VERVOERSDESKUNDIGE SNAPT BELEID VAN SPOORWEGEN NIET Trams sluiten aan Herinnering aan verdwenen spoorweg PLANNEN RAILVERBINDING OUDER DAN BESTAAN LUCHTHAVEN ■Blw 99 t 13 19 7 8 DECEMBER WOENSDAG 2 0 V jJ- He/ stationsgebouw op Schiphol SCHIPHOL. Het plan voor een spoorweg door de Haarlem mermeer is zo oud als de polder zelf. In 1852 is het Haarlemmer meer, eens via het IJ in open verbinding met de zee, droogge legd. In 1864 al opperde de toen malige burgemeester van Haar lemmermeer, mr. J. P. Amers foort, het idee om door de polder een spoorlijn aan te leggen. I d Het oude station Hoofddorp (Van een onzer verslaggevers) SCHIPHOL. Niet iedereen is blij met de opening van het eerste stuk Schipholspoorlijn. De econoom drs. Van Es is één van die verdrietige mensen. Als deskundige op het gebied van openbaar vervoer is het voor hem een raadsel waarom de spoorwegen een voorlopig nutte loos stukje rails in gebruik ne men, terwijl daar jarenlang mil joenen op moeten worden toege legd. Bovendien kan hij er met zijn geleerde pet niet bij waarom er driftig aan een verbinding met Leiden wordt gewerkt, terwijl al le cijfers er op wijzen dat de meeste passagiers de andere kant naar hartje Amsterdam - opwillen. De plaquette (links) I Daar sta je dan met je twee koffers op het station 1 - De spoorlijn is nog lang niet klaar -SS >■00» SCHIPHOL. Op een in het oog lo pend plekje in de hal van het nieuwe stationsgebouw hangt een zestig bij ne gentig centimeter grote plaquette, die herinnert aan de allang verdwenen Haar- lemmermeerspoorweg. Het kleinood is een cadeautje van de gemeente Haarlem mermeer aan -de Spoorwegen. Binnen een sierlijke sjerp is een wapen afge- beeld, waarop het embleem van de oude railverbinding is gecombineerd met het wapen (de golfjes) van de poldergemeen- te. spoorweg te krijgen. Twee spoorlijnen doorneden in 1912 de polder: één vanuit Haarlem, via Hoofddorp naar Aalsmeer en één van Hoofddorp, via Nieuw-Ven- nep richting Leiden. De Haarlemmer meer vierde wekenlang feest. De spoor lijnen was geen lang leven beschoren. De verliezen liepen in de miljoenen. De een Als gevolg van de economische groei en de wisselwerking tussen ruimtever spilling en het rijden in auto’s, was een groot deel van de Amsterdamse bevol king uit de hoofdstad weggetrokken naai de ruim gebouwde groeiwijken rondom Purmerend, Alkmaar en Hoorn. Met - meeneming van de auto uiteraard. De meer welgestelde stadverlaters trokken naar Hoofddorp en Nieuw-Vennep. Te gelijkertijd groeide Schiphol, ^n groeide en groeide. Gevolg waren de dagelijkse verkeersopstoppingen voor de tunnels onder het Noordzeekanaal en aan de rand van de Amsterdamse agglomeratie. De bittere noodzaak, om de Schiphollijn ook dienstbaar te maken voor de foren senstromen naar het noorden, drong zich op. Het provinciaal bestuur van Noord- Holland argumenteerde, dat de Schip hollijn beter via de Ringspoorbaan op CS kon worden aangesloten. Want via deze Ringlijn, zou ook rechtstreekse doorver binding naar de Hemtunnellijn en de Almerespoorlijn tot de mogelijkheden gaan behoren. Dat combineefde mooi met de aversie van de Amsterdamse be- volking tegen de ondertunneling van de Boerenwetering naar het Rijksmuseum- station. De minister van Verkeer en Wa terstaat hoefde alleen de knoop nog door te hakken: de doorverbinding naar het Rijksmuseum werd geschrapt. SCHIPHOL. Voorlopig eindigt de nu nog tien kilometer lange Schipholspoor- lijn in Amsterdam-Zuid bij het Minerva- plein, op een forse steenworp afstand van de RAI. Het kale station ligt inge klemd tussen de rijbanen van de A 10, zeven meter boven het wegdek. Er is parkeerruimte voor auto’s en een fietsen stalling. Treinreizigers zonder vervoer middel zijn aangewezen op tram, bus of taxi. Iedere twintig minuten rijdt er een trein tussen de luchthaven en het nieuwe station. Ook in omgekeerde richting ge beurt dat met een zelfde frequentie. De bussen en trams van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf, van Centraal Nederland en van de ENHABO zorgen voor aanslui tend vervoer naar alle windstreken. Tussen Amsterdam-Zuid (zoals het sta tion officieel heeft), het stadscentrum en het Centraal Station rijdt met ingang van vandaag een nieuwe tram. Het is lijn 5, die aftakt van de bestaande lijn 24. De trams zullen op de vertrek- en aankomst tijden van de treinen aansluiten. Lijn 5 rijdt een groot gedeelte over de vrije trambaan in de Amsterdamse binnen stad. De toekomst voor een volledige Schip hollijn ziet ook drs. Van Es wel zitten. De tendens wijst op een groeiend toeristen verkeer, dat zich best door goed open baar vervoer naar Schiphol wil laten brengen. Naast de werknemers van de luchthaven, de zakenlui en de dagjes mensen, zijn de toeristen volgens drs. Van Es de belangrijkste klanten van de nieuwe spoorlijn. Veel hangt af van de manier waarop de economie zich ontwik kelt. Gaat het goed, dan verdienen de mensen genoeg en houden ze geld over voor buitenlandse reisjes. „Ik ben geen koffiedikkijker, maar de samenhang van een aantal zaken wijst er in mijn ogen op dat /we na de magere weer vetté jaren zullen krijgen. Ik ben geen pessimist als den Uyl, die zegt dat het nooit meer zo zal worden als vroeger.” in dienst tot het moment waarop de Schipholspoorlijn via de westelijke ring spoorbaan een aansluiting heeft gekre gen op het Centraal Station. De bus verbinding Schiphol-Den Haag zal wor den opgeheven in mei 1981, zodra het baanvak van de luchthaven naar Leiden en Den Haag klaar zal zijn. station bij het Rijksmuseum en vóór een doorverbinding van de spoorlijn via het al gereed liggende tracé van de Ring spoorbaan naar Amsterdam CS Behalve de KLM-bussen van de luch thaven naar het Centraal Station en het Museumplein blijven ook de Centraal Nederland bussen van Schiphol naar Amsterdam-West, Amstelveen en de Bijl mermeer op de weg. Deze bussen blijven nomische motoren van het Amsterdam- Noordzeekanaalgebied (zoniet de krach tigste). De noodzaak drong zich op, om ook de luchthaven op te I nemen in het tracé van de snelle Hofstad-Hoofdstad- verbinding. Pas toen kon worden gespro ken van de „Schipholspoorlijn”. Een in 1963 door de minister van Ver keer en Waterstaat ingestelde werkgroep bracht een rapport uit met tien mogelijke tracé’s. Op 24 mei 1974 gaat het licht op groen voor de bouw van het gedeelte tussen Amsterdam-Zuid en Schiphol. Het is dit stukje spoorlijn, dat vandaag in gebruik wordt genomen. Zoals het geval pleegt te zijn met maat schappelijke ontwikkelingen: deze ston den niet stil tussen 1970 (toen het tracé werd goedgekeurd) en nu. De Amster damse stedelijke agglomeratie trad op verschillende plaatsen buiten haar gren zen. Als gevolg daarvan maakten dorpen als Hoofddorp en Nieuw-Vennep een groei-explosie door. Zuid-oostelijk van de hoofdstad plopten de betonnen hoog- bouwflats uit de zompige klei van de Bijlmermeerpolder. En Amsterdam liep zijn metro-trauma op. Dat had zijp weerslag op het denken en piekeren van de bevolking. En dat weer van invloed op de aanleg van de Schipholspoorlijn. In Amsterdam ontstond een beheerste volksopstand tegen het idee om de Schip hollijn ondergrorids door te trekken naar het Museumplein. De vernielingen, die eerst voor autoverkeersdoorbraken en later voor de metro in de kwetsbare stad waren aangericht, hadden een diep ge worteld wantrouwen tot gevolg tegen elk ondergronds gewroet. Er waren echter ook steeds krachtiger planologische ar gumenten aan te voeren tegen het kop- Meer dan honderd jaar geleden wer den de eerste plannen al geopperd om Den Haag een directe railverbinding met Amsterdam te geven. De eerste conces- sie-aanvrage dateert van 1844, nog voor de drooglegging van de Haarlemmer meer. Twintig jaar later kwam mr. Amersfoordt, toen burgemeester van de polder, met een „ontwerp voor spoorwe gen door Haarlemmermeer en Omstre ken”. Hij wilde „zonder de tijd- en geldr- ovende omweg over Haarlem” een direc te railverbinding tussen Amsterdam en Leiden tot stand brengen- Het plan leed schipbreuk. Zijn opvolger, burgemeester Lantzend'orffer had meer succes. Met het oude plan wist hij in 1896 toch toestem ming voor de aansleg van een lokaal- bruiknanie van het eerste deel een jaar lijks tekort wordt verwacht van tiental len miljoenen. Pas wanneer de hele lijn van 55 kilometer op het landelijke spoor, net is aangesloten moet de Schiphollijn winstgevend zijn. Volgens de prognoses gaat het dan wel om het drukst bereden baanvak van ons land. na de andere lijn werd gesloten. Op oude jaarsavond 1935 reed de laatste trein door de gemeente. Nu, 43 jaar later gaan de spoorwegen het opnieuw proberen met'een verbinding tussen de hof- en hoofdstad. Of het perspectief gunstiger is |dan honderd jaar geleden, zal de toe komst leren Een feit is dat bij de inge- Voor de aansluiting van de vroege trei nen rijden de bussen van de nachtlijn 74, die om half zes en zes uur van het CS vertrekken, langs het voorlopig eindpunt van de Schiphollijn. Op zondag gebeurt dat een uur later. De bussen die op lijn 58 (Amstelstation-Station Zuid) rijden zijn enigzins aangepast: er is wat extra ruimte gecreëerd voor de koffers en an dere bagage van de luchtreizigers. Zorgen maakt hij zich wel over het openbaar vervoer in Amsterdam. Een net afgerond onderzoek heeft aange toond dat met het groeiend (tweede) au tobezit de belangstelling van tram en bus snel terugloopt. Onder de mensen die over een extra vervoermiddel gingen be schikken zakte het gebruik van het open baar vervoer van 45 tot 10 percent. De overheid is door het NVI van de gesigna leerde ontwikkeling op de hoogte gesteld. Een oplossing is een zaak van de politici. Van Es wil, als hem dat gevraagd wordt, best naar een methode zoeken. „Je zou het dan wel uit de sfeer van auto- haters en tegenstanders van openbaar vervoer moeten halen. Een objectief on derzoek naar de verhouding tussen de manier waarop deze twee vormen van vervoer zich tot elkaar verhouden is er nooit geweest. Wellicht dat zo iets tot interessante aanbevelingen zou kunnen leiden”. aanbiedt. Openbaar vervoer vraagt een geconcentreerde vervoersstroom. Dus als het ergens moet kunnen, is het hier wel. De praktijk is echter dat luchtreizi gers in een trein moeten stappen die in Amsterdam Zuid stopt. Daar sta je dan van het kopstation Rijksmuseum en de aanleg van de haltes in de Haarlemmer meer) iets afgezwakt ten gunste van de functie van regionale forensenlijn en agglomeratielijn. Op deze verandering is niet snel ge noeg ingespeeld. Enerzijds heeft het Rijk te lang vastge houden aan het kopstation Rijksmu seum. Daardoor kon men pas laat begin nen met (de voorbereidingen voor) de doorverbinding via de Ringspoorlijn naar CS. Deze Ringspoorlijn had er al kunnen zijn; het tracé ligt al klaar van voor de oorlog; op de officiële toestem ming voor de aanleg moest tot op heden nog worden gewacht. Daardoor zitten we nu met het rare „eiland-lijntje”, waar naar verwachting scheppen geld bij moe ten, om daar treinen over te laten rijden. Anderzijds heeft Amsterdam te zeer in te enge agglomeratiegrenzen gerekend. De agglomeratie-functie van Schiphol lijn in combinatie met Ringspoorlijn is over het hoofd gezien; men had in Am sterdam alleen oog voor de metro, lijkt het wel. Metro en NS zijn in gebreke gebleven bij het zoeken naar een systeem en materieel, dat - onderling uitwissel baar - zowel op Metrosporen als op NS- sporen zou kunnen dienst doen. Daar door ging een goede mogelijkheid verlo ren om de Schipholspoorlijn via de zuid elijke Ringspoorbaan bij het Amstelstati- oti te laten aantakken op de rest van het NS-net, richting Centraal Station. Deze verbinding is nu alleen nog maar te ge bruiken voor de - overigens ook niet onbelangrijke snelle (metro)railverbin ding tussen Amsterdam en Amstelveen. RIEN POLDERMAN Als gevolg van het buiten de grenzen treden van de Amsterdamse agglomera tie veranderde ook de samenstelling van de Haarlemmermeerse bevolking. De nieuwkomers stelden het inmiddels al gekozen tracé opnieuw ter discussie. Er kwamen zeven varianten op tafel. Er werd gedebatteerd over de vraag of de spoorlijn, die als een nare aantasting van het polderlandschap werd gezien, moest worden gebundeld met rijksweg 4/44 (Amsterdam-Den Haag) of zo dicht mo gelijk langs Hoofddorp en Nieuw-Ven nep zou moeten lopen om daar stations mogelijk te maken. Voordeel van bundeling was, dat het open polderlandschap maar één keer door een storende verkeers-strook zou worden doorsneden. De mogelijkheid voor stations bij Hoofddorp en Nieuw- Vennep gaf evenwel de doorslag. Hoewel daarbij onmiddelijk moet worden ge steld. dat de stations nauwelijks ongun stiger konden liggen ten opzichte van de nieuwe wijken. Deze nieuwe wijken groeien namelijk steeds verder van de stations af. Met het besluit om Hoofddorp en Nieuw-Vennep stations te geven was in elk geval wat vertraagd het idee van burgemeester Van Amersfoort gehono reerd. De functie van de spoorlijn - een snelle hart-op-hart-verbinding tussen Amsterdam en Den Haag werd door ge schetste ontwikkelingen (het schrappen De nieuwe dienstregeling is opgeno men in een meertalige folder, die voor 1,25 gulden bij het Gemeentelijk Vervoer Bedrijf in Amsterdam besteld kan wor den. Het spoorboekje verstrekt gelijke informatie. Alleen moet daar voor de aansluitende tram 11, lijn 5 worden gele zen. Toen het boekje gedrukt werd, was afgesproken de nieuwe tramverbinding het nummer elf te geven. Dat is later veranderd. Van Es moet niet verkeerd worden begrepen: hij is een grote voorstander van een-Schipholspoorlijn. Maar dan wel een complete; een die aansluit op de behoefte van het reizigerspubliek. Wan neer aan hem als adjunct-directeur van het Nederlands Vervoerswetenschappe- lijk Instituut om een advies was ge vraagd, had hij de lijn pas in gebruik laten nemen op het moment dat de trein aansluit op het Centraal Station in Am sterdam. Van Es komt met kersverse statistieken op de proppen, waaruit zon neklaar moet blijken dat zijn advies niet zomaar uit de lucht is gegrepen. De helft van de op de luchthaven aankomende zakenlieden maakt gebruik van het open baar vervoer. Het leeuwe-aandeel moet In die dagen bestond het vliegtuig al leen nog in het brein van enkele fantas ten Van Schiphol was nog lang geen sprake. Pas in 1916 verschijnt in de noord-oosthoek van de polder een vlieg veld voor militaire doeleinden. Van dat weilandje vertrekken in 1920 de eerste vliegtuigen van de Nederlandse burger luchtvaart in een geregelde dienst op Londen. Het vliegveldje wordt in de ont werpen voor een snelle direkte railver binding tussen Amsterdam en Den Haag, zoals die voor de Tweede Wereldoorlog reeds werden gemaakt met een grote boog gemeden Het basis-idee van de spoorlijn is de zuidelijke wijken van Am sterdam, dat in de dertiger jaren een sterke groei doormaakt, een snellere ver binding te geven met de Hofstad, zonder dat de tijdrovende omweg via Amster- dam-Centraal en Haarlem hoeft te wor den gemaakt. De Tweede Wereldoorlog vormde ech ter voor de ontwikkeling van de lucht vaart een sterke impuls. Die ontwikke ling raakte ook Schiphol. Het weilandje werd vliegveld en het vliegveld een luch thaven, die inmiddels erkenning heeft gekregen als een van de krachtigste eco- Schiphollijn te vroeg in gebruik met twee zware koffers op het perron. Het aansluitende openbaar vervoer is niet ingesteld op het vervoeren van pas sagiers met bagage. Het gevolg is dat de belangrijkste groep klanten van taxi’s en auto’s gebruik zal blijven maken”. Van Es lacht schamper als hij in een NS-brochure leest dat „het wellicht een aardig idee is om met de familie in de trein naar Aviodome te reizen” of „per spoor naar Schiphol te komen om een frisse neus te halen”. Hoofdschuddend zegt de wetenschapper: „Dan vraag ik me toch echt af waar ze mee bezig zijn, pat is toch belachelijk wat er staat. Moet je zo’n stuk spoorlijn die zoveel geld kost gaan openstellen voor een hand vol dagjesmensen?” De problemen rond een doelmatige aansluiting van de Schiphollijn moet vol gens drs. Van Es in de politieke hoek worden gezocht. Daar zijn de beslissin gen genomen. Daar ligt de basis voor het beleid. Hij kan zich als man die ingesteld is op efficiënt,en economisch werken ergeren aan de manier waarop de zaken rond het openbaar vervoer hier zijn be handeld. Mist een integrale aanpak, een gecoördineerd beleid. Anders gezegd: ie dereen is maar een beetje op zijn eigen houtje aan het pionieren geslagen. Am sterdam met zijn metro, de NS met de spqorlijn en de politici met weer andere zaken. Ineens blijkt de boel dan niet op elkaar aan te sluiten en moet naar nood oplossingen worden gezocht. Bij een be ter en vooral vroegtijdiger overleg had den de zaken op elkaar afgestemd kun nen worden. Nu staat de eenzame reizi ger in de kou op een uit zijn krachten gegroeide trottoirband, die voor station moet doorgaan. „Onbegrijpelijk zoals langs elkaar heen is gewerkt”, verzucht drs. Van Es. worden tussen op eigen gelegenheid rei zen of de trein, zal dg laatste mogelijk heid steeds meer de voorkeur krijgen. Van Es: „Zo’n railaansluiting is,in we zen dus een zinvolle zaak. Zeker als je kijkt naar het potentieel dat zich hier I in het centrum van Amsterdam zijn. De andere groep reizigers zijn vakantiegan gers. Ze komen noodgedwongen met de eigen auto of laten zich wegbrengen. Par- keertariéven kunnen in een paar weken aardig oplopen. Wanneer gekozen kan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 13