Steeds meer kinderen groeien op in niet-traditioneel gezin
F
door Marga Rijerse
Op tijd komen
Onbedoelde zwangerschap
Proefpakket
Alleenstaande ouders
Behoefte
Doelgroepen
Zwarte schaap
Vijftien jaar educatie per televisie via, „piama-akademie”
hi
t
ik.
OMROEP
WERELD
LIGT OP
DE LOER
Vijftien jaar geleden werd op 10 december de Televisie Academie,
kortweg Teleac genoemd, opgericht. Vijftien jaren, die een belangrijke
bijdrage hebben geleverd aan de methodische vernieuwing van
onderwijs en vorming. Directeur H. J. van Schalkwijk noemt de
organisatie graag een stichting voor multimediale opleiding. „Wij doen
ons werk uiteraard via de omroepkanalen en zijn daar historisch in
gegroeid. Wij zijn als vreemde eend in de bijt gekomen toen er bij de
televisie heel weinig aan educatie en zeker niet aan instructie gedaan
werd”. In deze vijftien jaar heeft Teleac een plaats veroverd in de
samenleving, die niet meer weg te denken is. Al zijn er, aldus drs. Van
Schalkwijk, mensen in de omroepwereld die dit wel proberen te doen
„Wij hebben als instituut ons bestaansrecht bewezen, maar nu
dreigen we gemangeld te worden in het geweld van de omroepen. De
omroepen hebben ons nooit geaccepteerd binnen het omroepbestel.
De reden dat ze tegenwoordig ook onderwijskundige programma’s
uitzenden komt echt niet voort uit bezorgdheid ten aanzien van de
volwasseneneducatie, maar uit puur omroeppolitieke motieven. Edu
catie voor volwassenen via omroepen is onzin. We maken ons als
Teleac geen zorgen over ons bestaan. Onderwijskundig gezien zal er
steeds meer vraag ontstaan naar cursussen. Waar we ons voor willen
hoeden is een speelbal te worden voor omroeppolitieke manipulaties.”
Het aantal kinderen in Nederland
dat opgroeit in een andere situatie
dan het traditionele twee-oudergezin
wordt steeds groter. Tussen 1970 en
1976 (een periode met een duidelijk
dalend aantal huwelijkssluitingen)
verdubbelde zich het aantal echt
scheidingen, evenals het aantal hier
bij betrokken kinderen. Als hierbij wor
den opgeteld de kinderen die een van
beide ouders door overlijden verloren
en de kinderen die geboren werden
uit niet getrouwde moeders, laten de
statistieken onder meer de volgende
cijfers zien:
7
S
Teleac wil zich zeker!
niet laten fijnmalen
H. J. van Schalkwijk, directeur Teleac
ÏS
tijds betekent dat een stijging met bijna
30 procent (in een periode waarin het
totaal aantal geboorten met ongeveer
hetzelfde percentage afnam).
„In 1973 werd 1 op de 53 kinderen
buitenechtelijk geboren, terwijl dit nu al
1 op elke 34 kinderen betreft. Volgens
schattingen zal in 1980 in Nederland nog
maar éénderde van de ‘bevolking leven in
het traditionele, zogenaamde volledige
gezin. Het is verontrustend dat dit alles
zich afspeelt op een moment waarop de
officiële herwaardering van andere ge
zinsvormen dan het traditionele twee-
oudergezin nog in de kinderschoenen
staat. We zijn op weg naar een nieuwe
visie op huwelijk en ouderschap, waarin
met name de kinderen in een geheel
nieuwe situatie komen te staan”, aldus
drs. E. H. J. van Kordelaar, directeur van
het landelijk bureau van de FIOM, de
Nederlandse vereniging van organisaties
voor hulpverlening bij zwangerschap en
alleenstaand ouderschap.
Hij zei dit tijdens een „open-huisdag”
van de FIOM, ter gelegenheid van de
officiële inwijding van haar landelijk bu
reau in Den Bosch. De FIOM is de voor
malige federatie van instellingen voor de
ongehuwde moeder en haar kind, die
haar huidige vorm enkele jaren geleden
kreeg na een fusie met twee andere orga
nisaties voor hulpverlening aan niet-ge-
huwde moeders. Bij het landelijk bureau
zijn 23 bureaus, 14 tehuizen-opvangcen-
tra en 24 (begeleide) huisvestingsprojec
ten aangesloten. Ongeveer 10.000 cliën-
ten vonden in 1977 de weg naar deze
instellingen.
De term „ongehuwde moeder” wordt
in dit werk al geruime tijd niet meer
gehanteerd. De doelstelling is aanzienlijk
verbreed: „Hulpverlening bij zwanger
schap en alleenstaand ouderschap”, en
dan niet alleen via informatie, maar ook
door het behartigen van de belangen van
de groepen waar het om gaat. De speci-
Een Teleac windstation, zo
als gebruikt bij een cursus.
Het produktieteam van de
cursus Sterrekunde. V.l.n.r.
Hans Rosenburg - presenta
tor, Wilke Schnell - regie-
assitente, Hans Knap - re
gisseur. drs. Chriet Titulaer -
eindredakteur
om de mogelijkheden bij een ongewenste
of onbedoelde zwangerschap, om de
keus tussen het accepteren dan wel laten
afbreken van de zwangerschap, het al
dan niet afstaan (ter adoptie) van een
kind. Zo'n zwangerschap kan moeilijk
heden veroorzaken in de relatie met part
ner of naaste familieleden, op school of
in het werk. Ook gehuwde mensen met
zwangerschapsproblemen kunnen ad
vies krijgen op de bureaus. Het „onbe
doeld of ongewild” zwanger worden
overkomt jaarlijks nog altijd zo’n 100.000
vrouwen en meisjes in Nederland.
Teleac-cursus .Natuurkunde is overal
Een regiekamer van de NOS-studio tij
dens de opname van de drie-dimensio-
nale uitzending.
iil
ke onderwijsmateriaal dat er bij
hoort. We werken dus gewoon op
een andere manier dan een omroep
organisatie. We hebben erg veel
verschillen geconstateerd, we zijn
daar vooral de laatste twee jaar wat
nauwkeuriger ingedoken, hebben
onze mankracht en financiën verge
leken met die van andere. De ver
schillen zie je zelfs al als je het
vergelijkt met de NOT en de onder
wijstelevisie.”
Volgens Van Schalkwijk maakt
dit een groot verschil. „Dan wordt er
een cursusonderwerpvoorstel inge
diend en nadat het intern besproken
is wordt het voorgelegd aan de pro
grammacommissie. De programma
commissie is een adviescollege van
het dagelijks bestuur van Teleac.
Daarin zitten deskundigen uit ver
schillende lagen van de samenle
ving. Zij bespreekt het voorstel met
de mensen die het hebben inge
diend. De commissie brengt daarna
advies uit aan het bestuur. Is het een
positief advies, dan betekent dat
Een jonger maar snelgroeiend werk
veld van de vereniging is de hulpverle
ning en belangenbehartiging rondom het
alleenstaand ouderschap. Het huishou
den van de niet-gehuwde moeder, de
gescheiden man of vrouw, weduwe of
weduwnaar met thuiswonende kinderen.
Een nieuwe groep zijn hier de alleen-
De behoefte aan onderwijs wordt
steeds groter en de samenstelling
van de groep verandert. Vroeger
waren het alleen de mensen die al
een opleiding hadden genoten en
sterk geëngageerd waren. De laatste
jaren komt er een steeds groter wor
dende categorie bij van lager opge-
De eerste cursus waarmee Teleac
op 10 december 1965, twee, jaar na
de oprichting, startte was de cursus
„Eerste hulp bij ongelukken”. De
toenmalige minister Bot van het mi
nisterie van Onderwijs, kunsten en
wetenschappen verrichte de inge
bruikstelling van Teleac. Aan deze
cursus namen 3516 mensen deel.
Tussen 1965 en nu ligt een ongeken
de hoeveelheid cursussen van de
meest uiteenlopende aard. Direc
teur Van Schalkwijk kijkt terug op
vijftien jaar Teleac.
Van Schalkwijk (51 jaar) is sinds
drie en een half jaar directeur. Voor
deze tijd was hij 23 jaar werkzaam
bij Philips, waar hij zich de laatste
dertien jaar bezighield met bedrijfs
opleidingen. „Het is plezierig als je
door je vroegere functie affiniteit
hebt met alle aspecten van Teleac.
Je kunt hierdoor de mensen wat
beter begrijpen. Het zijn allemaal
verschillende wereldjes binnen Te
leac die elkaar dikwijls niet ver
staan, wat de communicatie tussen
verschillende groepen wel een be
moeilijkt”, aldus Van Schalkwijk.
Hij vervolgt: „Je hebt hier een
groep mensen die zo verschillend is
in opleidingen en uitgangspunten.
Je hebt puur administratieve krach
ten die een belangrijke functie ver
vullen in zo’n organisatie als de on
ze, je hebt wetenschappelijk inge
stelde mensen en je hebt creatieve
mensen. Dan zijn er technici en nog
allerlei loslopende figuren met hun
eigen specialiteit. Als je een cursus
maakt, ga je er vanuit dat je talloze
specialismen in huis hebt. Over een
groot aantal dingen kun je echter
niet beschikken, omdat de onder
werpen te uiteenlopend zijn.”
En verder: „Het is wat anders
wanneer je een school hebt, met een
ieder jaar wederkerend program
ma. Dan kun je zeggen ik heb alle
deskundigheid in huis. Ons pro
gramma wisselt jaarlijks, bepaalde
cursussen lopen hooguit twee of drie
keer, dan moet je weer aan nieuwe
gaan denken. Deze onderwerpen
zijn verschillend, dus daarvoor kun
je niet steeds alles in huis hebben.
Dat wil zeggen: voor elke cursus
worden altijd mensen aangetrokken
als externe deskundigen. We zijn
krap bemeten ten aanzien van het
aantal medewerkers, en dit gaat ons
steeds meer zorgen baren. Het ma
ken van instructieve programma’s is
een vrije kostbare zaak,” aldus drs.
Van Schalkwijk.
dus iets kunt betekenen. Wij zijn met
de cursus micro-processors 2 waar
schijnlijk de eersten, die een derge
lijke cursus op dit niveau kunnen
leveren.
Mensen zijn langzamerhand ge
wend aan het idee dat je niet meer
leert voor je leven. Dat kun je mis
schien nog wel met Frans of met
Engels, maar met veel (technische)
specialistische cursussen is het dui
delijk dat je met zo’n cursus mis
schien maar vijf jaar toe kunt. En
dan zul je opnieuw moeten begin
nen. Waar wij nu aan denken is de
vraag in hoeverre wij in die tweede
cursus micro-processors toch nog
iets mee kunnen nemen van een
discussie over de maatschappelijke
implicaties, het is immers een dis
cussie die nog lang niet op zijn hoog
tepunt is. De discussie over de invoe
ring van de micro-processor is op
zijn hoogtepunt, de discussie over
wat nou precies de te verwachten
gevolgen zijn voor de samenleving is
nog maar net begonnen. Het zijn
ontwikkelingen die niet omkeerbaar
zijn. Je kunt er positief of negatief
op reageren, maar het zijn autono
me ontwikkelingen, zeker op dit mo
ment.”
Als de cursus loopt wordt er voort
durend gemeten. Dat gebeurt in eer
ste instantie in samenwerking met
het kijk- en luisteronderzoek van de
NOS. Er worden onderzoeken ge
daan binnen het cursistenbestand,
maar ook steekproefsgewijs binnen
de Nederlandse bevolking, om te
zien hoe men zo’n cursus beleeft. Er
zijn naast de cursisten die inschrij
ven ook veel mensen die kijken.
Door de huiswerkcorrectie, die aan
veel cursussen vastzit, is er een
voortdurende respons van de cursis
ten. Aan het eind wordt er door de
afdeling onderzoek van Teleac een
eindrapport opgemaakt over de cur
sus.
leide mensen. Zij raken steeds ster
ker betrokken bij het maatschappe
lijke gebéuren en krijgen daardoor
meer behoefte aan informatie. De
belangstelling groeit echter'ook aan
de bovenkant van de opleidings-
schaal. Zo is er bijvoorbeeld steeds
meer vraag van academici naar na-
en bijscholing. Van Schalkwijk:
„Vroeger was het gênant wanneer je
als academicus een cursus moest
volgen. Er werd van je verwacht een
niveau te hebben waarop je dat niet
meer hoefde. Tegenwoordig is het
heel normaal dat een huisarts of een
specialist een cursus volgt. Hij moet
wel, wil hij bijblijven in zijn vak. Het
is noodzaak geworden.”
„Doordat de behoefte stijgt wordt
het vaak moeilijker om na te gaan
wat nu precies de vragen zijn van de
samenleving. Het wordt diverser en
complexer. Je kunt dat zien aan de
ontwikkeling van de „Open School”.
Je gaat uit van de gedachte dat je de
mensen een dienst bewijst door ze
via een open-onderwijssysteem in
de gelegenheid te stellen een mavo-
niveau-opleiding te volgen die men
vroeger niet heeft kunnen volgen.
Dat is op zich een goede zaak. Maar
dan merk je hoe moeilijk het is een
opleiding te maken die vóór al die
mensen op dat niveau aantrekkelijk
is. Dat ze datgene krijgen wat ze er
van verwachten. In de proefperiode
van de Open School blijkt dat naar
mate men wat verder is en de wen
sen van het veld duidelijker worden,
de moeilijkheid om het zo goed mo
gelijk te doen blijft bestaan," aldus
directeur Van Schalkwijk.
Globaal genomen ligt het begin
van een Teleac-cursus in een heel
vaag idee over een onderwerp. Soms
is dat idee wat meer omlijnder, als
het door een organisatie wordt inge
diend. Het idee wordt onderzocht of
het levensvatbaar is voor een cur
sus. Men onderzoekt welke mensen
zich voor dit onderwerp interesse
ren, welke doelgroep dat zal zijn en
hoe het idee meer gedetailleerd kan
worden uitgewerkt. Men gaat na hoe
de andere onderwijsvoorzieningen
op dit gebied in Nederland zijn en
hoe daarvan gebruik wordt ge
maakt. Dat wil zeggen: vul je inder
daad een gat in de onderwijsmarkt
op of ben je alleen maar aanvullend
bezig op iets dat toch al gebeurt?
staande ouders, die met een of meer
kinderen overblijven, en nooit „officieel”
getrouwd zijn gewèest met hun partner.
In deze één-oudergroepen draaien de
problemen steeds weer om financiële
moeilijkheden, eenzaamheid, isolement,
onzekerheid, discriminatie, overbelas
ting. Hoe voorzie je in je onderhoud, hoe
kun je buitenshuis werken en tegelijker
tijd voor kinderen en huishouden zorgen,
waar vind je kinderopvangmogelijkhe-
den, goede betaalbare huisvesting en dito
gezinshulp, waar haal je de tijd en ener
gie vandaan om de onmisbare sociale
contacten vast te houden. En vooral: hoe
doorbreek je de mentaliteit van een bui
tenwereld die weinig of geen notie heeft
van het dagelijks leven van een alleen
staande ouder, maar wel paraat is om
volop kritiek en vooroordelen op een
dergelijke (al dan niet vrijwillig gekozen)
gezinsvorm te leveren, en verscherpte
sociale controle uit te oefenen op de
manier waarop alleenstaande moeders
en vaders in hun eentje hun kinderen
opvoeden.
In het jaar 1976 waren er in totaal bijna
45.000 kinderen die deel gingen uitmaken
van een „één-oudergezin”, of geboren
werden binnen een gezinssituatie die in
ambtelijke taal zo fraai omschreven
wordt als „een niet officieel geregi
streerd huwelijksverband”. In zes jaar
Directeur Van Schalkwijk: „Wij
zijn natuurlijk niet zo bezeten van
kijkcijfers als de omroeporganisa
ties. Wij liggen er niet over wakker.
Wanneer wij eenmaal de keuze ge
maakt hebben voor een bepaald on
derwerp, dan kennen wij die doel
groep, we weten hoe groot of hoe
klein die is. We kunnen ook bewust
vrijwel altijd dat Teleac aan de slag
kan gaan. Dan wordt er een project
team samengesteld. Dit team stelt
een proefpakket samen, dat wordt
uitgetest in de praktijk op een groep
mensen die tot de doelgroep van die
cursus behoren. Van hieruit kan
men definitief aan het werk gaan.”
„Dan wordt het uitgebreide cur
susvoorstel weer voorgelegd aan de
programma-commissie die er hoog
stens nog wat aan kan bijstellen. We
weten dan inmiddels wanneer de
cursus uitgezonden gaat worden; we
moeten ons dan aan de planning
houden. Dan is er alleen nog maar
de spanning van halen-we-het,
meestal is de periode van de start
van de produktie tot de eerste dag
van de uitzending erg krap. Voor
een produktie van 15 (taal-)lessen
heb je één tot anderhalf jaar nodig.
Belangrijk is, aldus de Teleac-di-
recteur, in te springen op de behoef
ten van de samenleving. „Sommige
ontwikkelingen in de samenleving
gaan enorm snel. Neem bijvoor
beeld maar eens de opkomst en de
ontwikkeling van de micro-tech-
niek. Cursussen, die je hiervoor gaat
geven, moeten op tijd komen en ze
moeten ook weer snel kunnen op
houden. wanneer ze niet meer
dienstbaar zijn. „Hoe word ik de
computer de baas”, hebben we drie
keer laten uitzenden, maar toen kon
dat niet meer. Voor het grootste ge
deelte was alles al weer achterhaald.
In dit geval springen we duidelijk in
op de arbeidsmarkt. Hier zit je dus
met een ontwikkeling die de ar
beidsmarkt beïnvloedt en waar je
kiezen voor een kleine doelgroep
Huisartsen zijn een kleine doel
groep. We hoeven geen bokkespron-
gen te maken om onze kijkdichtheid
op te voeren. Als wij een bepaalde
groep mensen goed bedienen, dan
hebben wij ons doel bereikt. Dat
maakt wel dat je een positie inneemt
binnen het omroepbestel waarbij je
in de marge komt te zitten. Alle
goede uitzendtijden worden ge
claimd door de grote omroepen. Je
wordt dus in de marge gedrukt van
een avonduitzending en daar heb
ben we last van.”
„We zijn begonnen op de late
avond met onze uitzendingen, na het
laatste journaal. Het tijdstip waarop
het journaal zou gaan beginnen lag
niet vast, dat kon altijd uitlopen. De
cursist kon niet meer rekenen op
een vaste uitzending. Daardoor kre
gen we de bijnaam „piama-akade-
mie”. Toen is het zover gekomen dat
wij in de nieuwe zendtijdindeling,
met veel moeite, vaste uitzendtijden
kregen. Maar dat betekende dat ze
vroeg in dë avond waren, in feite
ook een slechte tijd.”
„Wat we nu net voor elkaar heb
ben gekregen is dat men akkoord is
gegaan dat we de cursus huisartsen
in 1979-’8O mogen uitzenden op de
woensdagavond tussen Veronica en
het laatste journaal in. Na lang aan
dringen van onze kant is dit gelukt
We moeten deze cursus wel laat uit
zenden, omdat dit onmogelijk tus
sen zes en zeven kan. We hadden in
deze cursus items over geslachts
ziekten. En dat kunnen we niet voor
een kinderprogramma uitzenden.
Dan zou half Nederland op zijn ach
terste benen staan. Er zijn zelfs vra
gen in de Tweede Kamer over ge
steld. Maar wij kunnen niet anders
met deze knullige zendtijden. In fei
te is een uitzending om elf uur te
laat, maar we zijn blij dat we iets
bereikt hebben.”
„Het is misschien een doorbraak
Als het plan-Schoonhoven kan wor
den gerealiseerd, ziet het er voor ons
wat rooskleuriger uit (het plan-
Schoonhoven is de ontkoppeling
van de beide netten; het ene net
begint vroeg en is vroeg afgelopen,
terwijl het andere net later begint en
later eindigt - red.). ,Dat zou kunnen
inhouden dat er voor Teleac meer
ruimte zou komen. We hebben nu
232 uur zendtijd per jaar, dan zie je
toch wat een grote bijdrage dat in
feite is. Maar het is nog te weinig
voor wat we willen doen,” aldus drs.
Van Schalkwijk
land, waar de centen verdeeld wor
den, wordt over de verdeling nogal
verschillend gedacht. Er blijken gro
te verschillen in benadering te be
staan. Teleac heeft bijvoorbeeld
meer tv-zendtijd dan de VPRO. De
VPRO kan echter voor één uur tele
visie 26.000 gulden besteden, terwijl
Teleac over nog geen 16.000 gulden
per uur beschikt.
Van Schalkwijk: „De opvattingen
over hoeveel mensen je nodig hebt
om zoveel uur programma te ma
ken, lopen nogal uiteen. Daar heb
ben andere organisaties veel meer
mensen dan wij. We hebben ook een
andere samenstelling van ons perso
neelsbestand, omdat we andere spe
cialisten hebben. We hebben onder
wijskundigen in huis. We hebben te
maken met een relatie die altijd aan
wezig is tussen wat er op de televisie
te zien is en het eigenlijke schriftelij-
fieke tehuizen voor ongehuwde moeders
bestaan in feite ook niet meer. Ze zijn
uitgegroeid tot opvang- en begeleidings-
centra voor alleenstaande ouders en hun
kinderen. Vaak gaat het daarbij om
vrouwen en kinderen in crisissituaties,
ontstaan uit acute huwelijks-, echtschei-
dings- of samenwoningsproblemen
waarbij een tehuis als tijdelijk onderko
men fungeert en de betrokkenen op weg
probeert te helpen naar een definitieve
keus voor de nabije toekomst. Een ont
wikkeling van de laatste jaren zijn de
huisvestingsprojecten: wooneenheden
die tijdelijk worden verhuurd aan alleen
staande jonge moeders die vanuit deze
basis kunnen zoeken naar definitieve
zelfstandige huisvesting.
Kosteloze, vertrouwelijke (desgewenst
anonieme) hulpverlening geven de FI-
OM-bureaus die in ruim twintig gemeen
ten over het hele land gevestigd zijn. Een
aantal ervan houdt ook spreekuren in
omringende gemeenten. De hier behan
delde vragen en problemen rondom
zwangerschap blijken vooral te draaien
Ook wat betreft de verdeling van
het omroepbudget blijkt Teleac het
zwarte schaap te zijn. In omroep-