rs
Vlug! U kunt nog net meemaken
hoe de Rookworst van een
goed jaar smaakt
Vreselijk lekker!
5 I
2?
f
t
i.
16
2 9
19 7 8
VRIJDAG
DECEMBER
17
ECONOMIE
J
Vraag de folder met
menutips in de winkel
of bij Unox Oss.
Werkg.
Werkn.
Rijk
0,55
not. fonds
Wijzigingen in de|belastingheffin
-toeslagen
en
ƒ36.191) of minder be-
KWIJK
(ADVERTENTIE)
<888?
kRLEM
als door de Eerste Kamer zijn aanvaard.
Het betreft hier:
1. de maatregel, waardoor wordt voor
komen dat de effecten van de verwerking
van bepaalde toeslagen uit een aantal CA-
O’s in de bouwsector doorwerken in ónder
meer de sociale uitkeringen en
Afstand
minder dan
Aftrek
bpdrag*
I genote*
453,00 4fl
3.85 I
ex-claid
in-laten.
tot 16.580, f26,20
ƒ16.580,- - 17.020,-52,25
ƒ17.020,- - 17.462,- 78,25
ƒ17.462,- 21.177,- 104,25.
f 16.580,
f 17.020,
17 462,
f 19.320,
De nieuwe uitkeringsbedragen ingevol
ge de AOW, de AWW, de AAW en de WAO
zullen eerst bij de uitbetaling over de
maand februari 1979 kunnen worden uit
gekeerd. De verhoging van de uitkeringen
over de maand januari zal tezamen met de
uitkeringen over de maand februari wor
den uitbetaald. Niettemin zullen in de
meeste gevallen in januari 1979 de netto-
uitkeringen hoger zijn dan die in de maand
december 1978. Dit als gevolg van een
ander inhoudingsbedrag aan loonbelas
ting en/of sociale premies. De uitkeringen
ingevolge de AOW en de AWW worden
door de Sociale Verzekeringsbank uitbe
taald, de arbeidsongeschiktheidsuitkerin
gen worden betaalbaar gesteld door het
Huurwaarde van eigen woning
De tabel van de huurwaarde eigen woning wordt verlengd met een tweetal
schijven van 90.000 gulden. De tabel wordt daardoor als volgt:
Reiskostenregeling: de bedragen van de reiskostenaftrek en de vrijgestelde
vergoedingen worden als volgt:
Waarde van de woning
meer
dan
10 km
15
20
30
40
50
30.000
60.000
90.000
120.000
180.000
240.000
300.000
360.000
450.000
540.000
5,85
0,675
4,05
1,25
gemeenschappelijk administratiekantoor
of de desbetreffende bedrijfsvereniging.
De uitbetaling van de kinderbijslagen
vindt in het algemeen eerst plaats na af
loop van het desbetreffende kwartaal. De
verhoogde kinderbijslagen zullen dus in
het algemeen eerst na afloop van het eer
ste kwartaal van 1979 betaalbaar worden
gesteld.
200)
620)
930)
aan te geven
huurwaarde
Vrijgestelde
meer dan
390)
960)
10,00a
40,00
16.00
1,07
46,00
39,50
6,70
79,30
18,10
47,50
95,50
32,00
49,00
44,50
65,00
27,20
51,00
22,50
99,00
83,50
28,20
94,10
62,60
13,50
Ongehuwden
Inkomensklasse - Maandpremie
(inkomen in 1979)
De algemene arbeidsongeschiktheidswet (AAW).
De grondslagen voor de berekening van de AAW-uitkeringen worden met
ingang van 1 januari verhoogd, rekening houdend met de wettelijk voorgeschre
ven aanpassing aan de loonontwikkeling enerzijds en het niveau van de netto-
AOW-pensioenen anderzijds. Verder is de stijging verminderd met 0,3 procent. De
grondslagen luiden dan als volgt:
Gehuwden en ongehuwden met kinderen beneden de 18 jaar ƒ91,99 per dag
Overige ongehuwden vanaf 21 jaar 64,65 per dag
Van 20 jaar ƒ58,19 per dag
Van 19 jaar ƒ51,72 per dag
Van 18 jaar 45,26 per dag.
De wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)
Voor de uitkeringen krachtens de WAO zullen de daglonen per 1 januari worden
verhoogd met 1,69 procent en vervolgens verminderd met een percentage dat
afhankelijk van de hoogte van de daglonen oploopt tot ten hoogste 0,7 voor het
maximumdagloon van ƒ225,21.
Minimum-daglonen werknemersvoorzieningen
De minimumdaglonen in de WAO, de WW en de WWV komen per 1 januari als
volgt te luiden:
WAO: 99,57 (exclusief vermindering met 0,3 procent).
WW: 106,05 (inclusief vermindering mét 0,3 procent).
WWV: ƒ113,21 (exclusief vermindering met 0,3 procent).
Maximumdagloon werknemersvoorzieningen
Het maximumdagloon, waarnaar de uitkeringen ingevolge de WAO, de ZW, de
WW en de WWV worden berekend, bedraagt pet 1 jarfüari ƒ225,21. Voor de
berekening van de uitkeringen wordt bij de WAO een vermindering toegepast van
0,7 procent en bij de WWV van 0,3 procent.
AOW en AWW
De uitkeringen krachtens de algemene ouderdomswet en de algemene wedu
wen- en wezenwet per 1 januari 1979:
AOW bruto per maand:
Gehuwde bejaarden, van 1.314,50 tot 1.345,-.
Ongehuwde bejaarden van ƒ898,50 tot ƒ919,50.
AWW bruto per maand.
Weduwen met kinderen van 1.314,50 tot 1.345,-
Weduwen zonder kinderen van ƒ898,50 tot ƒ919,50
Wezen tot 10 jaar van ƒ290,50 tot ƒ297,50.
Wezen van 10 tot 16 jaar van 427,50 tot 437,50.
Wezen van 16 tot 27 jaar van ƒ556,50 tot ƒ570,-.
Uitgangspunt voor deze verhoging is geweest de ontwikkeling van het algemene
loonniveau over de periode 30 april 1978-31 oktober 1978. Deze bedraagt 1,69
procent. Verder is hierbij de bestaande praktische gelijkheid tussen het netto-
minimumloon en het netto-AOW-pensioen voor gehuwden gehandhaafd.
AOW
AWW
AWBZ
AKW
AAW
WAO 2)
WW (gem)
ZFW
ZW (gem)
KWL
10,4
1,5
3,07
0,55
3,45
12,75
1,9
8,1
7,8
1,8
3,07
0,55
3,45
6,9
0,675
4,05
6,55
1,8
doch niet meer
dan 15.000
10,4
1,5
25,08
4,6
29,0
totaal
ƒ244.14
f387,66
f 468,78
f518,70
574,08
Opslag
premie
1)
108,«
40,1
145.0
II
144.00
401
6,4
78,1
18,1
4IJ
106,1
33;
481
46,1
63J
26,0
53;
122;
95;
82,0
27,1
94,1
622
112.1
opslag
79,56
f 36,66
ƒ-,-
ƒ-
50,00e
35,00
31,50
61,00
76,00
39,50
28,70
00,00
45,40
52,00
40,20
39,00
40,80
32,20
35,50
37,50
22,00
50,00
34,20
2,50a
53.50
138,00
60,50
92,00
171,50
52,50
46,20
117,00
42,00
26,20
62,50
50,80
87,90
44,70
30,00
106,00
82,00
53,00
48,50
164,50
31,50
71,80
108,00
45,50
46,00
34,10
38,10
263,00
512,00
174,00
132,00
310,00
49;
35.1
31,1
61,1
76,1
40,(
28,1
«05,1
45,1
53,1
39J
401
41;
132,1
35,1
38,
120,4
50.1
■34/
2J
53J
137,1
61J
93,
173,1
50,0
49,
115,
42/
26/
61J
50,1
86;
44.
30,
105,
82,
53,
48,
162,
31.
72
iOi
45
45,
34
31,
263
612
173,
132
ffl
ITS.
Verliescompensatie
De termijn van twee jaren voor de
achterwaartse verliescompensatie (de zo
genaamde carry-back) geldt ook voor ver
liezen over 1979. Verliezen over het jaar
1979 kunnen daardoor achtereenvolgens
worden verrekend met de winsten van
1978 en 1977.
De termijn voor voorwaartse verlies
compensatie (de zogenaamde carry-for
ward) is voor verliezen over de jaren 1973
eerste kind
tweede en derde kind
vierde en vijfde kind
zesde en zevende kind
achtste en elk daarop volgend kind
km
10
15
20
30
40
50
tot en met 1979 verlengd tot acht jaren
(was zes jaren).
Investeringsbijdragen
(WIR).
Investeringen in bedrijfsmiddelen ko
men voor investeringsbijdragen in aan
merking als het totaal van de investerin
gen in het kalenderjaar een bedrag van
meer dan 2.100 gulden (1978: 2.000 gulden)
te boven gaat. Aanspraak op de kleinscha-
ligheidstoeslag bestaat indien minder dan
839.200 in bedrijfsmiddelen wordt geïn
vesteerd (1978: 800 000 gulden).
Het tarief (0,8 procent) en de belas
tingvrije sommen zoals die voor 1978 gel
den, zijn ook voor 1979 vaTi kracht.
Het maximum van de vrijstelling van
in eigen onderneming belegd vermogen
bedraagt ook voor 1979 90.000 gulden.
De vrijgestelde bedragen van ongevals-
uitkeringen en ingegane lijfrenten blijven
voor 1979 gehandhaafd op resp. 16.000
gulden, 12.000 gulden, 6.000 gulden en
3.000 gulden.
Kostprijsverhogende belastingen
Motorrijtuigenbelasting.
De tarieven worden wat de hoofdsom
betreft voor alle categorieën van motor
rijtuigen verhoogd met 22 procent. De.be
dragen van de opcenten die op de hoofd
som worden geheven ten behoeve van het
rijkswegenfonds, blijven (behoudens af
rondingen) ongewijzigd. Ook de zoge
naamde dieseltoeslag wordt niet ver
hoogd. In een bijlage bij dit overzicht zijn
voor een aantal categorieën van motorrij
tuigen zowel de nieuwe als de oude tarie
ven opgenomen.
Omzetbelasting
Abonnementen op dag- en nieuwsbla
den.
De levering en de invoer van dag- en
nieuwsbladen krachtens abonnement valt
ook in 1979 nog onder het nultarief.
Dierentuinen, kermissen en circussen.
Het verlaagde tarief dat tijdelijk gold
voor het verlenen van toegang tot dieren
tuinen, kermisattracties en circussen
wordt definitief.
Muziekuitvoeringen en toneelvoorstel
lingen.
Het verlaagde tarief voor het verlenen
van toegang tot muziekuitvoeringen en
toneelvoorstellingen, waaronder begrepen
opera’s, operettes, dansen, pantomimes,
revues en cabarets, vervalt per 1 januari
1979, zodat deze diensten voortaan aan het
algemene tarief zijn onderworpen (18 pro
cent). Op lopende seizoenabonnementen
en andere reeds verkochte toegangsbewij
zen blijft het verlaagd tarief van toepas
sing.
Aanpassingen aan de zesde BTW-richt-
lijn.
Wijzigingen in de wet op de omzetbelas
ting 1978 voornamelijk verband houden
de met de aanpassing van de wetgeving
aan de zesde BTW-richtlijn van de Europe
se Gemeenschappen zijn vermeld in een
vouwblad.
ƒ38.000 (1978
draagt
3.800 gulden (1978: 3.800 gulden) in
dien het onzuivere inkomen (c.q. voor de
loonbelasting het geschatte jaarloon) meer
dan 38.000 gulden (1978: 36.191 gulden)
doch niet meer dan 86.000 gulden (1978:
81.000 gulden) bedraagt.
4.750 gulden (1978: 4.750 gulden) indien
het onzuivere inkomen (c.q. voor de loon
belasting het geschatte jaarloon) meer dan
86.000 gulden (1978: 81.000 gulden) be
draagt.
Het bedrag voor extra uitgaven voor
kleding en beddegoed die als uitgaven
terzake van ziekte en invaliditeit worden
aangemerkt, wordt 460 gulden (1978: 440
gulden). Indien wordt aangetoond dat de
extra uitgaven meer bedragen dan 920
gulden (1978: 880 gulden), wordt het
bedrag van 460 gulden verhoogd tot 1.150
gulden (1978: 1.100 gulden).
Een-oudergezinnen.
De kosten van gezinshulp in een-ouder
gezinnen met jonge kinderen komen voor
aftrek in aanmerking voor zover zij meer
bedragen dan:
10 procent van het onzuivere inko
men (c.q. voor de loonbelasting het ge
schatte jaarloon) indien het onzuivere in
komen (c.q. geschatte jaarloon) 86.000
gulden (1978: 81.000 gulden) of minder
bedraagt.
8.600 gulden indien het onzuivere inko
men (c.q. geschatte jaarloon) meer dan
86.000 gulden bedraagt.
de aftrek bedraagt ten hoogste 25.800
gulden (1978: 24.300 gulden).
Aanslaggrens voor de inkomstenbelas
ting.
De aanslaggrens voor de inkomstenbe-
150
390
780
1.170
1.560
2.340
3.120
3.900
4.680
5.850
7.020
technische
n fouten
irskoersen I
it voor dit I
'komen euv?
xcuus aan
Reductieregeling vrijwillige ziekenfondsverzekering
a. studerende en invalide kinderen.
Voor studerende, invalide dan wel de moeder vervangende kinderen tussen 16
en 27 jaar zal vanaf 1 januari 1979 een premie verschuldigd zijn van 60,20 per
maand.
b. gehuwden jonger dan 65 jaar.
Hier te lande wonende gehuwde verzekerden met een inkomen dat in 1978 niet
hoger was dan ƒ25.350,- zullen de volgende premies verschuldigd zijn (tenzij de
premie van het fonds lager is):
Inkomensklasse - Maandpremie
(inkomen in 1978)
tot - 20.650,- f 120,40 60,20 pp)
20.650,- - 23.000,- 193,70 96,85 pp)
23.000,- - 25.350,- 225,00 112,50 pp).
c. premiereductieregeling voor gehuwde bejaarden in de vrijwillige verzeke
ring.
Hier te lande wonende gehuwde bejaarden in de vrijwillige verzekering met een
inkomen dat niet hoger is dan 26.705,- zullen de volgende premies verschuldigd
zijn (tenzij de premie van het fonds lager is):
Inkomensklasse - Maandpremie
(inkomen in 1979)
f 21.177,- 23.941,- 193,70 (f 96,85 pp)
f 23.941,- 26.705,- f 225,00 112,50 pp).
d. premiereductieregeling in de vrijwillige ziekenfondsverzekering voor onge
huwden met een AAW-uitkering.
Voor verzekerden die niet gehuwd zijn en recht hebben op een uitkering
krachtens de algemene arbeidsongeschiktheidswet, berekend naar een arbeidson
geschiktheid van 80 procent of meer en die niet ten laste van de algemene wet
bijzondere ziektekosten worden verpleegd in een (voorlopig) erkende inrichting of
een tehuis, geldt een premiereductie indien het inkomen in 1979 niet meer
bedraagt dan 14.600,-.
De premies zijn aldus:
voor ongehuwden beneden 35 jaar: f 60,20
Voor ongehuwden boven 35 jaar: ƒ96,85.
NB: De reductieregelingen voor de bejaarden en de vrijwillige ziekenfondsver
zekering zijn voor het eerste halfjaar 1979 vastgesteld.
Eigen bijdrage in het kader van de algemene wet bijzondere ziektekosten.
Met ingang van 1 januari 1979 gelden de volgende bedragen:
Ongehuwden:
Het minimaal ter vrije besteding overblijvende bedrag wordt verhoogd tot
ƒ237,20 per maand, de maximale eigen bijdrage tot ƒ664,30 per maand
Gehuwden:
Het minimaal ter vrije besteding overblijvende bedrag wordt verhoogd tot
ƒ474,40 per maand, de maximale eigen bijdrage tot ƒ816,90 per maand.
Voor de bepaling van het inkomen waarop de bijdrage van toepassing is, blijft
voor de ongehuwden een bedrag van 64,36 per maand buiten beschouwing en
voor gehuwden een bedrag van ƒ75,32 per maand
Ziekenfondsverzekering voor bejaarden en vrijwillige verzekering
1. Bejaardenziekenfondsverzekering
Met ingang van 1 januari 1979 zal de toelatingsgrens voor de bejaardenzieken
fondsverzekering worden vastgesteld op ƒ21.177, De verzekerden in de bejaai
denverzekering zullen vanaf die datum de volgende premies verschuldigd zijn
Gehuwden:
Inkomensklasse Maandpremie
(inkomen in 1979)
tot 16.580,- 26,20
f 17.020,- 52,25
17.462,- f78,25
19.320,- 104,25
ƒ21.177,- f 156,30.
390
1.070 (f
f 1.480 1.340)
2.140 2.010)
2.850 2.690)
3.360 3.360)
4.140 4.140)
1
1,05 1,
423.00 422/
2. De maatregel waarbij een beperking
wordt aangebracht in de stijging van de
uitkeringen. Deze beperking bedraagt 0,3
percent voor de uitkeringen krachtens de
AOW, de AWW en de AAW en varieert van
0,3 percent tot 0,7 percent voor de uitkerin
gen krachtens de WAO.
lasting wordt 45.200 gulden (1978: 42.400
gulden).
Teruggaaf op verzoek van ingehouden
loonbelasting en premies volksverzeke
ringen.
De grens voor teruggaaf op verzoek van
ingehouden loonbelasting (T-biljet) wordt
100 gulden (1978: 95 gulden). Voor terug
gaaf van premies volksverzekeringen
wordt deze grens eveneens 100 gulden
(1978: 95 gulden).
De indieningstermijn van een jaar
voor een verzoek om teruggaaf van teveel
ingehouden loonbelasting en/of premies
volksverzekeringen is met een jaar ver
lengd. Dit betekent, dat een T-biljet inkom
stenbelasting 1977 nog tot 31 december
1979 bij de inspecteur der directe belastin
gen kan worden ingediend.
Vennootschapsbelasting
Algemene winstaftrek.
De voor 1978 geldende algemene
winstaftrek van 3 procent van de winst is
niet verlengd voor 1979.
Bijzondere winstaftrek.
De voor 1978 geldende bijzondere
winstaftrek (1,4 procent) wordt verlengd
voor 1979, doch is verlaagd tot 1,15 procent
van het eigen ondernemingsvermogen.
428.400) bij overdrachten door onderne
mers van 60 jaar en ouder en overdrachten
door invalide ondernemers en het staken
van de onderneming door overlijden.
ƒ224.696 (1978: ƒ214.200) bij overdrach
ten door ondernemers van 50 en 60 jaar en
overdrachten door ondernemers jonger
dan 50 jaar wanneer de uitkeringen of
verstrekkingen direct ingaan.
ƒ112.348 (1978: ƒ107.100) in de overige
gevallen.
Lijfrentepremie-aftrek: het maximum
van de lijfrentepremie-aftrek wórdt
ƒ12.359 (1978: ƒ11.781).
Rentevrijstelling
Rente-inkomsten zoals spaarbankrente,
obligatierente e.d. worden in ook in 1978)
tot een bedrag van ten hoogste 200 gulden
vrijgesteld van inkomstenbelasting. Het
voor werknemers geldende drempelbe
drag van 600 gulden neveninkomsten voor
het al of niet opleggen van een verplichte
aanslag wordt verhoogd met het bedrag
van de genoten rentevrijstelling. De rente
vrijstelling geldt voor het zuivere bedrag
aan rente, derhalve het bedrag aan rente
minus de daarop drukkende kosten. De
vrijstelling wordt toegepast op het totaal
aan rente-inkomsten van de belasting
plichtige, dus met inbegrip van de bij hem
in aanmerking te nemen rente-inkomsten
van echtgenote en kinderen. De vrijstel
ling is niet van toepassing op rente dié tot
de winst uit onderneming behoort.
Drempelaanpassing ziektekosten e.d.
De kosten van ziekte, invaliditeit, beval
ling, adoptie en overlijden komen slechts
voor aftrek in aanmerking voor zover zij
meer bedragen dan:
10 procent (1978: 10,5 procent) van het
onzuivere inkomen (c.q. voor de loonbelas
ting het geschatte jaarloon) indien het on
zuivere inkomen (c.q. geschatte jaarloon)
beneden afgerond op gehele guldens. Be
dragen van 100 (1978: ƒ95) en minder
worden niet geheven.
Algemene winstaftrek: de voor 1978
algemene winstaftrek van 3 procent van
de winst is niet verlengd voor 1979.
Bijzondere winstaftrek: de voor 1978
geldende bijzondere winstaftrek van 1,4
procent van het eigen ondernemingsver
mogen is verlengd voor 1979.
Zelfstandigenaftrek: de zelfstandigen
aftrek voor de kleinere zelfstandigen
wordt 2.000 bij winsten tot 67.000, bij
hogere winsten wordt de aftrek vermin
derd met ƒ200 voor elk vol bedrag van
1.000 waarmee de winst 67.000 te boven
gaat. Bij winsten boven 77.000 wordt
geen aftrek meer verleend (1978: 1600
bij winsten tot f 50.000, bij hogere winsten
wordt de aftrek verminderd met 160 voor
elk vol bedrag van 1.000 waarmee de
winst 50.000 te boven gaat, bij winsten
boven 60.000 geen aftrek).
Aan de vrouw die haar tijd geheel of
nagenoeg geheel (tenminste 1750 uren) be
steedt aan de onderneming van haar man,
wordt toegerekend V» van de winst met een
minimum van ƒ2.071 (1978: 1.974) en een
maximum van ƒ24.823 (1978: ƒ23.663).
Aan de vrouw die haar tijd grotendeels
(tenminste 875 uren) aan de onderneming
van haar man besteedt, wordt toegerekend
Vs van de winst met een minimum van
ƒ2.071 (1978: ƒ1.974) en een maximum
van ƒ14.896 (1978: ƒ14.200).
Aan de vrouw die haar tijd in belangrij
ke mate (tenminste 525 uren) aan de onder
neming van haarman besteedt, wordt toe
gerekend Vs van de winst met een mini
mum van ƒ2.071 (1978: ƒ1.974) en een
maximum van ƒ4.968 (1978: ƒ4.735).
Bovenstaande regeling geldt evenzeer
voor de man die meewerkt in de onderne
ming van zijn vrouw.
Fiscale oudedagsreserve voor zelfstandi
gen: de toevoeging aan de fiscale oude
dagsreserve wordt 11,5 procent van de
winst voor zover deze niet meer beloopt
dan ƒ43.137 (1978: ƒ41.122) en 10 procent
voor zover de winst meer beloopt dan
ƒ43.137 (1978: ƒ41.122), het minimumbe
drag van de jaarlijkse toevoeging aan de
reserve wordt ƒ775 (1978: ƒ738 en het
maximumbedrag 12.243 (1978: ƒ11.671),
de jaarlijkse onbelaste afneming van de
reserve wordt 466 (1978: f 444) bij win
sten van niet meer dan ƒ23.190 (1978:
ƒ22.106).
Investeringsbijdragen en -toeslagen
(WIR): investeringen in bedrijfsmiddelen
komen voor investeringsbijdragen in aan
merking als het totaal van de investerin
gen in het kalenderjaar een bedrag van
ƒ2.100 (1978: ƒ2.000) te boven gaat. Aan
spraak op de kleinschaligheidstoeslag be
staat indien minder dan ƒ839.200 in be
drijfsmiddelen wordt geïnvesteerd (1978:
ƒ800.000)
Stamrechtvrijstelling: De maxima gaan
als volgt luiden: ƒ449.392 (1978:
Kinderbijslagen
De kinderbijslagen en de daarop verleende opslagen, die als compensatie dienen
voor de per 1 oktober 1978 afgeschafte fiscale kinderaftrek, bedragen met ingang
van I januari 1979 per kwartaal:
kinder
bijslag
I 164,58
ƒ351.
468,78
f518,70
Met ingang van 1 januari worden de
volgende wijzigingen in de belastinghef
fing van kracht:
Inkomstenbelasting en loonbelasting.
Algemene belastingverlichting: de 20
procentschijf van het tarief wordt ver
lengd met ongeveer 1100 gulden en de 26
procentschijf wordt ingekort met hetzelf
de bedrag. Dit betekent een belastingver
lichting van 66 gulden.
Automatische inflatiecorrectie: De au
tomatische inflatiecorrectie wordt onver
kort toegepast (dus voor 100 procent).
Belastingvrije sommen: de tussen haak
jes geplaatste bedragen gelden voor 1978:
tariefgroep 1 (gehuwde vrouwen) ƒ2.017
1.922), tariefgroep 2 (ongehuwden tot 35
jaar) 5.843 5.570), tariefgroep 3 (onge
huwden van 35 jaar en ouder, voorts onge
huwden tot 35 jaar die gehuwd zijn ge
weest of kinderaftrek hebben of geacht
worden te hebben) ƒ7.855 (ƒ7.488), ta
riefgroep 4 (gehuwde mannen) 10.070
9.599)
De arbeidsongeschiktheidsaftrek (Voor
personen onder de 65 jaar die voor 45
procent of meer arbeidsongeschikt zijn)
ƒ1.815 1.730), de bejaardenaftrek voor
gehuwde mannen ƒ2.691 (ƒ2.691), de be
jaardenaftrek voor ongehuwden 1.886
1.886), de extra aftrek voor een onge
huwde die kinderaftrek heeft of geacht
wordt te hebben 2.215 2.111), het maxi
mum voor de bijzondere aftrek voor on
volledige gezinnen waarvan de alleen
staande (man of vrouw) buiten het huis
houden werkzaamheden verricht en kin
deraftrek heeft of geacht wordt te hebben
voor een kind dat jonger is dan 16 jaar
ƒ3.226 3.075).
Kinderaftrek voor loontrekkenden:
voor werknemers die recht hebben op wet
telijke kinderbijslag of -toelage is de kin
deraftrek vervangen door kinderbijslag.
Deze werknemers worden thans geacht
kinderaftrek te hebben. Het al of niet
geacht worden kinderaftrek te hebben,
blijft voorlopig nog van belang voor tal
van bepalingen, zoals het indelen in tarief
groepen.
Kinderaftrek voor zelfstandigen en an
deren die geen recht op kinderbijslag inge
volgde de KWL hebben (bij aanvaarding
van het aanhangige wetsontwerp door de
Eerste Kamer): 1 kind, indien het oudste
kind na 1 januari 1979 is geboren en jonger
is dan 3 jaar ƒ919 (1978: ƒ1.745), in de
overige gevallen ƒ1.838 (1978: ƒ1.745).
Twee of meer kinderen, indien het oud
ste kind na 1 januari 1979 is geboren en
jonger is dan 3 jaar ƒ2.849 (1978: 3.577),
in de overige gevallen ƒ3.768 (1978:
ƒ3.577).
Heeft men geen recht op kinderbijslag
ingevolgde de KWL en ook geen recht op
kinderbijslag ingevolge de AKW of maakt
men zijn recht op kinderbijslag wegens
gemoedsbezwaren niet geldend, dan wordt
indien kinderaftrek voor 3 of meer
kinderen wordt genoten de kinderaftrek
ad ƒ2.849 resp. ƒ3.768 verhoogd met
550, en daarenboven met 1.800 voor
I ieder kind boven het tweede.
Verhogingen van de bedragen van het
schijventarief lopen van 596 tot 2.567.
Het bedrag aan de belasting wordt naar
Deze aftrekbedragen gelden voor de inkomensbelasting, voor de loonbelasting
zijn deze bedragen 200 lager omdat in de tabellen l.b. reeds rekening is gehouden
met een bedrag van 200.
Maximum waar
over premie
wordt geheven
ƒ43.950 pj
idem
idem
idem
idem
ƒ225,- pd
ƒ225,- pd
f 125,- pd
ƒ225,- pd
ƒ43.950 pj
1) Opslag in percenten van de premie AOW en AWW.
Premiepercentages per 1 januari 1979
Totaal
In het algemeen bestaat voor een kind recht op het totale bedrag Alleen voor
partieel leerplichtige kinderen en het eerste en tweede kind van degenen, die recht
op kinderbijslag hebben ingevolge de kinderbijslagwet voor kleine zelfstandigen
(KKZ) bestaat slechts recht op het kinderbijslagbedrag zonder de opslag.
2) De franchise of premie-vrije voet bedraagt 45,- per dag.
De loongrens voor de verplichte verzekering ZFW bedraagt ƒ38.150,
Aanpassingen sociale verzekeringen
t
Het ministerie van Sociale Zaken heeft
deze week de per 1 januari geldende be
dragen van uitkeringen, daglonen enzo
voort voor de sociale verzekeringen be
kendgemaakt. Bij de vaststelling is, voorz
over nodig en mogelijk, rekening gehou
den met een tweetal wetsvoorstellen, die
inmiddels zowel door de Tweede Kamer
15.000
30.000
60.000
90.000
120.000
180.000
240.000
300.000
360.000
450.000
540.000
was ƒ4.680
200
710
f 1.050
f 1.600 1.500)
2.200 2.060)
f 2.620 2.620)
3.260 3.260)
1