Innerlijke uitdrukkingskracht ontbreekt bij violist Accardo Goed toneel door Kiss The Birthday Party in Filmer Harrie Hosman bekroond Drie uitgaven bewijs voor groeiende interesse voor discologie De platenhoes, veel meer dan een kaft ag 3 /paarbank wa/t nederland I Magnifieke Tweede Symfonie van Schumann bij NPO Oudere Pinter blijft vragen oproepen Loop even bij ons binnen vooreen advies of snuffel eens in die gratis verkrijgbare NECKERMANN vakantiegidsen. Doe het nu! A i. i Het zou niet onverstandig zijn nu al een goed verzorgde ZOMERREIS te boeken bij de Nutsspaarbank West Nederland. Er zijn nog volop mogelijkheden. een bank van deze tijd III N VN IHi w 13 WOENSDAG 1 0 JANUARI 19 7 9 KUNST 2 NECKERMANN 1 a» w HAARLEM. Meteen al in het uitzonderlijk mooi gerealiseerde crescendo in de hobopartij aan het begin van Rossini’s Barbier- ouverture, kon je gisteravond merken dat André Vandernoot vastbesloten was zijn Noordhol- lands Philharmonisch Orkest tot maximaal expressief spel te be wegen. Dat een van de violisten het thema een maat te vroeg inzet is dan jammer, maar beslist min der erg dan dat er onderkoeld gemusiceerd wordt. Beperkter Schellak h Weerslag A r I H J - V tl O isri i (ADVERTENTIE) De Italiaanse violist Salvatore Accardo (Van onze kunstredactie) «ft* :al bibliotheek KO VAN LEEUWEN een cers, ster- and. loek- van "ing iels, uto- am. Voorbeeld van adequate visuele informatie op een jazzplatenhoes, Undercurrent van Bill Evans en Jim Hall. in de humoristische en de beklemmende aspecten een goed gedoseerde aandacht krijgen. jen in nd iste ien Een monumentaal maar lyrisch opgezet werk als dat van Brahms, bleek voor Sal vatore Accardo dan ook geen gelukkige keuze. De solopartij hoort weliswaar tot de moeilijkst speelbare categorie met exhor- bitante eisen inzake intonatie, maar het gaat het toch strikt genomen nu juist hele maal niet om externe virtuositeit. Hier ligt het accent op innerlijke uitdrukkings- Zoals men vorig seizoen heeft kunnen vaststellen op een Amsterdams concert door het Nederlands Kamerorkest waarbij Accardo toen de solist was en tevens de directie voerde, is deze musicus vooral uit op het etaleren van violistische trucs, waar hij overigens niet altijd zonder kleerscheu ren doorheen komt. Het tegendeel was het geval. Je dacht: hier wordt vast afgestemd op de romanti sche solist van deze avond, de 37-jarige Italiaanse viool-virtuoos Salvatore Accar do, die op dit vierde A-serieconcert in het Haarlems Concertgebouw de vertolking van Brahms’ Vioolconcert op zich zou ne men. kracht. En Accardo is er blijkbaar niet de persoonlijkheid naar om de expressiviteit van een dergelijke solopartij tot op de bodem toe uit te diepen. Het uitzingen van de pastorale melodie van het middendeel, met inderdaad prach tig warme toonvorming en verfijning in de de fijn geciseleerde lijnen van het or- kestspel omrankende arabesken, boden wat dat betreft wel enig soelaas ten opzich te van de tamelijk intiem maar tegelijk nen in de Eerste Jan van der Heijdenstraat in Amsterdam wordt verricht. Volwassen analfabeten leren daar lezen en schrijven. De prijs voor de beste academiefilm werd twee jaar geleden ingesteld door de club Cine-q, die maandelijks een contact middag organiseert voor degenen die in het filmbedrijf actief zijn. De tweede prijs ging naar „Verduiveld” van Martin Cohen en Sjoerd Jansen, die eveneens aan de filmacademie verbonden zijn. De jury bestond zoals altijd bij de Cine-q-prijs uit publiek. In totaal waren negen films ingezonden. enigszins mat en neutraal voorgedragen boekdelen. Het zo belangrijke eerste deel miste gloed en temperament en zelfs de finale, met het zonder enige veerkracht neergezette Slavisch getinte hoofdthema, klonk min of meer geremd. 188 L? tuis am HAARLEM. Harold Pinters toneel stuk The Birthday Party, geschreven in de jaren vijftig, en niet lang daarna, in het begin van de jaren zestig veelvuldig bij ons opgevoerd onder de titel Het Verjaar dagsfeest, wordt nu gespeeld door het internationaal samengestelde gezelschap Kiss. De groep, die in ons land werkt en met tal van produkties (o.a. Salomé, dat nog op het repertoire staat en de Oresteia) in Haarlem eerder in de Toneelschuur te zien was, speelde Pinters stuk dinsdag avond in de Stadsschouwburg. Birthday Party in het oorspronkelijke Engels en in een heel verdienstelijke opvoering, waar- Het interessante van een toneelschrijver als Pinter is, dat naar mate je zijn stukken in chronologische volgorde bekijkt, duide lijk wordt dat hij een steeds sterkere grip krijgt op de karakters in die stukken. Birthday Party is een van de eerste toneel werken die Pinter schreef. Er is een dra matische spanningsopbouw in bereikt die tot een boeiende toneelervaring kan lei den, maar het stuk zit vol niet beantwoor de vragen. Wat zijn het voor mensen en hoe zijn ze zo geworden, dat vraag je je af als je het stuk opnieuw ziet. Vergelijk ik dat met Pinters nieuwste stuk, Betrayal (Bedrog), nog niet zo lang geleden in pre mière gegaan in Londen, dan zie ik daarin veel meer uitgekristalliseerde karakters. Maar dat vage, dat onbestemde, voor het gemak al gauw met het etiketje absurdis me beplakt, dan hoef je het niet te begrij pen, is in Birthday Party nog volop aanwe zig. In een volks verlopen pension, gedre ven door een redderende lichtelijk getikte vrouw en haar uitgebluste man die ook nog strandstoelen verhuurt, woont sinds een jaar een zekere Stanley. Vroeger was Stanley pianist en hij heeft zelfs een keer een concert gegeven, maar veel méér kan hij zich niet over zichzelf herinneren. Stan ley’s carrière is gebroken door iets dat we niet aan de weet komen. In elk geval, in het armoedige pension vindt hij rust en be wondering. Op een noodlotsdag wordt die rust ver dreven. Twee mannen nemen dan voor enkele dagen hun intrek in „zijn” pension. Mysterieuze mannen, die naar later blijkt Stanley komen halen om wraak te nemen op iets waar we ook niets over horen. Wel wordt er wat vaags gezegd over een orga nisatie die door Stanley zou zijn verraden, doordat hij zich terugtrok. Er wordt de aan geheugenverlies lijdende jongen aan het verstand gebracht dat hij jarig is en er wordt een partijtje geforceerd dat ijzing wekkend afloopt. Onder regie van Jean Pierre Voos is er bij Kiss een merkwaardige voorstelling van dit stuk ontstaan. De spelers die het pensionechtpaar spelen (John Du Feu en de Nederlandse Jepke Goudsmid) zijn ei genlijk te jong voor die rollen. Daarom denk ik aanvankelijk met een karikaturale opvoering te maken te hebben, maar al gauw blijkt dat beslist niet het geval. Kiss speelt Birthday Party gewoon naturalis tisch, al zijn er enkele subtiele lichteffec ten die de kortsluitingen in Stanley’s geest aangeven, zoals het in fasen iets donkerder worden bij het verhoor en enkele oplich tingen tegen het slot, vlak voordat Stanley wordt weggevoerd. Kiss is een gezelschap dat niet over het geld beschikt een voorstelling in een schouwburg royaal in het decor te zetten. De groep trad voorheen nauwelijks op in theaters met een lijsttoneel. Maar een op voering als deze kan het stellen met wat er aan toneelbeeld te zien was. De essentie van de zinloosheid die Pinter graag laat zien, is hier schitterend in beeld gebracht door het doorgeefluik, waar de vrouw Meg eerst haar bord cornflakes neerzet om het dan zelf aan de andere kant weer op te halen. Aantrekkelijk spel bij Kiss van eerder genoemde Jepke Goudsmit die laat zien hoe een jongere actrice een oudere vrouw speelt, maar vooral van Dick Lawton als de pesterige Stanley wiens geest niet tegen de opdringende angst bestand is. Matthijs Rümke met zijn mefisto-kop speelt Gold berg, de leidende figuur van de twee man nen die Stanley komen halen, met honing zoet sarcasme waarbij hij laat voelen dat de dreigende ellende onontkoombaar is. t(e) üng ials HAAG. Hosman -Plan- leterings- i-Leasinj ing ran De 979 ste er, am. 37, De in de ouverture op dit NPO-concert gesignaleerde tendens naar maximale ex pressiviteit, vond wél haar voortzetting en dan nog in overtreffende trap, in de na de pauze gegeven Tweede Symfonie van Schumann. Magnifiek; zoals de donkere grondstemming van deze weinig, veel te weinig gespeelde symfonie werd getrof fen. En hoe fijn het Scherzo met zijn beide trio’s klonk, hoe grandioos de spanning bewaard bleef in het aangrijpende adagio met zijn meditatieve intermezzi, en hoe krachtig de noodlotsimpulsen die deze symfonie van het begin af vergezellen tot in de mars-achtige finale werden meege dragen. Een heel bijzondere, buitenge woon indrukwekkende en naar je gevoel authenthieke Schumann. En als het orkest altijd zo op zijn dirigent had gereageerd als op deze avond, zouden er nu waar schijnlijk louter juichende recensies in de NPÓ-plakboeken zitten. JOHAN VAN KEMPEN Jim Ennis, de tweede man, is als McCann een slaafse sadist. Sarah Jane Thurstan verving Jill Greenhalgh in de rol van Lulu, in deze voorstelling een karikatuur van een uitbundige pin-up. The Birthday Party wordt bij Kiss voor afgegaan door The Strongest van Strind berg. Een venijnige korte eenakter over twee vrouwen, allebei actrice, die elkaar in een café ontmoeten. De één (een zwijgende rol) is de minnares geweest van de echtge noot van de ander. Een sarcastisch minia tuurtje, maar niet meer dan een geslaagde vingeroefening van Strindberg, die voor mij voorafgaande aan Pinters stuk niet hoeft. burgerlijkheid. De foto’s op zijn platen hoezen krijgen dan dezelfde zijïgheid als de glamourfoto’s van Hollywoodsterren uit die tijd. Vanzelfsprekend gaat het binnen dit kader niet alleen om het visuele imago van de artiesten en/of musici uit de popu laire of rockmuziek. Grappige contrasten leveren de vergelijkingen met de meer stijlvolle en ook wat gekunstelder jazzal- bums op. Een schitterend voorbeeld van adequate hoes- en dus beeldinformatie geeft het album Undercurrent van Bill Evans en Jim Hall uit 1962. De muziek is onderkoeld en bevat elementen van on bewuste improvisatie. Het plaatje past precies. Als je voor die samenhang van beeld en product (lees dus: geluid) openstaat, dan is het Album Cover Album een boek voor de hèb. Een kijk- en leeswerk dat goed selecterend op de materie ingaat en de hierboven beschreven relatie tussen geluid en beeld op de juiste wijze illus treert aan menig voorbeeld. Twee andere boeken, respectievelijk Bij de traditionele seizoensopruiming, waarbij de zaken in de persoonlijke boe kenkast zo aanvang januari op orde wor den gebracht stiet ik op een drietal uit gaven met als gezamenlijk onderwerp discologie. Ruim honderd jaar nadat Edison de geluiddrager - let wel, nog niet de grammofoonplaat.' - uitvond, heeft het verzamelen van grammofoon platen kennelijk zo’n vlucht genomen, dat het verantwoord is om in een jaar tijds drie boeken het licht te doen zien die elk de platenhoes tot onderwerp heb ben. Discologie; het lijkt een even ridicule term als indertijd deskundologie, maar niets is minder waar. Met name in de Verenigde Staten en Groot-Brittanniè hebben tal van mensen, die hobbiën in het verzamelen van gegevens over platenuitgaven en hoesmateriaal, zich al lang verenigd in genootschappen. Daar worden dan volkomen wetenschappelij ke dissertaties over ogenschijnlijke futi liteiten als de grafische ontwikkelingen betreffende de platenhoezen afgestoken. Ach, futiliteit? Voor de een is een post zegel een simpel hulpmiddel om een brief van de ene naar de andere plaats te versturen, voor de ander is philatelie zijn lust en zijn leven. We dienen voor het juiste begrip natuurlijk goed te beseffen dat een plaat allang geen plaat meer is en een hoes allang geen hoes. Ik bedoel vanzelfsprekend te zeggen dat de ver spreiding van muziek voornamelijk te danken is aan geluidsdragers als de grammofoonplaat en dat zo’n simpele zwarte schijf zo langzamerhand een do cument is geworden waaraan de ontwik keling van een musicus kan worden af ge lezen. Ook de hoes heeft vooral na de econo mische opleving na de Tweede Wereld oorlog een nauwelijks te voorziene ont wikkeling doorgemaakt. Zo’n dubbele kartonnen kaft heeft nauwelijks meer te maken met de bescherming die onze grootouders nodig achtten voor de toen nog schellak platen. Als er nu een min of meer compleet historisch overzicht van de ontwikkeling van de platenhoes wordt samengesteld, zoals in The Book of Re cord Jackets by Hipgnosis and Roger Dean het geval is, dan vormt zo’n discolo- gisch verzamelwerkje allereerst de neerslag van de ontwikkeling van föege- paste grafiek. Voor de Tweede Wereldoorlog zie je daar al de eerste bescheiden bewijzen van. Op een hoes was informatie over de ingesloten geluidsopname bepaald geen luxe; allengs werd de naam van de com positie, de componist en de uitvoeren- de(n) vermeld. Pas na 1945 ontstond zo zoetjesaan de platenhoes zoals we die thans kennen. Na de elementen bescher ming en informatie ging het om heel iets l 2bmerreizen'79 anders. Stijl en imago gingen op een nooit verwachte manier meespelen. De hoes als imago-„drager”? Overtrok ken? Bepaald niet. Zoals vroeger het vetvrije papier waarin de slager zijn vleeswaren verpakte als een soort han delsmerk en blijk van kwaliteit gold, zo vormt de doorzichtige folie van nu het verpakkingsmateriaal dat bij deze „plas tic tijd” hoort. Haast instinctief ervaren we de verpakking cq. de hoes als maatge vend voor de inhoud. Zelfs de kaft van een boek maakt een vooroordeel over de nog te lezen stof makkelijk. Stijl en imago zijn begrippen die in de grafiek en fotografie na 1945 een steeds De grammofoonplatenindustrie, die zich op dezelfde massa richtte, nam ui teraard die toegepaste reclamegrafiek en -fotografie over. Het hoesplaatje werd bepalend voor de inhoud en de sfeer van de opname. Het visuele kaftje moest en zou corresponderen met de lading. Heel duidelijk is dat te zien aan de hierbij afgedrukte hoezen van elpees van Elvis Presley. De hoes van ’s mans eerste al bum was nog de weerslag van de agres sieve rock and roll, die een sterk eroti sche lading had en zich tegen de bour geoisie afzette, later paste Elvis zich mu zikaal zowel als qua imago aan aan de belangrijkere rol gingen spelen. De na oorlogse generaties waren namelijk in steeds sterkere mate visueel ingesteld. Resultaat van de opkomst van de Holly- wood-industrie, de komst van het medi um televisie en de steeds grotere moge lijkheden die fotografie bood. Met name in de reclamewereld nam visuele infor matieverschaffing een grotere positie in dan de verbale. Een ster, dat was een plaatje, een zichtbaar gemaakt stukje hemel. DEN HAAG. Aan de cineast Harrie Hosman is dinsdagavond de Cine-q-prijs voor de beste academiefilm van 1978 toegekend. De bekroonde film is „Hoe schreif ik dat nau", die met camera- assistentie van Paul Kramer werd ver vaardigd. Zowel Hosman als Kramer zijn momen- I teel verbonden aan de Nederlandse filma cademie. Zij hebben met hun winnende film een beeld gegeven van het werk dat aan de dag- en avondschool voor volwasse- The Work of Hipgnosis en Rock Art, zijn beperkter in keus van onderwerp. Zij belichten eigenlijk specifiek de relatie tussen rockmuziek en de aan de harde reclame van de jaren zestig/zeventig ont leende grafiek. Het werk van de Londen- se Hipgnosis studio is daarbij algemeen bekend. In het door de Haarlemse uitge verij Rostrum geïmporteerde boek wordt in het Engels uitvoerig toegelicht wat de ontwerpers telkens heeft bewogen ie mands imago visueel vorm te geven. Rock Art mist dat voordeel, maar heeft als compensatie uitsluitend paginagrote illustraties van platenhoezen te bieden. JOHN OOMKES The Album Cover Album, The Book of Record Jackets door Hipgnosis and Roger Dean, Pa per Tiger, Limpsfield, England. Geïmporteerd en in Nederland uitgegeven door H. J. W. Becht’s Uitgevermaatschapplj, Amsterdam. 27,50. The Work of Hipgnosis, Walk Away René, door Hipgnosis and George Hardie, Paper Tiger, Limpsfield, Engeland. Geïmporteerd en in Nederland uitgegeven door Rostrum B.V. Uitgeverij, Haarlem. Prijs ƒ27,95. Rock Art. The Golden Age of Record Album Covers, door Dennis Saleh. Comma Books, New York. Uitgegeven door HWJ. Becht, Am sterdam. Prijs onbekend. Het veranderde imago van Elvis Presley had ook zijn weerslag op zijn platenhoe zen. tert*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 13