I
I
I
B
wil
1
F
li
<JnSi
1
B
door Lea Wijnberg
Bezinning
Gaaf
Leefregel
dc
Luiklok
Moordend
Levensstijl
Ego’s Dagblad
Meneer pastoor”
I
I
1
■H
■L Wik
Er
overt
wordi
inget
zegg
een i
elder
herb(
voort
De
bebo
vinde
tatie
Wat beweegt iemand ertoe zijn
neus te steken in andermans privéle-
ven, zonder daartoe door die ander te
zijn uitgenodigd? Nieuwsgierigheid?
Een amusante uitvlucht. Nieuwsgie
righeid heeft immers een vrij onschul
dig karakter, is tenslotte een „typisch
menselijk trekje dat weliswaar niet
onder alle omstandigheden in de haak
wordt bevonden, maar dat aan de
andere kant niet van een kwaadaardi
ge indiscretie getuigt. Je gaat dus niet
in iemands diepere roerselen zitten
spitten alleen uit nieuwsgierigheid.
Een kerk vol duiven. Nee, niet figuurlijk bedoeld in tegenstelling tot de haviken,
maar heel letterlijk: levende, fladderende vogels. Vele honderden duiven bewoon
den tot voor kort de kerk van het voormalig groot-seminarie Bovendonk in het
Brabantse Hoeven. Ze waren na de sluiting van het seminarie in 1967 door een
kapotte ruit naar binnen gevlogen om het lege pand als hardnekkige krakers te
bezetten, steeds meer soortgenoten in hun vlucht naar de beschermende
gewelven meenemend. In nissen, vensterbanken, lange richels en misschien wel
achter het altaar bouwden ze hun nesten en legden er hun eieren. Ze leerden hun
jongen vliegen tussen de roodmarmeren pilaren, de kapotte vensters weer door
naar de bomen buiten. Een heerlijk groot stenen nest met prachtige mozaïeken en
gebrandschilderde glazen versierd. Ze leefden er van wieg tot graf en zo ontstond
er in het godsgebouw ook een duivenkerkhof.
1t
Ruim een decennium nadat het groot-seminarie Bovendonk
in het Brabantse Hoeven werd gesloten, zijn er weer activiteiten
te bespeuren in het sindsdien door duiven gekraakte
gebouwencomplex. Pastor Toon Hommel en zijn kapelaan,
zuster Will van Hooijdonk zetten zich er in voor de stichting van
een nieuwe Franciskaanse communiteit. Het Centrum
Bovendonk, zoals die genoemd wordt, wil een centrum zijn voor
bezinning, ontmoeting, vorming en expressie, voor gezinnen,
groepen en enkelingen. Lea Wijnberg ging er een kijkje nemen.
i
■r
,V
Bidden of
een uurtje
schoffelen
I
Wildgroei op Bovendonk
I
En als iemand toch gaat trouwen?
Wat voor inspiratie?
Kapelaan Will van Hooijdonk
Pastor Toon Hommel
I
Hebt u een eigen leefregel?
I
Welkom bij het sleutelgat
Graaf Leo Tolstoi
Bovendonk leverde volgens het informa
tieblad van het bisdom Breda „Overweg”
elfhonderd priesters af. Op het moment
dat ik dit schrijf staan zelfs gezinnen met
kinderen klaar om in deze heilige hallen
gewoon te gaan leven. Samen met onge
huwde leken, en enkele religieuzen zowel
zusters en broeders. Er is een musicerend
echtpaar bij en een pottenbakker en dage
lijks komen er aanvragen binnen om mee
te mogen doen.
restrictie in: „Van deze hoopvolle ver
wachting (op een nieuwe hemel en een
nieuwe aarde) is de keuze voor het onge
huwde leven een bijzonder teken, echter
alleen dan, wanneer hierin werkelijk ware
vrijheid en broederlijkheid zichtbaar wor
den”.
door andere mensen gelezen wordt, en
het dagboek dat door zijn strikt persoon
lijke karakter geen onbevoegde ogen ge
doogd. Voor de eerste groep kunnen we
mijn vraag onbeantwoord laten, want in
dat geval is een eventueel schuldgevoel
af te wentelen op de ijdelheid van de
dagboekanier. Maar voor de tweede cate
gorie past op de vraag geen ander ant
woord dan: Wij bemoeien ons met de
intiemste gedachten van vreemde men
sen, omdat we op dat punt voyeur zijn.
Michel van der Plas haalt in het voor
woord uiteraard datzelfde element van
het stiekem loeren aan, maar hij voegt
eraan toe: „Het is soms voor een lezer
uiterst pijnlijk oog in oog te komen met
intimiteiten die hem liever verborgen wa
ren gebleven”.
zit en luidt de klok. Dat het klokkeluiden in
de historie van Bovendonk niet zonder
resultaat geschiedde, bewijst het wegge
zakte stenenpatroon van een der buiten
gangen, gesleten door het vele lopen naar
de kerk. „Er komen gehaakte kleedjes
voor de ramen”, vertelt zuster Van Hooij
donk, „die worden gebreid door oudere
Franciskanen, dat vinden ze enig!”
zijn dan deze slappe verdraaiing, die
echter wellicht iets meer vertelt over het
idee van goed en kwaad waarmee Michel
van der Plas zou kunnen sukkelen.
Je kunt het je haast niet voorstellen:
spelende kinderen in de lange gangen, een
moeder die huiselijk bezig is, een vader die
gewoon naar zijn werk gaat of misschien
werkt die moeder ook wel buitenshuis.
Jonge vrouwen die in en uit lopen, alle
maal in gewone kleren. Met de besloten
mannengemeenschap is het voorgoed af
gelopen althans op Bovendonk.
Dit alles is vanzelfsprekend geschre
ven vanuit het standpunt van de dagboe
kanier. Draaien we de zaak om, dan moet
ik toegeven dat ik heb zitten smullen van
al die dagboeknotities. Wat dacht u van
deze, van Columbus: „Meteen verzamel
den zich ter plaatse talrijke inboorlin
gen. In het bewustzijn dat het om mensen
ging die veel beter door liefde dan met
Zr. Van Hooijdonk: „Nee, het is niet zo,
dat als je overgaat naar een groep die
Bovendonk heet, je een andere leefregel
gaat volgen. Ik blijf bij mijn eigen congre
gatie. Wij hebben de Franciskaanse Leef
regel, waaraan ik indertijd nog actief heb
meegewerkt, we gingen het hele land door
om de mensen te leren er mee om te gaan,
die oude regel was namelijk veel straffer,
daar stond ook in hoe je de schotels moest
wassen Als ik hier ga wonen, stel ik me
voor aan de liturgie te gaan werken, en
verder in de huishouding, ik kan gewoon
Pater Hommel: „Ik denk dat er iets méér
moet zijn dan aardig willen wonen, en dat
is een stukje inspiratie”.
Pater Hommel: „Dan doe je elkaar ge
weld aan, het woord commune is erg be
smet”.
Zr. Van Hooijdonk: „Wij hebben geko
zen om gezamenlijk te leven maar met een
eigenheid en privacy voor iedereen. Als
het één grote commune moet worden
nee
Voor vele van de in de bloemlezing
geciteerde dagboekaniers was hun dag
boek een troost, een verademing, een
uitlaatklep, een verslaving. Hoe zo’n ei
gen geschiedschrijving ook ontnuchte
rend kan werken, bewijst de Britse satiri
sche schrijver Evelyn Waugh wanneer
hij op 13 februari 1956 noteert: „In de
hoop mijn oudste zoon beter te begrij
pen, de dagboeken gelezen die ik hield
toen ik zo oud was als hij nu. Ik was
ontzet van de platheid en eigenwijsheid”.
Voor de liefhebbers van het dagboek
heeft Michel van der Plas uitstekend
werk verricht.
Pater Hommel: „Ik blijf wereldheer, ik
heb een goeie bisschop, waarom zou ik
overstappen? Dat geldt ook voor de broe
ders met wie we in gesprek zijn”.
Pater Hommel: „Voor zover mij bekend,
is er van de celibatairen die hier komen
wonen, niemand van plan die staat op te
geven”.
Pater Hommel: „Het bisdom Breda staat
borg, maar wij willen graag selfsupporting
zijn, door betaalde arbeid buitenshuis.
Verder gaan we om aan geld te komen, alle
priesters die hier ooit gestudeerd hebben,
vragen of ze zelf de restauratie van hun
kamer voor de nieuwe bestemming willen
betalen”.
Zr. Van Hooijdonk: „Als je kloosterlii
bent en je gaat dan opeens trouwen
weet niet of dat zo simpel zou liggen”.’
Hoe staat uw groep tegenover het celi
baat?
Tenslotte: hoe gaat het met geld
goederen? En uw eigen geldzorgen ah
stichting?
Voor het overige niets dan lof voor Van
der Plas. „En af en toe een salvo” geeft
een prachtig beeld van die merkwaardi
ge menselijke bezigheid: het bijhouden
van een „journal”, wat in het Frans niet
alleen dagboek, maar ook krant bete
kent: Ego’s Dagblad dus.
Het woord dagboek wordt in de woor
denboeken koel omschreven als een boek
waarin de gebeurtenissen van de dag
worden aangetekend. Een wat magere
definitie, omdat voor vele dagboekaniers
en nu laat ik beroemdheden en andere
„bekende burgers” even buiten beschou
wing het wezenlijke van zo’n boek
hem nu juist zit in het vertrouwelijke
karakter ervan.
Volgens die gedachtengang is er eigen
lijk maar één echte vorm van een dag
boek, namelijk dat wat uitsluitend voor
jezelf is bestemd. De dagboekanier die
weet dat iemand anders wie dan ook
met hem meeleest, schrijft niet zoals
hij zou schrijven als dat cahier zijn privé-
goed koken, ik zou gastvrouw kunnen
zijn”.
Zo vind ik het ook een slechte gewoon
te dagboeken te publiceren en in biblio
theken te zetten, bereikbaar voor Jan en
alleman. Daar is het niet voor geschre
ven, en iemand die zelf een dagboek
bijhoudt, kent vermoedelijk de moorden
de vraag in hoeverre hij in zijn ontboeze
mingen rekening houdt met de mogelijk
heid van openbaarmaking.
KEES TOPS
Michel van der Plas: „En at en toe een salvo
Ambo; 27,50.
Zegt u eens iets over de Franciskaanse
levenstijl?
uil
ge
he
de
de
zij
ds
tj<
be
en
W(
m
W{
ge
ge
fei
ee
ee
ke
nij
W<
mt
W(
kic
w<
de
he
tei
Ik
de
De
120 n;
in de
houte
steen
Zr. Van Hooijdonk: „Er zijn mensen die
vragen: moet ik alles weggeven als ik
kom? Mijn boeken? Mijn kleren? Dat lijkt
ons te rigoureus. Er is een proeftijd, daar
na kunnen de mensen beslissen. Verder is
het de bedoeling dat ze in de huishouding
meewerken en in de tuin. Je kan proble
men oplossen door je te bezinnen, maar
ook door een uurtje te gaan schoffelen of
aardappelen te schillen”.
het zwaard tot ons heilig geloof bekeerd
zouden kunnen worden, besloot ik hen te
vriend te maken en gaf dus enigen van
hen rode mutsen en glazen halskettingen
ten geschenke en nog wat andere kleinig
heden van geringe waarde, waar ze zich
buitengewoon blij mee toonden”.
En deze van Sir Henry Channon: „De
Sunday Express had vandaag een erg
curieuze alinea waarin stond dat ik in
werkelijkheid 41 ben en niet 39, en sugge
reerde dat ik altijd een valse leeftijd had
opgegeven. Het vervelende is dat dit
waar is.”
Dan komen we in een paar ruimten met
bankstellen in allerlei kleuren en materia
len, net een vendu. „Dat zijn onze voorlopi
ge spreekkamers”, aldus mijn gidsen, en,
op de eerste etage: „Dit worden de éénper
soonsslaapkamers voor de enkelingen van
onze groep, ze krijgen een gemeenschap
pelijke zitkamer. En dit is de eerste flat die
we voor een gezin inrichten”. Het blijkt
een zeer ruim appartement met behoorlijk
sanitair en riant uitzicht. Voor kleinbe-
huisden om jaloers op te worden.
Ontdaan van de wildgroei en de bergen
duivemest die alles besmeurden en zelfs de
trap naar het koor onbegaanbaar maak
ten, bleken de gebouwen tamelijk gaaf en
uitstekend voor het nieuwe doel geschikt.
De Stichting Bovendonk kreeg het com
plex tegen gunstige voorwaarden in bezit,
het terrein wordt gedeeltelijk een open
baar park, er komt ook nog een woonwijk
en zo te zien zijn de materiële voorwaar
den voor het samengaan van religieuzen
en leken goed voor elkaar. Maar wat gaat
er gebeuren? De plannenmakers hebben
de tijd mee: door tal van religieuze ge
meenschappen werd eind zestiger jaren al
de zogenaamde Franciskaanse Leefregel
aanvaard, opgesteld door de Franciskaan
se Samenwerking.
Ook op andere punten geeft de regel
meer ruimte. De tijd méé hebben, betekent
voor het experiment in Hoeven ook, dat
het heel gewoon is dat mannen en vrou
wen, religieuzen en leken, gehuwden en
ongehuwden onder één dak wonen en
meestal niet een kloosterdak.
Ter verduidelijking: voor me ligt „En
af en toe een salvo”, een door Michel van
der Plas samengestelde bloemlezing van
zo’n 140 dagboeken van onbekende tot
wereldberoemde mensen, en aan het be
gin van een bespreking ervan moeten we
even volstrekt eerlijk zijn, u en ik. Van
daar de in de aanhef geformuleerde
vraag.
Dagboeken kun je grofweg indelen in
twee categorieën: het dagboek waarvan
de schrijver weet of hoopt dat het ooit
„Wat staat u met deze leefgemeenschap
precies voor ogen?” vraag ik als we, uitge
keken, in een naburig cafeetje koffie drin
ken. Op een vitrine met hengelsporttro-
feeën staat „Geduld vangt vis”. Oók al
weer dwars tegen Franciscus in
Pater Hommel: „Het Centrum Boven
donk zoals we het noemen, wil een cen
trum zijn voor bezinning, ontmoeting, vor
ming en expressie. Voor gezinnen, groepen
en enkelingen. En dat vanuit een bepaalde
abdij-gedachte".
Wat is dat?
„De abdij is vanouds een openstaan naar
buiten, een uitstraling op cultureel en gees
telijk gebied. Vergelijk Egmond, Ooster-
hout, de Trappisten in Zundert. De dien
sten zijn voor iedereen toegankelijk. We
willen pastoraal bezig zijn, aan bijbelstu
die doen, catechese, scholing. Ook zijn
theologiestudenten die in de buurt stage
lopen, hier welkom. Maar het wordt beslist
geen herstel van het oude seminarie! De
groep mensen die dit alles wil realiseren,
wil dat doen vanuit het Franciskaanse ide
aal. Dat betekent een stukje onbezorgd
leven, niet omdat we niet zouden werken
en bezig zijn, maar meer in spirituele zin.
Een beetje „rotzooien” in de goeie zin van
het woord”.
Zr. Van Hooijdonk: „Ik voel me thuis bij
mensen die een beetje willen leven vanuit
de visie van Franciscus, met aandacht
voor het Evangelie. Ik denk dat je dan
moet leven met datgene wat je gegeven
wordt, zowel met dë materiële dingen als
met je eigen capaciteiten en dat je niet
meer mag eisen dan wat er is. Leven met
wat je gegeven is, is leven met de afval,
bijvoorbeeld die bankstellen. Ze zijn nog
erg goed, maar ook als ze lelijk zijn, passen
ze toch in je interieur, omdat je ze op die
manier bekijkt. Daarmee wil ik niet bewe
ren dat de soberheid en armoede zoals
Franciscus die bedoelde, samen moeten
gaan met smakeloosheid”.
Pastor Toon Hommel (37 jaar), priester
van het bisdom Breda, bekend als bouw-
pastor, en zijn kapelaan, zuster Will van
Hooijdonk (36 jaar) Franciskanes van Ma-
riadal, die regelmatig preekt, werkten al
eerder samen in het jeugdwerk. Sinds en
kele jaren zijn ze allebei verbonden aan de
Franciscusparochie te Roosendaal en op
dit ogenblik zetten ze zich met veel enthou
siasme in voor de nieuwe communiteit. We
lopen over het bosachtige terrein dat het
immense gebouwencomplex omringt. Er is
net genoeg herfstzon om al die kleuren die
de bouwheren Pierre en Joseph Cuypers
indertijd voor gevel en interieur kozen,
nog intenser te maken. Af en toe pakt
pastor Hommel een boomstronk op, een
van de vele die uit de cour verwijderd
moesten worden, deze bleek volledig dicht
gegroeid.
Ik geloof dat niet. Als je in dagboeken
gaat wroeten, dan weet je waar je aan
begint. Je bemoeit je met dingen die je
niet aangaan en dat voyeuristische potje
moet je niet overgieten met een quasi-
ethisch sausje. Een openhartig „welkom
bij het sleutelgat” zou mij sympathieker
Komen hier geen leken op af die in een
mooie omgeving prettig willen wonen?
Ik had deze moderne leefregel al eens
eerder bekeken en zag dat ik toen twee
passages over het celibaat had onder
streept, de eerste ging over de belofte
niet te huwen, de tweede hield een zekere
„Hier is de refter dat wordt de eet
zaal”. Daar de oude keuken met de enorme
kookketels en werktafels. We passeren de
eetzaal van de professoren, de professo
rengang, de slaapkamer van de bisschop
en een kleine kapel, heel intiem met smalle
ramen in Mondriaan-kleuren. We gaan
door de volkomen lege bibliotheek die
misschien een dependance van het Bis
schoppelijk Museum te Breda wordt. In
een enkele studentenkamer (er zijn er
meer dan tweehonderd) staat nog een ou
derwets houten ledikant met dito nacht
kastje.
Pater Hommel en zuster Van Hooijdonk
aan wie de leiding of beter de begeleiding
van de communiteit wordt toevertrouwd,
denken het zich al helemaal in, vertellen
me over de praktische dingen. „De luiklok
is al hersteld”, zegt hij, meteen verdwijnt
hij in de biechtstoel waar het klokketouw
Op een dag joegen de Franciskanen ze
weg, ze wilden er zélf tot hun God opstij
gen. Het is nu eenmaal onmogelijk om in
de twintigste eeuw Franciscus ten voeten
uit na te volgen, zoals hij preekte voor zijn
„kleine zusters” de vogels. Gelukkig
sjouwde de heilige ook stenen voor de
restauratie van vervallen kerkgebouwen
en in dit opzicht handelen de initiatiefne
mers van de nieuwe Franciskaanse com
muniteit waarin Bovendonk zal worden
herschapen, geheel in zijn stijl.
Pater Hommel: „Dan moet dat opnieu» fanta
bekeken worden; past de partner er ooi -
in?” B
Pater Hommel: „Het moeten mensen
zijn die kiezen voor een stuk gemeen
schappelijk leven, waarbinnen verschil
lende leefvormen mogelijk zijn. Ik denk
dat je als gezin anders participeert dan als
enkeling; wij willen rekening houden met
ieders levensritme. We moeten elkaar ook
niet overvragen als het bijvoorbeeld gaat
om samen bidden, we willen een bepaald
minimum stellen, we verwachten dat men
er nu en dan is. En dat men eens per dag of
eens per week aan de gemeenschappelijke
maaltijden deelneemt. Bovendonk wil
geen binding zijn voor het leven, wat niet
wil zeggen dat het een vrijblijvende sa
menleving is”.
Zuster Van Hooijdonk, u bent kapelaa
hoe noemen ze u toch? En wat draagt ui
de dienst?
Zr. Van Hooijdonk: „Sommigen zeggei:
meneer pastoor! De meesten zeggen zus
ter. Ik draag als ik preek een jurk, omdat
,ik bewust een vrouw wil zijn. Die gewaden
die Toon draagt, die gebedsmantels, die
draag ik niet, wèl kleuren die erbij passen
en de liturgische kleuren van het jaar:
paars, purper”.
Zr. Van Hooijdonk: „Als je naar
Franciscus kijkt, en dan kijk je naar Jezus
van Nazareth, dan komen er twee momen
ten in je leven: een gericht zijn op de
medemens en zijn ncden, èn een behoefte
aan stilte voor bezinning en gebed, ge
meenschappelijk of alleen. Dat gebed heb
je nodig om die twee momenten te kunnen
waarmaken”.
domein was. Treffend voorbeeld daar
van is een dagboeknotitie van Leo Tol
stoi, wiens vrouw Sofia zijn dagboek las,
en hij het hare. „Bijna alles wat ik in dit
schrift geschreven heb ik gelogen, vals.
De gedachte dat zij hier achter mijn rug
nog zit te lezen, beperkt en bederft de
waarheid over mezelf”, schrijft hij en dat
is natuurlijk zo. Zo’n „uitwisselingspro
gramma” is een onzinnig plan.
r
K,
*4? '”W