9m
5
i
»flla
Mill'
at
f
lil
BW
I
77
iS
i
F
ra
B
Mb
SM
rfii
Ifcai
w
BI
IM
Hl
j
Hw
F3
I»
feRW a
II.®
n
bi
s
Bi
MA
«s
SR®
BI
Bk -
srFv
WW
m.,
Wv
1
door dr. P. H. Schroder
Godsdienst
io
Ic
Hl
s
Eenvoud
Het huwelijk
F
Het eiland Utopia
Geen geld
BW rMM
V\
i
FW
'^k
U
.1
$.3
i.
rder.
IC
A
Pr
f4?
.'al
-
a 0 jjjy
I» lUftS
Een waarlijk gulden boekje over de beste staatsregeling en over het nieuwe
eiland Utopia, zowel heilzaam als vermakelijk, geschreven door de voortreffelij
ke en zeer welsprekende Thomas More, burger van de wijdvermaarde stad
Londen.
di'-iiaK-
------- ------- -
’'9P'
I
Het ware Utopia van Thomas More
I
7\_-
h
löi-
In het jaar 1515 werd Thomas More
door zijn koning Hendrik VIII naar
Vlaanderen gezonden om daar met ge
zanten van Karel V overleg te plegen
over staatszaken. Toen partijen het niet
eens konden worden gingen de Spaanse
afgevaardigden nadere instructies halen
in Brussel en More maakte van Brugge,
waar de conferentie plaats vond, een
uitstapje naar Antwerpen. Hij kende de
secretaris van die stad, Pieter Gilles, die
zich bereid had verklaard de Engelsman
de schoonheden der bekende havenstad
te laten zien.
More vertelt nu dat Gilles hem op
straat voorstelde aan een vreemdeling
met een lange baard, door de zon ge
bruinde gelaatstrekken, gehuld in een
lange mantel van eigenaardige snit. De
vreemde bleek een Portugees te zijn die
luisterde naar de naam Rafaël Hythlo-
daeus, wat zoigjs betekent als praatjes
maker, zwetser, fantast. Het drietal raak
te in gesprek en nu bleek Rafaël onge
veer de gehele wereld te hebben bevaren,
voornamelijk op de vloot van de ontdek
kingsreiziger Amerigo Vespucci, aan wie
Amerika zijn naam dankt. Aanvankelijk
ging het gesprek over de sociale en eco
nomische omstandigheden in Engeland,
dat Rafaël ook had bereisd, maar daarna
beloofde hij zijn vrienden de schildering
van een ideale maatschappij die hij had
leren kennen op een eiland Utopia, gele
gen tussen Zuid-Amerika en het huidige
Indonesië. Vijf jaar had hij daar doorge
bracht en hij kende het land en het volk
dus door en door.
oog, niet hinderlijk voor de bewegingen
en geëigend zowel voor hitte als voor
kou. Even eenvoudig zijn hun maaltij
den, die zij gezamenlijk plegen te nutti
gen. Zij kennen dus het begrip centrale
keuken. Tijdens de maaltijd wordt iets
voorgelezen, ’s avonds wordt muziek ge
maakt onder het eten. Bijzondere zorg
wijden de Utopiërs aan de zieken. De
hospitalen zijn voorbeelden van rein
heid, de besmettelijke zieken worden ge
ïsoleerd en er zijn afzonderlijke kraam
zalen. De jonge moeders zogen hun kin
deren zelf, maar die blijven daar in de
zogenaamde voedsterverblijven tot ze
vijf jaar zijn. De Utopiërs vinden name
lijk dat de opvoeding in de eerste levens
jaren moet worden toevertrouwd aan
deskundigen. Merkwaardig is voorts hun
opvatting over ongeneeslijk zieken die
veel pijn lijden: de priesters raden hun
aan zelf de dood te zoeken door een
dodelijke slaapdrank te drinken. De be
slissing blijft echter aan de patiënt en
hier js dus duidelijk sprake van vrijwilli
ge euthanasie.
Vóór de komst van de grote stichter
van het rijk Utopus waren de bewoners
van het eiland in allerlei godsdienstoorlo
gen gewikkeld, maar zodra hij de over
winning had behaald vaardigde hij een
wet uit die volledige godsdienstvrijheid
aan iedereen waarborgde. Wie een ander
wil bekeren mag dat doen, maar alleen
door redenering en op vreedzame wijze.
Wie dat gebod overtreedt wordt verban
nen. Zo zijn er in Utopia aanhangers van
tal van godsdiensten en debatten tussen
hun priesters worden niet slechts geduld,
maar zelfs bevorderd, want de mensen
De eerste editie van Sir
Thomas More s „Utopia
In het Latijn - werd in 1516
in Leuven gepubliceerd. De
eerste Engelse vertaling,
door Ralph Robynson, ver
scheen pas In 1551. Deze
illustratie la afkomstig uit
de Baselse editie van 1518
en toont de Portugese zee
man Raphael Hytholdaens
met More In gesprek over
zijn ervaringen in Utopia.
En met dit harde oordeel eindigt zijn
verhaal en eindigt ook het waarlijk gul
den boekje waarin More dit allemaal
opschreef. Als een les voor zijn tijdgeno
ten, maar niet alleen voor hen. Ook voor
ons. Maar zolang we het woord utopie
blijven omschrijven als onbereikbaar
ideaal, niet te verwezenlijken droom
beeld, zal de wereld blijven zoals ze is.
zijn ervan overtuigd dat verstandige be
wijsgronden hen van mening kunnen
doen veranderen. In één opzicht stem
men al die geloven met elkaar overeen:
zij aanvaarden een opperwezen dat zij
meer als de schepper van de wereld dan
als de bestuurder beschouwen. Hoe hij
die godheid wil vereren moet ieder voor
zich uitmaken. Alleen atheïsten zijn uit
gesloten van het bestuur der gemeen
schap en zij mogen hun opvattingen ook
niet in het openbaar verkondigen. Ge
straft of vervolgd worden zij echter niet.
Het getal der priesters is beperkt tot 13
per stad, voor elke kerk één. Zij worden
door het volk gekozen en door het pries
tercollege gewijd. Zij verzorgen de gods
dienst, waken over de zeden en voeden
de jeugd op. Zij mogen trouwen en vrou
wen worden ook tot het priesterambt
toegelaten.
De Utopiërs stellen er een eer in een
voudig en praktisch te leven. De kleren
die zij dragen, zijn alle van dezelfde snit,
behalve dan dat de kleding der mannen
verschilt van die der vrouwen en die der
gehuwden van die der ongehuwden. De
snit is natuurlijk niet aan modegrillen
onderhevig, ze is aangenaam voor het
Bij de Utopiërs heersen strenge zede-
wetten. Wie zich vóór het huwelijk over
geeft aan wat zij verboden lust noemen,
wordt streng gestraft. Wie overspel
pleegt wordt tot slaaf gemaakt en wie
deze zonde voor de tweede maal begaat
wordt met de dood gestraft. Maar in
bepaalde gevallen is echtscheiding moge
lijk, bijvoorbeeld bij ondraaglijk slecht
gedrag van de ene partij. Wordt zo’n
huwelijk ontbonden, dan mag de niet-
schuldige opnieuw trouwen, de schuldige
niet. Wanneer een jongeman en een meis
je besluiten te trouwen voltrekt zich eerst
een eigenaardig ceremonieel. Onder toe
zicht van een bejaarde vrouw en een
grijsaard toont het meisje zich naakt aan
haar bruidegom en hij zich naakt aan
haar. Daarna kunnen zij elkaar hun
woord teruggeven. De Utopiërs zeggen
rX.
aiicl
,U:
in de zin die de eerste christenen aan dat
begrip gaven. Geld kennen zij niet,
privaatbezit evenmin. Iedereen werkt
voor de gemeenschap en de gemeen
schap zorgt ervoor dat iedereen krijgt
wat hij behoeft. Wanneer het platteland
behoefte heeft aan iets dat in de stad
wordt vervaardigd, gaan enige boeren
daarheen en ontvangen wat zij nodig
hebben. Er is geen enkele reden waarom
zij méér zouden vragen, want wat zouden
zij ermee doen? Op de markten en in de
magazijnen ligt alles en is ter beschik
king van een ieder. Diefstal is dus onbe
kend in Utopia. Daar komt nog bij dat
deze eilandbewoners van kindsbeen af
wordt geleerd dat goud en edelgesteen
ten nietswaardig zijn. Diamanten en
paarlen zijn kinderspeelgoed en de vol
wassene die er zich mee zou versieren
wordt uitgelachen om zijn kinderachtig
heid. En van goud maakt de smid het
nederigste vaatwerk: de po.
Él®»
au ai
Het eiland Utopia, dat wil zeggen: Ner-
gensland, dat daar verloren ligt in de
oneindige oceaan, heeft de vorm van een
halve maan. Het dankt zijn wetgeving en
zijn maatschappelijke orde aan een le
gendarische held Utopus, die de barbaar
se bevolking tot een natie maakte en het
eiland zijn naam gaf. Nu liggen er op
regelmatige afstanden vierentwintig
mooie steden op, die alle op dezelfde
wijze zijn aangelegd met brede straten
die tegen de wind beschut worden door
dat men immers zelfs geen paard koopt
zonder het te onderzoeken op verborgen
gebreken; waarom zal men dan iemand
levenslang tot partner nemen zonder
meer dan zijn gezicht te hebben gezien?
Eigenlijk moest een man een vrouw trou
wen om haar goede eigenschappen, maar
zo wijs zijn ze niet allemaal en men moet
toegeven dat een mooi lichaam de beko
ring van de geest verhoogt.
Natuurlijk is de man de baas in huis,
maar de vrouw, die ook tot werken voor
de gemeenschap verplicht is, leert ook
een ambacht. Zelfs volgt zij haar man in
de oorlog en strijdt aan zijn zijde, maar
oorlogszuchtig is het volk der Utopiërs
geenszins, integendeel: zij verafschuwen
de krijg en laten die, wanneer ze onver
hoopt toch uitbreekt, zo mogelijk door
huurtroepen uitvechten. Maken zij
krijgsgevangenen, dan worden die hun
slaven. Maar slavenkinderen zijn weer
vrije mensen. De slaven worden geke
tend met boeien die van goud zijn ver
vaardigd en te werk gesteld in de abat
toirs en slagerswinkels. De opvatting der
Utopiërs is namelijk dat de gewoonte
dieren te slachten invloed zal hebben op
het menselijk hart en het medelijden, die
edelste aller neigingen, allengs zal verdo
ven. Daarom liggen de abattoirs ook bui
ten de steden.
Wanneer Rafaël op deze wijze het volk
der Utopiërs, hun opvattingen en leefwij
ze heeft geschilderd, vergelijkt hij de
toestanden die hij daar aantrof met die
van andere volkeren. Wat mij betreft,
roept hij uit, ik heb bij de overige naties
nergens de geringste sporen van gerech
tigheid en billijkheid gevonden. Is een
maatschappij niet onbillijk die zoveel
goederen verkwist aan de voorname lie
den, terwijl zij geen deelneming of zorgt
toont voor het lot van de landman, de
dagloner, de handwerksman zonder wie
toch een maatschappij niet bestaan kan
De rijken verminderen het loon der ar
men niet alleen door allerlei slinkse
streken, maar ook door het uitvaardigen
van wetten die die vermindering beogen.
God vergeve mij, maar ik zie in onze
staten niets dan een samenzwering der
rijken die onder het uithangbord van de
Staat alleen doen wat zijzelf willen.
Mil®
rijen fraaie grote gebouwen met één
goed verzorgde gemeenschappelijke tuin
erachter, waarin vruchten en bloemen
worden gekweekt. Er is een voortduren
de wedijver tussen de verschillende stra
ten welke tuin het mooist is. Rondom de
steden liggen de akkers die bebouwd
worden door de burgers. Die verblijven
daartoe, twee jaar in boerderijen die wel
voorzien zijn van landbouwwerktuigen.
Daarna wisselen zij op zo’n wijze dat elk
jaar de nieuwkomers onderricht ontvan
gen van degenen, die al een jaar op het
land hebben gewoond en het vak kennen.
Niemand behoeft dus langer dan twee
jaar de vermoeiende en harde landar
beid te verrichten, maar ook niemand is
er van vrijgesteld.
Naast de landbouw leert ieder een vak,
hij wordt smid, metselaar, timmerman,
leert wol of vlas bewerken of een andere
nuttige bezigheid verrichten. Uit het feit
dat in Utopia iedereen moet werken, zo
dat er geen bevolkingsgroepen zijn die,
zoals bij ons, ging Rafaël verder, zich aan
de arbeid onttrekken: de priesters, de
adel, de rijken, vloeit voort dat niemand
zich hoeft af te beulen als een lastdier. En
toch is dat haast overal het lot van de
arbeiders, behalve dan in Utopia. Slechts
zes uur per dag wordt er gewerkt: drie
uur in de voormiddag, waarna zij gaan
eten; daarna volgt een rusttijd van twee
uur, waarna weer drie uur gewerkt
wordt. Dan neemt iedereen het avond
maal en om 8 uur is de algemene bed
tijd. Al de overige uren besteedt ieder
naar welgevallen. Sommigen wijden die
tijd aan studie en er is zelfs een mogelijk
heid vrijstelling van arbeid te krijgen om
uitsluitend en voortdurend te studeren.
Voldoet zo’n vrijgestelde niet aan de ver
wachting, dan wordt hij weer onder de
handwerkslieden geplaatst. Uit degenen
die met goed gevolg studeren, worden de
hoge ambtenaren gekozen. Dezen op hun
beurt kiezen de vorst uit een viertal kan
didaten hun door de volksvergadering
van alle volwassen mannelijke Utopiërs
voorgesteld. De vorst regeert levenslang,
maar alle ambtenaren moeten jaarlijks
herkozen worden en wie niet Voldoet
verliest zijn ambt.
De Utopiërs leven in een communisti
sche maatschappij, communistisch dan
plf?
■iï;
r k
k 4
Mm
r-..
•0«
F:?’ .'i-'
wOwc:;"
BÉiSdl
ifwr
••l