N
BOLIVIA
Italië voor gastarbeiders
het Amerika van de armen
Honderdnegentig staatsgrepen
in honderdzestig jaar
Steeds meer arbeiders uit Derde Wereldlanden
f
E
L
19 7 8
WOENSDAG 20
DECEMBER
2
(Van onze redactie buitenland)
s
O
65
Als men in Rome of Mi
laan ’s avonds laat zijn auto
uit de garage gaat halen,
tien tegen een dat men er
dan een donkergekleurde
nachtwaker vindt, met wie
men zich slechts in gebaren
taal kan verstaan. En wie
bij deftige kennissen gaat
eten, zal niet zelden bediend
worden door een Filippijnse
of een Afrikaanse.
(Van onze redacteur
in Italië
Hein ten Kortenaar)
f
De staatsgreep waarmee de tot dan toe vrijwel onbekende legerbe
velhebber generaal David Padilla Arancibia de luchtmachtgeneraal
Juan Pereda Asbun na een regiem van slechts 120 dagen op 17
november onttroonde, vormt in feite niet meer dan een enkel beeldje
uit de lange film over de politieke verwarring in Bolivia. Ook louter
geografisch kent het land grote tegenstellingen: de ijzige koude rond
het hoog in de Andes gelegen Titicameer en de drukkende tropische
atmosfeer lahgs de Madeira, een van de zijtakken van de Amazone.
De bevolking van het land kan worden opgedeeld in twee grote
indianenvolken. Op de hellingen van de Andes wordt Aymara gespro
ken, langs de. Madeira is dit Quechua. Twee heel verschillende talen,
die de culturele verschillen onderstrepen. Bolivia kan dan ook nauwe
lijks worden gezien als een eenheid qua staat, cultuur, taal of bevol
king.
<sz
BRAZILIË
BRAZILIË
Üobi|Q
ïiberoltai
PERU
PERU
y
Apolo
Jrimdod
geografische
tegenstellingen
Idig)
IEL
ARGENTINIË
o,
gen
SIEN
LLA
enige Latijns-Amerikaanse
>4 fan.
de verkiezingen uit te stellen.
K>os-
ir De nieuwe president van Bolivia Padilla op weg naar zijn kantoor in La Paz. de hoofdstad van Bolivia.
tie
I
Politieke verwarring
I
3
IM
Zoals Italië zelf een eeuw lang
miljoenen arbeidskrachten naar
Noord- en Zuid-Amerika, Australië
en Noord-Europa heeft geëxpor
teerd, zo beginnen nu de Derde
wereldlanden arbeiders naar Italië
te exporteren. Eerst bijna onge
merkt en zonder veel invloed op de
officiële statistieken, maar tegen
woordig genoeg om iedereen op te
vallen en op sommige plaatsen
zelfs het straatbeeld geheel te vei-
anderen.
In een Siciliaanse vissersplaats
als Mazzara Delvallo is een hele
buitenlandse wijk ontstaan, die er
uitziet als de eerste de beste Noord-
afrikaanse kasbah. en de beman
ning van de vissersvloot bestaat
voor een groot deel uit Marokka-
aan toe dat immigratie daarheen
veel aantrekkelijks te bieden had.
Daarin blijkt allengs verande
ring te zijn gekomen en waar
schijnlijk' is dat een bewijs van de
groeiende kloof tussen ontwikkel
de en onderontwikkelde landen
Ook al hinkt Italië ietwat achte
raan tussen de geïndustrialiseerde
naties, voor de bewoners van ont
wikkelingslanden is het niettemin
een soort land van belofte gewor
den. Het „Amerika van de armen”.
land waar in een vakverbond georgani
seerde analfabeten wel degelijk politieke
invloed kunnen uitoefenen
De links georiënteerde arbeiders uit de
tinmijnen op de hoogvlakten van de Andes
onder leiding van hun afgod Juan Lechin
met tegenover hen de „boeren” op de hel
lingen van deze bergketen, vormen de
twee machtige politieke machtsblokken
van Bolivia. In 1952 hebben zij in een
politiek monsterverbond de „Nationale
Revolutionaire Beweging" (MNR) sa
men de „tinbaronnen” verjaagd, het leger
ontbonden en daarnaast een eerste aanzet
gegeven tot landbouwhervorming Bij die
gelegenheid heeft zich in feite een van de
drie tot nu toe genoteerde, door de „klas
senstrijd” ingegeven werkelijke revoluties
op het Zuidamerikaanse continent vol
trokken.
Slechts wanneer men de in 1946 in de
hoofdstad La Paz aan een lantaarnpaal
opgehangen Hitler-adept Villaroe (een po
litiek voorganger van de huidige, steeds
vager wordende MNR-politici) in de be
schouwing betrekt, is het mogelijk zich een
beeld te vormen van Bolivia zoals dit zich
na de revolutie van 1952 heeft ontwikkeld.
In de 160 jaar van de tot nu toe opgete
kende geschiedenis van het moderne Boli
via zijn er over de 190 staatsgrepen ge
pleegd en hebben meer dan 60 putschisten
zichzelf tot staatshoofd verheven. Het jaar
1961 was een topjaar met 25 staatsgrepen
en 17 maal een uitzonderingstoestand. Het
kwam dan ook voor dat een president van
ten) zouden er in Italië 186.413
vreemdelingen woonachtig zijn,
waarvan 112.854 (60,5 procent) uit
de rest van Europa, vooral uit de
EEG-landen, en slechts 8679 Afri
kanen.
Dit laatste cijfer staat aantoon
baar in geen enkele verhouding tot
de werkelijkheid, en de reden is
duidelijk. De meeste Europeanen
die in Italië werkzaam zijn, oefenen
hooggespecialiseerde en hoogbe
taalde beroepen uit, bijvoorbeeld
in de elektronische industrie, bij de
vervaardiging van precisie-instru-
menten, in de industriële research
Zij stellen zich bij aankomst in het
bezit van de vereiste verblijfsver
gunning en komen daarmee auto-
ir Ook honger is in Bolivia geen onbekend verschijnsel. Zo verliet deze indiaanse
vrouw met haar kind Bolivia in de hoop in het zuidelijk gelegen Argentinië wel voedsel
te vinden.
langer dan drie dagen zijn. Volgens
de Marokkaanse vakbeweging zou-
dén er dan ook alleen uit hun land
zeker 30.000 arbeiders in Italië
werkzaam zijn
Vanzelfsprekend kijken de klan-
destienen zelf wel uit al teveel op te
vallen, en ook hun werkgevers hou
den zich muisstil. Hun gastarbei
ders zijn te kwetsbaar om te staken
of op andere wijze te protesteren
tegen hun veel te lage lonen en zij
lAicaca-
AStrneer
besparen bovendien nog de sociale
lasten, die wettelijk ongeveer een
derde van het loon uitmaken (bij
het sociale verzekeringsinstituut
Inam stonden in 1976, 2013 niet-
Europese arbeiders ingeschreven).
Alleen waar het aanbod schaars is,
willen de werknemers de bazen
nog wel eens tegen elkaar uitspe
len. Op die manier zijn bijvoor
beeld de uitheemse dienstmeisjes
(10.937 volgens de statistieken, min
stens 100.000 volgens de Italiaanse
vakbonden) de laatste jaren bijna
even onbetaalbaar geworden als de
traditionele huishoudelijke hulp
uit Sardinië of Abruzzen, die ech
ter nauwelijks meer te vinden is.
ZUID-\_
AMERIKA*
Sdn JooquinK
l D
- week
open
\vond-
reerde
r aan-
EIJN
leijn
O u
IM
iR
ions 3
i u, tel.
I. 1-3u
d van
)188.
IM
BOliV/A
Bolivia slechts enkele dagen en in sommi
ge gevallen zelfs enkele uren dit hoogste
staatsambt bekleedde.
Omdat de macht veelal van een generaal
wordt overgenomen door een andere gene
raal, is men bij de Boliviaanse machtswis
selingen al snel geneigd te spreken van
„boompje verwisselen”. Bij nadere be
schouwing blijkt echter al snel dat het volk
wel degelijk een rol speelt. Waarschijnlijk
hebben de leiders van de MNR vanuit een
oogpunt van de ontwikkeling van de bevol
king dan ook een grote fout gemaakt door
uit hun partij een „leger-nieuwe-stijl” op te
zetten. Het was echter deze nieuw gefor
meerde strijdkracht die zijn grondleggers
al snel buitenspel zette.
Luchtmachtgeneraal René Barrientos,
die in 1964 de macht overnem van de MNR,
wist zich nog gesteund door de platte
landsbevolking (campesinos) en tot op ze
kere hoogte ook door de mijnwerkers en
de industrie-arbeiders uit de steden. Ook
de huidige Boliviaanse ambassadeur in
Buenos Aires, generaal Hugo Banzer, die
het klaar speelde zeven jaar onafgebroken
aan de macht te blijven tot hij in juli 1978
door Pereda ten val werd gebracht, kon
rekenen op de steun van de boerenbevol
king
In tegenstelling tot de meeste andere
Latijns-Amerikaanse regimes stelden die
in Bolivia zich in de regel niet elitair op en
lieten zich wel degelijk iets gelegen liggen
aan het wel en wee van de bevolking.
Enkele uitzonderingen daargelaten, reali
seerden de machthebbers zich terdege dat
zij moeilijk, al dan niet met geweld, in het
luchtledige een regime zouden kunnen
vestigen. Aan de andere kant zijn de Boli
viaanse tegenstellingen en realiteiten der
mate nauw met elkaar verweven, dat een
soepele overgang van dictatuur naar de
mocratie juist in Bolivia nog gecompli
ceerder is dan elders in Zuid-Amerika.
matisch in de statistieken. Hetzelf
de geldt voor de ongeveer 48.000
Amerikanen en Australiërs, maar
niet voor immigranten uit ontwik
kelingslanden.
Met name de burgers van de drie
Magreb-landen (Algerije, Tunesië
en Marokko) kunnen het land zon
der de minste moeite binnenko
men, want ze hebben net als de EG-
ingezetenen geen visum voor Italië
nodig. Zij hebben dezelfde ver
plichting om zich binnen drie da
gen na aankomst bij de politie te
melden voor een verblijfsvergun
ning. maar doen dit meestal niet, en
bij gebrek aan een bewijs van bin
nenkomst valt het bij controles
moeilijk aan te tonen, dat zij er al
Het gevaar dat boven de komende ver
kiezingen zweeft is dat tot nu toe de com
munisten en socialisten de Democratische
Vólksunie hebben gesteund. Hieraan ont
lenen rechtse groeperingen alsmede de
traditionalistische>-legerofficieren hun ar
gumenten en wordt de UDP door hen
uitgekreten als een „stel misdadigers, ver
raders, beulen en doodgravers”.
Een gevaar van een linksradicale
machtsovername in Boliva is, getuige Ché
Guevara’s mislukking op dit gebied, niet
onmiddellijk aanwezig. Doch tijdens het
bewind van de acht jaar geleden door
nen, Algerijnen en Tunesiërs. Ron
dom het Termini-station in Rome
hoort men tegenwoordig meer Ara
bisch, Eritrees en Ethiopisch dan
Italiaans, en in alle Italiaanse ste
den ziet men op de muren, tussen
„Weg met Juventus”, „Leve de Du-
ce” en „Romano houdt van Anna”,
lange onleesbare boodschappen
die Arabieren of Iranezen elkaar
toeroepen.
Maar terwijl iedereen het ver
schijnsel dus met eigen ogen kan
waarnemen, blijven de ovérheids-
statistieken nu al jaren dezelfde
lage cijfers verschaffen: in 1975
(het laatste jaar waarover de minis
teries van Binnenlandse Zaken en
Arbeid hun cijfers bekend maak-
Banzer op bloedige wijze ten val gebrachte
generaal Juan José Torres, een politieke
vriend van Fidel Castro en Allende, riep
de „Nationale Vergadering” de Socialisti
sche Republiek Bolivia uit.
Het is echter een schoolvoorbeeld van
Latijnse demagogie Hernan Siles Zuazo
om deze reden als vertegenwoordiger van
linksradicale partijgangers af te schilde
ren. Het mag dan waar zijn dat ongeveer
de helft van de communisten uit politiek-
tactische overwegingen op hem heeft ge
stemd; ze hebben echter ook toegezegd
zich te zullen schikken in een democra
tisch meerpartijensysteem.
De andere helft van de Boliviaanse com
munisten, groeperingen van fidelistische,
trotzkistische of maoïstische signatuur,
onder leiding van vakbondsvoorzitter
Juan Lechin, weigerde onder de „sociaal
democratische" vlag van Siles Zuazo te
varen. De huidige zogenaamde overgangs
regering van Padilla wordt door deze groe
peringen slechts ondersteund omdat deze
toekomstige nieuwe verkiezingen dichter
bij haalt.
Het is echter minstens zo demagogisch
een „fidelistisch gevaar” te zien in de bur-
gerlijk-linkse Zuazo en de nationalistisch
linkse stroming onder jonge officieren van
de krijgsmacht. In iéder geval is in Bolivia
de verkiezingsstrijd voor 1 juli 1980 reeds
begonnen, terwijl de rook van 9 juli 1979
nog moet ontstaan.
Als er dus één ding met zeker
heid bevestigd kan worden, is het
wel de onbetrouwbaarheid van de
officiële statistieken. Daarom was
het nuttig dat het instituut voor
sociale onderzoekingen, Censis, in
Rome een studie heeft gemaakt
van dit probleem. Maar hoe serieus
het werk ook werd aangepakt ver
der dan schattingen wist men toch
niet te komen, en bovendien nog
schattingen die uiteenlopen van
28.000 tot 400.000, altijd nog min
der dan in sommige vakbondskrin
gen, waar van 700.000 wordt ge
sproken.
rond 800 gulden is de gemiddelde Bolivi
aan een van de laagst betaalde arbeiders
van Zuid-Amerika.
In andere, niet Latijns-Amerikaanse lan
den zou een dermate diepe culturele als
ook economische kloof al snel leiden tot
een soort politieke patstelling en daardoor
tot apathie van de bevolking. Zo niet in
Bolivia, het
Zo konden de verkiezingen van medio
juli dit jaar met enige reserve worden
gekenschetst als vrij. Pereda had zijn hoge
positie bij de luchtmacht opgegeven en
had Zich kandidaat gesteld voor het presi
dentschap. Hij ondervond daarbij veel
steun van zowel de regering als zijn toen
malige vriend, president Banzer. Onder de
zeven kandidaten die door de 54 politieke
partijen naar voren werden geschoven,
was zijn sterkste tegenspeler de kandidaat
van de Democratische Volksunie (UDP),
Hernan Siles Zuazo, een van de deelne
mers aan de MNR-revolutie van 1952.
Uit de officiële uitslag van de verkiezin
gen kwam Pereda als duidelijke overwin
naar in de verkiezingen naar voren. Er was
echter zo overduidelijk met de uitslagen
geknoeid, dat de kiesraad zich genood
zaakt zag de uitslag nietig te verklaren en
nieuwe verkiezingen uit te schrijven. In
eerste instantie ging Pereda hiermee ak
koord. Naderhand beweerde hij dat op de
gang van zaken bij de verkiezingen niets men dit moeilijk aanvoeren als reden om
aan te merken zou zijn en zegde niettemin
binnen 120 dagen nieuwe verkiezingen toe.
Toen de oppositie daar niet bijster geluk
kig mee bleek, pleegde hij een staatsgreep,
waarna hij eerst verkiezingen toezegde in
1979, maar deze later uitstelde tot 1980.
Dit lokte hevige protesten van de opposi
tie uit. Deze kondigde grootscheepse de
monstraties aan, die het nieuwe regime in
gevaar zouden kunnen brengen. Pereda
verbood dan ook alle demonstraties en
samenscholingen en gaf het leger onder
Padilla opdracht deze desnoods met wa
pengeweld te verhinderen. Jonge legerof
ficieren onderkenden het gevaar van een
burgeroorlog en weigerden dit bevel uit te
voeren. Dit leidde ertoe dat Padilla een
tegen-putsch pleegde en net als enkele
maanden eerder Hugo Banzer Pereda
op zijn beurt aan de kant werd gezet.
Bij dit alles blijft een ding onduidelijk:
komen er nu wel of niet verkiezingen op 1
juli 1979. Het argument dat Pereda aan
voerde om ze niet te houden, is weinig
steekhoudend. Het jaar 1979 zou volgens
Pereda een jaar van nationale rouw moe
ten worden, omdat het dan precies hon
derd jaar geleden zou zijn dat de
„Salpeteroorlog" werd gevoerd, waarbij
Bolivia zijn inmiddels weer opgeëiste
toegang tot de Stille Oceaan verloor.
Omdat het hierbij gaat om een zaak die
alle Bolivianen na aan het hart ligt, kan
Limoquiie
oAscensior?
l (023)
gis de
Tl is.
"1H
4
Zoutwoestijn
5-. Moeras
■■r Spoorweg
3ra Oheleiding
Belangrijke
De Italianen zijn daar minder
aan gewend dan Nederlanders, En-
gelsen of Fransen die al jaren aan
hun koloniale verleden worden
herinnerd door de grote toeloop
van rijksgenoten. Italië kwam in de
wedloop om koloniën het laatst en
raakte er het eerst weer vanaf, zij
het geheel onvrijwillig: in de Twee
de Wereldoorlog werden de Itali
aanse overzeese bezittingen door
de geallieerden veroverd en er
bleef geen enkele band met de in
woners van die landen Bovendien
was Italië er zelf niet zo rooskleurig
Maar ook voor degenen die uit
andere landen afkomstig zijn valt
het betrekkelijk gemakkelijk hier
te komen werken. Zij arriveren
meestal met een toeristenvisum
(veelal, samen met het reisgeld,
verzorgd door hun toekomstige
werkgever, of door tussenperso
nen, die op grotere schaal werken)
en duiken onmiddellijk na aan
komst onder. Natuurlijk is hun
aanwezigheid dan onwettig, maar
de praktijk wijst uit dat het risico
niet al te groot is. In het algemeen
treedt de politie pas op wanneer er
sprake is van vechtpartijen of an
dere strafbare feiten, zoals drug
handel of aanzetten tot prostitutie
(voor dit laatste vergrijp werd on
langs een twintigtal Filippijnen het
land uitgezet).
jPuertoHeoth,
Vooral de bewoners van het laagland, de
'indianenstammen, vormen door hun cul-
II tuur niet alleen economisch een minder-
heidsgroep. Alle pogingen de bevolking te
leren lezen en schrijven zijn tot nu toe
I 'volledig mislukt. Omdat meer dan de helft
I van de bevolking analfabeet is, kan de
regering haar met alle gevolgen van
.'dien slechts per radio bereiken. Met
>os <'°Pote
Santo AnoT
oSanBorio
San Lorenzo
figos
iöciïdbamw
ZUI0-V
AMERIKA*
fldmiri
.oróndoitii
<4iila
h Montes/
tacuibo
lollntio
fl Sucrt
-Tuptzo
l oW
Mitlozon
Volleo
Grande 1
^fgPoditlt
rthoqui'^xjl
AzurdufC-^
r/WSViftho
vorocoroSr^La
^Micosic^^
Orurc
ARGENTINIË
iantoCrte
Fontin Rovelo Corui
Zoutwoestijn
Moeras
□BK Spoorweg
3=3 Oheleiding
=y Belangrijke w
^CHILMT
■f üuetena
San toner
Portnchuelo
JjéA ElCerro
‘'^Sontosé
Me Chiquitos
Santiog?^^
sr