THE CARS WILLEN PUBLIEK NIET OVERDONDEREN MET SHOW Verhalen van Jan Siebelink I ROND DE VEERTIG: GEVAARLIJKE LEEFTIJD 1 door John Oomkes Liefde bedrijven Voetbalveld n I d< I 5 Z een tries de Koe gev juist Onr duic vi Bi va ra na ve tie Benjamin On- zijgt tevreden onderuit in de warme stoelbekleding van een hoofdstedelijke taxi. „Gus, wat een wagen”, zegt de blonde bassist van The Cars. „Weet je, ik was zelf een half jaartje of zo taxichauffeur in Boston. Gewoon om aan poen te komen, rol je van het ene in het andere baantje. Maar taxichauffeur, dat is bij ons een hard bestaan. Ongemakkelijk, ongerieflijk, onveilig en gevaarlijk. Om eventueel lastige klanten bij voorbaat af te schrikken liep ik dan in zo’n dubbel gevoerd vechtjack rond. En daarbij van die grote legerlaarzen”. Terecht heeft u in deze krant onlangs een uitgebreid vraaggesprek kunnen lezen met Jan Siebelink. Terecht, omdat hij een van de auteurs is die sinds een jaar of vijf, zes het gezicht van de vaderlandse literatuur drastisch gewijzigd hebben. Wie daar niet van overtuigd is, moet maar eens het tweede deel van Literair Lustrum inzien, het meest recente overzicht van onze letteren. Het boek werd in 1973 uitgegeven en bevat essays over onder meer Claus, Hella Haasse, W. F. Hermans, Koolhaas, Michiels en Vestdijk. Geen woord echter nog over Ferron, ’t Hart, Dirk Ayelt Kooiman, Doeschka Meijsing, Hans Vervoort, Mensje van Keulen, Jan Donkers en dus ook geen woord over Siebelink. Toch allemaal auteurs die, naast anderen, er voor gezorgd hebben dat onze letteren niet uitsluitend een aangelegenheid zijn voor vijftigjarigen en ouderen. - Cultuursymptoom auto 4 geschikt als muziek-etiket k Balanceren tussen droom en werkelijkheid 9 WWl VOGEL 1 wat onwennig tegen veel Amerikaanse za ken opgekeken. Maar voor het overige is hij veel minder „outspoken” dan Orr, be aamt weliswaar dat hij met Benjamin een adoratie voor de Oude Wereld gemeen heeft, maar kan nauwelijks afstand nemen van zijn vak. „Ik zie het zo”, zegt hij bij herhaling peinzend, waarna een op bescheiden toon uitgesproken, maar wazig relaas begint over Amerikaanse en Europese muziek. Als we besluiten concreter te worden, helpt hij welwillend mee. „Goed dan”, zegt hij lachend als ik zijn woorden recapitu leer. „Om bij het begin te beginnen; The Cars bestaan nu bijna twee jaar en be staan uit Benjamin en ik, Elliott Easton op gitaar, Greg Hawkes op sax en toetsen en Dave Robinson, die er het laatste bij kwam, op drums”. „Dat is een bezetting die je heel regelma tig tegenkomt, ook in Boston. Maar wij wilden wat anders. The Cars stelden zich ten doel muziek te produceren die nieuwe elementen bezat, heel duidelijk Europees gericht is, maar toch toegankelijk blijft voor de Amerikaanse markt. Dat is in ons geval een zware opgave, want we willen dat alleen door de muziek bereiken, niet zozeer door een wilde podiumact. Alles mag er uiterlijk best chique uit zien, als het maar nooit te zijig wordt. Daarom sprin gen we niet in het rond, monsteren we ons niet al te overdreven uit, daarom geen rook en ijs op het podium, daarom vooral geen valse show”. Met opzet citeer ik hier een vrouw. Siebelinks meeste hoofdfiguren zijn na melijk mannen en sommige critici zijn derhalve van mening dat zijn visie op de vrouw eenzijdig en vooringenomen is. Wat deze vrouw hier echter opmerkt geeft ook de werkelijkheid van de man nelijke verhaalpersonages weer: een le- raar-M.O.-A Engels-Duits wordt geklei neerd door zijn veel rijker getalenteerde vrouw, een wat simpele bloemenkweker wordt tot een mannelijker gedrag aange spoord door een snibbige echtgenote, een modale werknemer vereenzaamt als zijn o zo sociaal voelende vrouw de voorkeur geeft aan een man met wat meer potentie en dan is er ook nog de kapitein die gescheiden leeft van vrouw en dochter die immers alles zo veel beter weten. De meeste van deze personen zijn rond de veertig, een gevaarlijke leeftijd vol gens de schrijver, want: „Als je tegen de veertig loopt, ben je extra gevoelig. Verre gebeurtenissen die anders in een schemerig licht een lang zaam wroetend bestaan leiden, blijken plotseling te zijn aangescherpt en er is maakt van die grote, schreeuwerige but tons in vier kleuren; wij geven slechts een speldje uit in doorzichtig wit, dat alleen de contouren van een auto heeft. Zo van: het gaat alleen om het idee”. We komen al gauw weer terug op ons gesprek over de verschillen tussen Ameri ka en Europa. Boston is per slot van reke naar een kleinigheid voor nodig om ze uit de donkerte naar boven te halen. Die plotseling opdoemende herinneringen kunnen met zulke sterke gevoelens van heimwee, wraak en afkeer gepaard gaan dat ze het leven opnieuw ingrijpend beïnvloeden. De hevigheid van deze emoties hangt voor een deel samen met de omstandigheden waarin je op dat moment leeft”. betaald. En onder de tafels ziet Minst de lijken van de oude dame, van haar zoon Vaarzon en van de knecht. Alle drie zijn ze gewurgd met behulp van raffia. Dan peinzend: „Je zou geneigd zijn te denken dat dat een man zou zijn die overal zijn stempel opdrukt, niet? Die Queen sound was altijd zo overgeproduceerd, de was z’n overdosis aan geluid. Niks daal van. Roy is een Europeaan, die keuri luistert naar wat je op je lever hebt. En dai doet wat je wilt. Als we een Amerikaan® producer in de arm hadden gewonnen waren de Cars nu alehOldsmobile ha, ha, prima! geworden”. Ocasek, zichzelf moeiteloos aanvullend: „Ik weet ook wel dat er altijd theater in het spel is, natuurlijk. Dat is met alles zo. Met ons ook. Maar je moet het met stijl doen, niet Kiss, Styx, Ted Nugent of zo willen naapen. Ons embleem en onze naam zijn voorbeelden van hoe je het ook kunt doen. We kozen die naam The Cars natuurlijk omdat de auto nu eenmaal een algemeen begrip is. Is er iemand die niet weet of dat, en zo ja, wat voor een vervoermiddel dat is? Precies! Nou, in Amerika is de auto het cultuursymptoom bij uitstek. Mensen wo nen in hun auto, slapen er in, bedrijven er de liefde, eigenlijk biedt de auto hun het laatste beetje privacy”. Een tegenwerping dat het kiezen van zo’n naam juist aan gevoel voor commer cie doet denken, schrikt Ocasek niet af. „Precies, dat bedoel ik nou. Een beestje moet nu eenmaal een naam hebben; waar om dan niet iets dat iedereen kent: Maar je moet zoiets niet schreeuwerig willen ge bruiken. Kijk, een hardrockgroep als Kiss aa ec m ve da Een weinig apart in de bundel staat het al eerder genoemde Man en vrouw in oktoberlicht op voetbalveld. Apart, om dat het in eerste instantie wat minder benauwend lijkt dan de andere verhalen. De titel doet mij denken aan beeldende kunst, met name aan schilderijen van Marinus Fuit. Ook zijn doeken ademen aanvankelijk een haast objectieve sfeer die slechts een vemisje blijkt te zijn voor de onderlinge spanning. Wat lijkt er im mers onschuldiger dan een warme zater dagochtend in oktober. Een vrouw leunt op de ijzeren stangen rond een voetbal veld en kijkt naar haar zoontje dat zijn ging naar huis. Het kwam niet in hem op zich kwaad te maken, zich te doen gel den, op z’n poot te spelen, voor zijn recht op te komen: allemaal uitdrukkingen die Fia hem al zovele jaren had toegebeten, onder zovele maaltijden, om lucht te geven aan haar verontwaardiging en om hem tot een mannelijker gedrag te bewe gen. Hoeveel jaren? Hoeveel maaltij den?” Wat in de werkelijkheid niet lukt, lukt wel in de fantasie. Als surrogaat voor Fia droomt hij zich een begin van een ver houding met Eta, de verloofde van zijn enige zoon Wim. Dat is dan de tederheid. Maar de andere kant is er ook! Hij droomt dat wanneer hij voor de zoveelste keer bij de wanbetalers komt, hij daar een man aantreft die zich het Recht en de Waarheid noemt. Alle uitstaande reke ningen worden door deze man meer dan Ee aanj Pers kele kom van K< Pan: van maa Maa wijz gen< naci ging Bi Ja. mee K lege ken Bi ver( K uit dat. B Bi or hé w S< g« di di r c i f i 1 f sc la B P< m b( oi tii w sr w d< te v< h< e< z h v c t a l z 1 eerste partijtje speelt. Een aantal meters verderop leunt een man, een vader. De vrouw komt daarbuiten op het veld in die rustgevende situatie tot het inzicht dat de verhouding met haar echtgenoot slecht is. Hij sluit zich op in zijn kamer, be graaft zich in zijn werk en heeft geen echte belangstelling voor zijn kinderen. Vanuit dit inzicht, deze werkelijkheid, vlucht zij de droom binnen. Ze fantaseert dat ze met de man die daar zo naast haar staat iets nieuws, iets anders zou kunnen beginnen. Al haar verlangen naar gene genheid, naar aandacht, naar zorgenloze erotiek culmineert zich in die voetbalu- ren, en wordt geprojecteerd in die man. Ze is echter ook bang voor de fantasti sche droom, en de illusie verdwijnt hele maal als haar zoontje uitvalt en zij eens klaps weer moeder moet zijn, en dat nog wil ook. Ook het laatste verhaal De dochter van de kapitein wordt achttien jaar is een juweeltje van prozakunst, is van een ont roerende schoonheid. Het toont naar mijn mening Siebelink op zijn best en bevat alle ingrediënten die ik hierboven heb trachten aan te geven. In mijn inleiding schreef ik dat de jonge prozaschrijvers geen duidelijk maatschappelijk standpunt innemen. Ik bedoel daaftnee dat ze zich nauwelijks uitlaten over maatschappelijke, politieke en economische vraagstukken. Wat ze wel laten zien, en Siebelink zeer zeker, zijn aardige mensen in wie de chaos groter wordt en die van lieverlee geen andere uitweg zien dan de weg van het geweld en van de wreedheid. Als het al waar is dat onze tijd mank gaat aan grote ideeën, als het waar is dat wat dat betreft onze maatschappij een beetje blasé, de cadent is, dan is het nog maar de vraag of de kleine mens in zijn uitzichtloze situa tie, zo als met name door Siebelink be schreven, niet juist heel tekenend voor onze samenleving is. Voor Orr is het leven sindsdien één grote rit geworden, ook al zit hij niet meer in zijn eentje achter het stuur. The Cars, waarvan hij en vier andere musici uit het aan de Amerikaanse oostkust gelegen Boston, deel uitmaken, leggen momenteel een Europees circuit af. Een toercircuit wel te verstaan, zodat ook het Amsterdamse Pa radiso kort geleden werd aangedaan en The Cars zich prompt voegden bij het inmiddels alweer illustere rijtje namen dat daar de afgelopen twee jaar voor veel opwinding zorg droeg en een nog altijd groeiend publiek aantrekt. Merkwaardig genoeg hebben de media slechts mondjesmaat van het verschijnen van The Cars kennis genomen, terwijl vergelijkbare nieuwlichters als Blondie en The Stranglers een jaar geleden dankzij de etiketjes punk of new wave juist onder de publiciteit bedolven werden. „Vooral el ders in Europa hebben we gemerkt dat we juist met groepen die wel onder die noemer vallen, worden vergeleken”, zegt leider Rick Ocasek, die in veel de tegen hanger lijkt van Orr. „Maar we behoren gewoon tot een generatie musici afkomstig uit het gebied rond Boston en New York, die zich niet voor etiketjes interesseert. Als je ons zou willen benoemen dan kan ik alleen maar zeggen dat we een „niet dé, maar één vorm van zeventiger jaren rock and roll maken”. Naast de blonde, gespierde gestalte van Orr steekt de lange, serieuze slungel Oca sek vreemd af. Orr babbelt vrolijk een eind weg, een specialist in oeverloos ge zwam, maar dan wel eentje die geleerd heeft wat hij van het leven moet denken. „Ik neem het allemaal zoals het komt. Ik laat me door het onverwachte succes van The Cars niet over het paard tillen, ’t Is leuk zo’n hitsingle in Engeland en ’t is een stuk erkenning voor waarmee je bezig bent, maar het houdt ook nog wel eens op ook. En dan moet je gewoon tegen jezelf kunnen zeggen: waar gaan we nu weer eens lekker mee aan de gang?” Orr stamt af van een Russische familie, die oorspronkelijk de naam Orsochovski droeg, maar aan het begin van deze eeuw de oversteek naar het lonkende Amerika waagde. Behalve de wederkerige liefde voor muziek lijkt dat het enige dat de bassist met gitarist-componist Ric Ocasek gemeen lijkt te hebben. Ocasek behoort tot een familie met een Tsjechische stam boom en ook in zijn milieu wordt er nog nmg naar het oosten gericht. Ocasek: „Ja, het doet wel wat aan Londen denken; maar wij zijn ook geïnspireerd door Euro pese opvattingen. Muzikaal doen we wat denken aan Roxy Music. Hoewel het alleen om inspiratie gaat. Maar onze opvatting over stijl, bijvoorbeeld in geval van dat speldje van ons, is beslist niet Amerikaans. Daar is het allemaal van: wie het hardst schreeuwt. Hier gebeurt het allemaal nog met meer smaak. Om die reden hebben we overigens ons album ook in Engeland op genomen met een Engelse producer; in de Londense Air-studio’s met Roy Thomas Baker, de vroegere man van Queen, ia”. Herinneringen, heimwee, wraak, af keer en emotie: kernwoorden uit deze bundel en even zovele motieven. Samen verwijzen zij naar het thema dat zich wellicht het best als volgt laat omschrij ven: een ongeveer veertigjarige man (of vrouw) is niet opgewassen, is weerloos, tegen de omstandigheden die hem voort durend vernederen, te kort doen en dat in die mate dat hij er uiteindelijk toe komt om wraak te nemen. Als krachte loos figuur is hij echter vaak niet in staat daden te verrichten, om werkelijk wraak te nemen zeker niet op mensen derhalve droomt hij zich situaties waarin op een beestachtige wijze geschoten en gemoord wordt. Ook komt het voor dat anderen de daad stellen waartoe hijzelf de moed niet bezit. Zo zien we in Dromen van raffia Minst, een bloemenkweker van middelbare leeftijd. Iedere week wordt hij er door Fia, zijn vrouw, op uit gestuurd om bij wanbetalers nu eens eindelijk het geld te eisen waarop hij al maanden recht heeft. Maar iedere week opnieuw verloopt zo’n bezoek als volgt: „Zolang tegen hem niets werd gezegd bleef hij wachten en doodde de tijd met het kietelen van de vogel. Als de oude dame dan een nauwelijks merkbare be weging met het hoofd maakte en Vaar zon, zonder hem aan te kijken met zijn vlakke stem zei: „Er is te weinig in kas, Minst, volgende keer beter” wist hij dat ze logen. Hij groette, wierp een snelle blik op de vogel die hem hulpeloos aan keek, deed de schuifdeur zo voorzichtig mogelijk open (maar het knarsen kon hij niet verhinderen), schoof hem dicht en In het hierboven vermelde interview van zaterdag 18 november heeft u alles kunnen lezen over de achtergronden van Siebelinks werk. Die algemene thema tiek komt wel heel duidelijk naar voren in de verhalenbundel Weerloos die dit najaar verscheen bij de nieuwe uitge- verscombinatie Loeb en Van der Velden en die, dat mag ook wel eens gezegd worden, prachtig verzorgd is. Ook na twee keer lezen zit het boek nog stevig in elkaar, het papier is mooi en dik, de typografie uitstekend. Ik zou best willen dat aan alle literatuur die zorg besteed zou worden! Weerloos bevat zes verhalen en een novelle. Wat ze met veel werk van boven genoemde jonge auteurs gemeen hebben is dat ze maatschappelijk gezien geen standpunt innemen. De moderne litera tuur analyseert de samenleving niet; zij is de samenleving. Ook de verhalen van Siebelink zijn meer psychologische por tretten, soms zelfs tegen het naturalisti sche aan. Bijna al zijn hoofdfiguren ba lanceren op die dunne draad tussen droom en werkelijkheid en zullen zich herkennen in een opmerking van de vrouw uit het prachtige verhaal Man en vrouw in oktoberlicht op voetbalveld: „Ik ben altijd zo vreselijk onzeker, ieder moment van mijn leven heb ik het gevoel de verkeerde stap te zetten, het verkeerde woord te zeggen. Ik heb hele maal geen eigen oordeel. Mijn man neemt me dat kwalijk.” Weerloos. Jan Siebelink, Amsterdam, HU 206 pp. Uitsevedk Loeb en Van der Veldmx Prijs: J'AA

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 20