Silmarillion: teleurstelling wel verklaarbaar, maar niet zinnig I uw G r bh door Ko van Leeuwen Fatalisme Subsidie-aanvraag Een stap verder Nieuw improviserend toneelgezelschap in onderzoekjaar zal >r: ONGRIJPBARE LEGENDEN IN TOLKIENS EERSTE WERK .ïi’i HET WESPETHEATER is een nieuw toneelgezelschap van be scheiden opzet: vijf spelers, in december komt de zesde, en daar moet het voorlopig bij blijven. Geen technici, om van de luxe van een kleedster helemaal maar niet te spreken. Het Wespetheater is geen klein repertoiregezelschapje, ook geen avant garde groep. Het is een groepje acteurs en actrices dat wil werken vanuit alles wat zich in de samenleving, de maatschappij als bruikbaar aandient. Vanuit het vak dat zij beheersen, toneelspelen, willen de spelers van het Wespethea ter alledaagse situaties belichten. „Sociaal theater maken”, zegt actrice Marian Buijs, die maar incidenteel zal spelen omdat zij er ook de zakelijke leiding bij doet. „We willen de onderwerpen kiezen via het publiek. Dit eerste jaar waarin we bestaan beschouwen we als een onderzoekjaar. Daarin willen we vaststellen op welke manier we ons op welke soort publiek moeten richten. Wat het effect is van ons werk, hoe het 't leukste kan”. - -- Wespetheater op zoek naar vormen voor sociaal toneel Marjan Buijs en Peter Bos (links) Peter Bos en Judith Hees, (linksboven) >)-31930 ren ijke tak- iels- lan <an- t gelegen Voor- el hall mei iet ruime mer met 1 ruime ging. men bet lil, toilet, euken, le erd.: 4 e ERDAGS 6 UUR keuken, met een Haarlem. Inger de Vrede, Peter Bos en Marian Buijs spelen het stuk, Judith Hees treedt op als stimulator, een richtinggevende functie die met regie kan worden vergeleken, maar die meer openingen tot eigen in breng en improvisatie voor de spe lers inhoudt. Een werkwijze die on der meer ook bij het Werktheater en bij het Onafhankelijk Toneel wordt toegepast en bij deze gezelschappen uitstekende resultaten afwerpt, die gestalte krijgt in boeiende toneel- produkties. Meer dan de helft van de spelers van het Wespetheater heeft bij thea- terwerkgroep Wederzijds gewerkt, waar de stukken ook ontstonden op basis van improvisatie; Judith Hees speelde enkele jaren als gast bij het Werktheater in Niet Thuis, een pro- d uk tie over kinderen in tehuizen. bestaande wezens - elfen, dwergen, halflingen. Tolkien werd professor in de taalwetenschappen in Oxford. Nog steeds koesterde hij zijn Silmaril- len-verhalenbundel, want de fantasietalen die hij had geconstrueerd waren onvoldoende - ze moes ten gesproken worden, een taal heeft leven nodig. En dat gebeurde in de Silmarillion, ontstaan door zijn verbeeldingskracht: een hele nieuwe wereld met een volkomen nieuwe geschiedenis en met zijn eigen schepselen: goede en kwade, verdorven en verheven, naïef en doortrapt, listig en ludiek. Maar terwijl de verhalen van de*Silmardien stenen in eindeloze variaties uitgroeiden tot een chaotische stapel papieren, ontkwam John Tol kien niet aan een zekere kosmische ordening. Hij werd ondanks zijn hooggeleerde levenswandel va der. En zoals een goede pappa betaamt vertelde hij zijn kinderen voor het slapen-gaan verhaaltjes. Afkomstig uiteraard uit de rijke bron van zijn fantasie; druppeltjes uit zijn fantasiewereld van de Silmarillion. Door een gelukkig toeval werd één van die verhalen „De Hobbit” in 1937 uitgegeven. Tolkien hoopte dat zijn Silmarillion nu ook in druk kon verschijnen, maar de uitgever vond dat te riskant. Pas in 1954 verscheen „In de ban van de ring”. Veertien jaar had Tolkien aan het driedelige epos gewerkt. De aanzet was een tweede kinderboek, Inger de Vrede: „We werken nu aan dat stuk over vrouwen. Ons vertrekpunt daarbij is het zoeken naar emoties bij jezelf. Dat is de practische basis, het hebben over dingen die je als speler ook zelf werkelijk raken. Die emoties komen al als ik dingen van mezelf aan Ju dith vertel, als ik me er toe aanzet iets te vertellen dat ik echt helemaal voor mezelf had willen houden. Ons vrouwenstuk komt er heel sober uit te zien. Het zijn daarin vooral de karakters waarom het moet gaan. We gaan er wel veel muziek in ge bruiken”. Voorlopig kan het Wespetheater de repetitie-ruimte boven in de Toneel schuur gebruiken, waar nu aan het vrou wenstuk Sleurdans en Dovemans wordt gewerkt. Repetitie-overleg over het vrouwen stuk. Vine Inger de Vrede, Judith Hees, Marian Buijs en Peter Bos. continu ontwikkelende schepping”, zo noemde Christopher Tolkien de papieren berg. Dat is dan meteen het wonderlijke van dit boek: nooit zullen we zeker weten of de auteur er uitein delijk zijn fiat aan zou hebben gegeven. De man die zo lastig was voor zichzelf en zijn scheppingen is er tot op zijn sterfbed niet van losgekomen. Ondanks dat is The Silmarillion een adembene mend boek geworden. Een passend antwoord op de vele vragen na het lezen van „In de ban van de ring”. Geen definitief antwoord, gelukkig, wel een sagenboek passend bij het voorafgaande. bied rond Purmerend en de thema tiek ervan is land en water, de histo rie van de afsluiting van‘de Zuider zee en de gevolgen daarvan bijvoor beeld voor de werkgelegenheid. Ver der de overloopproblematiek en het isolement, de „groene weduwen”. Marian Buijs: „We willen er mee beginnen op de basisscholen, daar na ermee de wijken in om voor ou ders, opvoeders en sociaal werkers te spelen. En met voorstellingen in de schouwburg of theater willen ook het centrum van de streek, de stad, er bij betrekken”. ten opzichte van die geheel andere problematiek waren we nog zo on voorbereid. In maatschappelijk ach tergestelde gebieden is dat heel an ders. In een klap word je je dat dan bewust. Daarom hebben we zo’n on- derzoekjaar ook heel hard nodig. We zullen ons moeten aanwennen heel flexibel te reageren, daar zullen we op moeten werken en trainen. Snel kunnen reageren en onmiddellijk omschakelen als de situatie dat ver eist”. Onze visie willen we met het to neelspelen duidelijk maken, niet door verklaringen achteraf”. De Toneelschuur biedt het Wespe theater dit seizoen in elk geval de mogelijkheid daar te repeteren. Re- toumee werd er ook in een aantal lunchvoorstellingen gespeeld. Van daaruit werkt het Wespetheater ook zakelijk en in de toekomst wil het van dit theater de vaste speel- en thuisbasis maken, om van daaruit verder met het theaterwerk - in de provincie en daarbuiten - te gaan opereren. Een grote wens koestert de groep. Judith Hees: „We zouden erg graag een meeneembare licht en geluidsinstallatie hebben. Zoiets is voor ons van essentieel belang. Misschien iets leuks voor een Anjer fonds, of misschien zijn er ergens nog andere fondsen te- vinden die even aardig voor ons willen zijn. Als je ook in buurthuizen en scholen een kwalitatief goede voorstelling wilt brengen, is zoiets gewoon van ele mentair belang”. lorp gele ng. Grot sonkamei iden, keu 4. Gehee >er 1-11 intern kunnet dienstel Ze ontstonden ineen beduimeld, volgekrabbeld schriftje. Onwerkelijke verhalen over de „Silma- rillen”: „Drie juwelen waarin het genie Fëanor het licht van de twee Bomen had opgevangen”. Licht dat mooier was dan dat van de zon en de maan. Schepper van die verhalen was de jonge Britse soldaat John Tolkien. Hij vocht met weer zin in de modderige loopgraven van het aan puin geschoten Noord-Frankrijk tegen de Duitsers van Kaiser Wilhelm II. Het was 1917, de Eerste Wereldoorlog liep tegen zijn einde. akt ;els- :n/ >fd- :en Zoals de naam stadswijkenplan al suggereert, richten de spelers van het Wespetheater zich daarbij op bepaalde wijken. De bedoeling is vanuit interviews en onderzoeken in de buurt gegevens te verzamelen over wat er al zo in de wijk leeft. Het Stadswijkenplan is gericht op Haar lem en heet „Haarlem, Stad zonder Gat”. Peter Bos: „Als we eenmaal tot een voorstelling voor een wijk gekomen zijn, willen we door een tactische benadering de bewoners erbij betrekken. Door middel van amusement bijvoorbeeld. Misschien moeten we wel met een kar door de buurt, waarop we alvast een deel- scène spelen. Maar we willen ook graag dat de mensen zelf meedoen in een programma vooraf bijvoor beeld. Met dingen die ze zelf kunnen, kunstjes, goocheltruuks bijvoor beeld. Misschien een klein kind dat een verjaarswensje komt opzeggen. Een soort familie-show vanuit de buurt, waar wij bij helpen. Wij zelf spelen dan ’s avonds in die wijk een specifiek de buurt betreffende voor stelling. Voor iedere wijk kun je een eigen programma maken, zo moge lijk in samenwerking met buurtwer- kers. Dat Stadswijkenprojekt kun nen we in de toekomst misschien ook in andere steden uitvoeren. Daarom heeft het in Haarlem in dat opzicht een experimenteel karak ter”. Met het Streekprojeckt, dat „Wa terlanders” heet, richt de groep zich op de provincie, met name het ge- Het stuk Tilt: niets mee te maken, dat over terreur, agressie en apathie in het begin van de tienerjaren gaat, is het uitgangspunt voor een pro gramma voor het voortgezet onder wijs. Die voorstelling is het afgelo pen seizoen ontwikkeld in Zaan dam. Het is de bedoeling het eerst voor scholieren en leerkrachten te spelen. Direct daarna kan de uitge beelde thematiek samen met hen pratend en spelend worden ver werkt. De ouders kunnen dan ’s a- vonds worden ontvangen in de school, of in een theaterruimte. Met Tilt heeft het Wespetheater al cu rieuze ervaringen opgedaan. Judith Hees: „We hebben op die school voorstellingen bij de kinderen enor me problemen ontmoet en dat ver schilde sterk per school. Eerst heb ben wij het stuk vrijwel steeds ge speeld op scholen in sociaal achter gestelde buurten en dat konden we aan. Daarna kwamen we terecht op een school in een gegoede buurt in Hil versum en daar lagen de problemen heel anders. We waren gewoon ver stomd. Daar had de problematiek vooral te maken met echtscheidin gen. Kinderen die het hadden over: wanneer ga ik naar vader; wanneer naar moeder. Er sprak ook zo’n groot fatalisme uit.dat we echt machteloos stonden. We waren niet klaar om daar goed op in te gaan, ter is minder per voorstelling de nadruk leggen op het proces dat op gang gebracht wordt. Het publiek mag echt komen genieten, terwijl tegelijk een inhoud Wordt gesteld die iets wezenlijks zegt of losmaakt. Peter Bos: „Ons publiek is wel kom om na een voorstelling nog wat door te praten, mag ook met ons praten over de eigen problemen; het mag ook naar huis gaan. Vergelijk het groepsgesprek, dat is vrij alge meen goed geworden, werken aan jezelf enzovoort. Dat is nu zo inge- burgerd dat wij ’t willen hebben over het effect ervan. Ik bedoel, dat je over intieme dingen hebt gespro ken, dat kan het effect hebben van bevrijding. Dat kan verrassen en een impuls geven aan je eigen ont wikkeling. Nou, dat willen wij als theatergroep graag projecteren”. In mei heeft het Wespetheater een subsidie-aanvraag naar CRM ge stuurd en er zijn ook gesprekken geweest met Amsterdam, Haarlem, Purmerend en Alkmaar en met de provincie Noord-Holland. Uit de aanvraag blijkt dat er serieus ge werkt wordt aan een totaalplan voor dat eerste jaar van bestaan, het on- derzoekjaar. Het Wespetheater heeft een stadswijkenplan en een streekprojekt ontwikkeld en afhan kelijk van te verwachten subsidie kunnen die plannen dit seizoen wor den uitgevoerd. In Alkmaar heeft de groep gesprekken over subsidie ge had met de Stichting V.E.S.T., die de culturele belangen voor de gemeen te behartigt. In elk geval kan het Wespetheater in Alkmaar een aantal vrije voorstellingen komen geven. een soort vervolg op De Hobbit geweest, maar allengs ging het verhaal over de halfling Frodo, die Sauron, het Kwade, bestrijdt, een eigen leven leiden. De toon van het verhaal veranderde gelei delijk en er ontstond een soort geschiedverhaal over „Midden-Aarde”. Tolkiens fantasie bleek on uitputtelijk, want nog steeds was de bron waaruit dit alles opwelde, De Silmarillion, niet opge droogd. In de ban van de ring werd een kolossaal succes. George Allen Unwin, de uitgever, verkocht elk jaar zo’n honderdduizend exemplaren van het boek. Het werd vertaald tot in het Fins en Japans. En Tolkien zelf dreigde te stikken onder de benau wende adoratie van zijn enthousiaste lezers. Man den vol brieven, geschenken, tapes (met daarop voordrachten uit zijn boeken) werden naar de drempel van zijn huis gedragen. Het verder wer ken aan de Silmarillion raakte in de verdrukking. Tolkien stierf in 1973. Het boek was nóg niet af. Na de speelse vingeroefeningen in „De Hobbit”, de geschiedbeschrijving van „In de banwas hel hoofdwerk - de mythologie, het ontstaan van de dingen zoals dat in „The Silmarillion” zou worden onthuld, onvoltooid blijven liggen. Met zijn zoon Christopher maakte de grijze Tolkien afspraken over het rangschikken van de Silmarillen-manus- cripten. Ja, meervoud. Want het was „een zich Langer dan een halve eeuw heeft het geduurd voordat de verhalen over de wonderstenen tenslot te in druk verschenen. „The Silmarillion” heet het boek en de fraaie Nederlandse vertaling van Max Schuchart ligt sinds kort in de boekwinkel. Velen hebben er reikhalzend naar uitgekeken, na het lezen van die twee andere wonderbaarlijke boeken van Tolkien „De Hobbit” en „In de ban van de ring”. Want „De Silmarillion” zou eindelijk vertel len hoe het allemaal vooraf was verlopen. John Ronald Reuel Tolkien was een fantast. Hij voegde dingen toe aan de werkelijkheid of liet ze weg. Daarnaast was hij een talengenie. Als jochie leerde hij ze spelenderwijs. Maar aan bestaande talen had hij zelfs niet genoeg, hij fantaseerde er eigen talen bij. Uitdrukkingsmiddelen van niet(?)- meewerken omdat het een zomer- produktie betrof die in vakantietijd werd gespeeld. Peter Bos: „Speel zucht is nu uitgespeeld en we heb- IfQCl ben er zelf veel aan gehad. Het stuk Jl OCt| heeft naar het einde toe echt een flinke ontwikkeling doorgemaakt. Het werd door het publiek goed ont vangen”. De eerste zaalproduktie is Retour- nee, een kort stuk over twee circus artiesten, een vrouw en een man, die hun acrobatenloopbaan als afge sloten beschouwen, maar er toch hunkerend naar terug verlangen, een soort verslaving dus waarbij de „ontwenningskuur” nog geen uit komst heeft gebracht. De twee rol len erin worden gespeeld door Peter Bos en Inger de Vrede. Adviezen voor de voorstelling kwamen van Johan Simons en van de Como Bro thers, de acrobatiek-vaders van de Nederlandse toneelwereld. Voor dit seizoen staan er nog meer voorstellingen op de repertoirelijst van het Wespetheater. Er is de jeugdproduktie Tilt: niets mee te maken en momenteel wordt hard gewerkt aan een vrouwenstuk dat Sleurdans en Dovemans gaat heten. Op 23 en 24 november is daarvan de première in de Toneelschuur in Waarom een nieuwe groep als het Wespetheater, terwijl er al zoveel gezelschappen bestaan? Peter Bos formuleert het: „Wij willen een link leggen tussen twee dingen omdat wij daar een heel duidelijk verband tussen zien. We leven nu tien jaar na de actie Tomaat en je kunt niet meer om het bestaan van gezelschappen als het Werktheater en zo heen. Het vormingstheater is er, het polarise rend toneel bestaat. Het tweede is dat het voor ons, met onze elders opgedane ervaring, toch de grote kick is eigen ideeën te gaan verza melen, die uit te werken en theatraal vorm te geven in een eigen groep. Maar je kunt nu niet meer zomaar aankomen met de kreet vormings theater. De tijd dat je je publiek bewust moest maken, direct op pro blemen wijzen, is voorbij. We moe ten nu een stap verder gaan en ons richten op het effect van die bewust wording, zonder daarbij pretentieus of bevoogdend op te treden. Maar het zal niet meer een kwestie van sec imiteren zijn van wat mensen thuis of op hun werk doen. We zullen echt gebruik maken van alle theatrale middelen, theaterstijlen, om voor stellingen te maken waarin de din gen herkenbaar zijn, maar die ook fijn zijn om naar te kijken. Het mag best leuk amusement zijn”. De bedoeling van het Wespethea- Vraag overigens nooit bij Tolkien even kort de inhoud van zijn boeken te vertellen. Evenmin als de Odyssee of Dante’s Hel kort kunnen worden weergegeven, valt er voor de vuist weg iets te duiden over deze gefantaseerde „werkelijkheid”. Pure realisten - ja, ze bestaan - zullen toch wel hun schouders ophalen. Dromers hebben genoeg aan woorden als Orken, Galadriel en Barad-dur. De teleurstellingen van sommigen na het lezen van The Silmarillion is verklaarbaar maar onzin nig. Ten eerste is het boek één versie uit Tolkiens stapel beduimelde aantekenboeken - zonder twij fel met veel zorg en liefde door zijn zoon uitge werkt. Bovendien zijn het vaak ongrijpbare legen den, in tegenstelling tot het meer tastbare „In de banAnders gezegd: uit het derde Era is natuur lijk meer bekend gebleven dan uit de oudste tijden. De soms zure, zeurderige kritiek na het verschij nen van The Silmarillion vorig jaar in Engeland was vermakelijk. De wroeters, die ontdekten dat het woord „Hobbit” al in 1895 werd gebezigd in een sprookjeslijst, kregen ook nul op rekwest bij Tolkien. Hij beantwoordde immers de vraag hoe hij aan die naam kwam zo: „Dat weet ik niet meer, ’t Kan zijn dat ik het verzonnen heb, maar het kan ook dat ik die naam ontleend heb aan een 19-de eeuwse bron”. De hemel beware intussen deze kostelijke pro fessorale nalatenschap als straks „In de ban van de ring” op zijn Amerikaans als tekenfilm in de bioscopen verschijnt. Regisseur Ralph Bakshi (van Fritz de Cat) schijnt er mee bezig te zijn. Tolkien had, kort gezegd, een hekel aan letter knechten, filmregisseurs a la Bakshi, kruidenzoe kers en schriftgeleerden in zijn voetspoor. Hij vertelt zijn verhalen en wie ze niet wil horen gaat maar weg. JACOB LOOSJES De Silmarillion'’ J. R. R. Tolkien; Uitgeverij Het Spectrum. Utrecht. Vertaling: Max Schuchart. Prijs ƒ24,50. Peter Bos: „Dat is ook wat wij onder sociaal theater verstaan. Toch een soort vormingstheater, maar dat betekent niet dat we minder theatra le eisen aan een voorstelling stellen. We stellen ons serieus op ten opzich te van ons publiek, ook als we in een buurtcentrum spelen. Vormingsthe ater betekent voor mij ook niet dat er altijd uit je bek moet komen dat je De Waarheid leest. Praten na de voorstelling houdt ook niet in dat we daarmee die voorstelling willen ver klaren. De vijf spelers die nu binnen het Wespetheater bij elkaar zijn, spelen nog niet optimaal samen. Dat vloeit voort uit verplichtingen die sommi gen nog elders hebben. De groep bestaat uit: Peter Bos, Marian Buijs, Judith Hees, Johan Simons, Inger de Vrede. Per 1 december komt daar Martin de Smet nog bij. Op dit mo ment zijn Judith Hees en Johan Si mons nog maar gedeeltelijk be schikbaar. Judith speelt de labiele, zichzelf bewust van de buitenwereld afkerende Pink in het succesvolle vrouwenstuk Mara, Has, Fem en Pink; Johan doet mee in de voorstel ling Coriolanus bij de Haagse Come- die. Bij dit repertoiregezelschap leidt hij momenteel ook een theater- projekt over drugsverslaving, dat in kleine theaters en buurthuizen moet gaan. Deze zomer heeft het Wespethea ter zijn eerste voorstelling uitge bracht: Speelzucht op toernee, en begin waaraan alle vijf de spelers konden ;le Haai nieewerken omdat het een zomer-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 23