Gentse theatergroep vertilt zich nogal aan musea Theater tegen de grond Kunstdiefstal in Melbourne Zuyderland fascineert met afbreuk aan de perfectie Kunstbezit brengt in de knel X /paarbank uua/t nedetland (nik ivni (L)”() tiu! „Een rekonstruktie” Magisch spel rond metroschilderijen in Stedelijk in Amsterdam Het zou niet onverstandig zijn nu al een goed verzorgde ZOMERREIS te boeken bij de Nutsspaarbank West Nederland. Er zijn nog volop mogelijkheden. Loop even bij ons binnen vooreen advies of snuffel eens in die gratis verkrijgbare NECKERMANN vakantiegidsen. Doe het nu! ITALIË KAMPT MET GROTE DIEFSTALLEN Amsterdam onderscheidt Simön Carmiggelt aliteit ort N VN Martijn Devalck Symmetrie 12 WOENSDAG 3 KUNST JANUARI 13 19 7 9 t.' NECKERMANN AMSTERDAM. In hetzelfde Stedelijk Museum in Amsterdam, waar ook de architectuurtentoon- stelling over de Fin Alvar Aalto wordt gehouden waarover wij reeds eerder schreven, is een fas cinerende tentoonstelling te zien van metro-schilderijen van Siet Zuyderland. De expositie is veel minder omvattend dan die van Aalto, maar zorgt wel voor een minstens zo belangrijke beleve nis. Zuyderland, geboren in 1942, kreeg eerder bekendheid door zijn gevangenisschilderijen, gere produceerd in het met de schrij ver Bernlef samengestelde boek BajesmafAansluitend op het ma ken van die serie bezocht hij me- tro-stations in onder andere Ca nada, de Verenigde Staten, Mexi co, Japan en Rusland Het resul taat is ongelofelijk. AMSTERDAM. Honi soit qui mal y pense, oftewel schande voor hem die er wat kwaads van denkt, zo staat er ergens geschreven in het programmaboekje, dat de voorstelling „Brei, een rekon struktie” van het Gentse Teater Arena vergezelt. En zo is het ook. Wie zijn wij dat we kwaad mogen denken van een hommage aan de grote, eind vorig jaar overleden, Belgische chansonnier Jacques Brei? Vooral als die van zijn Vlaamse landgenoten afkomstig is! En als we weten dat scenario schrijver Walter Ertvelt, nog toen Brei het leven had, al rondliep met plannen voor een soortement musical dat op diens grillige loop baan gebaseerd moest zijn, dan denken we dus helemaal niet aan mogelijke lijkenpikkerij. s 1 F F Arena mist visie op Jacques Brei M157 1 n (ADVERTENTIE) eneweg r1 ar „Brei, een rekonstruktie” is een avond vullende voorstelling die Teater Arena - een gezelschap met een eigen vestzakthea- ter aan de Gentse Ooievaarstraat - van avond en morgenavond nog in het Amster damse theater De Kleine Komedie brengt. Na het zien van deze als muziektheater stuk zowel als recital geafficheerde collage wil ik wel in de zuivere bedoelingen van Ertvelt, Arena en regisseur Jaak van de Velde geloven, althans voor zover het als loftuiting bedoelde uitgangspunt betreft. In praktische zin vertilt het gezelschap, dat zo gaarne zegt het muziektheater in België te willen stimuleren, zich nog wel eens aan haar zelf geformuleerde opdracht. De ganse avond trekt vrij statisch aan uw geest voorbij, zodat muziektheater een te ruim zittend kledingstuk lijkt te zijn, terwijl de benaming recital het zwaar op de proef gestelde strottehoofd te zeer be knelt om adequaat te zijn. Wat het dan wel is? Het voorste deel van het speelvlak biedt de aanblik van wat een van die cafés- chantants in Parijs moet lijken, waar Brei zijn vlucht uit het bekrompen, kleinbur gerlijke België zijn toevlucht en kunstzin nige erkenning zocht. We schrijven de ja- ren vijftig. De attributen zijn een tafeltje, caféstoeltjes, anderhalve fles pinard en drie vocalisten-acteurs. Tegen de achter wand zit een bepaald niet onverdienstelijk zesmanscombo geplakt. Het gesproken en gezongen woord wordt in „Brei, een rekonstruktie” verricht door Marijn Devalck, Wim Huys en Carmen Jonckheere. Verbaal voldoende, vokaal en visueel noch regietechnisch niet. Het valt niet op als verhaald wordt hoe Brei zijn België verliet, zijn Vlaanderen ontgroeide, koos voor het poëtischer en riskanter Pa rijs; hoe 'Brei zich daar bijkans kapot werkte totdat de roem hem boven het hoofd steeg en hem kopschuw maakte. Het doet zelfs niet bezwaarlijk aan de grote Jacques zelf even aan het woord en al zingende (in Burgerij) te horen; ook al is het om zijn verbondenheid met het Vlaam se te onderstrepen. En ach, om een chrono logie aan te houden is het glibberen om ’s mans einde te illustreren aan de hand van chansons als Le Moribond (de sterven de) en Le dernier repas (H$t laatste avond maal). Het neemt allemaal niet weg, dat van een echte rekonstruktie geen sprake kan zijn, zolang de regie houterig acteren en pathe tiek oplevert waar het grote voorbeeld ongedwongen, emotierijk en vitaal op het podium placht te staan. De hele montage doet daarbij nogal gewild aan, met licht beelden van Brei om diens artistieke aan wezigheid te accentueren. Tot een eigen visie op de persoon van Brei komt Arena, zo moet ik spijtig constateren, niet, ’s Mans Vlaamse ondergrond wordt wel telkens onderstreept, maar zijn felste, anti-Vlaam se Les Flamingrantes krijgen we in tegen stelling tot de overige door de sublieme Ernst van Altena vertaalde chansons in het Frans te horen; zodat Brels haat-liefde- verhouding tot Vlaanderenland te weinig wordt uitgespit. Tot slot, het in mijn ogen meest essentië le criterium: in hoeverre slagen de acteurs- zangers erin om Brels zowel hartstochtelij ke als tedere zangtalent op te roepen? Als dat voorbehouden zou zijn geweest aan Martijn Devalck alleen, dan zou Ertvelt de voorstelling als aangekleed recital hebben kunnen redden. Devalck zingt niet alleen goed, toonvast, maar emotineel geladen en gedurfd voordragend. Tot zijn peil komt geen van de anderen, hoewel Wim Huys ondanks enkele zwakke momenten (onze- Wat het meest frappeert is misschien het doodgewone van de werkwijze van Zuy derland. Een kamer vol schetsen toont een vorm van registratie, die bij iedereen, soms wat meer, soms wat minder, de basis is van de ruimtelijke gewaarwording. Wie door een willekeurige ruimte loopt legt, bewust of onbewust, de dimensies ervan vast. Wie in één richting door een kamer loopt, zich vervolgens omdraait en terug keert wordt bij die tweede gang voor min der verrassingen geplaatst dan bij de eer ste. In die tweede fase is er ruimte om andere dingen op te merken: een deur, een trap, een kleur of een glans. Zo maakt iedere ervaring de volgende mogelijk In de schetsen van Zuyderland is dit principe prachtig te zien. Hij noteert in eerste instantie de totale ruimte met er gens een-slordig geplaatste roltrap erin. De volgende tekening toont de trap zelf, eerst getekend en vervolgens voorzien van inge krabbelde notities betreffende kleur of karakter van de textuur van de verschil lende vlakken. Licht en kleine details als lettertekens krijgen evenveel aandacht als constructieprincipes. Na deze voorstudies zijn de schilderijen in feite een heel persoonlijke uitbreiding van de kunstenaar. Wie in de schetsen leest, dat iets blauw is, heeft daar zijn eigen voorsteling van. Dat kan een voor stelling zijn, die geheel verschilt van de pseudo-werkelijkheid, die Zuyderland ons voorschotelt Voor wie geïnteresseerd is in de manier waarop de mens zijn omgeving verwerkt, is het een magisch spel om heen en weer te lopen tusen schilderij en schets, dat wil zeggen: tussen beeld en systeem De man zag de vrouw haast identiek aan hoe hij over Vlaanderen oordeelde. Car men Jonckheere is echter terecht een be scheiden rol toegedacht. Pathetisch dekla- merend komt ze in Laat me niet alleen (Ne me quitte pas) en het Lied van de oudere minnaars (La chanson des vieux amants) een heel eind, om telkens zingend haar doel voorbij te schieten. Helaas ontbeert ze een zuivere en vooral toonvaste stem. Het doet allemaal niet af aan Brels muziek, die hier en daar gewaagd stevig gebracht en ondanks alles de rekonstruktie lijkt te do mineren. Als u daar gek op bent, is Teater Arena een bezoekje dus wel waard. JOHN OOMKES Dat het vrouwelijk element wat beschei den vertegenwoordigd is in „Brei, een re konstruktie” hoeft niemand te verbazen. Zuyderland suggereert iets perfects, maar doet er tegelijkertijd bewust afbreuk aan. De morbide glans van het ondergrondse vervoer en van vlekkeloze roltrappen wor den geconfronteerd met troosteloos af bladderende muren. Een tweede element, dat zich opdringt, is het ontbreken van afbeeldingen van men sen, zoals die ook afwezig waren in zijn gevangenis-schilderijen. Bernlef ziet een groot verschil tussen de twee series: „Ach ter de geschilderde gevangenisdeuren kon men zich nog mensen met een sensationeel strafblad voorstellen, de lege interieurs van metrostations bieden met hun gladde afgetegelde wanden de fantasie van de toeschouwer zelfs dat houvast niet meer”. Carmiggelt kreeg de onderscheiding om dat hij onlangs 65 jaar werd en al jaren lang met zijn rubriek „Kronkel” in het dagblad Het Parool „een aparte kijk geeft Wat in de tentoonstellingsruimten staat is slechts het topje van de ijsberg. Nog lang niet alles is door de archeologen gecatalogiseerd en geordend. Zij geven voorrang aan de catalogisering van wat er in de souterrains en op de zolders ligt en de catalogus groeit dan ook per jaar met rond de 130.000 stukken. Met hun mening klaarstaande critici uit het buitenland krijgen van de Italia nen veelal ten antwoord: het kunstpa trimonium is niet alleen van Italië, maar behoort aan de hele internationa le kunstwereld. Zij zou dan ook moeten delen in de financiële lasten die zulk bezit en zijn onderhoud meebrengen. Volgens de politie moeten de dieven hun slag hebben geslagen tussen 28 december en 2 januari. Ze zijn daarbij volgens haar zeggen selectief te werk gegaan en hadden het vooral gemunt op werken die in bezit waren van de van oorsprong Poolse verza melaar Joseph Brown. De gestolen werken zijn van de hand van bekende Australische kunstenaars zoals William Dobell, Arthur Boyd en Tom Ro berts. De politie, die het vermoeden heeft dat de verzameling naar het buitenland zal worden verkocht, heeft Interpol over de diefstal ingelicht. Wanneer een toerist uit het buiten land vergeefs aan de deur van een klein museum heeft aangebeld, laat hij di kwijls een stroom verwensingen aan het adres van „die Italianen” los, zon der even stil te staan bij de problemen die een land met zulk een immense kunstschat heeft. Er is zoveel dat het allemaal onmogelijk uitgestald kan worden. Ongeveer tachtig procent der kunst werken en vondsten liggen in de souter rains en op de zolders van de musea. Een opvallend kenmerk van Zuyder- lands werk is zijn voorliefde voor de sym metrie in het totaalbeeld, die echter bijna altijd verstoord wordt. Wie ooit een metro station bezocht heeft, weet dat dat niet direkt de plaats is waar van een domine- AMSTERDAM (ANP). Simon Car miggelt heeft uit handen van de Amster damse burgemeester Polak de zilveren eremedaille van de Stad Amsterdam ont vangen. nforma- (Van onze kunstredactie) ROME. Geen land ter wereld heeft zoveel kunstschatten, antieke monu menten en musea als Italië. Er is waar schijnlijk ook geen land dat zo dikwijls nalatigheid bij het omgaan met dit cul turele erfgoed in de schoenen gescho ven wordt. In de voorbije tien jaar zijn uit de Italiaanse musea ongeveer zes duizend tentoongestelde werken ver dwenen. Dat cijfer staat nog los van de vele diefstallen die regelmatig in de volstrekt onbeschermde kerken plaats hebben. Er zijn in Italië te weinig suppoosten en te weinig alarmsystemen. Kortgele den maakte men van overheidszijde bekend dat van de 142 grote rijksmusea er slechts 45 een dergelijke installatie hebben. Met een begroting van 145 mil jard lire (ongeveer 360 miljoen gulden) voor het afgelopen jaar kan men zich ook moeilijk bokkesprongen permitte ren. In 1979 kan het betreffende depar tement voor cultuur beschikken over een twee maal zo hoge begroting, maar ook dat zal de misère rond de musea niet kunnen verhelpen. Ook de toegangsprijzen dragen niet bij tot de dekking van de uitgaven, want zij zijn naar verhouding zeer laag (ongeveer tussen de twintig en veertig cents) en op zondag is de entree zelfs gratis. Waarschijnlijk zou het economi scher zijn van deze inkomsten af te zien, want beheer en tozicht vragen meer geld dan wat binnenkomt. Het Vaticaan in Rome vraagt overi gens hogere toegangsprijzen. Een be zoek aan de musea aldaar kost 1500 lire oftewel ruim 3,50 gulden. Als men be denkt dat zij het afgelopen jaar ander half miljoen bezoekers trokken, dan zet dat zoden aan de dijk bij het in stand houden van het Vaticaanse patrimoni um. nuiden toerca- ns een stalling IJmui- t ik een NGELS 3 op? A. Schelde- >m. Tel ü- Marijn Devalck en Wim Huys zoeken steun bij elkaar in Brels De nuttelozen van de nacht (Les paumés du petit matin). ker inzetten, tekst lezen) zeker aanvaard baar overkomt in Wie volgt (Au Suivant) en Dat soort volk (Ces gens la). ü- Siet Zuyderland: Metrostation Tokyo, olie op doek, 1978. kunstenaar opgevoerde symmetrie in hoge mate geconstrueerd is en dat feit maakt de aantasting tot een extra groot avontuur. van de Theaterunie, moet plaatsmaken voor het nieuwe Belgisch Cultureel Centrum waarvoor enige tijd geleden de eerste paal werd geslagen. (Van onze kunstredactie) MELBOURNE. Uit een privé-exposi- tieruimte in de Australische stad is een honderdtal schilderijen gestolen met een geschatte waarde van ongeveer vier mil joen gulden, zo is door de politie meege deeld. Waar de activiteit van kunstdieven niet aflaat vormt de bewaking van mu sea en de ruim 2.000 hectare aan oud heidkundige opgravingsterreinen een probleem op zich. Vooral omdat er zo weinig suppoosten zijn, zijn maar 1.985 tentoonstellingsruimten van staatsbezit op de 3.425 voor het publiek geopend. In veel niet direct langs de route gelegen musea komt in de winter maanden nog geen handvol bezoekers - toch moeten ze geopend, bewaakt, ver warmd en onderhouden worden. Van het tot voor kort nog zo intieme theater De Brakke Grond in Amsterdam rest op het ogenblik alleen nog de gevel aan de Oude Zijds Voorburgwal. Het gebouw dat een prachtig fin-de-siècle interieur had en onderdak bood aan onder meer gezelschappen Zijn ongelijk komt het best tot uiting in een uitspraak van Zuyderland zelf (in Ba jesmaf): „Mijn schilderijen roepen altijd iets op, dat of gebeurd is, óf nog gebeuren moet”. Zonder mensen te laten zien wordt de gebouwde omgeving natuurlijk nooit een object op zich (wat Bernlef eigenlijk suggereert). In tegendeeld zelfs, de ruimte krijgt misschien meer dan anders de kans menselijke activiteit te veronderstellen. Een trap, afgestemd op de menselijke maat; een opschrift, bedoeld om door men sen gelezen te worden; slijtage van objek- ten onder invloed van het menselijk ge bruik ervan: het zijn tekens, die alle naar de mens verwijzen. Als bij het bekijken van een „sad movie”, kan je bij Zuyder land uren blijven staan wachten om te zien of er op een gegeven moment niet toch ineens iemand het verlaten beeld inloopt. De kracht van zijn schilderijen ligt in het tijdelijk karakter van een volstrekt stabiel beeld. (Tot en met 14 januari, dagelijks van 9.30- 17 uur, op zondag vanaf 13 uur). >ël, Hul- nderde- wielen an, win- M h I ■-> - X Dat brengt met zich mee, dat de door de MAARTEN KLOOS sen.”

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 13