boekenweek
ruitersportbeoefenaars
Jelle Troelstra
overleden
Pianist Sager pakt
Bach romantisch aan
Uitstekend naslagwerk
voor alle recreatieve
I
„Je weet niet
wat je ziet”
thema Kinder-
wij
ontvingen
Abstract-expressionisme op eenmans-expositie in Zandvoort
KURD PONY
Grote prijs voor
animatiefilm van
Gerrit van Dijk
Abbapaar
uit elkaar
E»
Technisch gaaf, mooi geschakeerd spel
15
WOENSDAG
I 7
19 7 9
KUNST
JANUARI
MD
N
I
IS
V.
D
mn
Amsterdam: Kalverstraat 183/Rokin 142.
mgeerd
ZO VEI
ESTIVA1
F 9 «Kwb
bibliotheek
Draaisma zoekt vrijheid
in eigen gebondenheid
CEES STRAUS
van
(ADVERTENTIE)
Onze
don
«tellingen
voor een
Den Haag - Amsterdam - Rotterdam - Eindhoven - Groningen - Leiden - Enschede
IAAL
onmaak-
ken, van
fstandig
lijn van
jog loon
R
SDER
XJMDE
KOOIL-
KREIS
Nadat enkele weken geleden de produk-
tie CubeMenCube in Italië in de prijzen
viel, kreeg Van Dijks erotische informatie-
film Quod Libet afgelopen weekeinde op
het filmfestival van Bilbao de Grote Prijs
voor animatie. Aan de bekroning is een
geldbedrag van 150.000 Spaanse Pesetas
(ongeveer 4500 gulden) verbonden.
ZANDVOORT. Behalve dat een re
censent kunstenaars naar stijl kan inde
len, kan dat ook gebeuren op grond van
hun leeftijd. De schilders bijvoorbeeld die
in of rond 1900 zijn geboren (Kees Verwey,
Mari Andriessen, Charlotte van Pallandt,
Jeanne Bieruma Oosting, Carel Willink
om enkele van de meest aansprekende te
noemen) hangen bepaalde andere ideeën
aan dan de generaties van, laten we zeg
gen de jaren ’10en '20. Behalve dat kunste
naars naar stijl en leeftijd zijn in te delen,
kan dat ook gebeuren op grond van hun
opleiding. Academies hebben in vrijwel
alle tijden een stevige invloed gehad op
hun studenten. Misschien wel het mooiste
voorbeeld daarvan is dat van de Amster
damse Joffers, een zeer hechte groep van
schilderessen die de academische beginse
len van August Allebé, directeur van de
Rijksacademie in Amsterdam, tot op zeer
hoge leeftijd zijn trouw gebleven.
De huidige tentoonstelling is voor het
werk van Draaisma op een geschikt tijd
stip gekomen: ze toont de kunstenaar op
een essentieel moment in zijn ontwikke
ling. Na namelijk in grote trekken aan de
Klee-achtige invloeden te zijn ontkomen,
ontwikkelt Draaisma de laatste tijd een op
de Cobra-beweging geïnspireerd abstract-
expressionisme. Hij komt daarin tot een
zeer aanvaardbare synthese van kleur en
vorm in combinatie met zijn nog altijd
aanwezige voorkeur voor een monumenta
le aanpak.
Klee en Kandinsky zijn in het vroege
„vrije” werk van Klaas Draaisma nog dui
delijk terug te vinden. Hij bouwt zijn ab
stracte composities op met kleine vier
kantjes, cirkeltjes en kleurvlakjes die teza
men veel weg hebben van de architectuur
van een kerk, een dorp of het grondpa
troon van een stad.
Het werk uit deze vroege periode doet
ogenschijnlijk heel simpel aan door het
gebruik van concrete vormen, maar je
merkt bij een nadere beschouwing dat er
als het ware een tweede soort realiteit
achter de beelden steekt. Die nieuwe reali
teit is het resultaat van de symbolistische
waarde die de kleuren krijgen, aan de
andere kant vloeit het ook voort uit de
abstrahering van de vormen waardoor die
een eigen leven gaan leiden, juist omdat
Draaisma er geen andere bedoeling mee
wil hebben.
Opvallend in het recentere werk, een
lyrisch getint abstract-expressionisme, is
dat de wetten der geometrie geheel zijn
losgelaten. Binnen deze voor Draaisma
nieuwe stijl komt opnieuw zijn hang naar
monumentaliteit om de hoek kijken, maar
dan in een humane vorm. Veel sterker dan
vroeger is in dit werk een naar het leven
zelf verwijzende dynamiek te vinden.
Draaisma zoekt naar een dynamiek, een
vitalisme ook waarin de kleur de vorm
bepaalt, waarin een harmonie tussen ex
pressie en techniek wordt bereikt. Wan
neer de kleur niet in staat is om de vorm te
concretiseren, valt hij nu niet meer terug
op wiskundige wetten, maar bepaalt hij
zijn vormen door dikke contouren, kaders
of begrenzingen die aan het werk een
tekenachtig karakter geven. Toch bestaat
het streven om zich daar ook los van te
maken en de vorm geheel vrij tot stand" te
laten komen.
(Van onze kunstredactie)
HAARLEM. De kunstschilder Jelle
Troelstra is gisteren aan de vooravond
van zijn 88ste verjaardag in zijn woon
plaats Amersfoort overleden. Behalve als
kunstenaar is Troelstra bekend geworden
als de eerste voorzitter van de Beroeps
vereniging van Beeldende Kunstenaars
(BBK), een van de twee vakbonden die de
belangen van beeldende kunstenars be
hartigt.
Uitgevers van paardeboeken zouden
nu toch eindelijk eens moeten accepte
ren dat het niet mogelijk is zich de
kunst van het berijden van een paard
of pony eigen te maken met behulp van
geschreven instructie. Zelfs al wordt
die instructie ondersteund door een
veelheid aan illustraties.
Het Paard Pony Handboek” is een uitga
ve van Uitgeverij L. J. Veen BV, te Wapenin
gen. Prijs 49,90.
(Van onze kunstredactie)
HAARLEM. De komende Kin
derboekenweek, die van 3 tot 13 okto
ber van dit jaar zal worden gehou
den, staat in het teken van fiction en
non-fiction. Het thema daarbij zal
luiden „Je weet niet wat je ziet”. In
een boekje zal dat centrale motto
worden uitgewerkt. Onder meer in
een verhaal van Mies Bouhuys ko
men tal van elementen naar voren
die aan kinderen zullen duidelijk ma
ken dat er een verschil tussen waar
neming en begrip kan bestaan.
590532.
pons 3
3 u, tel.
d. 1-3 u
id van
9188.
IK
Zeker voor degenen die het paardrij
den als een recreatieve bezigheid (gaan)
beoefenen kan het zinvol zijn om bij het
maken van een begroting de kosten van
„aanbevolen literatuur” niet te verge
ten. Tot die literatuur zou ik dit boek
zonder het een standaardwerk te noe
men zeker willen rekenen.
ELI VLESSING
7 week
e open
Rond
veerde
ir aan-
IS
(Van onze kunstredactie)
HAARLEM. De Haarlemse cineast
en beeldend kunstenaar Gerrit van Dijk
is opnieuw bekroond voor een van zijn
animatiefilms.
>PZA-
3PRO-
<IO
STOCKHOLM (AP). De 29-jarige Ag
neta Faltskog en de 33-jarige Bjorn Ul-
vaeus, een helft van de wereldberoemde
Zweedse zanggroep Abba hebben beslo
ten te gaan scheiden. Dit nieuws is in de
Zweedse avondkrant „Eveninger Expres
sen” verschenen.
Pander
De academie aan de Stadhouderskade
heeft trouwens vaker een onmiskenbaar
spoor in de moderne kunst nagelaten. Wie
veel recente figuratieve kunst in musea en
galerieën bekijkt, zal het zijn opgevallen
hoe leerlingen van deze school nog altijd
volgens de impressionistische beginselen
schilderen: een soort blijmakend realisme
met een losse toets, een techniek die wat
schraaltjes aandoet door het weglaten van
de onderschildering. Het is de school van
Vaarzon Morel die deze manier van wer
ken zo propageert.
Zo onmiskenbaar als deze stijl is, zo
sterk was ook de invloed direct na de
Tweede Wereldoorlog op de academie. De
jonge schilders van toen zijn de bijna-
vijftigers van nu. Zij hebben tijdens hun
opleiding kennis gemaakt met de schilder
wijze en themabehandeling zoals kunste
naars als Klee, Kandinsky en die van Der
Blaue Reiter die voorstonden. Het was een
vorm van expressionisme met heldere con
crete vormen en kleuren die vaak, door de
symbolistische waarde die aan de kleur
kon worden toegevoegd, een sprookje
sachtig karakter had.
Klaas Draaisma uit Bloemendaal was
direct na de oorlog leerling van de Rijks
academie in Amsterdam, waar hij op de
monumentale afdeling onder leiding van
Campendonk, aangesloten bij Der Blaue
Reiter in de eerste decennia van deze eeuw
in het Duitse Krefeld, en van Röling ge
vormd werd. Draaisma heeft thans zijn
eerste eenmanstentoonstelling in het Cul
tureel Centrum Zandvoort (Gasthuisplein
9b) nadat hij zich zo’n zeven jaar geleden
losmaakte van de toegepaste kunst om
zich op vrijere paden te begeven. In de
daaropvolgende jaren werd hij opgeno
men in de contraprestatieregeling (nu de
Beeldende Kunstenaars Regeling) hetgeen
er waarschijnlijk het gevolg van is geweest
dat hij nooit zoveel lust tot exposeren had,
afgezien van enkele groepstentoonstellin
gen in de regio.
De illustraties in dit Kinderboeken
weekgeschenk zijn van de hand van
Henk Kneepkens met adviezen van
Pieter van Delft en Jack Botermans.
Voor het onderwijs biedt het boek
talrijke aanknopingspunten voor het
taalonderwijs zowel als biologie, na
tuurkunde en wiskunde.
Tijdens de opening van de Kinder
boekenweek worden ook dit jaar
weer de Gouden en Zilveren Griffels
en het Gouden Penseel uitgereikt aan
die auteurs en illustrator/trice die zich
het best hebben onderscheiden op de
kinderboekenmarkt. De jury die de
prijzen zal toekennen, bestaat uit
schrijfster Miep Diekmann, Mara
Piek-van Slooten uit Heemstede en
Franske Holsteyn (beiden namens de
biblotheken), Rien Haak namens het
kleuteronderwijs, Fred Ligthart na
mens het basisonderwijs, Barber van
de Pol namens de recensenten en als
algemeen deskundige Mien Spiro-
Kocken.
HAARLEM. Merkwaardig dat juist
de Bachvertolking van pianist Christo
pher Czaja Sager zo’n bijval ontlokte aan
het publiek. Of misschien toch niet zo
verwonderlijk, omdat hier sprake was van
een uitermate persoonlijke interpretatie
die, op het klinkend resultaat beoordeeld,
een streling was voor het oor.
„Jaren die dubbel telden”, politieke
herinneringen uit mijn „Indische” ja
ren, door J. de Kadt, uitgave G. A. van
Oorschot 27,50).
In de serie Prisma Klassieken, uitge
geven door Het Spectrum, zijn drie
nieuwe delen verschenen. De titels zijn:
„Toean Jim” door Joseph Corad (poc
ketuitgave ƒ12,50; gebonden ƒ32,50);
„Dolingen dwalingen” door Theodor
Fontane (pocketuitgave ƒ7,90; gebon
den 24,50) en „Nicolaas Nickleby”
door Charles Dickens (pocketuitgave
19,50; gebonden 49,50).
„O, welk een onzettende waterplas!”,
vergeten epistels over de Waddenzee,
samengesteld door S. J. van der Molen,
uitgave P. N. van Kampen en Zn.
(f 44,50).
„Blanke wapens in kleur” door Ro
bert Wilkinson-Latham met foto’s van
John Searle Austin en kleurtekeningen
van Peter Sarson en Tony Bryan, uitga
ve Moussault 28,50).
„Beeldspraak”, interviews met acht
striptekenaars, door Rob van Eijk, uit
gave Brabantia Nostra.
„De gouden tijd van de oceaansto
mers”, door Robert W. Wall, uitgave
Elsevier 69,50).
„Bloeiende heesters” door James
Underwood Crockett en met waterverf
schilderingen van Allianora Rosse, uit
gave Time-Life International Neder
land 35,75).
„Gezondheid een utopie?” door Man
fred Köhnlechner, uitgave H. Meulen-
hoff 22,50).
„Succes en carrière”, methode en
techniek, door Michael Korda, uitgave
H. Meulenhoff 24,50).
„Het belasting-ABC 1979” uitgege
ven door Annoventura 8,50).
„Reinigen, een vak apart”, een hand
boek waarin de samenstelling, eigen
schappen en gebruiksmogelijkheden
van alle thans in ons land verkrijgbare
reinigingsmiddelen worden behandeld,
door Jacques van den Wijngaard, uit
gave Tiebosch 17,50).
In de reeks Wijsgerige Monografieën
van uitgeverij Het Wereldvenster ver
scheen „Chomsky”, taal tussen weten
en geweten, door dr. M. van Overbeke;
prijs ƒ22,50.
„Esoterische levenswijsheid”, be
wust leven met PSI, door Hans Geisler,
uitgave Ankh-Hermes 29,50).
„Fysiologie van de acupunctuur”
door dr. G. E. R. de Smet, uitgave
Ankh-Hermes 39).
„Donald Duck als poolreiziger” en
„Hiawat zit nooit stil”, twee nieuwe
stripuitgaven van Oberon, prijs per
deel 5,50.
„Bertie’s Jammerfeest”, kinderboek
door Kenneth Grahame en met illustra
ties van Ernest A. Shepard, uitgave
Leopold 14,90).
Klaas Draaisma: Molenmotief, acryl op paneel.
Wie eenmaal heeft toegegeven aan de
innerlijke drang, dan wel een zekere
schroom heeft overwonnen en zich
„volgens de regels van de kunst” op de
rug van het edele ros heeft laten plaat
sen, zal dit dra bekennen.
Het is pure sensatie van de goede
soort te ervaren dat het geen eenvoudi
ge zaak is zich in evenwicht te houden
op het warme paardenlijf. Het uitzicht
op de wereld langs een manenkam be
grensd door twee bewegelijke oren. Het
beleven van de schijnbaar ongecoördi
neerde bewegingen waaraan men ten
prooi valt als het rijdier voldoet aan het
verzoek zich in stap voorwaarts te be
wegen. Om dan nog maar niet te spre
ken van de neiging om aan noodrem te
trekken als er iets gebeurt waardoor
men wordt verrast. Een veeg met de
staart naar een lastige vlieg, een wen
ding van het hoofd in zijwaartse rich
ting.
Al datgene wat nodig is om die erva
ringen te verwerken, te gewennen en te
begrijpen is een goede instructeur. Ont
wikkeling van het rijkunstige gevoel tot
enige vorm van rijvaardigheid is daar
van mede afhankelijk.
Blijft natuurlijk bestaan dat het een
goede zaak is al die opgedane ervarin
gen, de door instructeur of instructrice
gegeven aanwijzingen en gesignaleerde
fouten, nog eens de revue te laten pas
seren aan de hand van een boek dat
eerder de kwalifidatie „naslag werk”
verdient dan „instructieboek”.
„Het Paard Pony Handboek”vol-
doet aan de eisen die men aan een
dergelijk boek mag stellen. Het geeft
een goed inzicht in de totaliteit van de
ruitersport. Uitvoerig wordt aandacht
besteed aan elementaire zaken die
vooral bij „de beginner” om de hoek
komen kijken en die, mits goed bege
leid, van eminent belang zijn voor de
garantie van een blijvend genoegen dat
men aan de beoefening van deze sport
Joodse miniaturen door joseph Gut
mann, uitgeverij Het Spectrum, prijs
56,50.
Een opening gedicht, door Ted
Turnhout, uitgeverij De Beuk.
Geheimen van verzonken beschavingen
door Charles Berlitz, uitgeverij Gottmer,
prijs 19,50.
Honderd jaar geheime diensten, door
Constantine Fitzgibbon, uitgeverij Het
Spectrum, prijs ƒ27,50.
Intimi rond Adolf Hitler, door dr. H. van
Capelle, uitgeverij Van Gorcutn, prijs 45.
Psychiatrie in de Sovjet-Unie,door Sid
ney Bloch en Peter Reddaway, uitgeverij
Amsterdam Boek, prijs ƒ34,50.
Wie past bij wie? Informatie over de
keus van een levenspartner, door Wouter
Douma en Kees de Hoog, uitgave Veen,
prijs 13,90.
Ik droom alleen wat minder, een Neder
lands boek over het Franse chanson, twee
de druk, door Ignace Schreden, uitgave
Harlekijn Holland, prijs ƒ11,50.
In de reeks Russische Miniaturen
onder redactie van Charles B. Timmer
en uitgegeven door G. A. van Oorschot
verschenen weer drie nieuwe delen. De
titels zijn: „Melk en andere verhalen”
van Ivan Katajev; „Voor zonsopgang”
door Michail Zosjtsjenko en „Bam en
ander proza”, waarin opgenomen wer
ken van Daniil Charms, Aleksandr
Vvedenski en Vladimir Kazakov. Prijs
per deel: ingenaaid ƒ16,50; gebonden
22,50.
„De Germanen, bedwingers van het
Romeinse rijk” door Ernst F. Jung,
uitgave H. Meulenhoff 34,50).
„De strijd om het Heilige Graf”,
waarheid en legende van de Kruistoch
ten, door Rudolf Pörtner, uitgave De
Boekerij 41,50).
„Ik heb n.l. mijn vrouw vermoord”,
roman door Leonard Huizinga, uitgave
Zuid-Hollandsche Uitgeversmaat
schappij 17,50).
„Van den Vos Reynaerde”, middel
eeuws satirisch dierenverhaal opnieuw
verteld door Karei Jonckheere, uitgave
Elsevier Manteau 22,50).
Ramses de Grote”, de bijbelse farao
- schepper van wereldwonderen, door
Philip Vandenberg, uitgave H. Meulen
hoff 34,50).
„Nieuwe maan”, roman door A.
Koolhaas, uitgave G. A. van Oorschot
22,50).
„Gedichten”, Groningse poëzie door
Hans Elema, uitgave Stabo (paperback
18,90; in linnen stofomslag ƒ42,50).
Jelle Troelstra, zoon van de socialisti
sche voorman mr. Pieter Jelles Troelstra,
werd op 17 januari 1891 in Leeuwarden
geboren. Hij kreeg schilder- en tekenles
sen van A. F. W. E. van Schoonhoven van
Beurden en hij kreeg raadgevingen van
Wim Schumacher. Zijn vader, die zich
aanvankelijk verzette tegen de plannen
van zijn zoon, gaf zich gewonnen, nadat de
eerste expositie van de jonge Jelle enthou
siaste kritieken kreeg.
Troelstra werkte veel in Scandinavië,
Frankrijk en Italië. Voor de Tweede We
reldoorlog was hij lid van Arti et Amicitiae
en van de Maatschappij Rembrandt. Hij
bedankte voor het lidmaatschap toen bei
de verenigingen zich in de oorlog aanslo
ten bij de Kultuurkamer. Wegens het ver
zenden van het Kunstenaarsadres aan
Seyss Inquart werd hij in 1942 gearre-
streerd.
Troelstra’s stijl was aanvankelijk die
van het impressionisme, later ging hij
meer expressionistisch werken in de stijl
van de Bergense School.
J (023)
ig is de
nt is.
zoals de Amerikaan Sager, in Nederland
woonachtig, dit aanduidt. Het kiezen van
een dergelijk uitgangspunt voor een pro
gramma is zonder meer een goede zaak,
terwijl ook het door de organisatoren van
het Concertgebouwgebeuren uitverkoren
jaar 1914 middels de Danses van Skrjabin
werd belicht. Rijpheid zou overigens het
spel van Sager nog meer kunnen uitdie
pen, en dan zou zijn spel een onvergetelij
ke indruk achterlaten.
GEMMA COEBERGH
Bij het volgen van deze ontwikkeling die
het werk van Klaas Draaisma bepaald
spannend maakt, doet het keramische
werk een beetjfe teleurstellend aan. Draais
ma voltooide vorig jaar een manshoog
reliëf voor een bejaardencentrum in Voge
lenzang waarin zijn monumentale stijl nog
duidelijk tot uitdrukking kwam, maar het
in Zandvoort aanwezige keramiek maakt
daar slechts verwijzingen naar. Wellicht
dat de vrijere behandeling die Draaisma
ook in dit werk betracht, er toe kan leiden
dat hij nieuwe paden gaat inslaan die nu
nog soms al te conventioneel lijken.
(Tot en met 11 februari, dagelijks van
14-16 uur met uitzondering van maandag
en dinsdag).
■tr Klaas Draaisma: Molenmotief, acryl op paneel. Een recent werk van de Bloemen-
daalse schilder-keramist dat representatief is voor zijn nieuwe stijl van werken.
opruiming
begint
derdag
18 januari
„Dit betekent echter niet het einde van
Abba”, verklaarde Agneta in een exclusief
vraaggesprek met de krant. „Wij besloten
een half jaar geleden te gaan scheiden, wij
kunnen eenvoudigweg niet meer samenle
ven. Het is echter belangrijk erop te wijzen
dat dit een „gelukkige” scheiding is, zo die
bestaat”.
Het echtpaar is in 1970 getrouwd en leeft
sinds Kerstmis apart, aldus Expressen. Zij
hebben twee kinderen, een van vijf en een
van een jaar oud.
hoopt te beleven. Daarbij vormen de
foto’s een verduidelijkende ondersteu
ning van het geschreven woord.
In dat opzicht verschilt „Het Paard
Pony Handboek” van veel soortgelijke
rijk geïllustreerde uitgaven. Hier is dui
delijk geen sprake van een boek dat
pretendeert meer te zijn dan het is.
Geen plaatjes-kijkboek.
Minstens zo functioneel als de kennis
making met d» verschillende onderde
len vande ruitersport, waaraan 120 pa
gina’s zijn gewijd, is het voor al diege
nen die op de ruitersport „vallen” nood
zakelijk geïnformeerd te worden over
het wezen „paard”. Daaraan is een
apart deel van dit boek besteed. Vol
doende duidelijk om met recht te kun
nen spreken van een degelijk brok
praktijkinformatie dat onontbeerlijk is
voor de man en de vrouw die de euvele
moed hebben te pogen paard of pony
aan hun wil te onderwerpen. Dat laat
ste is een gegeven waar te makkelijk
aan voorbij wordt gegaan. „Het Paard
Pony Handboek” lijkt op maat ge
sneden om in die leemte te voorzien.
Wat je er dan als kritikus tegen zou
kunnen aanvoeren was dat de polyfone
structuur van deze partita in Bes (BWV
825) onduidelijk naar voren kwam: een en
al zangerige discant, maar nauwelijks
middenstemmen en al evenmin een duide
lijke bas. Wat met de beslist fraaie zange
righeid werd gewonnen ging in deze aspec
ten weer verloren, terwijl bijvoorbeeld een
Sarabande meer weg had van een lyrisch
Andante uit een romantische pianosonate.
Omdat op dit dinsdagavond in de grote
zaal van het Haarlems Concertgebouw ge
geven recital ook nog een vijftal sonates
de nrs. K 162, 132, 133, 491 en 492 van
Bachs tijdgenoot Domenico Scarlatti ge
programmeerd stonden kon je ook daar
deze romantische aanpak verwachten. En
ja, ook hier een subtiele variatie in pastel
tinten, mooi om te horen, maar toch niet
helemaal zuiver afgestemd op het heldere
karakter van deze muziek.
Het was overigens jammer voor Sager,
die toch immers in Haarlem geen onbeken
de meer is na zijn recital van vorig jaar dat
in deze kolommen positief werd beoor
deeld, dat hij weinig toehoorders had, al
wordt dit feit weer gecompenseerd door de
aanwezigheid van de KRO, die opnamen
van het recital heeft gemaakt. En afgezien
van de enkele kritische kanttekeningen
valt er over het spel van Sager gènoeg
positiefs te vermelden. Technisch gaaf,
mooi geschakeerd spel, dat zoals ver
wacht kon worden, gezien het voorgaande
het beste tot zijn recht kwam in de
Danses opus 73 van Alexander Skrjabin
en in de virtuoze glinsteringen van Sonetto
del Petrarca en Vallée d’Obermann (uit:
Années de Pèlerinage) van Liszt. En mer
kwaardigerwijze ook in Klavierstücke
opus 23 nr. 1, 2 en 5 van Schonberg, die
hun structuur heel duidelijk konden etale
ren.
In de door hem bij het programma ge
voegde toelichting noemt Christopher Sa
ger het motto van zijn programma: de
rijpe jaren. Dit vanwege het feit dat de
door hem gekozen composities geschreven
werden „by composers in their forties”,
I KB I
V