heeft Zaanstad extra bouwmogelijkheden in Rooswijk (1500), ten noorden van Houtveld (1000), op diverse plaatsen in de stad (1000); totaal 3500 wonin gen. Bij het overleg tussen de ge- Hoewel de percentages oude wo ningen in Amsterdam en Haarlem dus niet zoveel uiteenlopen (75 en 67) is de problematiek van de oude stadsdelen in Amsterdam anders en ernstiger dan in Haarlem. Ruim tweederde van het Amsterdamse oude woningbestand is in handen van particuliere verhuurders. Hoe wel juist bij deze woningen veelvul dig sprake is van achterstallig on- (Van een medewerker) Eenzijdig bouwen voor de buurt is onjuist, maar hetzelfde doen voor de stad deugt ook niet. Voor mij is het een mengvorm. Ik begrijp best dat die buurtbewoners him eigen belang bepleiten vanuit een gedrevenheid. Dat vind ik niet verwerpelijk. Iets anders wordt het wanneer ambts dragers ertoe neigen de filosofie van het „bouwen voor de buurt” te ver dedigen vanuit de beperktheid van mogelijkheden en middelen. Nou moet ik voorzichtig zijn, anders word ik er weer van beticht dat ik voor kaalslag pleit en dat doe ik helemaal niet, integendeel. Men moet goed beseffen dat „bouwen voor de buurt” de stadsvernieuwing niet in het gewenste tempo aanpakt Als ik de redenering van Amster dam volg en het aantal geplande woningen vervang in het huidige tempo, dan ben ik om het eens overdreven voor te stellen zo’n vijftig tot zestig jaar bezig. Maar Amsterdam wil het veel sneller. Daar moeten de komende tien jaar 45.000 woningen aan bewoning ont trokken worden. De politieke wil daarbij is er zoveel mogelijk betere huisvesting voor in de plaats te stel len, omdat het gemeentebestuur hft niet verantwoord vindt de mensen daar langer te laten verpauperen dan het snelste organisatieschema noodzakelijk maakt. Zo’n tempo be reik je niet met alleen voor de buurt te bouwen. Ik ben er niet gerust op, dat het de goeie kant uit zal gaan. Hoe zou je nu het immense vraag stuk van betaalbaar bouwen en ver beteren moeten aanpakken, in rela tie tot de beschikbare rijkssubsi- dies? Dat wordt toch een onmete lijk probleem in termen van een rechtvaardige woonlastenverde ling? Van der Knoop: Ja, ik moet eerlijk zeggen dat dit een vraagstuk is waar ik voor mezelf nog niet uit ben. Als ik het even uit m’n hoofd recapitu leer: mijn ervaring is dat in Noord- Holland los even van de grond prijzen het bouwen van een wo ningwetwoning die vijftig jaar mee gaat zo’n 65.000 tot 75.000 kost. (Van een medewerker) meente Zaanstad en de provincie zijn de volgende bouwmogelijkhe den naar voren gekomen: bij Roos wijk 1200 woningen, nabij Houtveld ongeveer 1600 woningen, bij Westza- nerdijk (ten zuiden van het Hout veld) 400 woningen en binnen de bebouwde kom ongeveer 1000 wo ningen; in totaal 4200, zo staat in het ontwerpstreekplan voor het Am sterdam-Noordzeekanaalgebied. Naast deze extra bouwmogelijk heden is er nog ruimte in het Guis veld of Assendelft-Noord. In beide mogelijke bouwplaatsen is plaats voor ongeveer 6000 woningen. GS vragen zich echter af, of het niet haalbaar en wenselijk zou zijn hier in hogere dichtheden te bouwen. Bij 25 woningen per hectare is er plaats voor 6500, en bij 35 woningen per hectare voor 9000 huizen. Beide ge bieden zijn gunstig gelegen langs de spoorweg Amsterdam-Alkmaar. In het ontwerpstreekplan staat, dat de voorlopige voorkeur van GS uitgaat naar bebouwing bij Assendelft-Noord, gezien het grote belang, dat GS hechten aan het be houd van het Guisveld als weidevo- gelgebied. Een en ander zou beteke nen, dat het Guisveld gespaard dient te blijven van verdere bebouwing. De totale behoefte aan woningen in de periode 1980-1990 is voor Groot-Amsterdam en Zaanstad sa- stadsvernieuwingsgebied”. „De relatief hoge kosten en het gebrek aan geschoolde vaklieden, zouden de ongestoorde voortgang van de vernieuwbouw wel eens kun nen bedreigen. Dit kan ertoe leiden, dat afbraak, gevolgd door nieuw bouw, het enige alternatief is”. „Handhaving van de prioriteit van de stadsvernieuwing betekent, dat er op de begroting van VRO voor 1978 niet minder geld voor is uitgetrokken. Ook in de meerjaren planning wordt er rekening mee ge houden dat het beleid financieel moet worden voortgezet. Als er keu zen moeten worden gemaakt, mogen de minst draagkrachtigen in de stadsvernieuwingsgebieden daar van niet de dupe worden”. „De achterstand is beangstigend groot. De oplossingen zijn moeilijk en bijzonder kostbaar. De mensen om wie het gaat behoren tot de meest kwetsbare groepen in de sa menleving. Voor die mensen wil de regering zich sterk maken”. „Niet bezuinigen betekent niet dat aan alle hooggespannen ver wachtingen kan worden voldaan”. „Er moet in dit land voor alle mensen worden gebouwd. Niet al leen voor de minst draagkrachtigen. In de stad moeten ook duurdere woningen kunnen komen, zonder de belangen van de zittende bewoners te schaden”. „Mensen die nu in de oude wijken wonen, moeten niet worden bloot gesteld aan een gedwongen heen gaan”. De minister heeft intussen ook niet stil gezeten, maar geprobeerd met de pensioenfondsen tot een ak koord te komen. Of dat lukt weten ze op het departement pas tegen het eind van het jaar. Pensioenfondsen beogen in de eerste plaats een veili ge, zekere belegging met een zo hoog mogelijk rendement. Als de stads vernieuwing te weinig oplevert, zou het Rijk met subsidies kunnen bij springen. Dat lijkt minister Beel aerts een betere zaak dan dat de gemeenten zelf geld gaan lenen en straks de rekening aan het Rijk pre senteren. Met Jan Schaefer hoopt hij, dat de onderhandelingen leiden tot het aanboren van interessante financiële bronnen voor stadsver nieuwing. Schaefer: „We hebben ideeën nodig. En geld. De ideeën moeten uit de bevolking komen. Voor het geld bewandelen we nieu we wegen. Als dat lukt en het gaat lukken, let op mijn woorden dan hoeft geen Amsterdammer die dat niet wil de stad nog uit VAN UIT huis moeten kunnen vinden. Vraag het de gemeentebesturen maar, wat een stad gezond maakt. Niet alleen een kabouter- en een bejaardenpar tij. Maar een gevarieerde samenstel ling”. „Waarom zou je niet in de vrije sector kunnen laten bouwen als je daarvoor grond vrij hebt?” „Het is niet zo dat alle mensen in hun buurt willen blijven wonen. Er P BEELAERTS VAN BLOKLAND 'VAN bl

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 49