d
Gil Evans Orchestra: solide eenheid
streekgenoten
exposeren
Frank Wiering verrast
met goede jongerenfilm
Rosmersholm bij F Act
provocerend opgevoerd
Ingekorte tragedies als logisch geheel bij Publiekstheater
Betoog Schat ten onder in veelheid aan materiaal
an
I
Druk bezochte Cinemanifestatie
Germaans aandoende Eerste Symfonie
11
KUNST
MAANDAG
19 7 8
3 O
OKTOBER
door Pieter van Lierop
AMSTERDAM. Koning Oidi
pous en Oidipous te Kolonos, twee
tragedies van de Griekse treur
speldichter Sophokles (van 496-
406 v. Chr.) worden momenteel
onder de titel Oidipous opgevoerd
door het Publiekstheater. Na een
aantal proefvoorstellingen ging
deze produktie zaterdag in de
Stadsschouwburg in première.
Het betreft geen toneelvoorstel
ling waarbij de integrale teksten
worden gebruikt, maar een sterk
ingekorte bewerking van beide
stukken, gemaakt door Max Croi-
set. Daardoor is het mogelijk ge
worden de beide tragedies als één,
niet te lange, avondvullende voor
stelling te spelen. Dat is een goede
gedachte, want ook al liggen er
twintig jaar tussen het schrijven
van de twee stukken, samen vor
men ze een logisch geheel.
Oidipous bij Publiekstheater. Scène uit Oidipous in Kolonos. V.l.n.r. Frans Vorst-
tegelboard, een spiegeltje en een goedkope ’stoel.
egosla-
anen.
lis, tv-
Gewij-
pro-
proces-
erie.
leel, tv-
JOHN OOMKES
KO VAN LEEUWEN
.Onze
bood-
Dat
kant
stuur
stand
gelo-
wees
nede-
ledin-
itvan-
Bom,
bben
inde
nen.
Beide stukken gaan over lotsbeschik
king. De wil van de góden, uitgedragen in
orakelspreuken en profetieën, is bepalend,
ook al heeft de mens zijn vrije wil tot
handelen. Voor Oidipous had de god Apol-
Het is een decor dat er voor de toeschou
wer die Ibsen altijd in rijk-realisme ge
speeld zag provocerend uitziet. Het dwingt
tot nadenken en waarschuwt dat het bij F
Act, het regisseurscollectief in Rotterdam,
zal gaan om een volstrekt onconventionele
benadering van het stuk. Dat betekent niet
dat al het goede en mooie in één klap
wordt weggevaagd; het houdt in dat de
regie een herwaardering heeft gehanteerd
en daarbij elke nutteloze verfraaiing heeft
afgewezen. Alleen wat als indicatieve
vorm noodzakelijk werd geacht mocht
blijven. Geen streven dus naar nietsont
ziende vernieuwing om de vernieuwing,
maar een poging tot verdieping van de
tekst. Decorte heeft bewust gebruik ge
maakt van een vertaling uit 1906 (van Van
der Mijll-Piepers) omdat deze zoals de re
gisseur zelf in een interview in Toneel
Teatraal zegt: „....die heel secuur is en
binnen de termen blijft van zowel Ibsens
dramaturgie als zijn problematiek".
Een fikse stapel boeken is inderdaad
voldoende voor een studeerkamer en het
armetierig módemisme uit de jaren vijftig
accentueert dodelijk de burgerlijke engte
die alle personages uit Rosmersholm - ook
de zoekers naar vernieuwing - in een vaste
greep houdt. Jan Decorte heeft met zijn
spelers ook een gedegen tekstbehandeling
nagestreefd en is terecht gekomen in een
speelstijl die verwant is aan die welke het
Onafhankelijk Toneel hanteert. Er zijn
geen toneeltoontjes aanwezig bij de perso
nen die in het stuk tot de denkers behoren:
dominee Rosmer en zijn vriendin Rebecca.
Wél bij de behoudende rector Kroll en bij
de dienstbode juffrouw Helseth, die een op
domheid gebaseerde houding van onwe
tendheid vol vooroordelen toont. Verder
geen overbodige loopjes en een open to
neelbeeld.
ROTTERDAM. Het toneelbeeld dat regisseur Jan Decorte heeft bedacht voor zijn
voorstelling van Henrik Ibsens toneelspel Rosmersholm ziet er op het eerste gezicht
onbenullig uit. Wat de grote salon moet zijn van het trotse Huis Rosmérïü nfët meer daV
een verzamelingetje van de benauwende moderniteiten zoals die in de jaren vijftig in de
Vrijdag-Voordelen werden aangeboden. Een staande schemerlamp met drie schuine
kapjes, met rood skai beklede a-symetrische fauteuiltjes van krap model, lectuurbak
ken van draad, een driehoekig salontafeltje met formica erop. Veel plastic. Holland op
z’n smalst. Centraal op het speelvlak ligt een flinke stapel boeken en kranten: de
studeerkamer. Dominee Rosmer zal er op gaan zitten. Links een brokje keuken:
Rosmersholm is een stuk dat gaat over
de mens en zijn zoeken naar waarheid,
naar individuele vrijheid. Mensen die zich
uit een knellend conformisme willen be
vrijden. In de teksten van Rosmer en Re
in Oidipous in Kolonos beschrijft Sop
hokles de rest van Oidipous leven, verban
nen uit Thebe, blind en berustend in zijn
lot, levend in de heilige wouden van Kolo
nos, nabij het gastvrije Athene. Oidipous
leeft daar in gezelschap van zijn dochters
en wordt nog eenmaal geplaagd door de
strijd tussen zijn zonen om de macht in
Thebe.
De saxsectie is door de wisselingen het minst aangetast,
ondanks de afwezigheid van Adams en Blythe. Naast
elkaar zitten nu Wilton Gainer (tenor en bariton), Gerry
Niwood (alt), en de onvolprezen Steve Lacy (soprano). Het
koper is voor de gelegenheid aangevuld met de Neder
landse trompettist Ack van Rooijen en de Duitse trombo
nist Hermann Braver. Geheel volgens Evans' uitgang
spunten zou je dan ook synthesizerist Pete Levin tot de
blazerssectie moeten rekenen, want het scala van fluit-,
hoorn- en tubaklanken die hij aan zijn instrument wist te
ontlokken, vormt een compensatie voor de afwezigheid
van de voor Evans altijd zo typerende tuba/hoorn combi
natie.
Tijdens de twee sets die het Evans Orchestra voor zijn
rekening neemt, valt de werklust op waarmee de leden
zich in het sterk gevarieerde materiaal vastbijten. Als een
solide eenheid, steunend op een nogal stevige ritmesectie
met de Duitse bassist Sigi Busch en drummer Bob Crow
der, wordt er een totaalgeluid voortgebracht dat bij voort
during de aandacht opeist Solistische bijdragen wisselen
daarbij niet zoals gebruikelijk af met thematische gedeel
ten, maar de improvisaties liggen volledig ingebed in het
totaalgeluid. Het resultaat is dat zich nooit een eenzijdig
de spelers als koorleden zijn uitgevoerd in
licht beige en wat de vorm ervan betreft
kunnen ze van alle tijden zijn, maar bepa
len ze toch een klassieke sfeer. Voor de
rollen worden macramé-achtige kleden
van grof weefsel in afwijkende kleuren
gebruikt. De hoofddeksels van de persona
ges buiten het koor maken een buitennissi-
ge ihdruk en hoeven voor mij niet.
Voor wie de ingrepen bij het Publieks
theater voor lief neemt is deze Oidipous
een aantrekkelijke voorstelling geworden.
Het totaalbeeld is mooi om naar te kijken,
maar de enige bij wie de emoties in het
spel overkomen is Frans Vorstman wan
den te houden. De oudere generatie pro
beert de jonge generatie te gebruiken en
pleegt uiteindelijk verraad. De oude gene
ratie verspeelt zijn integriteit, de nieuwe
verliest zijn toekomst Dat is het drama.
Andy, Bloed en Blond Haar is een film
zoals er in Nederland geen meer gemaakt
is sinds de beloftevolle jaren dat de Filma
cademie zijn eerste regisseursgeneratie
had afgeleverd. Te kritiseren in details (de
continuïteit is slordig, Wiering zegt zoiets
ook weinig belangrijk te vinden), maar
meeslepend door de kracht van de flitsen
de vertelstijl, de eigenzinnigheid, de den
derende muziek van Herman Brood en de
rockgroep Normaal, die exact het levens
gevoel van Andy verklankt, de authentici
teit van vooral de magnifieke wijze waar
op de twee hoofdrollen van Andy Vrielink
en Jonna Koster zijn uitgezet en ingevuld.
De film is ontstaan tegen de verdrukking
in. Eerst een CRM-subsidie voor een proef -
filmpje, daarna een aanvulling voor een
film van een uur. Pas toen de NOS bereid
bleek financieel bij te springen, kon de
produktie op de bedoelde lengte terechtko
men. Maar wat gaat er met de film gebeu
ren?
Vanwege het geweld en de a-moraliteit
van de hoofdpersoneh wil de NOS Andy
alleen maar uitzenden, stevig ingebed, in
een themaprogramma over jeugdcrimina
liteit. En daar voelt regisseur Wiering
weinig voor. Tuschinski wil de film gaan
distribueren» maar vreest weinig gretig
heid van de bioscoop-exploitanten. Ter
wijl het gaat om een film die misschien,
hopelijk, heel vernieuwend zou kunnen
blijken voor de Nederlandse cinema.
rie. 20.35
ly, speel-
hïj in verhouding over mindere solisten kan beschikken.
Zo zijn in tegenstelling tot eerdere berichten trompettist
Lew Soloff (ex-Blood, Sweat en Tears), altist Arthur
Blythe en tenorist George Adams niet meegekomen. De
verklaring ligt voor de hand. Evans wisselt nu eenmaal
graag en regelmatig van bezetting. Maar zelfs voor hem
moet de bezetting waarin hij in Nederland opereert als
een verrassing zijn gekomen. Doordat zijn Europese toer-
nee op een laat tijdstip verlengd werd, werd hij gedwon
gen uit te zien naar enkele adequate aanvullingen omdat
een deel van zijn musici andere verplichtingen had.
ndaag.
;umen-
zan de
uitge-
in de
-Zuid,
amma
eralen
de bel
aadde
BRT
treden
ntrek-
ris ten
in alle
□aam-
werd
vat er
ran de
gezegd
T zijn
moet
neraal
eerder
v” niet
l
zings-
tici al
sprek
getre-
in de
Zuid"
n uit.
et om
ia dat
d uit-
ie. Aan-
tv-serie.
O Reich
rtualitei-
00 Jour-
a. 21.00
{ronden,
nruf ge
rtualitei-
[ramma.
muziek,
ournaal
egezum
peelfilm.
I Keute
re. 22.00
23.30 Li
niaal.
Dat publiek, gelooft Wiering, is er een
van tussen de 19 en 23 jaar, want het is hun
weinig rooskleurig wereldbeeld dat met
Andy, Bloed en Blond Haar in kaart wordt
gebracht De wereld van op de rand van
volwassenheid verkerende, werkende jon
geren.
„Groots en meeslepend wil ik leven”, zo
luidt een befaamde dichtregel die de jonge
Marsman neerschreef op zijn zolderkamer
aan de Utrechtse Pausdam. Het is de lijf
spreuk van Wiering geworden, bekent hij.
neer hij de oude Oidipous speelt Mooi
ingehouden van toon waar het zijn berus
ting betreft en met fier ontvlammende
kracht bij zijn terechtwijzingen aan Kre-
oon en zijn zoon Polyneikes. De speler die
het best aansluit bij de ontwapenende
nuchterheid die de hele enscenering laat
zien, is Hugo Koolschijn, vooral als ge
woon vertellende, gesprek voerende, bode,
maar later ook als Theseus.
Deze eigentijdse reconstructie van het
gehele Oidipous-verhaal is op 3 november
in de Stadsschouwburg in Haarlem te zien.
KO VAN LEEUWEN
En het verwoordt een verlangen dat onge
veer iedereen wel rond zijn 20e in zich op
voelt bruisen.
Maar weinig groots valt er nog te leven,
als je merkt dat er een overgeorganiseerd
bestaan voor je klaar ligt, dat begint met
de werkeloosheidsuitkering.
Tot dit inzicht komt Andy, een teener die
zich 20 jaar na James Dean (een man die
hem niets zegt) uit onvrede en onmacht
ontwikkeld heeft tot een Hengelose „rebel
without a cause”. En als zodanig wordt hij
tijdens een ontnuchterende ontdekkings
reis door Amsterdam herkend door Ella,
een fotomodel dat wel de jaren '50 nog
bewust heeft meegemaakt en van Marilyn
Monroe het uiterlijk, maar ook de ont
goocheling heeft geleend. Er ontstaat toe
nadering tussen beide drop-outs, die
agressie en sociaal veroorzaakt nihilisme
gemeen hebben, maar het zijn de verschil
len in generatie en cultuur (wereldstad
tegenover de provincie) om hen geschei-
In Koning Oidipous zien we de mens die
vecht tegen zijn noodlot, tegen de wil der
góden. In Oidipous in Kolonos hebben
lijden en beproeving - de ervaring - hem
geleerd te berusten in de wil der góden.
Dat wordt hem gemakkelijker gemaakt
door een derde voorspelling dat hij in
Kolonos in vrede zal sterven. Zo’n einde is
kenmerkend voor Sophokles, een dichter
die de alles vernietigende wraak minder
beklemmend laat werken dan zijn voor
ganger Aischylos.
De bewerking van Max Croiset vormt
een samenvatting van de meest essentiële
gegevens uit beide stukken. Croiset ge
bruikt klare, nuchter taal waarin het ont
breken van fraaie lyriek opvalt maar
waarbij het verhaal in tact blijft Een con
cessie om te kunnen komen tot een popu
laire voorstelling die ook al dankzij de
bekortingen nu voor een breder publiek
toegankelijk zal zijn.
In de door Max' zoon Hans Croiset gere
gisseerde voorstelling bij het Publieks
theater is uitgegaan van de koorfunctie.
Het koor dat beschouwend, becommenta
riërend, werkt. Dat reageert op de hande
lingen van de personages en ze verklaart
De laatste koorscène dit nu is dan Oidi
pous...”) is door Hans Croiset gebruikt als
schakel tussen de twee stukken. Het koor
in de Griekse tragedie deelt ook mee wat
er wérkelijk aan de hand is.
Alle spelers in deze voorstelling maken
Twee Haarlemse kunstenaars nemen
momenteel deel aan het Kunsthuis in Bre
da, de grote beurs van beeldende kunst die
tot en met 5 november in de Grote Kerk
van deze Brabantse stad wordt gehouden.
Het zijn Dorothee Manasse en Els Hoek
stra (bronzen plastieken) wier werk daar
dagelijks van 10-19 uur is te zien.
UTRECHT. Kon je je donderdag nog
afvragen of er eigenlijk nog wel belang
stelling bestaat voor cinemanifestaties,
vrijdag is het festival toch nog losgebro
ken met uitverkochte voorstellingen, de
Nederlandse „filmscene” als vanouds ver
enigd in de labyrinten van de Oude
Gracht, cineasten die in druk bezochte
persconferenties belangwekkende uiteen
zettingen geven en films om enthousiast
over te worden. Een van de films is Andy,
Bloed en Blond haar. Het wel heel verras
sende debuut van ex-tv-maker Frank Wie
ring. Een donderslag bij een dichtgetrok
ken hemel. Want of de film de waardering
en vooral het publiek zal krijgen die hij
verdient, dat staat voorlopig nog te be
zien.
kinder-
9.10 In-
Vlorgen.
bericht.
5 How
ie. 22.05
)0 Jour-
Open
i. 18.30
portage,
aal. 20.15
lagazine.
0 Sport,
a. 23.00
becca - en van de politieke actievoerder
Mortensgaard - begint het ontkiemend de
mocratisch socialisme te gloren. Als ver
pakking koos Ibsen voor het psychologi
sche drama, waarin de last van de twijfel
meervoudig aanwezig is. De twijfel of do
minee Rosmer schuldig is aan de zelf
moord van zijn vrouw Beate, of dat Rebec
ca daarvoor verantwoordelijk is. Of wel
licht beiden. De twijfel ook of Rosmer de
vernieuwing, het leven als geestelijk vrije
mens, hem aangepraat door Rebecca, wel
aankan, wel zelf wil.
De menselijke twijfel, de mens in nood
door zijn geweten. Dat is het wat de zeer
eigenzinnige, uiterst vrijmoedige voorstel
ling van F Act in alle helderheid en door
zicht laat zien en dat betekent een aanhou
dende dramatische spanning. Het is niet
alleen daardoor een verdienstelijke voor
stelling geworden; het is er ook een die de
stof van decennia afschudt Gedurfd en
intrigerend.
De vier spelers van F Act komen in de
visie van Decorte tot zeer overtuigend spel.
Een visie die erop gericht is dat de acteurs
de personages verbeelden, niet uitbeelden.
In de tekst van juffrouw Helseth staat dat
de Rosmers niet kunnen lachen, niet kun
nen schreeuwen (huilen). Paul Gieske, die
dominee Rosmer speelt, laat dat prachtig
zien. Hij speelt met een minimum aan
uiterlijke middelen de innerlijke gevoelens
van een man als Rosmer aan de oppervlak
te. Als hij al aan het begin van het stuk aan
Kroll zijn keuze voor de vrije mens mee
deelt, dan zie je dat hij daar zelf niet in
gelooft, dan voel je dat hij denkt en han
delt ondanks zichzelf. Het is de dominee
zoals Ingmar Bergman die in zijn beste
films laat zien.
Ook Rezy Schumacher laat die innerlij
ke strijd zien. Onderkoeld speelt zij het
menselijk falen van een vrouw als Rebec
ca. Tabe Bas is een agressieve reactionair
en Elisa’beth Versluys het samengebalde
onbegrip. Ernst Zwaan speelt twee rollen.
Mortensgaard krijgt van hem een geslepen
opportunisme mee en als de mislukte le
raar Ulrik Brendel werkt hij bijna symbo
lisch ontregelend.
Rosmersholm krijgt bij F Act een inte
ressante en agressieve voorstelling, waar
bij het accent nergens meer ligt op de in
feite wat melodramatische intrige, via wel
ke Ibsen zijn eigen twijfels moralistisch
opdient. Door deze gedurfde visie van de
Belgische regisseur Decorte blijkt het een
heel speelbaar stuk. Dat het een omstre
den voorstelling zal zijn staat voor mij
vast, de reacties van het publiek in de
pauze van de première in het Piccolo
theater, vrijdagavond, lieten wat dat be
treft aan duidelijkheid niets te wensen
over.
van de inventies in de weg heb
ben gestaan. Maar een eventuele
tweede symfonie en dat die er
komt zit er dik in zal dit com
positorisch credo verduidelijken
en succesvoller in de praktijk
kunnen brengen.
De thematische uitgangspun
ten namelijk, die de componist in
een beheerste vormgeving denkt
uit te werken, worden thans in
een veelheid van niet ter zake
doend materiaal, verdoezeld.
Van alle kanten duiken constant
nevenlijnen op die niet functio
neel zijn ten opzichte van de
kernlijnen, waardoor iedere ge
dachte aan helderheid van struc
tuur al haast uitgesloten is. Ook
al probeert Schat nóg zo vaak
met behulp van de tuba's zijn
betoog kracht bij te zetten; het is
juist dat onvermoeibaar middel
puntzoekende maar zelden
vindende gedraai, waardoor
met name zo’n overgeproportio-
met het componeren van deze
neo-romantisch en germaans
aandoende Eerste Symfonie, een
monumentale daad gesteld. Met
het kiezen van min of meer klas
siek georiënteerde uitgangspun
ten, heeft hij het zich zeker niet
makkelijk gemaakt. En de qua
instrumentaal lijnenspel zwaar
overbeladen partituur, getuigd
van een sterk geloof in de kracht
van de eigen creativiteit volgens
die gekozen principes.
Dit procédé waarin, zoals ge
zegd, in bepaalde opzichten aan
sluiting is gezocht bij de traditie,
is overigens heel persoonlijk ge
aard. En als klankresultaat roept
het ten aanzien van de ingewik
kelde werkwijze, die Schat blij
kens zijn programmatoelichtin
gen aan zijn componeren ten
grondslag legt, nogal wat vraag
tekens op. Het lijkt er zelfs op dat
de theorieën in eerste instantie
een werkelijk vrije ontplooiing
lo bepaald dat hij zijn vader zou doden en
zijn moeder zou trouwen. Aan dat in twee
orakelspreuken bepaalde lot is geen ont
komen, ook al wordt dat met de meest
rigoureuze middelen geprobeerd: de ou
ders van Oidipous leveren hem als baby
over aan een slaaf met de opdracht het
kind te doden, omdat de eerste orakel
spreuk de vadermoord heeft voorspeld. De
baby wordt echter doorgegeven en komt
terecht bij een ander, kinderloos, konings
paar dat Oidipous als eigen zoon opvoedt.
Een tweede menselijke ingreep komt van
Oidipous zelf, als hij van het orakel de
complete voorspelling verneemt. Hij
vlucht dan weg van zijn vermeende ouders
om de vreselijke orakelspreuk niet in ver
vulling te laten gaan. Nog tijdens zijn
vlucht doodt Oidipous een toevallige pas
sant, zonder te weten dat deze zijn echte
vader is en daarmee gaat het eerste deel
van de voorspelling in vervulling. Daarna
komt hij in Thebe waar hij koningin lokas-
te trouwt en daarmee gaat deel II van de
orakelprofetie in vervulling. Oidipous
weet evenmin dat lokaste zijn moeder is.
deel uit van dat koor. Als een speler een rol
moet spelen treedt hij/zij even uit het koor
om er onmiddellijk daarna weer in terug te
keren. Een extra kledingstuk of hoofddek
sel, aan kapstokken op het toneel, binnen
de scène, aanwezig, helpt mee de persona
ges van de koorleden te onderscheiden.
Maar ook de enscenering draagt daartoe
bij.
Met deze vorm schept de regie terecht
afstand tussen de toneelspelers en wie zij
in het stuk moeten verbeelden. (Croiset
(Hans) laat dat heel consequent gebeuren
en accentueert die bedoeling nog eens
door Oidipous, die in het eerste en het
tweede stuk van karakter verschilt, door
twee acteurs te laten spelen. In Koning
Oidipous is de eer aan Jules Croiset; in
Oidipous in Kolonos speelt Frans Vorst
man de blinde Oidipous. Een zelfde in
greep wordt toegepast op de rol van Kre-
oon, in het eerste stuk door Vorstman, in
het tweede door Albert Abspoel gespeeld.
Het Publiekstheater heeft met deze voor
stelling, die blijk geeft van een moderne,
eigentijdse visie, een presentatie gegeven
die buiten het lijsttoneel valt Aan «die
kanten komt de speelruimte (een harmo
nieus toneelbeeld van Herman van Elte-
ren) de zaal in. Er is een uitbreiding naar
voren van het speelvlak, een textiele hemel
van achter het toneel ver de zaal in en de
zijkanten van de bestaande toneellijst zijn
in dezelfde zandkleur gecamoufleerd. De
basiskostuums (ook van Van Elteren) van
melodische ontwikkeling voortdoet, in feite is er sprake
van een boeiende instrumentale conversatie. Om beurten
voeren daarbij de saxen of de synthesizer-toetsen combi
natie het hoogste woord.
Via Dr. Jekyll, waarin Gainer en Niwood al dadelijk
laten zien wat ze waard zijn, en het meer laid-back Up
from the Skies, komt het tot fanatiek musiceren in Little
Wing van Jimi Hendrix. In het van spanning doortrokken
stuk zijn het Steve Lacy met slangenbezweerders-achtig
geluid en de grote Gainer die de vijfkwartsmaat reliëf
verlenen. De eerste set wordt afgesloten met Rythmening
van Thelonious Monk, waarin de onvoorbereide Ack van
Rooijen de mist ingaat.
In de tweede helft van het optreden wordt het hoge
niveau doorgetrokken, ook al wijken composities als
Thoroughbred van Billy Hart en Stone Free en Orgone
van Evans in hun uitwerking minder van elkaar af dan het
eerder gespeelde materiaal. Met name Lacy (slechts enke
le dagen uit het ziekenhuis) valt inactiviteit niet aan te
wrijven, als is het niet altijd op sopraan. Met waanzinnige
panfluitjes, rommelige percussie houdt hij de vaart er bij
de voorste rij in. In Stone Free komt bovendien het
etterige baasje Levin op dreef in een synthezizersolo,
waarin drummer Crowder tenslotte een eind bij moet
verzinnen. Orgone tenslotte valt bij dat geweld wat weg.
Nadat de dank van het vele publiek is geïncasseerd,
vragen we Gil Evans tenslotte waardoor het zijns inziens
verklaarbaar is dat zijn Orchestra ditmaal tot meer in
staat is geweest dan tijdens het Northsea Festival. Heft de
oude maestro de handen ten hemel en zegt met pathos: „In
zo’n grote zaal als in Den Haag ga ik niet meer staan, mijn
vriend, bij mijn arrangementen is het noodzakelijk dat we
op het podium een beetje „together" blijven, vind je ook
niet?”
Met ingang van het achter ons liggende weekeinde zal er
tweemaal per week te genieten zijn van levende jazz,
waarbij de vrijdagavond voorbehouden blijft aan oudes-
tijl en blues, terwijl de zaterdagavonden gereserveerd
worden voor eigentijdsere vormen van geïmproviseerde
muziek. Zaterdagavond ging de sector modern met vlie
gende vaart van start, want een optreden van Het Gil
Evans Orchestra heeft vanzelfsprekend meer dan een
louter regionale uitstraling. En dus was de Zanderzaal
aan het Groot Heiligland zeer plezierig gevuld met een
aandachtig luisterend publiek.
Het verrassende aan de nu 56-jarige Evans, die in de
loop van zijn carrière muzikaal onderdak heeft gevonden
bij Claude Thorngille en Miles Davis en daarna zijn eigen
weg vond als arrangeur, dat hij altijd in de ware zin van
het woord bij de tijd is gebleven. Tijdens zijn huidige
toernee door ons land brengt hij een orkest in kleine
bezetting eigenlijk tussen combo en big band in
evenals tijdens zijn optreden op het Northsea Jazz Festi
val in juli van dit jaar. In tegenstelling tot dat concert is
het Gil Evans Orchestra nu echter beter op dreef, terwijl
HAARLEM. Ziet de nabije toekomst er voor de jazz
in de Haarlemse regio iets florissanter uit? Wie zal het
zeggen, maar een feit is in ieder geval wel dat er zich dit
seizoen opeens aardige concertmogelijkheden ontplooien
in het Haarlems Concertgebouw en de Haarlemse Jazz
Club. Aanleiding voor die relatieve toename is het ont
staan van een jazzserie in de concertzaal en een logische
scheiding der geesten bij de club, die een paar mindere
seizoenen achter de rug heeft. De HJC hoopt dit seizoen
dankzij de inbreng van de werkgroep KIM (Klup Improvi
serende Musici) te bewijzen dat zij leergeld heeft betaald
voor het afwisselend presenteren van verschillende stijl
vormen.
neerd eerste deel zijn krachten
dan ook grotendeels in een soort
muzikaal broddelwerk verliest.
In het adagio, lyrisch van strek
king, komen eindelijk momenten
van verstilling voor, waarbij het
verlaten van de massiviteit in
klank die het voortdurend en
gelijktijdig gebruiken van bijna
het gehele orkestapparaat ver
oorzaakt als een weldaad over
komt. Het als scherzo bedoelde
derde deel is een niemendalletje
dat als inleiding dient tot de fina
le, die evenals het openingsdeel
een onmiskenbare bedomptheid
van atmosfeer ademit.
Draagt de?e principieel gecom
poneerde Nederlandse symfonie
nieuwe levenskiemen in zich voor
de scheppende toonkunst in het
algemeen? Het zou geschiedsver-
valsing betekenen om zoiets te
beweren. Want Schat haakt dus
juist in op de traditie, door over
geleverde thematische, motivi-
3.05 Se-
>ol. 19.00
gramma,
[en. 19.45
Loterij.
n, come-
gramma,
ournaal.
ir Tabe Bas
als Kroll en
Paul Gieske
als dominee
Rosmer in
Rosmersholm
van Henrik
Ibsen.
(Foto Leo van
Velzen)
Oidipous als populair toneel
sche en vormtechnische elemen
ten te willen hanteren. Nu doet de
gemaniëreerde toepassing van
die elementen soms juist artistiek
enigszins armetierig aan en is het
geforceerd ontvluchten aan een
tonaal centrum weinig effectief,
waarbij het geheel de indruk
wekt van een hedendaags musi
ceren in reactionaire geest.
Behalve voor Peter Schat per
soonlijk, draagt deze symfonie
weinig van een nieuw avontuur
in zich en is ze daarbij ook qua
„sound” of ritmiek weinig opwin
dend. Het is overigens aan het
uiterst warme pleidooi te danken
dat Colin Davis en het Concertge
bouworkest voor deze kersvers
gecomponeerde muziek hebben
gehouden, dat Schats nog niet
volledig gerijpte artistieke hou
ding geloofwaardig op de toe
hoorder is overgekomen en dat
het vertrouwen in deze serieus
werkende componist is verste
vigd. JOHAN VAN KEMPEN
AMSTERDAM. Drie avon
den achtereen was het publiek in
de gelegenheid om in het Am
sterdams Concertgebouw de
splinternieuwe, naast Dvoraks
Achtste in het programma ge
plaatste, symfonie van Peter
Schat te beluisteren. Deze drie
kwartier durende compositie
werd in opdracht van de gemeen
te Amsterdam voor het negentig
jarig bestaan van het Concertge
bouworkest geschreven, en ging
nu vrijdagavond onder leiding
van Colin Davis op een NTC-
concert in première.
De zaterdagse VARA-matinee
en het Z-serie abonnementscon
cert op de zondagmiddag zorg
den beide voor een herhaling. En
op het officiële jubileumcon
cert op 3 november, zal het werk
ongetwijfeld al aardig bij het or
kest „ingeslepen” blijken te zit
ten.
De 43-jarige Peter Schat heeft
l
man (Oidipous), Celia Nufaar (Ismene), Jules Croiset (Polyneikes) en Sigrid Koetse
(Antigone).
(Foto Kors van Bennekom)