Opvolger van NPO-chef Vandernoot wil orkest uitbreiden Muziekscholen: Artistieke kwaliteit voorstellingen in gevaar bij achterblijven budget ‘Amsterdam Marriott Oude Franse affiches in Den Bosch te zien L protest tegen bezuinigingen Besluit dirigent „technische kwestie” e. Port O'Ainstenlam L Een hele kreeft voor f 43,- zal u niet afschrikken. Verfrissend Recht in de ogen Tot 3 januari in Noordbrabants Museum Behoedzaam door Ko van Leeuwen door Johan van Kempen en John Oomkes De Appel Vicieuze cirkel Centrum Film 13 19 7 8 DONDERDAG DECEMBER KUNST 7 HAARLEM. ..Waarom ik gehoor heb gegeven aan de aanbieding van het Noordhollands Philharmonisch Orkest om hier te komen werken?” Jerzy Katlewicz, de 51-jarige Poolse dirigent die met ingang van concertseizoen 1979/1980 bij het NPO als chef-dirigent in dienst treedt, herhaalt de vraag, maar heeft geen enkele moeite om er een antwoord op te geven. „Kijk, ik kom hier al jaren op bezoek. Al vanaf 1960. Dit is het achttiende jaar dus. Er is tijdens al die gastdirecties een echt sympathieke relatie met dit orkest ontstaan. De mensen van het NOP hebben zich altijd voor mij ingezet. En nu wil ik hen ook het beste geven dat ik in mij heb”. In Marriott’s specialiteiten restaurant Port O’ Amsterdam is het de komende maanden Kreeftenfeest. U hebt keus uit diverse bereidings- wijz.es. Thermidorol'Newburg (gekraakt). Of als voorgerecht, a la Russe (halve kreeft f24,-). Voor een hele kreeft (vers uit eigen homarium) betaalt u zegge en schrijve 43 gulden. En daarvoor mag u dan nog vrijelijk putten uit Marriott’s befaamde Bread and Salad Bar. Dat is zeldzaam goedkoop. Als u dus ooit het genot van vers klaargemaakte kreeft hebt willen ervaren, dan is dit de gelegenheid Tussen haakjes: voor het geval u niet van kreeft houdt, is er ons Scottish Beef. Verrukkelijk mals vlees dat nog naar echt „gras” smaakt. Want het is afkomstig van koeien die nog in de vrije natuur rond grazen. En dat proefje. Openingstijden elke avond van 6 tot 11 uur. (tijdig reserveren aanbevo len). Stadhouderskade 21, Amsterdam, tel. 020-8351 51 Telex 15087. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin HAARLEM. Dwingende voorwaarden die subsidiënten steeds meer aan de toneelgezel schappen gaan stellen (bijvoor beeld dat reisvoorstellingen zich zelf moeten kunnen betalen, pro fijtbeginsel) en de decentralise ring van subsidieverplichtingen (het doorschuiven van de verant woordelijkheid naar de lagere overheden) zijn twee ingrijpende problemen waarmee theaters in de provincie worden geconfron teerd. De landelijke- en plaatselij ke voorwaarden welke de betref fende subsidiegevers aan de thea tergroepen stellen worden niet meer op elkaar afgestemd, staan soms zelfs lijnrecht tegenover el kaar Dat betekent voor de gezel schappen dat ze in structurele moeilijkheden zullen geraken. Voor de theaters geldt hetzelfde als ze niet willen af glijden naar commerciële vervlakking. Jerzy Katlewicz veranderen is Toneelschuur: To be or not to be r' verse kreeft? Katlewicz: ..Als je als dirigent voor een orkest staat, dan moet je veel van psycho logie afweten. Niet met je kop in de parti tuur zitten, maar de mensen recht in de ogen kuur.. kiikcn Je moet bij het begin ling de laatste jaren van dertig tot honderd percent verhoogd. De problematiek spitst zich vooral toe op de condities waarop de groepen komen. Dat wil zeggen of ze bereid zijn op partage te spelen of dat er een uitkoopsom moet worden betaald. Partage wil zeggen dat de groep genoegen neemt met een gedeelte meestal een groot gedeelte van de recet te, de opbrengst door kaartverkoop. Uit koop betekent dat het theater de groep een vast bedrag betaalt per voorstelling. De recette is dan voor het theater en dat houdt in dat ook het financieel risico daar berust. Bij partage wordt het financieel risico ook door het gezelschap gedragen. Gezelschappen die voorheen in de To neelschuur nog op partage wilden komen spelen, bedingen nu een uitkoopsom per voorstelling en die ligt aanmerkelijk hoger dan de vergoeding die uit de partagerege- ling tevoorschijn kwam. binding met zijn geboortegrond, niet? Veel andere Poolse kunstenaars hebben dat ook. De filmer Andrzej Wajda? Ja, Wajda! Hij is een goed voorbeeld. Eigenlijk ben ik net zo als hij. Zijn werk is door en door Pools, maar is toch voor iedereen toegan kelijk Over de hele wereld wordt hij ge waardeerd" De Pool heeft nog andere pijlen op zijn boog. ..Daarnaast zou ik graag grotere werken uitvoeren, ook met koren Ik denk aan het Groot Omroepkoor. Daarbij is het eigenlijk nodig dat er meer strijkers ko- (Van onze kunstredactie) 's-HERTOGENBOSCH. Een tentoonstelling over Franse affiches van 1895 tot 1900 wordt tot en met 2 januari volgend jaar in het Noordbrabants Museum in Den Bosch gehouden. Het maken van reclame door middel van affiches en advertenties is een verschijnsel dat bij de 20e eeuw hoort. De oudste professioneel ontworpen reclameaffiches ontstonden echter al in de 19e eeuw. Parijs gaf toen nog de toon aan in artistieke zaken als centrum van de goede smaak. sfeer, met hier en daar Art-nouveau-ele- menten. Ze laten zien waartoe onze (over- igrootouders verleid werden: liqueurs, the aters, restaurants, maar ook: tandpasta, wasmiddelen, cacao en olie voor de toen nog veel gebruikte petroleumlamp. Ook toen al werden veel produkten aangepre- zen door mooie vrouwen. Problemen van belettering en lay-out, die bij ontwerpers in onze eeuw zo’n grote rol spelen, worden vaak al op zeer origine le wijze aangepakt, terwijl sommige affi ches qua compositie nog vrij dicht bij de traditionele schilderkunst staan. De tentoonstelling in ’s Hertogenbosch is te bezoeken maandag tot en met vrijdag van 10 tot 17 uur, zaterdag en zondag van 13 tot 17 uur. De toegang is gratis. Jerzy Katlewicz is tenslotte ook weer psycholoog genoeg om een vraag inzake zijn werkwijze bij het NPO fijntjes glimla chend af te doen. De veelbereisde Katlewicz kan tenslotte uit veel voorbeelden putten om aan te tonen dat orkesten nimmer gelijk reageren op het optreden van een dirigent. „Ook dat verschil in mentaliteit moet je psycholo gisch kunnen aanvoelen. Als ik bijvoor beeld in Rome of in Barcelona dirigeer, dan merk je dat je een Italiaans of Spaans orkest echt een beetje in de hand moet houden. Het zijn grage praters, die na een pauze tijdens de repetitie moeilijk hun plaatsje terug kunnen vinden. In Duits land is het weer anders. Daar zit elk or kestlid keurig in het gelid. Zeer serieus. Daar moet je gewoon wat schertsen om een wat luchtiger atmosfeer te krijgen”. van de repetitie precies in kunnen voelen hoe de verschillende musici zich voelen Hier zit een man die een beetje ziek is, daar iemand die misschien wat bonje met zijn vrouw heeft gehad en daar een derde wiens zoontje voor problemen zorgt. Niet iedereen heeft altijd zijn dag. De biorit- miek. ja. Dan toch moet je het orkest zo optimaal mogelijk kunnen inspireren”. tot De Appel genomen heeft betekent ont trekking daaraan. wordt tijd dat zoiets politiek gemaakt wordt en dat betekent dat er geld voor moet komen.” Een duidelijk voorbeeld is de situatie bij toneelgroep De Appel. De gemeente Den Haag, die dit Haagse gezelschap mede subsidieert, heeft gesteld dat uit de reis- voorstellingen in elk geval de dagkosten van de produktie moeten komen. Dit han teren van het profijtbeginsel heeft tot ge volg dat De Appel niet meer op de 70/30 partagebasis in de Toneelschuur komt spelen, zoals voorheen. Dat hield in 70 percent van de recette voor De Appel; 30 percent voor de Toneelschuur. De conditie voor dit lopende seizoen luidt dat er een uitkoopsom van 2500,- per voorstelling moet worden neergeteld en dat daarboven nog een reiskostenvergoeding wordt gege ven. Een praktisch voorbeeld maakt duide lijk in welk een benarde positie een theater als de Toneelschuur nu dreigt te belanden. In het seizoen 1976/77 kwam De Appel met zijn voorstellingen naar Haarlem tegen 70/30 percent partage. Nu zijn er in sep tember van dit jaar vier voorstellingen gespeeld in de Toneelschuur van de pro duktie Van Gogh Ongeveer. Daarvoor V? f Kondrasjin werd enkele dagen geleden tot vaste dirigent van het Concertgebouw orkest benoemd, dat hij samen met Ber nard Haitink zal leiden. „Er is niets sensationeels”, aldus me vrouw Kondrasjin, „het was niet echt on verwacht. Hij is altijd al cultureel sterk met het westen verbonden geweest. Hij kan nu ook gemakkelijker in West-Europa •reizen”. Volgens haar wilde de dirigent in jOost-Europa „niet door de ambtelijke mo len gaan”. Mevr. Kondrasjin, die in Nederland bij haar man was toen hij zijn besluit nam. voegde er nog aan toe dat er in hun relatie geen verandering kwam. „Ik kan hem op zoeken wanneer ik wil. Ik wil alleen niet in het westen leven”. Ook twee zoons, beiden studenten in de leeftijd van 19 en 21 jaar, -fhlijven in de Sovjet-Unie. 782A131I 1 Jerzy Katlewicz: ..Wat is een man zonder binding met zijn geboortegrond?" Lommerse legt uit hoe de tegengestelde voorwaarden van hogere en lagere overhe den in de praktijk werken. „Als wij ge noodzaakt worden alleen op partage te werken, dan zeggen de groepen: naar Haarlem hoef je niet meer. Aan de andere kant zegt CRM: Jullie moeten naar Haar lem, daarvoor wordt je door het rijk ge subsidieerd. Maar de lagere overheid, de gemeente bijvoorbeeld, zoals Den Haag bij De Appel, zegt: Je mag wel naar Haarlem, maar dan moet de voorstelling in elk geval de dagkosten opbrengen. Wat moet zo'n Toneelgroep Centrum is met 85 voor stellingen per seizoen de grootste bespeler van de Toneelschuur. In het beleidsplan staat ten aanzien van Centrum: „Dit gege ven roept bij ons de vraag op of de plaats van toneelgroep Centrum binnen het thea- terbeleid van Haarlem en de plaats die toneelgroep Centrum dientengevolge in de Toneelschuur heeft gekregen, niet eens nader bekeken moet worden.” Lommerse: „Zo'n opmerking in de tekst van de nota wil zeggen dat we daarmee willen aangeven dat er eens over gepraat moet worden. Hoe voelt Centrum zich bij ons, hoe staan wij tegenover Centrum? Past Centrum nog bij ons en omgekeerd? Wij als Toneelschuur, als Vereniging De Toneelschuur, willen over een aantal za ken wel eens helderheid. Wat wil Haarlem bijvoorbeeld? Heeft Haarlem een theater- beleid? Waar ligt dat dan? Ik zeg: Haarlem heeft geen werkelijk theater beleid. De po litiek in Haarlem is gewoon aan het rege len geslagen. Dat is iets anders als het voeren van een wezenlijk beleid. Ons be leidsplan moet worden gezien als een ver slag van een ontwikkeling. Maar als we zo terugkijken, dan stellen we wel de vraag: Wil Haarlem wel een theater beleid? Daar moet je nu eens echt over gaan praten.” De beleidsnota dient ook als discussieno ta binnen de Toneelschuur zelf. Alle activi teiten, inclusief de workshops, worden er in opgesomd. De vraag is nu: wat is van belang, wat moet blijven en wat moet er wel of niet bijkomen en het antwoord daarop is afhankelijk van de beleidsvisie van de gemeente Haarlem. Frans Lommerse: „Vanuit de verant woordelijkheid die we hebben ten aanzien van De Appel. Baal, Onafhankelijk Toneel etcetera, kunnen we niet eenzijdig de huur opzeggen. Dat zou ook betekenen dat ik Baal etc. een speelplaats onthoud bij een publiek dat betrokken en geïnteresseerd is bij de ontwikkeling van Baal etc. Het „Kunst kent dan ook eigenlijk geen gren zen” stelt Katlewicz, die zelf het internatio nale muziekleven door en door kent, vele toernees heeft gemaakt en op tientallen festivals een goede indruk heeft achterge laten. Wat staat hem voor ogen bij het NPO? Nieuwe bezems plegen schoon te vegen. Hoe zit dat met Katlewicz? Voor zijn medio 1979 scheidende voorganger André Vandernoot zegt hij een oprechte bewondering te hebben, „maar na zo’n zes jaar moet je sowieso als dirigent eens opstappen”. En dat geldt dan niet speciaal voor Vandernoot. maar gewoon in het al gemeen ..Niet alles is mogelijk. Ik zie heus wel in dat je niet alles kunt bereiken Als ik zou aankomen met: nu gaan we alles verande ren, dan krijg je oorlog. Dat kan niet. Je kunt wel proberen stapje voor stapje ver beteringen aan te brengen. Ik kan het niet beloven, maar waar het bijvoorbeeld mo gelijk is, zal ik de hedendaagse muziek aandacht gunnen Ook die van Nederland se componisten”. Katlewicz ventileert op dat punt een duidelijke mening. „Niet uit gaan van de geringe belangstelling voor de moderne C-serieconcerten vindt hij, „maar een programma brengen waardoor je bij het publiek interesse opwekt voor het nieuwe avontuur”. Toneel neemt in een theater als de To neelschuur een overheersende plaats in bij de programmering. Toch kijkt men er ook naar de mogelijkheden in dit theater „kansarme” films te draaien. In het beleid splan staat echter wel: „De Toneelschuur wil voor zowel de programmering als de exploitatie van het filmgebeuren in haar gebouw eenzelfde honorering als voor haar theaterwerk.” Lommerse: „Dat is ook zoiets waaruit blijkt dat Haarlem niet beleidsmatig, maar regelend optreedt. Om tot een filmhuis te komen zijn er destijds aanvragen voor subsidie ingediend door ons en door Het Melkwoud. Wij vroegen 18.000 gulden. Het Melkwoud 3000. Dus werd het ’t Melk woud. Gewoon de goedkoopste oplossing kiezen. Dat noem ik regelend optreden Liever geen echt beleid, dat kost meer geld.” Lommerse vindt dat de Toneelschuur een uitstekende filmaccommodatie biedt met Schuur II: „Ik zeg niet film moet in de Toneelschuur. Ik vraag alleen aan de ge meente Haarlem: Wat wil je? Wil je alleen films vertonen? Dan hebben we hier deze prima ruimte. Wil je meer? Didactisch werken, onderwijs er bij betrekken, film workshops, dus een apart Filmhuis? Nou. dan moet dat ook een zelfstandig apparaat worden.” In het beleidsplan wordt opnieuw gepleit voor een onderzoek naar een derde thea terruimte in Haarlem, bestemd voor pro- dukties die niet in de Schouwburg kunnen, die ook uit de Toneelschuur gegroeid zijn en die in een stad als Haarlem toch een podium moeten kunnen vinden. Het hele bestaan van de Toneelschuur wordt sterk afhankelijk van de ontwikke lingen op het gebied van de subsidiënten- eisen. Zoals het nu ligt kan de Toneel schuur niet verder op de oude voet. Er komt een einde aan goodwill-prijzen voor voorstellingen, zeker als de subsidie-eisen in het vervolg steeds zwaarder gaan we gen. To be or not to be, Hamlets befaamde uitspraak, dat is het waar 't bij een thea ter als de Toneelschuur om gaat. Een subsidie-ontwikkeling zoals die nu dreigt zal alleen maar onder mijnend kunnen werken ten aanzien van een progressief theaterbeleid. moest worden betaald 4 x 2500,- uitkoop som 10.000,-, plus de reiskosten. De recette over de vier voorstellingen bedroeg 1900,-. Die vloeit dan in de kas van het theater. De voorstellingen van De Appel waren niet uitverkocht. Vroeger zou zo’n serie voorstellingen de Toneelschuur slechts 70 percent van 1900,- (recette) 1330,- gekost hebben. Frans Lommerse, coördinator van de Toneelschuur en medeverantwoordelijk voor de uitgekomen beleidsnota, ziet de toekomst voor de Toneelschuur dan ook zorgelijk in. Lommerse: „Het is duidelijk dat we tekort gaan schieten in kwaliteit als het uitkoopbudget niet drastisch omhoog kan. Dat is op zich niets nieuws, dat is bij de prioriteitenaanvraag 1977 al aan de orde geweest. Het trieste is dat in dit licht de normale vaste gezelschappen die hier altijd komen spelen al tot de duurdere produkties gaan horen. Achterblijven van het uitkoopbudget betekent dat we die met meer hier kunnen hebben, dat ze te duur geworden zijn. Dat is een betrekkelijk be grip, dat te duur. We zijn in het verleden gewoon nooit in staat geweest het volle pond te betalen. Om het theater toch ge programmeerd te houden zullen we artis tiek weinig zeggende groepen moeten bin nenhalen. Dat gebeurt nu al. Ik moet nu al groepjes binnenhalen die hier eigenlijk niet thuis horen. De krappe geldmiddelen verhinderen me de criteria die hier nor maal gelden streng toe te passen. Zoiets is het begin van het einde.” De zestig originele lithografieën die in het Noordbrabants Museum geëxposeerd worden, zijn voorbeelden van vroege affi ches. Ze vormen een bloemlezing uit de complete serie van 250 litho’s „Les Maitres de L’Affiche”, die in de jaren 1895 tot 1900 in Parijs werd uitgegeven (Editions Chaix). Elke band bestaat uit vijftig litho's. Ze werden door de kunstenaar die het oor spronkelijke affiche had ontwerpen, op uitnodiging van de uitgever achteraf op kleiner formaat vervaardigd. Zo ontstond een overzicht van de fraaiste affiches uit die tijd, door het handzame formaat bin nen het bereik van verzamelaar en biblio fiel gebracht. De litho’s ademen een Fin de siècle- Frans Lommerse: „Met het huidige budget zullen we de nieuwe ontwikkelingen beslist niet meer kunnen blijven volgen". groep nou? De plaatselijke subsidiënt eist meer inkomsten uit de reisvoorstellingen, nou, dan kan De Appel niet anders. Het is een vicieuze cirkel.” Den Haag gaat bij deze stelling uit van het profijtbeginsel; anders kan het niet worden uitgelegd. Als elke gemeente op dit moment precies zo zou handelen, dan zou dat de dood betekenen voor de artistieke ontwikkeling en de veelzijdigheid van het toneelaanbod. Den Haag doet op die ma nier niet mee met het landelijk aanbod. Dat de lagere overheden de gezelschappen subsidiëren maakt uitwisseling mogelijk. Haarlem subsidieert flink mee voor toneel groep Centrum. In ruil daarvoor geeft Centrum een groot aantal voorstellingen in Haarlem, maar aan die subsidiëring dankt Haarlem ook de komst van andere gezelschappen, zoals Theater, Globe, Haagse Comedie. Evenals de gemeenten die deze gezelschappen subsidiëren daar voor ook Centrum krijgen. Zo is een col lectieve toneelfinanciering ontstaan. De beslissing die Den Haag met betrekking Minister Pais wil 12 procent bezuinigen op het muziekvakonderwijs. De onderwijsinstellingen verwachten dat de ze bezuiniging tot een verlies van 70 banen zal leiden. Ongeveer 200 demonstranten zongen voor het parlementsgebouw de „Paiser- walzer” met als eerste zin: „Wij zijn ont stemd en zingen vals; we worden plat van Pais z'n wals”. In een pamflet dat aan dr. Anne Vonde ling werd overhandigd zeggen de muziek- vakscholen dat het geen kunst is om de kosten per student in het muziekonderwijs omlaag te krijgen door de selectiedrempel los te laten. „Het is echter wèl kunst om een onderwijs overeind te houden waar van de afgestudeerden allemaal een baan krijgen”. (ADVERTENTIE) Wie is er bang voor (Van onze Haagse redactie) DEN HAAG. Vertegenwoordigers van de 14 vakscholen voor muziekonder wijs in ons land hebben woensdag op het Haagse Binnenhof gedemonstreerd tegen de bezuinigingen die minister Pais van onderwijs wil doorvoeren. Er werden cir ca 6000 handtekeningen overhandigd aan Tweede-Kamervoorzitter Vondeling. Katlewicz: „Het is verfrissend, voor zo wel het orkest als voor het publiek, en zeker niet in de laatste plaats voor de dirigent zelf. Uiteraard heb ik plannen gemaakt voor de komende drie seizoenen. Daar is al langer over nagedacht, natuur lijk. Er zijn ook al gesprekken geweest met directeur Mulder, het bestuur en het or kest over de komende tijd" Katlewicz, een ietwat kalende, maar al les behalve verlepte man van middelbare leeftijd, test het effect van zijn woorden Het is alsof hij er zeker van wil zijn dat zijn gesprekspartners zijn verklaring niet voor een praatje voor de vaak houden. „Per slot van rekening bestaat er voor mij als Pool een duidelijke binding met Nederland. Toen ik hier de eerste keer op bezoek kwam, bezocht ik de graven van mijn gesneuvelde landgenoten. Ja. de parachu tisten die bij Arnhem hun leven verloren. Op de begraafplaats van Oosterbeek lig gen er tachtig begraven. En bij Driel staat een monument”. De woorden van Jerzy Katlewicz klin ken niet alleen plausibel, ze hebben ook een onmiskenbaar emotioneel gewicht, een omschrijving die voor de hele persoon van deze musicus lijkt op te gaan. Natuur lijk legt hij ook nadruk op zaken die meer voor de hand liggen. Als je je oor bij hem te luisteren legt, kun je ook vernemen dat hij Nederland op waarde schat, hier rustig kan werken en zich even op zijn gemak weet als thuis in het Poolse Krakau. De vergelijking tussen Polen en Neder land wordt vanzelfsprekend vaak getrok ken in een gesprek met Katlewicz, ook al omdat hij naast zijn nieuwe positie bij het NPO een soortgelijke functie bij de Phil harmonic van Krakau blijft aanhouden. Katlewicz daarover „Ik heb altijd veel gereisd. Vanaf 1955 af. Maar ik ben altijd Pool gebleven. Wat is een man zonder Deze problematiek springt sterk naar voren in het onlangs gepresenteerde be leidsplan van de Toneelschuur, die dit jaar tien jaar bestaat. Dit theater, dat veelsoor tige produkties naar Haarlem haalt en de nieuwe ontwikkelingen op toneelgebied daarmee op de voet volgt, voorziet voor de volgende seizoenen practisch onoplosbare Problemen inzake de programmering. Er wordt gevreesd voor het inboeten aan ar tistieke kwaliteit bij het podiumaanbod door het achterblijven van het uitkoop budget De Toneelschuur heeft een uitkoopbud get van 140.000,- en presenteert daarvoor 270 voorstellingen. Dat betekent dat er gemiddeld per voorstelling iets meer dan vijfhonderd gulden wordt betaald. Vrien delijkheid, goodwill en „emotionele ban den” met de Toneelschuur hebben het de afgelopen seizoenen nog mogelijk ge maakt dat een groot deel van de vaste gezelschappen die in dit theater komen optreden genoegen namen met een mini male vergoeding. De eisen van de groepen worden echter beduidend hoger en harder, Pu de voorwaarden van de subsidiegevers daartoe dwingen. Ten aanzien van het soizoen 1976/77 zijn de kosten per voorstel- bUNi'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiu^ (Van onze kunstredactie) MOSKOU. De vrouw van de Russi sche dirigent Kirill Kondrasjin die vorige week besloot om definitief in Nederland te verblijven - hij vroeg een verblijsver- gunning in Amsterdam aan - heeft giste ren in Moskou meegedeeld dat haar man .altijd al dichter bij het westen” heeft gestaan. Ze noemde het besluit van haar man „een technische kwestie”. Kondras- jins dokters, aldus zijn vrouw, „wilden hem vanwege zijn gezondheid niet zo hard laten werken als hij zelf wil”. ..Alles meteen men. Voor Brahms bijvoorbeeld al Je moet toch een beetje vlees hebben om zoiets aan te kunnen We willen met de overheid gaan praten of het mogelijk is om het NPO te versterken met acht extra violisten. Daarnaast hebben we dan het probleem van de vele orkestbegeleidingen We zullen er wat aan moeten doen om de musici ook op dat gebied wat meer te ontzien”. Bij dat alles wekt Katlewicz de indruk behoedzaam te werk te gaan „Het hele leven is een compromis, niet? Je hebt alleen je ervaring hard nodig om er dat uit te halen wat er in zit. Dat geldt ook voor het dirigeren zelf. Tegen de leerlingen die ik onderricht geef aan het conservatorium in Krakau zeg ik altijd: de techniek van het slaan kan iederéén leren. Het gaat erom dat je met zo'n orkest werkt aan een duide lijk doel. Een dirigent moet zijn musici inspireren, de motivatie vergroten". niet haalbaar”

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 13