werd n Al LANG WACHTEN BIJ ADOPTIE UIT BUITENLAND door Hans Rombouts Kind gekocht voor 35.000 Wat voor kinderen? Breien Jeroen Formulieren J 1 V I I I i SUJARWO WOUTER J SUJONO Dit is J D Jeroen - Sujono met zijn nieuwe ouders Kinderen zijn geen zak aardappelen FA «te T te tieel uit an Ter- idt met kind in edische n speci- ndeling anciële A, Den inderen Unicef ten met derpro- ördine- lere be- ;ve van i Haag. Korea, s geven a (moe- eaccep- a). Men i Social che kil- lies. De len we niet meewerken. Er moet zo snel mogelijk een lijst komen van betrouwbare organisaties, die op re- géringsniveau werken of althans of ficieel erkend bonafide zijn. En die op bekwame professionele manier werken”. Vanuit de rijen van aspirant-adop- tie-ouders komt vaak de klacht: het duurt allemaal zo lang voordat je eindelijk het kind bij je thuis hebt. Er gaat inderdaad gemiddeld twee a tweeëneenhalf jaar overheen voor dat de aanvraag van adoptie uitein delijk wordt gehonoreerd. Het kan merkwaardig lijken: er zijn miljoe nen kinderen op de hele wereld, die adoptie-ouders zouden moeten en tevoren een voorkeur voor een kind kunnen opgeven. Of voor kinderen (men plaatst zoveel mogelijk broert jes en/of zusjes in één gezin). De gezinnen worden dan voorbereid op de gezinsuitbreiding. Bij andere organisaties, die zich ook actief bezighouden met inter landelijke adoptie, ligt de prijs meestal ook rond dit bedrag. De SOC (Stichting Overzeese Contac ten), die adoptie van Indonesische kinderen verzorgt, vraagt een be drag naar rato van het inkomen. Dat geld is nodig voor de reis, de kosten voor administratie, het kindertehuis daar, de begeleiding, een advocaat, enz. Hetgeen een adoptievader, die ik sprak, overigens zeer gelukkig en tevreden, de opmerking ontlokte: „'Een adoptiekind kost heel wat meer dan een „gewoon” kind.” Ldoptie zig met akelijk s in de Verder n voor n Bang- r.). Tel. eft een naam- ng”. Er finan- en voor e geven liaan 6, •gericht meerde lancieel de lei- ■stantse of goe- pinlaan 13-2079. ing van Derde ie. Tel. De nieuwe vader van Sujarwo, die nu Wouter heet, had aanvankelijk via het BIA (Bureau voor Interlandelijke Adoptie) getracht een adoptiekind te krijgen. In verband met de leeftijdsgrens ging dat niet. De SOC (Stichting Overzeese Contacten) bleek geen moeilijkheden te zien. Na de afwikkeling van de papierwinkel en contacten met Indonesië, kon hij ten slotte met zeven anderen naar Jakarta om Sujarwo te gaan halen. Zondagavond arriveerden ze. Maandagochtend al werden ze bij de rechtbank verwacht voor legalisatie. Toen de rechter hoorde, dat ze nog niet eens tijd hadden gehad om de adoptiekinderen op te zoeken, verdaagde hij de zaak. ,,U moet de kinderen eerst gezien hebben." Twee dagen later was de rechterlijke procedure via een tolk afgewikkeld. Er ging daarna een week zitten in het vervullen van allerlei formaliteiten (emigratiedienst, identitteitskaart. foto's, vingerafdrukken enz.). Elke dag trok het groepje ouders naar het kindertehuis, waar de kinderen in een rijtje op het hek zaten te wachten. Die week was uitstekend voor de eerste contacten. Een waar feest werd het voor de kinderen, toen ze met zijn allen naar het hotel gingen. Sujarwo was de eerste, die verrukt bij het eten uitriep: lekkerrr. Het vliegtuig imponeerde hem wel, maar bang was hij niet. Tot groot plezier van stewardessen en passagiers werkte hij een enorme hoeveelheid eten naar binnen. Met vork en mes Zijn vader: „Hij had dat nog nooit gedaan natuurlijk. Hij keek steeds stiekem hoe ik at. Zo ging hij ook aan de slag." Twee uur na aankomst op Schiphol, waar zijn nieuwe moeder en zus op hem wachtten, werd Wouter door de dokter kerngezond verklaard. Nu, na vier maanden, praat hij al aardig Nederlands. En hij vindt het vervelend als hij niet naar de kleuterschool kan, als hij vrij heeft Indiase nde in- nsoren, leschik- in India bracht, él. 020- Wat zijn het nu voor kinderen, die geen kans meer hebben in hun eigen land? Het kunnen kinderen zijn, die uit armoe of uit angst voor de sa menleving (het taboe van de onge huwde moeder) te vondeling zijn ge legd. Het kunnen kinderen zijn van lepra-ouders. Hoewel het kind ge zond is, wordt het toch verstoten uit de maatschappij. Het kunnen kinde ren zijn, van wie de vader is verdwe nen en de moeder niet in staat om geld te verdienen èn voor het kind te zorgen. De maatschappijstructuur van het betreffende land is vaak van door slaggevende betekenis, Er zijn lan den, waar de kinderen door de farrii- lie worden opgevangen. Er zijn ook landen, waar wezen of half-wezen kansloos zijn. De overheid en parti culiere instellingen kunnen nu een maal niet alle kinderen opnemen in instituten of pleeggezinnen. In een land als India, waar de hindoegods- Is het eenmaal zover - hoe groter de organisatie hoe langer de wacht lijsten en hoe langer het duurt - dan gaan de ouders of vertegenwoordi gers naar het adoptieland om de zaken ter plaatse te regelen. In Indo nesië bijvoorbeeld .moet minstens Pleeg- niging, ren die ren die nemen, rlande- etering en van sstraat duizenden paren op de wereld, die een kind willen adopteren (in Neder land zijn dat er ruim 7000). De kwestie is nu: de beste combi natie te vinden tussen ouders en kinderen. Daar is tijd voor nodig - je zou alleen wensen dat het wat snel ler kon. Maar zowel aan deze kant van de scheidslijn van rijk en arm als aan gene zijde moet nauwkeurig worden nagegaan of buitenlandse adoptie mogelijk en ook het meest Zestig procent van de adopties wordt - aldus directeur Van Deth van het BIA (Bureau voor Interlan delijke Adoptie) - via zijn organisa tie geregeld. Het BIA werkt in nau we samenwerking met de Directie Kinderbescherming van het minis terie van Justitie en de Raden voor Kinderbescherming Het BIA begint zijn bemiddeling na de „geen bezwa- ren-verklaring van Justitie”. Men komt op de wachtlijst. Door mede werksters van het BIA wordt ge zocht naar de geschiktste ouders- kind-combinatie. De ouders hebben Het is bevreemdend^en toch ook wel tekenend voor de hele internati onale situatie op het gebied van de adoptie, dat men je van alle kanten bezweert om toch voorzichtig te zijn met artikelen en uitlatingen. Anders zouden de kanalen, langs welke men de adoptiekinderen krijgt, worden afgesneden. Of anders zouden be- paalde regeringen wel eens boos kunnen worden en de adoptieweg vanuit hun land afsnijden. Of an ders zouden bepaalde instellingen of tehuizen geen adoptiekinderen meer ter beschikking stellen. Zoals niet zo erg lang geleden in een Zuidameri- kaans land gebeurde na artikelen in de Nederlands pers over gesigna leerde wantoestanden. Wanneer men niet op eigen gele genheid naar een adoptieland trekt (dat zijn momenteel landen als Bangladesj, Bolivia, Chili, Colom bia, Guatamala, India, Indonesië, Oostenrijk, Korea, Peru, Filippij nen, Sri Lanka en voorzichtig aan weer Thailand) en men mag.aanne- men dat ongeveer een 35 procent dat doet, kan men zi,ch wenden tot een bemiddelingsorganisatie voor adop tie. zijn, voelen er niet veel voor over die schade te praten. De kinderen ko men er trouwens ook niet altijd mentaal ongeschokt uit te voor schijn. (6 Parmantig, maar natuurlijk toch wel bang, stapte de kleine Sujarwo naar het vliegtuig. Hij kneep zijn kleine vuistje in de handen van zijn gloednieuwe vader. Sujarwo was op weg om Wouter te worden. Sujarwo was op weg naar 'n nieuw koud vaderland, Nederland. De kleine Indonesiër was al helemaal vertrouwd geraakt met die grote man, die hem twee en een halve week daarvoor voor het eerst had opgezocht in het kindertehuis in Jakarta. Hij had hem trouwens herkend van de foto, die hij al eerder had gekregen. Sujarwo wist wat er stond te gebeuren. Hij zou eindelijk een vader en moeder plus een zusje krijgen. Ze hadden hem er in het kinderhuis over verteld. Hij was niet de enige gelukkige daar. Er waren nog zeven vriendjes en vriendinnetjes, die naar Nederland zouden qaan. een goed milieu terecht komt, laten wij het niet gaan. Kinderen zijn geen handelswaar. Ze zijn geen zak aardappelen kelijk. Aan dat soort praktijken wil- kinderen kansen op adoptie krijgen, hoewel voor hen in nog sterkere mate geldt (evenals voor psychisch komst van familie of bekenden en - wat vaak bedenkelijk is - van tussen personen. In dat laatste geval moet men zeer op zijn hoede zijn, dat men niet „in de tang genomen wordt”, zoals een deskundige dat zo treffend noemt. De verhalen zijn legio van aspirartt-adoptie-ouders, die öf fi nancieel uitgeschud zijn öf wat het kind betreft een danige teleurstel ling moesten incasseren. Om maar niet te praten van de „pijn” van ouders en kind. Er is in feite niets schandelijkers dan een handel in kinderen. Daar wordt niet al te veel over gepraat natuurlijk. Ouders, die vooral door schade wijzer geworden y één ouder het kind persoonlijk ko men halen. Daar moet men als ou ders persoonlijk voor de rechter ver schijnen, terzijde gestaan door een plaatselijke advocaat. Is alles gere geld, dan kan men uiteindelijk met het adoptiekind naar Nederland, waar de hele familie aan het breien geslagen is voor de nieuwe „aan winst” en de wieg of het bedje klaar staat. Teleurstelling blijft niet altijd uit, vooral als het kindje ziek is (en dat gebeurt nogal eens) en soms zelfs naar het ziekenhuis moet. Na een jaar kan men bij de recht bank wettelijke adoptie aanvragen. Wordt daarin toegestemd dan is het kind ook volgens de wet het kind van de adoptieouders. De hele pro cedure heeft behalve veel spanning en wachten dan ruim 5000 gulden gekost (los van eventuele reiskosten van de ouders) althans als de adop tie via het BIA is geregeld, want bij deze instelling heeft men een gemid delde „eenheidsprijs” vastgesteld, waar het kind dan ook vandaan komt. >rs gaar >n komer Hij werd geboren op 2 oktober 1977 te Surabaja Wij zijn erg blij met zijn komst en noemen hem Roy Ria Buijze zijn, fotoalbums zien van kinderen en adoptie-ouders in het buitenland. Als alle faciliteiten vervuld zijn - en in elk land is de regeling weer anders, hoewel men gaat streven naar globale gelijkvormigheid - wor den de kinderen klaargemaakt voor dé grote reis, met begeleiders en vaak ook met de nieuwe ouders. De kinderen wordt - voor zover zij het bevatten kunnen - verteld wat er gaat gebeuren. Ze hebben meestal al foto’s van hun adoptie-ouders ge zien En omgekeerd. Die adoptie-ouders hebben, voor dat ze dan eindelijk „hun” kind voor het eerst zien, een lange tijd van wachten en vooral van formulieren invullen achter de rug. Daar is om te beginnen de beginseltoestemming van het ministerie van Justitie. Er moet een internationaal geboortebe wijs van beide ouders worden aan gevraagd; voorts een internationaal uittreksel van de huwelijksakte. Dan is het formulier C8 (garantver- klaring) aan de orde. Voor sommige landen moet opgegeven worden wat men doet en verdient. Er moeten fotokopieën worden gemaakt van de paspoorten van de ouders. Bij de dokter moet een gezondheidsverkla ring worden gehaald, dan moet schriftelijk de woonsituatie vastge legd worden. Een heel merkwaardige en - als het niet zo lastig was - komische bureaucratische machinerie begint dan te draaien om een aantal docu menten te laten legaliseren. De nota ris zet ter legalisatie zijn handteke ning. Maar...de notaris moet gelega liseerd worden door de arrondis sementsrechtbank. Maar...de recht bank moet gelegaliseerd worden door het ministerie van Justitie. Maar...Justitie moet gelegaliseerd worden door het ministerie van Bui tenlandse Zaken. En ten slotte gaan de documenten naar de ambassade van het land van het adoptiekind, alwaar .alle papieren van een legali- satiestempel worden voorzien Natqurlijk heeft men zich laten noteren op de wachtlijst van adop tie-ouders. Men moet dan wachten tot het gezinsonderzoek plaats heeft. Weer wachten. Als dat alles goed verlopen is krijgt men een verkla ring, dat de minister van Justitie in beginsel geen bezwaar heeft tegen het aannemen van een pleegkind (dat is de term, die gebruikt wordt zolang het kind nog niet wettelijk is geadopteerd). Maar de definitieve toestemming krijgt men pas, als de concrete gegevens van het te adopte ren kind bekend zijn: persoonsgege vens, gezondheidsverklaring, in stemming van het andere land tot adoptie en de garantie voor een goe de overtocht van het kind. Nu kan men op eigen houtje „op zoek gaan" naar een kind. Dat zal dan meestal gebeuren door tussen- Een drukke, rumoerige oosterse winkelstraat in Bombay. Boven een gehandicapten) dat winkel met onbestemde negotie een benauwde, broeierige kantoor- ruimte: het hoofdkwartier van de Indian Council of Social Welfare, de nationale kinderbescherming, en de International Social Service. Boven het hoofd van Najma Goriawalla, hoofd sociaal werk, prijkt een spreuk: All my tomorrows depend on your love” „Mijn hele toekomst hangt van jouw liefde af”. -Dat is de basisgedachte natuurlijk, waarop adoptie stoelt. Wat voor motieven men ook heeft om een kind uit een ander land in zijn gezin op te nemen: de grondgedachte moet zijn, dat men het doet ter wille van het kind. Terecht zegt Najma Goriawalla dan ook: „Wij zien met gemengde gevoelens onze kinderen vertrekken. We hadden ze liever hier gehouden, maar we hebben, nu eenmaal niet genoeg adoptie-ouders in India. En zo is dat ook in veel andere landen. Het belang van het en op zijn minst minimale kansen op een redelijk leven. Overal zal men zoveel mogelijk streven naar verzor ging - al of niet via adoptie - in eigen land. Pas als duidelijk is, dat het kind er kansjoos is door welke omstandig heden dan ook, komt buitenlandse adoptie aan de orde. Als het kind nog ouders heeft of alleen een moe der (ongetrouwde moeders worden adoptie-ouders. in andere cultuurpatronen vaak niet geaccepteerd, uitgestoten en kun nen dan niet meer voor hun kind zorgen) moeten ouders of moeder officieel hun toestemming geven tot afstand van het kind. En daarbij moeten ook fysiek gehandicapte dienst wordt beleden door 87 pro cent van de bevolking, is een wette lijke regeling, dat alleen hindoekin- deren binnenslands door hindoes kunnen worden geadopteerd. De an deren (11 procent is moslim) hebben geen mogelijkheid tot adoptie, hoog stens tot guardianship, voogdij schap. En wat de hindoes betreft: daar werkt op het punt van adoptie natuurlijk pok het kastesysteem nog remmend, zoals Najma Goriawalla uit ervaring weet. Meestal zijn de kinderen, die voor adoptie in aanmerking komen ver zwakt en vaak ziek. Ze worden dan ook eerst opgevangen in tehuizen óf ziekenhuizen om ze te laten herstel len en aansterken. Als daar althans de mogelijkheden voor zijn. Zo trof ik in een ziekenhuis in Bombay, ge leid door de Limburgse zuster Willi- brord, drie baby's aan, die op de lijst stonden voor het buitenland: twee naar Nederland en één naar Dene marken. Uonderdtwin tig adoptie kinderen heeft men daar tot nu toe verzorgd. Vol trots lieten zuster Wil- librord en zuster Hepmanilde, die als een moeder met de kinderen bezig t men hen het liefst in eigen land verzorgt Daar op de eerste plaats komt dan de finan ciële adoptie om de hoek kijken. Maar .daarover kan met hiernaast lezen Vragen Aan deze kant van de adoptielijn is het al even belangrijk na te gaar of het buitenlandse kind in zijn nieu we omgeving alle kansen kan krij gen om tot een volwaardig lid van de maatschappij op te groeien. Is de kans op discriminatie later voor spelbaar? (Als het kind klein is vindt iedereen het vertederend met zijn kind is nummer één. Als we ook maar twijfelen of een kleintje wel in donkere kleur en zwarte kroeshaar.) Kunnen kind en adoptieouders er straks tegen als er op een speciale manier naar hen wordt gekekeri? Zijn de kansen voor een buitenlands kind even groot als die van een Ne derlands kind? Is het gezin qua sar menstellïng geschikt voor adoptie van één of meer buitenlandse kinde ren? Zijn de mentale en materiële omstandigheden bij de adoptieou ders voldoende om het kind een goe de opvoeding te garanderen? De Raad voor de Kinderbescherming probeert via een gezinsonderzoek door een maatschappelijk werker na te gaaq of adoptie zinvol en mo gelijk is. De overheid in Nederland stelt zo wel aan de leeftijd van het kind als van de adoptie-ouders eisen. De bui tenlandse kinderen moeten de leer plichtige leeftijd nog niet bereikt hebben. Het leeftijdsverschil tussen de oudste huwelijkspartner en het kind mag niet meer dan veertig jaar bedragen. Het beste is het natuurlijk - zeker voor de aanpassing in het nieuwe culturele klimaat - als het kind zo jong mogelijk, liefst als ba by, naar Nederland komt. En dat gebeurt dan ook zoveel mogelijk. Het is de andere kant van de adop tielijn. Daar pratend, begrijp je dat de verantwoordelijke mensen in de Derde Wereld zich wel eens kunnen stoten aan de hier en daar soms gehoorde opmerking vanuit de Wes terse maatschappij: „Ze mogen blij zijn, dat wij hun kinderen adopte ren”. Daar zegt men: „In het rijke Westen mag men blij zijn, dat wij hun onze kinderen toevertrouwen”. Overal tracht men op het ogenblik willen hebben. En er zijn honderd- dusdanige regelingen te treffen, dat mistoestanden bij interlandelijke adoptie worden voorkomen. In het verleden heeft men al tè veel meege- maakt op dat gebied. En wanneer men niet de betrouwbare paden be wandelt van erkende organisaties en men er zelf op uit trekt om een adoptiekind te vinden, loopt men ook nu nog het gevaar voor zeer onprettige verrassingen te komen staan. Goriawalla: „Er was een Belgisch wenselijk is. Een kind kan tenslotte echtpaar, dat per se een kindje wilde altijd nog maar het beste in zijn adopteren. De ouders kwamen in eigen omgeving opgroeien. Daar handen van profiteurs. Uiteindelijk moet het dan natuurlijk wel de mo- hebben ze honderdduizend roepies, gelijkheden tot ontplooing hebben ongeveer 35.000 gulden, moeten be talen. Die gewetenloze lieden maken misbruik van de liefste en beste ge voelens van anderen. Aan de andere kant zie je ook bij een niet-professio- nele gang van zaken in een adoptief land, dat er gemarchandeerd wordt met de kinderen”. „In Canada hebben we adoptieor- ganisaties meegemaakt, die zich al leen maar schikten naar de (onte rechte) eisen van 4 Een kind beviel ze niet en dat werd dan doorgeschoven naar anderen of zelfs doorgetransporteerd naar de Verenigde Staten. Aan de eerste ou ders werd dan een ander kind be loofd. Kijk, dat vinden we verschrik- ■I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1978 | | pagina 23