Times wereldaü
in het Nederland
Openhartig boek over scheiding
i
I
Tl
fantasie
beeld
h
Bregstein’s 'Herinneringen aan Joods Amsterdam
Renate Rubinstein:
11
„Het huis
Nini Brunt:
in de Heemskerkstraat”
„Niets te verliezen en toch bang”
K
B
sp
Actualiseren
I z
zo. Da<
Jeugdherinneringen rond literaire vrienden
Naast de filosofische kanten van dat
probleem heeft de mens dat vraagstuk
al heel vroeg zakelijk aangepakt. Hij
gaf, naar we gerust mogen aannemen,
al voor hij zijn woorden en gedachten in
tekens vastlegde, dus het schrift uit
vond, zijn aardse omgeving weer in
figuratieve voorstellingen op verkleinde
schaal, in het platte vlak. Hij maakte
dus landkaarten. Hij tekende ze in het
zand, op hout, kraste ze in stukken bot,
schilderde ze op leer en zijde of gra
veerde ze in kleitabletten. Cartografi
sche notities zijn ouder dan het schrift
en ze hebben daarop voor, dat ze ook
door mensen worden begrepen die een
andere taal spreken dan de makers
ervan. Landkaarten, of ze zich nu be
perken tot de plattegrond van je eigen
huis of zich uitstrekken tot de hele
wereld of zelfs het zichtbare gedeelte
van het heelal, spreken een wereldtaal.
telema
---s ontstaan w
Trei
gedoe
vrolijl1
nieuw
strom
Iwee
niem:
nordt
Na de vraag „Wie ben ik’ heeft de
denkende mens zich al heel vroeg
bezig gehouden met de vraag „Waar
ben ik", naar zijn plaats in de wereld.
-I
-,r
-
Compositie van een
collectieve getuigenis
E.VL.
Renate Rubenstein
ke traditie heeft.
liïiiniïlï'
•rii'iiiïi'iiVt't'tiiw-
Juist dat nu heeft in deze editie va»
ven
Tekening van Dorie Lindner
H. R.
Met name dat wegvallen van het „wij-
begrip” is voor Renate Rubinstein een erg
Een geweldig probleem bij atlassei Hi| h(
het in herdrukken actueel houden vaa *rOlljk
Echtscheiding geeft een zwaarder en
vaak moeilijker te dragen rouwproces
dan de dood en dan met name natuurlijk
voor degene, die geen scheiding wilde. In
haar boek „Niets te verliezen en toch
bang" zagt Renate Rubinstein: „Als zij (de
weduwe) van de gestorvene hield is er
voor haar nog veel werk te doen. Zij kan
een monument oprichten, zij kan in ge
dachten „wij" blijven, dat wil zeggen
zichzelf. Zij zal zijn papieren verzamelen,
zijn foto’s om zich heen zetten, de herinne
ring aan de dode ook bij andere in leven
houden. Zolang zij leeft is ook hij niet
helemaal verdwenen. De weduwe lijdt,
maar het is een zinvol lijden”. En Rubin
stein, die veel overpeinzingen over en
rond haar eigen scheiding als Tamar in
Vrij Nederland publiceerde en ze nu dus
bundelde en uitvoerig uitwerkte, zet daar
soms, in bijna poëtische toon, de geschei
den vrouw tegenover. Overigens: het is
duidelijk, dat scheiding geen poëtische
affaire is. Het veroorzaakt een pijn, die
niet of slechts langzaam verdwijnt.
Een scheiding betekent „dat er een nieu
we orde in de chaos geschapen moet wor
den. Er moet nogal wat ingepolderd en
getemd worden in de nieuwe wereld, waar
in je terechtkomt als de oude wegvalt. In
de eerste plaats moet de taal getemd wor
den. Alle „wij" moet veranderd worden in
ten bij. Met name het werk van
Dorie Lindner verfijnde gra-
Het boek pretendeert geenszins een stan
daardwerk te zijn dat kan worden be
schouwd als een stuk historische volledig
heid. Wel heeft Bregstein door de directe
herinnering van zijn vertellers gebruikge
maakt van het levende contact met het
verleden.
Aantrekkelijk is de formule die werd
gevolgd bij de rangschikking van het ma
teriaal. De geïnterviewden keren, al naar
gelang zij teruggrepen in de tijd, regelma
tig terug in de hoofdstukken waarop hun
onjuistheden werd het besluit genomen
het „overtollige" materiaal te boek te
stellen. Zo ontstond „Herinnering aan
Joods Amsterdam”.
„ik” en alle „ons” in „mijn”. Anders valt er
helemaal met te praten, ik bedoel letter
lijk: anders blijft het snikken."
En langzaam zul je weer nieuw leven in de
kamers moeten blazen. Dan is er de tijd,
die getemd moet worden. Tijd- en levens
ritme zijn na een scheiding veranderd (ze
ker voor een vrouw, die geen kinderen
heeft, zoals bij Rubinstein het geval was;
bij een gezin met kinderen zijn de proble
men natuurlijk weer anders en vaak nog
groter). In dit autobiografisch verhaal
geeft de schrijfster een openhartig verslag
van haar emoties bij de breuk in haar
huwelijksrelatie. Het is geen hoofdstuk-
lange aanklacht tegen haar vroegere echt
genoot. Ze tracht in chaotische gedachten,
die uiteindelijk omhoogkomen uit de aan
vankelijk eindeloos diep lijkende put van
wanhoop en onbegrip, uit te vinden hoe
het heeft kunnen gebeuren en waarom.
Die gedachten komen verward aan en eb
ben weer weg. Steeds weer knelt de paniek
moeilijk te verteren zaak geweest. Alle
zekerheden, die gezamenlijk waren opge
bouwd. blijken ineens op drijfzand te zijn
gebouwd. Het huis is leeg, de ziel is er uit.
Toverwerelden van fantasie, door
David Douglas Duncan, uitg. Else
vier, prijs 34,50.
vures, die wel lijken op exquise
pentekeningen in diapositief
is opmerkelijk. De kleurenfo
to’s van de boomschors hebben
vaak het aanzien van abstracte
schilderingen. Shao-Tang
werkt met de wonderlijke com
binatie: mozaïekjes van post-
zegelfragmenten op zijde in
de stijl van de oude Chinese
illustratoren. De barones blijkt
een poëtische fotografe te zijn.
een normaal functioneren van verstand en
gevoel af. Renate Rubinstein schreef over
haar gevoelens en gedachten in Vrij Ne
derland. „Veel mensen dachten dat ik er
over schreef uit openhartigheid of om an
dere mensen te helpen of om een taboe te
doorbreken. Dat was niet zo. Ik kon over
niets anders schrijven, want er was niets
anders. Gedurende het eerste halve jaar
was ik zelfs niet in staat om een artikel uit
de krant te lezen, laat staan op te nemen,
laat staan „te verwerken".
Rubinstein was bang te verdwijnen:
„een idee van een „wij”, ons wij, lag in
diggelen, ik was achtergebleven in een leeg
huis. Niemand dacht aan mij, niemand zag
mij. niemand raakte mij aan, schreeuwend
en jankend was ik bezig uit mijn eigen
gezicht te verdwijnen. Maar in werkelijk
heid was met ik zoekgeraakt, maar hij. Ik
schreef om vindbaar te blijven”.
Bij het lezen van dit boek heb je vaak het
idee, dat veel snel is genoteerd. Staccato
taalgebruik; soms zelfs duidelijke slordig
heden en onaffe zinnen. Voor mij maakte
dat het boek nog warmer en echter dan het
normaal al zou zijn: wie durft tenslotte zijn
ziel bloot te leggen, zeker over zo’n pijnlij
ke diep ingrijpende gebeurtenis in je le
ven? Ongetwijfeld zal dit boek van grote
waarde kunnen zijn voor mensen, die ook
Wat ik zo aardig vind is dat
Nini Brunt de centrale persoon
blijft in haar herinneringen, hoe
wel ze onmiddellijk toegeeft hoe
gering haar eigen literaire talen
ten waren ondanks haar voor-
Voor een te grote massa was in die
vooroorlogse jaren alles wat zich in en om
de Amsterdamse Jodenbuurt afspeelde,
behangen met een waas van onwetend
heid. Dat laatste kan zeker niet gezegd
worden van de ramp die zich tijdens de
Tweede Wereldoorlog over diezelfde Jo
denbuurt voltrok. Wat daaraan vooraf
ging, werd de „Herinnering van Joods
Amsterdam”. Een uitgave van De Bezige
Bij te Amsterdam. Prijs: ƒ42,50.
in een zwarte periode van scheiden zijn
beland (ik zeg expres mensen, want het
gaat niet alleen om vrouwen). En ook van
waarde voor psychiaters. Renate Rubin
stein laat weinig heel van haar „zieledok-
ter”. Cynisch zegt ze: „de psychiater praat
te aardig met me, we hadden soms echt
een intelligent gesprek”.
HANS ROMBOUTS
Een interessant boekje dus
voor wie belangstelt in het literai
re verleden, maar ook voor wie
de herinneringen wil lezen van
een vrouw die zo vroeg in de
eeuw, zonder dat een groot talent
dat noodzakelijk maakte, blijk
geeft van een hoogst onafhanke
lijk en zelfbewust gevoelsleven.
ANNEKE VAN LUXEMBURG
Naast het feit, dat deze artistieke waar
dering van de cartografie heel dicht staat
bij de oorspronkelijke gezamenlijke oor
sprong van kunst en wetenschap, namelijk
het zo trefzeker mogelijk doorgeven van
indrukken uit de omgeving, blijft het ook
in onze zo sterk door technologie bepaalde
maatschappij onomstotelijk, dat de mooi
ste, de meest esthetische en daardoor als
meest artistiek beschouwde atlassen voor
de gemiddelde gebruiker ook de beste zijn.
Bladen uit de eerste atlassen
van onze Westeuropese beschaving heb
ben een decoratieve en dus artistieke
waardering gekregen, welke die voor de
produkten van de beeldende kunst in en
gere zin op zijn minst benaderd. Van de
beroemde atlassen van bijvoorbeeld Wil
lem Jansz en Joan Blaeu hangen meer
bladen als vorm van beeldende kunst aan
de muur, dan dat er gave exemplaren
bestaan die de oorspronkelijke functie
oriëntatie op de wereld of „achteraf” de
geschiedkundige waardering daarvan
mogelijk maken.
De inzichten over waarop het accent
moet liggen verschillen. De ene samenstel
ler mikt vooral op schitterende illustratie
ve begeleiding van bijvoorbeeld sod
geografische, geofysische en astroiw
sche aspecten van zijn atlas en doet dat
koste van de topografische uitgebreid)
en de omvang van het register. Een and
uitgever kiest juist voor het maxin
haalbare op het gebied van plaatsaant
ding.
In het uitgeven van atlassen besta
laatste jaren de neiging om de illustn
en beschrijvende aardrijkskunde de
rang te geven boven de topografisch
derne illustratietechnieken en de i
schrijdende ontwikkeling in onze te
logische maatschappij om begripp
vervangen door symbolen, versterkt
neiging. Er zijn de laatste jaren ett
van die atlassen uitgegeven.
In die vloed van cartografische we
vol moderne technologische symb
steekt de Nederlandse uitgave van
roemde „The Times Atlas of the Wo[
duidelijk af. Na een inleiding en een
En dat is iets dat men alleen bij hele? jeugd"
atlassen geboden krijgt.
Dat is wellicht een van de redenen waar
om boeken met kaarten, atlassen dus, een
populariteit genieten die ver buiten de
nuchtere gebruikswaarde uitstijgt. Ze ma
ken mensen vertrouwd met hun wereld in
een voor iedereen begrijpelijke taal. En
het grote pluspunt daarbij is, dat je er niet
voor uit je stoel hoeft. Een atlas geeft niet
alleen zakelijke informatie, maar prikkelt
bovendien de fantasie zodanig dat je de
wereld in je eigen geest kunt bereizen. In
die hoedanigheid is er een parallel te trek
ken tussen deze populaire vorm van carto
grafie en de literatuur.
Een geweldig probleem bij atlassa
de vijfde bijgewerkte druk van A man bij
--schapp
1, met in deveell» Wd IS
topografische informatie. Maar,® 9ëeft w
veelheid exacte en beknopte inform
over de ontstaansgeschiedenis van del
de, het heelal, de delfstoffen, klima
voedselpotentieel, vegetatie, bevolk)
dichtheid, transportlijnen, bestuurswi
lingen, tijdzones en dergelijke biedt
Grote Times Wereldatlas 123 pagina’sl
landkaarten. En daarna een register i
200.000 namen.
haalde.
Dat is
Mensei
«at ze
neer jf
Dat is met het enige punt waarop een
produkt van wetenschappelijke arbeid een
artistieke neveninhoud krijgt. Ook als
vorm van beeldende kunst zijn landkaar
ten al sinds vele tientallen jaren algemeen
aanvaard.
„Het trof mij opnieuw hoe weinig men
in het algemeen vandaag weet wat Am
sterdam voor de joden en de joden voor
Amsterdam hebben betekend.” Tot die
conclusie kwam auteur-cineast Philo
Bregstein na gesprekken met bijna tach
tig Amsterdammers. Merendeel joodse
mannen en vrouwen die overleefden. Die
hun herinneringen toevertrouwden aan
Bregstein als basismateriaal voor diens
film „Op zoek naar Joods Amsterdam"
gemaakt ter gelegenheid van het 700-jarig
bestaan van ’s lands hoofdstad. Gebrek
aan tijd en geld maakten het noodzakelijk
dat de film korter van duur en eenvoudi
ger van opzet moest worden. Met Salva
dor Bloemgarten die Bregstein advi
seerde en correcties toepaste op feitelijke
looflijk zwak en protserig. Dun
can, een vermaard fotograaf,
meent dat de achtergrond van
zijn vier personages (een psy
chiater, een ex-kok, een' vrouw
van een financier, een barones)
in gezwollen en daardoor onno
zele taal uiteengezet moet wor
den. Gelukkig staan er aanzien
lijk meer illustraties in dan
tekst. Die illustraties laten
vooral de liefde en intensiteit
naar voren komen, die het vier
tal, ieder op zijn eigen terrein.
De Uilenburgstraat op zondagochtend. Markt in de Jodenhoek. Een trekpleister voor duizer
Amsterdammers die aan de specifieke tafreeltjes en markante persoonlijkheden de beste herir
ringen bewaren.
ien
Iedereen heeft zijn eigen fan
tasiewereld. De één richt zich
op concrete zaken, die hij graag
zou willen, de ander zoekt het
(al of met bijna) onbereikbare
in abstracte situaties. David
Douglas Duncan, bekend van
zijn fotografische weergaven
van Picasso’s werk, bracht on
der de noemer fantasie vier
kunstenaars bijeen, die ieder
op hun eigen wijze hun ideeën
vorm hebben trachten te geven.
Het gaat om Oscar Forel, die
schoonheid en bizarheid zoekt
in schors van vooral zeer oude
bomen; om Shao-Tang, die de
wonderlijkste figuren maakt
van microscopisch kleine deelt
jes van postzegels; om Dorle
Linder, die gravures vervaar
digt in een speciaal soort kar
ton, bedekt met een zwarte laag
porseleinaarde; om Ariane van
der Eist, die met haar kleuren-
camera in de natuur op zoek
gaat naar de toverwereld van
de fantasie.
Meq moet het boek „Tover- bezielt. Er zijn zeer fraaie pren-
wereld van de fantasie” zien als
een kijkboek. De tekst is onge-
tijd rond 1910 op papier gezet.
Deze memoires zijn vooral inte
ressant door de vrienden die er in
die jeugd rondliepen: Jan Gres- rond de verlovingen van haar zus
Atie. Het is in de ruimte van dat
leven dat de literaire helden hun
verleden opnieuw doen en dat
maakt ze heel natuurgetrouw.
Een ideaal soort memoires,
waarvan er in Nederland inder
daad veel te weinig worden ge
schreven.
Het huis uit de titel is het nieu
we huis waarnaar het gezin
Brunt verhuist, als Nini naar de
middelbare school gaat. Een
groot herenhuis met voor de bei
de zusjes, die het gezin telt, elk
een eigen kamer. Op die kamers,
vooral in de kamer van zus Atie,
de verloofde van Jan Greshoff,
worden de vrienden ontvangen.
Lange avonden waarbij veel thee
wordt gedronken. De verdienste
van de schrijfster is dat ze zo
ongedwongen die sfeer weet te
rug te roepen.
herinneringen betrekking hebben; een
stuk tekstverzorging van Joka Bloemgar-
ten-Barends dat de leesbaarheid van zo’n
grote hoeveelheid vertelstof heeft behoed
voor het gevaar van verwarring of saai
heid.
Wat min of meer als algemeen bekend
mag worden beschouwd, is dat na 1940 de
nazi’s op efficiënte wijze een einde hebben
gemaakt aan het Amsterdams jodendom.
Al wat zich voordien heeft afgespeeld in
„de Jodenhoek” is slechts bekend aan een
relatief klein percentage Nederlanders.
Deze ingewijden zullen in de gebundelde
herinneringen veel herkennen. Het rijk
geschakeerde levenspatroon van het jood
se Amsterdam van weleer is in woorden
nauwelijks te vangen. Voor zo ver dat wel
mogelijk is. is het de verdienste van Breg
stein en Bloemgarten dat ze daar toch in
zijn geslaagd.
Het is verleidelijk om te citeren uit dat
gene wat een handvol overlevenden zich
weet te herinneren van leef- en woontoe
standen, straathandel, synagoges en rab
bijnen, de rijkdom en de armoede, antise
mitisme, filantropie, de invloed van de
vakbeweging, de diamantindustrie, assi
milatie, het uitgaansleven, het onderwijs,
de opkomst van het socialisme en het
voorspel van de ondergang. Maar „Herin
nering aan Joods Amsterdam” is in feite
een citaat uit een tijdsbestek dat met zorg
en toewijding resulteerde in de compositie
van een collectieve getuigenis. Ieder citaat
zou afbreuk doen aan dat zo te respecteren
doel van de samenstellers.
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat deze
compilatie van herinneringen uitsluitend
bedoeld zou zijn om hen die de buurt
hebben gekend mee terug te nemen in de
tijd.
matie toegankelijk wordt gemaakt <M Ogende
bij tot het nut en het plezier dat wij me]
atlassen kunnen beleven. En daarbij dtjmerkza:
iis
heidsaspect, dat in de cartografie zo’ni straalt
Hij hee
Mj is ei
mOe
Times Atlas een belangrijke plaats ge* Waardij
gen. Door de keuze van de grafische» was vn
hoff, Jacques Bloem en Piet van
Eyck. Van de laatste zo deftige,
geleerde dichter had ik über
haupt met gedacht, dat hij een
jeugd had gehad, laat staan een
zo weinig ontstegen naam als
Piet. Schrijvers, vanzelfspre
kend aanwezig in het literaire
recente verleden worden be
schreven in hun huiskamer- en
vriendenbestaan, nog bezig zich
de plaats te verwerven waardoor
ze later gekenmerkt zouden zijn.
..Niets te verliezen en toch bang", uitg. Meulen-
hoff, prijs 15.
Makers van moderne atlassen houden
daar wel degelijk rekening mee, zo lijkt
me. Er zijn de laatste tijd in Nederland
nogal wat nieuwe grote wereldatlassen ge
publiceerd en daaraan valt op dat aan de
beeldende presentatie en de grafische
vormgeving uitzonderlijk veel zorg is be
steed.
Zo is een wereldatlas ontstaan die»
weerga niet kent, zeker i
van1
ik al eerder heb betoogd, een atlas besta
niet alleen bij de gratie van de veelfe Hans
aan dato. Ook de manier waarop de infi ®et het
delen en technieken, de uitgekiend» sens vi;
van u„ --B, --o—
keuze van detail zijn de kaarten van»
de tekening, door kleurgebruik dan kiji
1 ken”) e
atlas een genot voor het oog. Ze P’ losse h
duidelijkheid in topografisch opzicht meer h
schoonheid en inspiratie voor de fanta houden
topografische en andere wetenschap]» 8en ca
ke informatie. Daarom werd al snel ba getal ui
ten de vijfdelige atlas (uit de jaren vijft ffeemd
te bundelen in een Comprehensive 0 p
on, een wat handzamer ééndelige atlas. 1
eerste druk kwam uit in 1967. De Ned "oraen
landse uitgave die kortgeleden is uil| Wmmic
bracht door Uitgeverij Kluwer is ontiee Streek
aan
Comprehensive Edition.
j Die je
nadruk
droefen
melijk
zijn het
zo hebt
heden c
trouwe:
zo’n je:
den. M:
„Ik bi
dat als
maar h
“en, he
den zo,
mechai
Soed. fi
Via Jan Greshoff leerde ze ook
Jan van Nijlen kennen, Aart van
der Leeuw en de schilder Jan
Boon, die het ex-libris voor haar
maakte, dat nu voor in dit boekje
is afgedrukt. Uit de beschrijvin
gen van de avonden, doorge
bracht bij en met de vrienden, uit
de opmerkingen over literatuur
blijkt hoe zeer de plaats van lite
ratuur in het gewone leven is
verschoven. Dat vijftienjarige
schoolmeisjes dweepten met
Kloos hun dag was goed als ze
hem gezien hadden illustreert
waarschijnlijk wat ik bedoel.
De Grote Wereldatlas, uitgeverij Kluwer
mens Boeken, Wageningen. Prijs bijna 2°"'
den.
Op het Jonas Daniël Meijerplein voor de Grote sjoel, de dag voor het Pesachfeest, verbranden
jongens de laatste resten zuurdeeg om een paar centen te verdienen
Levendig, met veel talent voor keur, ja zelfs gedweep met de
het genre, heeft Nini Brunt haar literatuur. Ze tekent haar eigen
herinneringen aan haar meisjes- mislukking op de tekenacademie
uitvoerig, het verplichte werken
in de boekhandel van haar vader,
diens ziekte en de problemen
bij tot het nut en het plezier dat wij
ik niet in de laatste plaats aan het schoc Geen