Opvolger van NPO-chef Vandernoot wil orkest uitbreiden
Muziekscholen:
Artistieke kwaliteit voorstellingen in gevaar bij achterblijven budget
‘Amsterdam
Marriott
Oude Franse affiches
in Den Bosch te zien
L
protest tegen
bezuinigingen
Besluit dirigent
„technische
kwestie”
e.
Port O'Ainstenlam
L
Een hele kreeft
voor f 43,- zal
u niet afschrikken.
Verfrissend
Recht in de ogen
Tot 3 januari in Noordbrabants Museum
Behoedzaam
door Ko van Leeuwen
door Johan van Kempen
en John Oomkes
De Appel
Vicieuze cirkel
Centrum
Film
13
19 7 8
DONDERDAG
DECEMBER
KUNST
7
HAARLEM. ..Waarom ik gehoor heb gegeven aan de aanbieding
van het Noordhollands Philharmonisch Orkest om hier te komen
werken?” Jerzy Katlewicz, de 51-jarige Poolse dirigent die met ingang
van concertseizoen 1979/1980 bij het NPO als chef-dirigent in dienst
treedt, herhaalt de vraag, maar heeft geen enkele moeite om er een
antwoord op te geven. „Kijk, ik kom hier al jaren op bezoek. Al vanaf
1960. Dit is het achttiende jaar dus. Er is tijdens al die gastdirecties een
echt sympathieke relatie met dit orkest ontstaan. De mensen van het
NOP hebben zich altijd voor mij ingezet. En nu wil ik hen ook het beste
geven dat ik in mij heb”.
In Marriott’s specialiteiten
restaurant Port O’ Amsterdam is het
de komende maanden Kreeftenfeest.
U hebt keus uit diverse bereidings-
wijz.es. Thermidorol'Newburg
(gekraakt). Of als voorgerecht, a la
Russe (halve kreeft f24,-).
Voor een hele kreeft (vers uit eigen
homarium) betaalt u zegge en schrijve
43 gulden. En daarvoor mag u dan nog
vrijelijk putten uit Marriott’s befaamde
Bread and Salad Bar. Dat is zeldzaam
goedkoop.
Als u dus ooit het genot van vers
klaargemaakte kreeft hebt willen
ervaren, dan is dit de gelegenheid
Tussen haakjes: voor het geval u niet
van kreeft houdt, is er ons Scottish
Beef. Verrukkelijk mals vlees dat nog
naar echt „gras” smaakt. Want het is
afkomstig van koeien die nog in de
vrije natuur rond grazen.
En dat proefje.
Openingstijden elke avond van
6 tot 11 uur. (tijdig reserveren aanbevo
len).
Stadhouderskade 21, Amsterdam,
tel. 020-8351 51 Telex 15087.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin
HAARLEM. Dwingende
voorwaarden die subsidiënten
steeds meer aan de toneelgezel
schappen gaan stellen (bijvoor
beeld dat reisvoorstellingen zich
zelf moeten kunnen betalen, pro
fijtbeginsel) en de decentralise
ring van subsidieverplichtingen
(het doorschuiven van de verant
woordelijkheid naar de lagere
overheden) zijn twee ingrijpende
problemen waarmee theaters in
de provincie worden geconfron
teerd. De landelijke- en plaatselij
ke voorwaarden welke de betref
fende subsidiegevers aan de thea
tergroepen stellen worden niet
meer op elkaar afgestemd, staan
soms zelfs lijnrecht tegenover el
kaar Dat betekent voor de gezel
schappen dat ze in structurele
moeilijkheden zullen geraken.
Voor de theaters geldt hetzelfde
als ze niet willen af glijden naar
commerciële vervlakking.
Jerzy Katlewicz
veranderen is
Toneelschuur: To be or not to be
r'
verse
kreeft?
Katlewicz: ..Als je als dirigent voor een
orkest staat, dan moet je veel van psycho
logie afweten. Niet met je kop in de parti
tuur zitten, maar de mensen recht in de
ogen kuur.. kiikcn Je moet bij het begin
ling de laatste jaren van dertig tot honderd
percent verhoogd.
De problematiek spitst zich vooral toe op
de condities waarop de groepen komen.
Dat wil zeggen of ze bereid zijn op partage
te spelen of dat er een uitkoopsom moet
worden betaald. Partage wil zeggen dat de
groep genoegen neemt met een gedeelte
meestal een groot gedeelte van de recet
te, de opbrengst door kaartverkoop. Uit
koop betekent dat het theater de groep een
vast bedrag betaalt per voorstelling. De
recette is dan voor het theater en dat houdt
in dat ook het financieel risico daar berust.
Bij partage wordt het financieel risico ook
door het gezelschap gedragen.
Gezelschappen die voorheen in de To
neelschuur nog op partage wilden komen
spelen, bedingen nu een uitkoopsom per
voorstelling en die ligt aanmerkelijk hoger
dan de vergoeding die uit de partagerege-
ling tevoorschijn kwam.
binding met zijn geboortegrond, niet? Veel
andere Poolse kunstenaars hebben dat
ook. De filmer Andrzej Wajda? Ja, Wajda!
Hij is een goed voorbeeld. Eigenlijk ben ik
net zo als hij. Zijn werk is door en door
Pools, maar is toch voor iedereen toegan
kelijk Over de hele wereld wordt hij ge
waardeerd"
De Pool heeft nog andere pijlen op zijn
boog. ..Daarnaast zou ik graag grotere
werken uitvoeren, ook met koren Ik denk
aan het Groot Omroepkoor. Daarbij is het
eigenlijk nodig dat er meer strijkers ko-
(Van onze kunstredactie)
's-HERTOGENBOSCH. Een tentoonstelling over Franse affiches van 1895 tot 1900
wordt tot en met 2 januari volgend jaar in het Noordbrabants Museum in Den Bosch
gehouden.
Het maken van reclame door middel van affiches en advertenties is een verschijnsel
dat bij de 20e eeuw hoort. De oudste professioneel ontworpen reclameaffiches
ontstonden echter al in de 19e eeuw. Parijs gaf toen nog de toon aan in artistieke zaken
als centrum van de goede smaak.
sfeer, met hier en daar Art-nouveau-ele-
menten. Ze laten zien waartoe onze (over-
igrootouders verleid werden: liqueurs, the
aters, restaurants, maar ook: tandpasta,
wasmiddelen, cacao en olie voor de toen
nog veel gebruikte petroleumlamp. Ook
toen al werden veel produkten aangepre-
zen door mooie vrouwen.
Problemen van belettering en lay-out,
die bij ontwerpers in onze eeuw zo’n grote
rol spelen, worden vaak al op zeer origine
le wijze aangepakt, terwijl sommige affi
ches qua compositie nog vrij dicht bij de
traditionele schilderkunst staan.
De tentoonstelling in ’s Hertogenbosch is
te bezoeken maandag tot en met vrijdag
van 10 tot 17 uur, zaterdag en zondag van
13 tot 17 uur. De toegang is gratis.
Jerzy Katlewicz is tenslotte ook weer
psycholoog genoeg om een vraag inzake
zijn werkwijze bij het NPO fijntjes glimla
chend af te doen.
De veelbereisde Katlewicz kan tenslotte
uit veel voorbeelden putten om aan te
tonen dat orkesten nimmer gelijk reageren
op het optreden van een dirigent. „Ook dat
verschil in mentaliteit moet je psycholo
gisch kunnen aanvoelen. Als ik bijvoor
beeld in Rome of in Barcelona dirigeer,
dan merk je dat je een Italiaans of Spaans
orkest echt een beetje in de hand moet
houden. Het zijn grage praters, die na een
pauze tijdens de repetitie moeilijk hun
plaatsje terug kunnen vinden. In Duits
land is het weer anders. Daar zit elk or
kestlid keurig in het gelid. Zeer serieus.
Daar moet je gewoon wat schertsen om
een wat luchtiger atmosfeer te krijgen”.
van de repetitie precies in kunnen voelen
hoe de verschillende musici zich voelen
Hier zit een man die een beetje ziek is, daar
iemand die misschien wat bonje met zijn
vrouw heeft gehad en daar een derde
wiens zoontje voor problemen zorgt. Niet
iedereen heeft altijd zijn dag. De biorit-
miek. ja. Dan toch moet je het orkest zo
optimaal mogelijk kunnen inspireren”.
tot De Appel genomen heeft betekent ont
trekking daaraan.
wordt tijd dat zoiets politiek gemaakt
wordt en dat betekent dat er geld voor
moet komen.”
Een duidelijk voorbeeld is de situatie bij
toneelgroep De Appel. De gemeente Den
Haag, die dit Haagse gezelschap mede
subsidieert, heeft gesteld dat uit de reis-
voorstellingen in elk geval de dagkosten
van de produktie moeten komen. Dit han
teren van het profijtbeginsel heeft tot ge
volg dat De Appel niet meer op de 70/30
partagebasis in de Toneelschuur komt
spelen, zoals voorheen. Dat hield in 70
percent van de recette voor De Appel; 30
percent voor de Toneelschuur. De conditie
voor dit lopende seizoen luidt dat er een
uitkoopsom van 2500,- per voorstelling
moet worden neergeteld en dat daarboven
nog een reiskostenvergoeding wordt gege
ven.
Een praktisch voorbeeld maakt duide
lijk in welk een benarde positie een theater
als de Toneelschuur nu dreigt te belanden.
In het seizoen 1976/77 kwam De Appel met
zijn voorstellingen naar Haarlem tegen
70/30 percent partage. Nu zijn er in sep
tember van dit jaar vier voorstellingen
gespeeld in de Toneelschuur van de pro
duktie Van Gogh Ongeveer. Daarvoor
V?
f
Kondrasjin werd enkele dagen geleden
tot vaste dirigent van het Concertgebouw
orkest benoemd, dat hij samen met Ber
nard Haitink zal leiden.
„Er is niets sensationeels”, aldus me
vrouw Kondrasjin, „het was niet echt on
verwacht. Hij is altijd al cultureel sterk
met het westen verbonden geweest. Hij
kan nu ook gemakkelijker in West-Europa
•reizen”. Volgens haar wilde de dirigent in
jOost-Europa „niet door de ambtelijke mo
len gaan”.
Mevr. Kondrasjin, die in Nederland bij
haar man was toen hij zijn besluit nam.
voegde er nog aan toe dat er in hun relatie
geen verandering kwam. „Ik kan hem op
zoeken wanneer ik wil. Ik wil alleen niet in
het westen leven”. Ook twee zoons, beiden
studenten in de leeftijd van 19 en 21 jaar,
-fhlijven in de Sovjet-Unie.
782A131I
1
Jerzy Katlewicz: ..Wat is een man
zonder binding met zijn geboortegrond?"
Lommerse legt uit hoe de tegengestelde
voorwaarden van hogere en lagere overhe
den in de praktijk werken. „Als wij ge
noodzaakt worden alleen op partage te
werken, dan zeggen de groepen: naar
Haarlem hoef je niet meer. Aan de andere
kant zegt CRM: Jullie moeten naar Haar
lem, daarvoor wordt je door het rijk ge
subsidieerd. Maar de lagere overheid, de
gemeente bijvoorbeeld, zoals Den Haag bij
De Appel, zegt: Je mag wel naar Haarlem,
maar dan moet de voorstelling in elk geval
de dagkosten opbrengen. Wat moet zo'n
Toneelgroep Centrum is met 85 voor
stellingen per seizoen de grootste bespeler
van de Toneelschuur. In het beleidsplan
staat ten aanzien van Centrum: „Dit gege
ven roept bij ons de vraag op of de plaats
van toneelgroep Centrum binnen het thea-
terbeleid van Haarlem en de plaats die
toneelgroep Centrum dientengevolge in de
Toneelschuur heeft gekregen, niet eens
nader bekeken moet worden.”
Lommerse: „Zo'n opmerking in de tekst
van de nota wil zeggen dat we daarmee
willen aangeven dat er eens over gepraat
moet worden. Hoe voelt Centrum zich bij
ons, hoe staan wij tegenover Centrum?
Past Centrum nog bij ons en omgekeerd?
Wij als Toneelschuur, als Vereniging De
Toneelschuur, willen over een aantal za
ken wel eens helderheid. Wat wil Haarlem
bijvoorbeeld? Heeft Haarlem een theater-
beleid? Waar ligt dat dan? Ik zeg: Haarlem
heeft geen werkelijk theater beleid. De po
litiek in Haarlem is gewoon aan het rege
len geslagen. Dat is iets anders als het
voeren van een wezenlijk beleid. Ons be
leidsplan moet worden gezien als een ver
slag van een ontwikkeling. Maar als we zo
terugkijken, dan stellen we wel de vraag:
Wil Haarlem wel een theater beleid? Daar
moet je nu eens echt over gaan praten.”
De beleidsnota dient ook als discussieno
ta binnen de Toneelschuur zelf. Alle activi
teiten, inclusief de workshops, worden er
in opgesomd. De vraag is nu: wat is van
belang, wat moet blijven en wat moet er
wel of niet bijkomen en het antwoord
daarop is afhankelijk van de beleidsvisie
van de gemeente Haarlem.
Frans Lommerse: „Vanuit de verant
woordelijkheid die we hebben ten aanzien
van De Appel. Baal, Onafhankelijk Toneel
etcetera, kunnen we niet eenzijdig de huur
opzeggen. Dat zou ook betekenen dat ik
Baal etc. een speelplaats onthoud bij een
publiek dat betrokken en geïnteresseerd
is bij de ontwikkeling van Baal etc. Het
„Kunst kent dan ook eigenlijk geen gren
zen” stelt Katlewicz, die zelf het internatio
nale muziekleven door en door kent, vele
toernees heeft gemaakt en op tientallen
festivals een goede indruk heeft achterge
laten. Wat staat hem voor ogen bij het
NPO? Nieuwe bezems plegen schoon te
vegen. Hoe zit dat met Katlewicz? Voor
zijn medio 1979 scheidende voorganger
André Vandernoot zegt hij een oprechte
bewondering te hebben, „maar na zo’n zes
jaar moet je sowieso als dirigent eens
opstappen”. En dat geldt dan niet speciaal
voor Vandernoot. maar gewoon in het al
gemeen
..Niet alles is mogelijk. Ik zie heus wel in
dat je niet alles kunt bereiken Als ik zou
aankomen met: nu gaan we alles verande
ren, dan krijg je oorlog. Dat kan niet. Je
kunt wel proberen stapje voor stapje ver
beteringen aan te brengen. Ik kan het niet
beloven, maar waar het bijvoorbeeld mo
gelijk is, zal ik de hedendaagse muziek
aandacht gunnen Ook die van Nederland
se componisten”. Katlewicz ventileert op
dat punt een duidelijke mening. „Niet uit
gaan van de geringe belangstelling voor de
moderne C-serieconcerten vindt hij,
„maar een programma brengen waardoor
je bij het publiek interesse opwekt voor
het nieuwe avontuur”.
Toneel neemt in een theater als de To
neelschuur een overheersende plaats in bij
de programmering. Toch kijkt men er ook
naar de mogelijkheden in dit theater
„kansarme” films te draaien. In het beleid
splan staat echter wel: „De Toneelschuur
wil voor zowel de programmering als de
exploitatie van het filmgebeuren in haar
gebouw eenzelfde honorering als voor
haar theaterwerk.”
Lommerse: „Dat is ook zoiets waaruit
blijkt dat Haarlem niet beleidsmatig, maar
regelend optreedt. Om tot een filmhuis te
komen zijn er destijds aanvragen voor
subsidie ingediend door ons en door Het
Melkwoud. Wij vroegen 18.000 gulden.
Het Melkwoud 3000. Dus werd het ’t Melk
woud. Gewoon de goedkoopste oplossing
kiezen. Dat noem ik regelend optreden
Liever geen echt beleid, dat kost meer
geld.”
Lommerse vindt dat de Toneelschuur
een uitstekende filmaccommodatie biedt
met Schuur II: „Ik zeg niet film moet in de
Toneelschuur. Ik vraag alleen aan de ge
meente Haarlem: Wat wil je? Wil je alleen
films vertonen? Dan hebben we hier deze
prima ruimte. Wil je meer? Didactisch
werken, onderwijs er bij betrekken, film
workshops, dus een apart Filmhuis? Nou.
dan moet dat ook een zelfstandig apparaat
worden.”
In het beleidsplan wordt opnieuw gepleit
voor een onderzoek naar een derde thea
terruimte in Haarlem, bestemd voor pro-
dukties die niet in de Schouwburg kunnen,
die ook uit de Toneelschuur gegroeid zijn
en die in een stad als Haarlem toch een
podium moeten kunnen vinden.
Het hele bestaan van de Toneelschuur
wordt sterk afhankelijk van de ontwikke
lingen op het gebied van de subsidiënten-
eisen. Zoals het nu ligt kan de Toneel
schuur niet verder op de oude voet. Er
komt een einde aan goodwill-prijzen voor
voorstellingen, zeker als de subsidie-eisen
in het vervolg steeds zwaarder gaan we
gen. To be or not to be, Hamlets befaamde
uitspraak, dat is het waar 't bij een thea
ter als de Toneelschuur om gaat. Een
subsidie-ontwikkeling zoals die nu dreigt
zal alleen maar onder mijnend kunnen
werken ten aanzien van een progressief
theaterbeleid.
moest worden betaald 4 x 2500,- uitkoop
som 10.000,-, plus de reiskosten. De
recette over de vier voorstellingen bedroeg
1900,-. Die vloeit dan in de kas van het
theater. De voorstellingen van De Appel
waren niet uitverkocht. Vroeger zou zo’n
serie voorstellingen de Toneelschuur
slechts 70 percent van 1900,- (recette)
1330,- gekost hebben.
Frans Lommerse, coördinator van de
Toneelschuur en medeverantwoordelijk
voor de uitgekomen beleidsnota, ziet de
toekomst voor de Toneelschuur dan ook
zorgelijk in. Lommerse: „Het is duidelijk
dat we tekort gaan schieten in kwaliteit als
het uitkoopbudget niet drastisch omhoog
kan. Dat is op zich niets nieuws, dat is bij
de prioriteitenaanvraag 1977 al aan de
orde geweest. Het trieste is dat in dit licht
de normale vaste gezelschappen die hier
altijd komen spelen al tot de duurdere
produkties gaan horen. Achterblijven van
het uitkoopbudget betekent dat we die met
meer hier kunnen hebben, dat ze te duur
geworden zijn. Dat is een betrekkelijk be
grip, dat te duur. We zijn in het verleden
gewoon nooit in staat geweest het volle
pond te betalen. Om het theater toch ge
programmeerd te houden zullen we artis
tiek weinig zeggende groepen moeten bin
nenhalen. Dat gebeurt nu al. Ik moet nu al
groepjes binnenhalen die hier eigenlijk
niet thuis horen. De krappe geldmiddelen
verhinderen me de criteria die hier nor
maal gelden streng toe te passen. Zoiets is
het begin van het einde.”
De zestig originele lithografieën die in
het Noordbrabants Museum geëxposeerd
worden, zijn voorbeelden van vroege affi
ches. Ze vormen een bloemlezing uit de
complete serie van 250 litho’s „Les Maitres
de L’Affiche”, die in de jaren 1895 tot 1900
in Parijs werd uitgegeven (Editions
Chaix).
Elke band bestaat uit vijftig litho's. Ze
werden door de kunstenaar die het oor
spronkelijke affiche had ontwerpen, op
uitnodiging van de uitgever achteraf op
kleiner formaat vervaardigd. Zo ontstond
een overzicht van de fraaiste affiches uit
die tijd, door het handzame formaat bin
nen het bereik van verzamelaar en biblio
fiel gebracht.
De litho’s ademen een Fin de siècle-
Frans Lommerse: „Met het huidige
budget zullen we de nieuwe
ontwikkelingen beslist niet meer kunnen
blijven volgen".
groep nou? De plaatselijke subsidiënt eist
meer inkomsten uit de reisvoorstellingen,
nou, dan kan De Appel niet anders. Het is
een vicieuze cirkel.”
Den Haag gaat bij deze stelling uit van
het profijtbeginsel; anders kan het niet
worden uitgelegd. Als elke gemeente op dit
moment precies zo zou handelen, dan zou
dat de dood betekenen voor de artistieke
ontwikkeling en de veelzijdigheid van het
toneelaanbod. Den Haag doet op die ma
nier niet mee met het landelijk aanbod.
Dat de lagere overheden de gezelschappen
subsidiëren maakt uitwisseling mogelijk.
Haarlem subsidieert flink mee voor toneel
groep Centrum. In ruil daarvoor geeft
Centrum een groot aantal voorstellingen
in Haarlem, maar aan die subsidiëring
dankt Haarlem ook de komst van andere
gezelschappen, zoals Theater, Globe,
Haagse Comedie. Evenals de gemeenten
die deze gezelschappen subsidiëren daar
voor ook Centrum krijgen. Zo is een col
lectieve toneelfinanciering ontstaan. De
beslissing die Den Haag met betrekking
Minister Pais wil 12 procent bezuinigen
op het muziekvakonderwijs. De
onderwijsinstellingen verwachten dat de
ze bezuiniging tot een verlies van 70 banen
zal leiden.
Ongeveer 200 demonstranten zongen
voor het parlementsgebouw de „Paiser-
walzer” met als eerste zin: „Wij zijn ont
stemd en zingen vals; we worden plat van
Pais z'n wals”.
In een pamflet dat aan dr. Anne Vonde
ling werd overhandigd zeggen de muziek-
vakscholen dat het geen kunst is om de
kosten per student in het muziekonderwijs
omlaag te krijgen door de selectiedrempel
los te laten. „Het is echter wèl kunst om
een onderwijs overeind te houden waar
van de afgestudeerden allemaal een baan
krijgen”.
(ADVERTENTIE)
Wie is
er
bang
voor
(Van onze Haagse redactie)
DEN HAAG. Vertegenwoordigers
van de 14 vakscholen voor muziekonder
wijs in ons land hebben woensdag op het
Haagse Binnenhof gedemonstreerd tegen
de bezuinigingen die minister Pais van
onderwijs wil doorvoeren. Er werden cir
ca 6000 handtekeningen overhandigd aan
Tweede-Kamervoorzitter Vondeling.
Katlewicz: „Het is verfrissend, voor zo
wel het orkest als voor het publiek, en
zeker niet in de laatste plaats voor de
dirigent zelf. Uiteraard heb ik plannen
gemaakt voor de komende drie seizoenen.
Daar is al langer over nagedacht, natuur
lijk. Er zijn ook al gesprekken geweest met
directeur Mulder, het bestuur en het or
kest over de komende tijd"
Katlewicz, een ietwat kalende, maar al
les behalve verlepte man van middelbare
leeftijd, test het effect van zijn woorden
Het is alsof hij er zeker van wil zijn dat zijn
gesprekspartners zijn verklaring niet voor
een praatje voor de vaak houden. „Per slot
van rekening bestaat er voor mij als Pool
een duidelijke binding met Nederland.
Toen ik hier de eerste keer op bezoek
kwam, bezocht ik de graven van mijn
gesneuvelde landgenoten. Ja. de parachu
tisten die bij Arnhem hun leven verloren.
Op de begraafplaats van Oosterbeek lig
gen er tachtig begraven. En bij Driel staat
een monument”.
De woorden van Jerzy Katlewicz klin
ken niet alleen plausibel, ze hebben ook
een onmiskenbaar emotioneel gewicht,
een omschrijving die voor de hele persoon
van deze musicus lijkt op te gaan. Natuur
lijk legt hij ook nadruk op zaken die meer
voor de hand liggen. Als je je oor bij hem
te luisteren legt, kun je ook vernemen dat
hij Nederland op waarde schat, hier rustig
kan werken en zich even op zijn gemak
weet als thuis in het Poolse Krakau.
De vergelijking tussen Polen en Neder
land wordt vanzelfsprekend vaak getrok
ken in een gesprek met Katlewicz, ook al
omdat hij naast zijn nieuwe positie bij het
NPO een soortgelijke functie bij de Phil
harmonic van Krakau blijft aanhouden.
Katlewicz daarover „Ik heb altijd veel
gereisd. Vanaf 1955 af. Maar ik ben altijd
Pool gebleven. Wat is een man zonder
Deze problematiek springt sterk naar
voren in het onlangs gepresenteerde be
leidsplan van de Toneelschuur, die dit jaar
tien jaar bestaat. Dit theater, dat veelsoor
tige produkties naar Haarlem haalt en de
nieuwe ontwikkelingen op toneelgebied
daarmee op de voet volgt, voorziet voor de
volgende seizoenen practisch onoplosbare
Problemen inzake de programmering. Er
wordt gevreesd voor het inboeten aan ar
tistieke kwaliteit bij het podiumaanbod
door het achterblijven van het uitkoop
budget
De Toneelschuur heeft een uitkoopbud
get van 140.000,- en presenteert daarvoor
270 voorstellingen. Dat betekent dat er
gemiddeld per voorstelling iets meer dan
vijfhonderd gulden wordt betaald. Vrien
delijkheid, goodwill en „emotionele ban
den” met de Toneelschuur hebben het de
afgelopen seizoenen nog mogelijk ge
maakt dat een groot deel van de vaste
gezelschappen die in dit theater komen
optreden genoegen namen met een mini
male vergoeding. De eisen van de groepen
worden echter beduidend hoger en harder,
Pu de voorwaarden van de subsidiegevers
daartoe dwingen. Ten aanzien van het
soizoen 1976/77 zijn de kosten per voorstel-
bUNi'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiu^
(Van onze kunstredactie)
MOSKOU. De vrouw van de Russi
sche dirigent Kirill Kondrasjin die vorige
week besloot om definitief in Nederland
te verblijven - hij vroeg een verblijsver-
gunning in Amsterdam aan - heeft giste
ren in Moskou meegedeeld dat haar man
.altijd al dichter bij het westen” heeft
gestaan. Ze noemde het besluit van haar
man „een technische kwestie”. Kondras-
jins dokters, aldus zijn vrouw, „wilden
hem vanwege zijn gezondheid niet zo hard
laten werken als hij zelf wil”.
..Alles meteen
men. Voor Brahms bijvoorbeeld al Je
moet toch een beetje vlees hebben om
zoiets aan te kunnen We willen met de
overheid gaan praten of het mogelijk is om
het NPO te versterken met acht extra
violisten. Daarnaast hebben we dan het
probleem van de vele orkestbegeleidingen
We zullen er wat aan moeten doen om de
musici ook op dat gebied wat meer te
ontzien”.
Bij dat alles wekt Katlewicz de indruk
behoedzaam te werk te gaan „Het hele
leven is een compromis, niet? Je hebt
alleen je ervaring hard nodig om er dat uit
te halen wat er in zit. Dat geldt ook voor
het dirigeren zelf. Tegen de leerlingen die
ik onderricht geef aan het conservatorium
in Krakau zeg ik altijd: de techniek van het
slaan kan iederéén leren. Het gaat erom
dat je met zo'n orkest werkt aan een duide
lijk doel. Een dirigent moet zijn musici
inspireren, de motivatie vergroten".
niet haalbaar”