d Gil Evans Orchestra: solide eenheid streekgenoten exposeren Frank Wiering verrast met goede jongerenfilm Rosmersholm bij F Act provocerend opgevoerd Ingekorte tragedies als logisch geheel bij Publiekstheater Betoog Schat ten onder in veelheid aan materiaal an I Druk bezochte Cinemanifestatie Germaans aandoende Eerste Symfonie 11 KUNST MAANDAG 19 7 8 3 O OKTOBER door Pieter van Lierop AMSTERDAM. Koning Oidi pous en Oidipous te Kolonos, twee tragedies van de Griekse treur speldichter Sophokles (van 496- 406 v. Chr.) worden momenteel onder de titel Oidipous opgevoerd door het Publiekstheater. Na een aantal proefvoorstellingen ging deze produktie zaterdag in de Stadsschouwburg in première. Het betreft geen toneelvoorstel ling waarbij de integrale teksten worden gebruikt, maar een sterk ingekorte bewerking van beide stukken, gemaakt door Max Croi- set. Daardoor is het mogelijk ge worden de beide tragedies als één, niet te lange, avondvullende voor stelling te spelen. Dat is een goede gedachte, want ook al liggen er twintig jaar tussen het schrijven van de twee stukken, samen vor men ze een logisch geheel. Oidipous bij Publiekstheater. Scène uit Oidipous in Kolonos. V.l.n.r. Frans Vorst- tegelboard, een spiegeltje en een goedkope ’stoel. egosla- anen. lis, tv- Gewij- pro- proces- erie. leel, tv- JOHN OOMKES KO VAN LEEUWEN .Onze bood- Dat kant stuur stand gelo- wees nede- ledin- itvan- Bom, bben inde nen. Beide stukken gaan over lotsbeschik king. De wil van de góden, uitgedragen in orakelspreuken en profetieën, is bepalend, ook al heeft de mens zijn vrije wil tot handelen. Voor Oidipous had de god Apol- Het is een decor dat er voor de toeschou wer die Ibsen altijd in rijk-realisme ge speeld zag provocerend uitziet. Het dwingt tot nadenken en waarschuwt dat het bij F Act, het regisseurscollectief in Rotterdam, zal gaan om een volstrekt onconventionele benadering van het stuk. Dat betekent niet dat al het goede en mooie in één klap wordt weggevaagd; het houdt in dat de regie een herwaardering heeft gehanteerd en daarbij elke nutteloze verfraaiing heeft afgewezen. Alleen wat als indicatieve vorm noodzakelijk werd geacht mocht blijven. Geen streven dus naar nietsont ziende vernieuwing om de vernieuwing, maar een poging tot verdieping van de tekst. Decorte heeft bewust gebruik ge maakt van een vertaling uit 1906 (van Van der Mijll-Piepers) omdat deze zoals de re gisseur zelf in een interview in Toneel Teatraal zegt: „....die heel secuur is en binnen de termen blijft van zowel Ibsens dramaturgie als zijn problematiek". Een fikse stapel boeken is inderdaad voldoende voor een studeerkamer en het armetierig módemisme uit de jaren vijftig accentueert dodelijk de burgerlijke engte die alle personages uit Rosmersholm - ook de zoekers naar vernieuwing - in een vaste greep houdt. Jan Decorte heeft met zijn spelers ook een gedegen tekstbehandeling nagestreefd en is terecht gekomen in een speelstijl die verwant is aan die welke het Onafhankelijk Toneel hanteert. Er zijn geen toneeltoontjes aanwezig bij de perso nen die in het stuk tot de denkers behoren: dominee Rosmer en zijn vriendin Rebecca. Wél bij de behoudende rector Kroll en bij de dienstbode juffrouw Helseth, die een op domheid gebaseerde houding van onwe tendheid vol vooroordelen toont. Verder geen overbodige loopjes en een open to neelbeeld. ROTTERDAM. Het toneelbeeld dat regisseur Jan Decorte heeft bedacht voor zijn voorstelling van Henrik Ibsens toneelspel Rosmersholm ziet er op het eerste gezicht onbenullig uit. Wat de grote salon moet zijn van het trotse Huis Rosmérïü nfët meer daV een verzamelingetje van de benauwende moderniteiten zoals die in de jaren vijftig in de Vrijdag-Voordelen werden aangeboden. Een staande schemerlamp met drie schuine kapjes, met rood skai beklede a-symetrische fauteuiltjes van krap model, lectuurbak ken van draad, een driehoekig salontafeltje met formica erop. Veel plastic. Holland op z’n smalst. Centraal op het speelvlak ligt een flinke stapel boeken en kranten: de studeerkamer. Dominee Rosmer zal er op gaan zitten. Links een brokje keuken: Rosmersholm is een stuk dat gaat over de mens en zijn zoeken naar waarheid, naar individuele vrijheid. Mensen die zich uit een knellend conformisme willen be vrijden. In de teksten van Rosmer en Re in Oidipous in Kolonos beschrijft Sop hokles de rest van Oidipous leven, verban nen uit Thebe, blind en berustend in zijn lot, levend in de heilige wouden van Kolo nos, nabij het gastvrije Athene. Oidipous leeft daar in gezelschap van zijn dochters en wordt nog eenmaal geplaagd door de strijd tussen zijn zonen om de macht in Thebe. De saxsectie is door de wisselingen het minst aangetast, ondanks de afwezigheid van Adams en Blythe. Naast elkaar zitten nu Wilton Gainer (tenor en bariton), Gerry Niwood (alt), en de onvolprezen Steve Lacy (soprano). Het koper is voor de gelegenheid aangevuld met de Neder landse trompettist Ack van Rooijen en de Duitse trombo nist Hermann Braver. Geheel volgens Evans' uitgang spunten zou je dan ook synthesizerist Pete Levin tot de blazerssectie moeten rekenen, want het scala van fluit-, hoorn- en tubaklanken die hij aan zijn instrument wist te ontlokken, vormt een compensatie voor de afwezigheid van de voor Evans altijd zo typerende tuba/hoorn combi natie. Tijdens de twee sets die het Evans Orchestra voor zijn rekening neemt, valt de werklust op waarmee de leden zich in het sterk gevarieerde materiaal vastbijten. Als een solide eenheid, steunend op een nogal stevige ritmesectie met de Duitse bassist Sigi Busch en drummer Bob Crow der, wordt er een totaalgeluid voortgebracht dat bij voort during de aandacht opeist Solistische bijdragen wisselen daarbij niet zoals gebruikelijk af met thematische gedeel ten, maar de improvisaties liggen volledig ingebed in het totaalgeluid. Het resultaat is dat zich nooit een eenzijdig de spelers als koorleden zijn uitgevoerd in licht beige en wat de vorm ervan betreft kunnen ze van alle tijden zijn, maar bepa len ze toch een klassieke sfeer. Voor de rollen worden macramé-achtige kleden van grof weefsel in afwijkende kleuren gebruikt. De hoofddeksels van de persona ges buiten het koor maken een buitennissi- ge ihdruk en hoeven voor mij niet. Voor wie de ingrepen bij het Publieks theater voor lief neemt is deze Oidipous een aantrekkelijke voorstelling geworden. Het totaalbeeld is mooi om naar te kijken, maar de enige bij wie de emoties in het spel overkomen is Frans Vorstman wan den te houden. De oudere generatie pro beert de jonge generatie te gebruiken en pleegt uiteindelijk verraad. De oude gene ratie verspeelt zijn integriteit, de nieuwe verliest zijn toekomst Dat is het drama. Andy, Bloed en Blond Haar is een film zoals er in Nederland geen meer gemaakt is sinds de beloftevolle jaren dat de Filma cademie zijn eerste regisseursgeneratie had afgeleverd. Te kritiseren in details (de continuïteit is slordig, Wiering zegt zoiets ook weinig belangrijk te vinden), maar meeslepend door de kracht van de flitsen de vertelstijl, de eigenzinnigheid, de den derende muziek van Herman Brood en de rockgroep Normaal, die exact het levens gevoel van Andy verklankt, de authentici teit van vooral de magnifieke wijze waar op de twee hoofdrollen van Andy Vrielink en Jonna Koster zijn uitgezet en ingevuld. De film is ontstaan tegen de verdrukking in. Eerst een CRM-subsidie voor een proef - filmpje, daarna een aanvulling voor een film van een uur. Pas toen de NOS bereid bleek financieel bij te springen, kon de produktie op de bedoelde lengte terechtko men. Maar wat gaat er met de film gebeu ren? Vanwege het geweld en de a-moraliteit van de hoofdpersoneh wil de NOS Andy alleen maar uitzenden, stevig ingebed, in een themaprogramma over jeugdcrimina liteit. En daar voelt regisseur Wiering weinig voor. Tuschinski wil de film gaan distribueren» maar vreest weinig gretig heid van de bioscoop-exploitanten. Ter wijl het gaat om een film die misschien, hopelijk, heel vernieuwend zou kunnen blijken voor de Nederlandse cinema. rie. 20.35 ly, speel- hïj in verhouding over mindere solisten kan beschikken. Zo zijn in tegenstelling tot eerdere berichten trompettist Lew Soloff (ex-Blood, Sweat en Tears), altist Arthur Blythe en tenorist George Adams niet meegekomen. De verklaring ligt voor de hand. Evans wisselt nu eenmaal graag en regelmatig van bezetting. Maar zelfs voor hem moet de bezetting waarin hij in Nederland opereert als een verrassing zijn gekomen. Doordat zijn Europese toer- nee op een laat tijdstip verlengd werd, werd hij gedwon gen uit te zien naar enkele adequate aanvullingen omdat een deel van zijn musici andere verplichtingen had. ndaag. ;umen- zan de uitge- in de -Zuid, amma eralen de bel aadde BRT treden ntrek- ris ten in alle □aam- werd vat er ran de gezegd T zijn moet neraal eerder v” niet l zings- tici al sprek getre- in de Zuid" n uit. et om ia dat d uit- ie. Aan- tv-serie. O Reich rtualitei- 00 Jour- a. 21.00 {ronden, nruf ge rtualitei- [ramma. muziek, ournaal egezum peelfilm. I Keute re. 22.00 23.30 Li niaal. Dat publiek, gelooft Wiering, is er een van tussen de 19 en 23 jaar, want het is hun weinig rooskleurig wereldbeeld dat met Andy, Bloed en Blond Haar in kaart wordt gebracht De wereld van op de rand van volwassenheid verkerende, werkende jon geren. „Groots en meeslepend wil ik leven”, zo luidt een befaamde dichtregel die de jonge Marsman neerschreef op zijn zolderkamer aan de Utrechtse Pausdam. Het is de lijf spreuk van Wiering geworden, bekent hij. neer hij de oude Oidipous speelt Mooi ingehouden van toon waar het zijn berus ting betreft en met fier ontvlammende kracht bij zijn terechtwijzingen aan Kre- oon en zijn zoon Polyneikes. De speler die het best aansluit bij de ontwapenende nuchterheid die de hele enscenering laat zien, is Hugo Koolschijn, vooral als ge woon vertellende, gesprek voerende, bode, maar later ook als Theseus. Deze eigentijdse reconstructie van het gehele Oidipous-verhaal is op 3 november in de Stadsschouwburg in Haarlem te zien. KO VAN LEEUWEN En het verwoordt een verlangen dat onge veer iedereen wel rond zijn 20e in zich op voelt bruisen. Maar weinig groots valt er nog te leven, als je merkt dat er een overgeorganiseerd bestaan voor je klaar ligt, dat begint met de werkeloosheidsuitkering. Tot dit inzicht komt Andy, een teener die zich 20 jaar na James Dean (een man die hem niets zegt) uit onvrede en onmacht ontwikkeld heeft tot een Hengelose „rebel without a cause”. En als zodanig wordt hij tijdens een ontnuchterende ontdekkings reis door Amsterdam herkend door Ella, een fotomodel dat wel de jaren '50 nog bewust heeft meegemaakt en van Marilyn Monroe het uiterlijk, maar ook de ont goocheling heeft geleend. Er ontstaat toe nadering tussen beide drop-outs, die agressie en sociaal veroorzaakt nihilisme gemeen hebben, maar het zijn de verschil len in generatie en cultuur (wereldstad tegenover de provincie) om hen geschei- In Koning Oidipous zien we de mens die vecht tegen zijn noodlot, tegen de wil der góden. In Oidipous in Kolonos hebben lijden en beproeving - de ervaring - hem geleerd te berusten in de wil der góden. Dat wordt hem gemakkelijker gemaakt door een derde voorspelling dat hij in Kolonos in vrede zal sterven. Zo’n einde is kenmerkend voor Sophokles, een dichter die de alles vernietigende wraak minder beklemmend laat werken dan zijn voor ganger Aischylos. De bewerking van Max Croiset vormt een samenvatting van de meest essentiële gegevens uit beide stukken. Croiset ge bruikt klare, nuchter taal waarin het ont breken van fraaie lyriek opvalt maar waarbij het verhaal in tact blijft Een con cessie om te kunnen komen tot een popu laire voorstelling die ook al dankzij de bekortingen nu voor een breder publiek toegankelijk zal zijn. In de door Max' zoon Hans Croiset gere gisseerde voorstelling bij het Publieks theater is uitgegaan van de koorfunctie. Het koor dat beschouwend, becommenta riërend, werkt. Dat reageert op de hande lingen van de personages en ze verklaart De laatste koorscène dit nu is dan Oidi pous...”) is door Hans Croiset gebruikt als schakel tussen de twee stukken. Het koor in de Griekse tragedie deelt ook mee wat er wérkelijk aan de hand is. Alle spelers in deze voorstelling maken Twee Haarlemse kunstenaars nemen momenteel deel aan het Kunsthuis in Bre da, de grote beurs van beeldende kunst die tot en met 5 november in de Grote Kerk van deze Brabantse stad wordt gehouden. Het zijn Dorothee Manasse en Els Hoek stra (bronzen plastieken) wier werk daar dagelijks van 10-19 uur is te zien. UTRECHT. Kon je je donderdag nog afvragen of er eigenlijk nog wel belang stelling bestaat voor cinemanifestaties, vrijdag is het festival toch nog losgebro ken met uitverkochte voorstellingen, de Nederlandse „filmscene” als vanouds ver enigd in de labyrinten van de Oude Gracht, cineasten die in druk bezochte persconferenties belangwekkende uiteen zettingen geven en films om enthousiast over te worden. Een van de films is Andy, Bloed en Blond haar. Het wel heel verras sende debuut van ex-tv-maker Frank Wie ring. Een donderslag bij een dichtgetrok ken hemel. Want of de film de waardering en vooral het publiek zal krijgen die hij verdient, dat staat voorlopig nog te be zien. kinder- 9.10 In- Vlorgen. bericht. 5 How ie. 22.05 )0 Jour- Open i. 18.30 portage, aal. 20.15 lagazine. 0 Sport, a. 23.00 becca - en van de politieke actievoerder Mortensgaard - begint het ontkiemend de mocratisch socialisme te gloren. Als ver pakking koos Ibsen voor het psychologi sche drama, waarin de last van de twijfel meervoudig aanwezig is. De twijfel of do minee Rosmer schuldig is aan de zelf moord van zijn vrouw Beate, of dat Rebec ca daarvoor verantwoordelijk is. Of wel licht beiden. De twijfel ook of Rosmer de vernieuwing, het leven als geestelijk vrije mens, hem aangepraat door Rebecca, wel aankan, wel zelf wil. De menselijke twijfel, de mens in nood door zijn geweten. Dat is het wat de zeer eigenzinnige, uiterst vrijmoedige voorstel ling van F Act in alle helderheid en door zicht laat zien en dat betekent een aanhou dende dramatische spanning. Het is niet alleen daardoor een verdienstelijke voor stelling geworden; het is er ook een die de stof van decennia afschudt Gedurfd en intrigerend. De vier spelers van F Act komen in de visie van Decorte tot zeer overtuigend spel. Een visie die erop gericht is dat de acteurs de personages verbeelden, niet uitbeelden. In de tekst van juffrouw Helseth staat dat de Rosmers niet kunnen lachen, niet kun nen schreeuwen (huilen). Paul Gieske, die dominee Rosmer speelt, laat dat prachtig zien. Hij speelt met een minimum aan uiterlijke middelen de innerlijke gevoelens van een man als Rosmer aan de oppervlak te. Als hij al aan het begin van het stuk aan Kroll zijn keuze voor de vrije mens mee deelt, dan zie je dat hij daar zelf niet in gelooft, dan voel je dat hij denkt en han delt ondanks zichzelf. Het is de dominee zoals Ingmar Bergman die in zijn beste films laat zien. Ook Rezy Schumacher laat die innerlij ke strijd zien. Onderkoeld speelt zij het menselijk falen van een vrouw als Rebec ca. Tabe Bas is een agressieve reactionair en Elisa’beth Versluys het samengebalde onbegrip. Ernst Zwaan speelt twee rollen. Mortensgaard krijgt van hem een geslepen opportunisme mee en als de mislukte le raar Ulrik Brendel werkt hij bijna symbo lisch ontregelend. Rosmersholm krijgt bij F Act een inte ressante en agressieve voorstelling, waar bij het accent nergens meer ligt op de in feite wat melodramatische intrige, via wel ke Ibsen zijn eigen twijfels moralistisch opdient. Door deze gedurfde visie van de Belgische regisseur Decorte blijkt het een heel speelbaar stuk. Dat het een omstre den voorstelling zal zijn staat voor mij vast, de reacties van het publiek in de pauze van de première in het Piccolo theater, vrijdagavond, lieten wat dat be treft aan duidelijkheid niets te wensen over. van de inventies in de weg heb ben gestaan. Maar een eventuele tweede symfonie en dat die er komt zit er dik in zal dit com positorisch credo verduidelijken en succesvoller in de praktijk kunnen brengen. De thematische uitgangspun ten namelijk, die de componist in een beheerste vormgeving denkt uit te werken, worden thans in een veelheid van niet ter zake doend materiaal, verdoezeld. Van alle kanten duiken constant nevenlijnen op die niet functio neel zijn ten opzichte van de kernlijnen, waardoor iedere ge dachte aan helderheid van struc tuur al haast uitgesloten is. Ook al probeert Schat nóg zo vaak met behulp van de tuba's zijn betoog kracht bij te zetten; het is juist dat onvermoeibaar middel puntzoekende maar zelden vindende gedraai, waardoor met name zo’n overgeproportio- met het componeren van deze neo-romantisch en germaans aandoende Eerste Symfonie, een monumentale daad gesteld. Met het kiezen van min of meer klas siek georiënteerde uitgangspun ten, heeft hij het zich zeker niet makkelijk gemaakt. En de qua instrumentaal lijnenspel zwaar overbeladen partituur, getuigd van een sterk geloof in de kracht van de eigen creativiteit volgens die gekozen principes. Dit procédé waarin, zoals ge zegd, in bepaalde opzichten aan sluiting is gezocht bij de traditie, is overigens heel persoonlijk ge aard. En als klankresultaat roept het ten aanzien van de ingewik kelde werkwijze, die Schat blij kens zijn programmatoelichtin gen aan zijn componeren ten grondslag legt, nogal wat vraag tekens op. Het lijkt er zelfs op dat de theorieën in eerste instantie een werkelijk vrije ontplooiing lo bepaald dat hij zijn vader zou doden en zijn moeder zou trouwen. Aan dat in twee orakelspreuken bepaalde lot is geen ont komen, ook al wordt dat met de meest rigoureuze middelen geprobeerd: de ou ders van Oidipous leveren hem als baby over aan een slaaf met de opdracht het kind te doden, omdat de eerste orakel spreuk de vadermoord heeft voorspeld. De baby wordt echter doorgegeven en komt terecht bij een ander, kinderloos, konings paar dat Oidipous als eigen zoon opvoedt. Een tweede menselijke ingreep komt van Oidipous zelf, als hij van het orakel de complete voorspelling verneemt. Hij vlucht dan weg van zijn vermeende ouders om de vreselijke orakelspreuk niet in ver vulling te laten gaan. Nog tijdens zijn vlucht doodt Oidipous een toevallige pas sant, zonder te weten dat deze zijn echte vader is en daarmee gaat het eerste deel van de voorspelling in vervulling. Daarna komt hij in Thebe waar hij koningin lokas- te trouwt en daarmee gaat deel II van de orakelprofetie in vervulling. Oidipous weet evenmin dat lokaste zijn moeder is. deel uit van dat koor. Als een speler een rol moet spelen treedt hij/zij even uit het koor om er onmiddellijk daarna weer in terug te keren. Een extra kledingstuk of hoofddek sel, aan kapstokken op het toneel, binnen de scène, aanwezig, helpt mee de persona ges van de koorleden te onderscheiden. Maar ook de enscenering draagt daartoe bij. Met deze vorm schept de regie terecht afstand tussen de toneelspelers en wie zij in het stuk moeten verbeelden. (Croiset (Hans) laat dat heel consequent gebeuren en accentueert die bedoeling nog eens door Oidipous, die in het eerste en het tweede stuk van karakter verschilt, door twee acteurs te laten spelen. In Koning Oidipous is de eer aan Jules Croiset; in Oidipous in Kolonos speelt Frans Vorst man de blinde Oidipous. Een zelfde in greep wordt toegepast op de rol van Kre- oon, in het eerste stuk door Vorstman, in het tweede door Albert Abspoel gespeeld. Het Publiekstheater heeft met deze voor stelling, die blijk geeft van een moderne, eigentijdse visie, een presentatie gegeven die buiten het lijsttoneel valt Aan «die kanten komt de speelruimte (een harmo nieus toneelbeeld van Herman van Elte- ren) de zaal in. Er is een uitbreiding naar voren van het speelvlak, een textiele hemel van achter het toneel ver de zaal in en de zijkanten van de bestaande toneellijst zijn in dezelfde zandkleur gecamoufleerd. De basiskostuums (ook van Van Elteren) van melodische ontwikkeling voortdoet, in feite is er sprake van een boeiende instrumentale conversatie. Om beurten voeren daarbij de saxen of de synthesizer-toetsen combi natie het hoogste woord. Via Dr. Jekyll, waarin Gainer en Niwood al dadelijk laten zien wat ze waard zijn, en het meer laid-back Up from the Skies, komt het tot fanatiek musiceren in Little Wing van Jimi Hendrix. In het van spanning doortrokken stuk zijn het Steve Lacy met slangenbezweerders-achtig geluid en de grote Gainer die de vijfkwartsmaat reliëf verlenen. De eerste set wordt afgesloten met Rythmening van Thelonious Monk, waarin de onvoorbereide Ack van Rooijen de mist ingaat. In de tweede helft van het optreden wordt het hoge niveau doorgetrokken, ook al wijken composities als Thoroughbred van Billy Hart en Stone Free en Orgone van Evans in hun uitwerking minder van elkaar af dan het eerder gespeelde materiaal. Met name Lacy (slechts enke le dagen uit het ziekenhuis) valt inactiviteit niet aan te wrijven, als is het niet altijd op sopraan. Met waanzinnige panfluitjes, rommelige percussie houdt hij de vaart er bij de voorste rij in. In Stone Free komt bovendien het etterige baasje Levin op dreef in een synthezizersolo, waarin drummer Crowder tenslotte een eind bij moet verzinnen. Orgone tenslotte valt bij dat geweld wat weg. Nadat de dank van het vele publiek is geïncasseerd, vragen we Gil Evans tenslotte waardoor het zijns inziens verklaarbaar is dat zijn Orchestra ditmaal tot meer in staat is geweest dan tijdens het Northsea Festival. Heft de oude maestro de handen ten hemel en zegt met pathos: „In zo’n grote zaal als in Den Haag ga ik niet meer staan, mijn vriend, bij mijn arrangementen is het noodzakelijk dat we op het podium een beetje „together" blijven, vind je ook niet?” Met ingang van het achter ons liggende weekeinde zal er tweemaal per week te genieten zijn van levende jazz, waarbij de vrijdagavond voorbehouden blijft aan oudes- tijl en blues, terwijl de zaterdagavonden gereserveerd worden voor eigentijdsere vormen van geïmproviseerde muziek. Zaterdagavond ging de sector modern met vlie gende vaart van start, want een optreden van Het Gil Evans Orchestra heeft vanzelfsprekend meer dan een louter regionale uitstraling. En dus was de Zanderzaal aan het Groot Heiligland zeer plezierig gevuld met een aandachtig luisterend publiek. Het verrassende aan de nu 56-jarige Evans, die in de loop van zijn carrière muzikaal onderdak heeft gevonden bij Claude Thorngille en Miles Davis en daarna zijn eigen weg vond als arrangeur, dat hij altijd in de ware zin van het woord bij de tijd is gebleven. Tijdens zijn huidige toernee door ons land brengt hij een orkest in kleine bezetting eigenlijk tussen combo en big band in evenals tijdens zijn optreden op het Northsea Jazz Festi val in juli van dit jaar. In tegenstelling tot dat concert is het Gil Evans Orchestra nu echter beter op dreef, terwijl HAARLEM. Ziet de nabije toekomst er voor de jazz in de Haarlemse regio iets florissanter uit? Wie zal het zeggen, maar een feit is in ieder geval wel dat er zich dit seizoen opeens aardige concertmogelijkheden ontplooien in het Haarlems Concertgebouw en de Haarlemse Jazz Club. Aanleiding voor die relatieve toename is het ont staan van een jazzserie in de concertzaal en een logische scheiding der geesten bij de club, die een paar mindere seizoenen achter de rug heeft. De HJC hoopt dit seizoen dankzij de inbreng van de werkgroep KIM (Klup Improvi serende Musici) te bewijzen dat zij leergeld heeft betaald voor het afwisselend presenteren van verschillende stijl vormen. neerd eerste deel zijn krachten dan ook grotendeels in een soort muzikaal broddelwerk verliest. In het adagio, lyrisch van strek king, komen eindelijk momenten van verstilling voor, waarbij het verlaten van de massiviteit in klank die het voortdurend en gelijktijdig gebruiken van bijna het gehele orkestapparaat ver oorzaakt als een weldaad over komt. Het als scherzo bedoelde derde deel is een niemendalletje dat als inleiding dient tot de fina le, die evenals het openingsdeel een onmiskenbare bedomptheid van atmosfeer ademit. Draagt de?e principieel gecom poneerde Nederlandse symfonie nieuwe levenskiemen in zich voor de scheppende toonkunst in het algemeen? Het zou geschiedsver- valsing betekenen om zoiets te beweren. Want Schat haakt dus juist in op de traditie, door over geleverde thematische, motivi- 3.05 Se- >ol. 19.00 gramma, [en. 19.45 Loterij. n, come- gramma, ournaal. ir Tabe Bas als Kroll en Paul Gieske als dominee Rosmer in Rosmersholm van Henrik Ibsen. (Foto Leo van Velzen) Oidipous als populair toneel sche en vormtechnische elemen ten te willen hanteren. Nu doet de gemaniëreerde toepassing van die elementen soms juist artistiek enigszins armetierig aan en is het geforceerd ontvluchten aan een tonaal centrum weinig effectief, waarbij het geheel de indruk wekt van een hedendaags musi ceren in reactionaire geest. Behalve voor Peter Schat per soonlijk, draagt deze symfonie weinig van een nieuw avontuur in zich en is ze daarbij ook qua „sound” of ritmiek weinig opwin dend. Het is overigens aan het uiterst warme pleidooi te danken dat Colin Davis en het Concertge bouworkest voor deze kersvers gecomponeerde muziek hebben gehouden, dat Schats nog niet volledig gerijpte artistieke hou ding geloofwaardig op de toe hoorder is overgekomen en dat het vertrouwen in deze serieus werkende componist is verste vigd. JOHAN VAN KEMPEN AMSTERDAM. Drie avon den achtereen was het publiek in de gelegenheid om in het Am sterdams Concertgebouw de splinternieuwe, naast Dvoraks Achtste in het programma ge plaatste, symfonie van Peter Schat te beluisteren. Deze drie kwartier durende compositie werd in opdracht van de gemeen te Amsterdam voor het negentig jarig bestaan van het Concertge bouworkest geschreven, en ging nu vrijdagavond onder leiding van Colin Davis op een NTC- concert in première. De zaterdagse VARA-matinee en het Z-serie abonnementscon cert op de zondagmiddag zorg den beide voor een herhaling. En op het officiële jubileumcon cert op 3 november, zal het werk ongetwijfeld al aardig bij het or kest „ingeslepen” blijken te zit ten. De 43-jarige Peter Schat heeft l man (Oidipous), Celia Nufaar (Ismene), Jules Croiset (Polyneikes) en Sigrid Koetse (Antigone). (Foto Kors van Bennekom)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 11