1 S 5 ik HET GELOOF ALS TABOE OP KATHOLIEKE MIDDELBARE SCHOLEN door Th. J. Koeckhoven door dr. P. H. Schröder youth for Christ De parabel Onwaarschijnlijk Een nieuw taboe Youth for Christ Iedereen is welkom Taizé Gat in de markt Klet Lessings leven Nathan de Wijze c- Met deze woorden begint het beroemdste gedeelte van het beroemdste toneelspel dat Gotthold Ephraim Lessing, Duits schrijver en criticus, schreef. Lessing werd geboren op 22 januari 1729, nu 250 jaar geleden. Hij publi ceerde zijn drama in verzen, Nathan der Weise in 1779, nu 200 jaar geleden. En hij koos de toneelvorm om zijn denkbeelden over gods dienstige vraagstukken uiteen te zetten, omdat met hem had verboden dat op andere wijze te doen. g ei H In doent een r nond geesi schai den s perse kruit diens ren. i zich i beide Als er een congres aan te pas moet komen, is het meestal niet best. Een congres, mooi woord voor samenkomst of vergadering, kan oplossingen aanrei ken en tot besluiten komen, maar dan begint het pas. De besluiten moeten in het veld, aan de basis, op de vloer of aan het front worden uitgevoerd. Zo ongeveer gaat het toch tegenwoordig? De veldwerkers zijn onlangs na een congres in Valkenburg van de vereniging van katholieke leraren Sint Bonaventura over het katholiek onderwijs met een wel heel moeilijke opdracht het veld ingestuurd: roeien tegen de stroom in. Op vele katholieke scholen voor voortgezet onderwijs is namelijk een soort vooropgezette anti-kerkelijkheid aanwezig. Althans zo zager de Valkenburgse congresgangers het Praathuis en koffiebar voor zoekende jeugd stemt tot een gematigde tevredenheid, hoe- Dat zat zo: Hermann Reimams, een oudere tijd genoot van Lessing, die in Hamburg hoogleraar in Hebreeuws en Oosterse talen was geweest, had bij zijn overlijden een geschrift nagelaten dat hij niet had durven publiceren. In deze Apologie had Reimams zich een aanhanger getoond van het deïsme in zijn radicaalste vorm. Onder deïsme verstaat men het stelsel dat het bestaan van God aanvaardt in die zin dat God wel de wereld heeft geschapen, maar daarna op de gang van zaken in die wereld geen invloed meer uitoefent. Ik heb dat vroeger voor de klas weleens, misschien wat on eerbiedig, vergeleken met een voetbalwedstrijd waarvan de aftrap door de burgemeester wordt verricht. Daarna trekt hij zich terug en laat de bal rollen volgens de regels van het spel, de natuurwet ten. Alles wat de rede, het verstand te boven gaat moet, zegt de deïst, worden afgewezen. Bijbelse verhalen die verstandelijk niet te begrijpen zijn, beschouwt hij als produkten van de menselijke fantasie. De deïst zoekt dus de natuurlijke religie van de rede en bestrijdt de bovennatuurlijke open baring. Zonder het nu in alle opzichten met Reimarns’ opvattingen eens te zijn, vond Lessing in de Apolo gie zoveel belangwekkends dat hij er, zonder de schrijver te noemen, fragmenten uit publiceerde. Eén ervan, waarin de opstanding van Jezus werd behandeld, wekte de verontwaardiging van de orthodoxe Lutherse predikant Johann Goeze, een fel verdediger van de historiciteit der bijbelverha len. Er ontstond een verhitte „fragmentenstrijd” waarin Lessing zijn tegenstander in een reeks vlugschriften te lijf ging, die Goeze met even vinnige betogen beantwoordde. De pennestrijd liep zo hoog op dat de hertog van Brunswijk, in wiens gebied Lessing toen woonde, hem eenvoudig verbood verder theologische geschriften te publi ceren. Het is op dat ogenblik geweest dat Lessing tot zijn vrienden zei: „Ich muss versuchen ob man mich auf meiner alten Kanzei, auf dem Theater, wenigstens noch ungestört wird predigen lassen", dus: Ik moet toch eens zien of men mij tenminste Voor oude jaren leefde een man in 't Oosten En die bezat een ring, onschatbaar duur Uit lieve hand. De steen ervan was een Opaal, die honderd schone kleuren flitste En de geheime kracht bezat, voor God En mensen aangenaam te maken, wie De ring in dit vertrouwen droeg. op mijn oude preekstoel, het toneel, nog vrij zal laten preken. En meteen zette hij zich tot het schrijven van Nathan de Wijze. In rijmloze verzen liet hij de hoofdpersoon van het stuk zeggen wat bij een voortzetting van de discussie met dominee Goeze zijn eigen woorden zouden zijn geweest. Helaas neemt hij in z’n haast zijn moeder ook nog mee, want er is weinig hoop dat ik haar zal behouden. Ik wou het ook eindelijk eens net zo goed hebben als andere mensen, maar het is mij slecht bekomen. .Na Eva’s dood stortte Lessing zich op het werk. In de komende jaren woedde in alle hevigheid de Fragmentenstrijd met dominee Goeze, waarover hiervoor al iets werd gezegd. Hoogtepunt daarin is Lessings Kleine Parabel, een gelijkenis waarin hij het gehele meningsverschil samenvat. De totaliteit van alle godsdiensten, zegt hij daarin, is een paleis van heel bijzondere architectuur. De mensen die er Het gelukkige gezinsleven in Wolfenbüttel heeft echter niet veel langer dan een jaar geduurd. Op eerste kerstdag 1777 werd een zoontje geboren. Het stierf dezelfde dag en een paar weken later overleed Eva, Lessings vrouw. Tussen beide droe ve gebeurtenissen in schreef hij aan een vriend: Ik gebruik dit ogenblik dat mijn vrouw even rust om je te schrijven. Mijn geluk is maar kort geweest en ik verloor hem zo moeilijk, mijn zoon. Want hij had zoveel verstand, zoveel verstand! Denk niet dat ik in de paar uur dat ik vader geweest ben hem heb overschat. Ik weet wat ik zeg. Was het niet verstand dat men hem met een tang ter wereld moest brengen? Had hij niet dadelijk onraad bespeurd? Was het niet verstand dat hij de eerste gelegenheid aangreep om weer te verdwijnen? stond op straat en-moest weer een betrekking zoeken. Zijn benoeming tot bibliothecaris in Wol fenbüttel gaf hem de mogelijkheid rustig te stude ren en te publiceren zonder al te veel door geldzor gen gekweld te worden. Het is in de jaren dat hij hier woonde en werkte dat hij het grootste geluk en het diepste leed van zijn leven ondervond. Toen hij 47 was, kon eindelijk het huwelijk worden voltrokken met de vrouw die hij al jaren had liefgehad. Daarvóór moesten tal van belemmerin gen uit de weg worden geruimd die vooral van financiële aard waren, maar eindelijk, in oktober 1776, was het zover. ook tot uiting komt in daden. Dat zien we ook in Jezus Christus. Als Jezus spreekt over liefde en vrede, is hij zelf liefde en vrede. Daarom tast Youth for Christ de vrijheid en de verantwoordelijkheid van denmens niet aan. Jezus leert ons zorg te dragen voor mensen. Hij geeft ons de mogelijkheid die zorg concreet te vertalen in het doorgeven van het evangelie, maar Jezus wil dat hij, het goede nieuws in eigen persoon, in vrijheid tot de mensen komt”. Als gave en opgave, denk ik er dan bij. En hoe ligt dan de relatie met de kerken? Youth for Christ is geen beweging die zichzelf ten doel stelt. „Wij willen de jeugd naar de kerken toe brengen. Wij zijn inter kerkelijk, werken samen met de kerken en we verwijzen jonge mensen ook door naar de kerken”. En als dan over duizendmaal duizend jaar de wonderkracht van de ring zich getoond zal hebben in zijn achterachterkleinkinderen, dan zal een an dere, wijzere rechter vonnis kunnen wijzen. of de revolutie uit te roepen. Hierover zwijgt hij en geeft hij geen opvatting weer van Youth for Christ. Hij is wat voorzichtig ger in zijn uitlatingen. „Vanuit je christelij ke overtuiging moet je in bepaalde situa ties meer doen dan woordverkondiging. Er kan een beroep op je worden gedaan bij persoonlijke of sociale nood”. Vanuit een persoonlijke interpretatie krijg ik de in; druk dat bewegingen als Taizé meer struc tureel bezig zijn dan Youth for Christ} maar dat zijn woorden die ik Gert Dam mer zeker niet in de mond wil leggen Hij mag dit verhaal trouwens lezen voordat het in de krant komt. Maar Youth for Christ ziet de mens in nood wel degelijk staan. Zo staat er in Utrecht sinds vijf jaat een opvangcentrum. Het wordt te klein en de beweging zoekt een tweede pand. praten, ook al is het in het verband van de Engelse literatuur of wereldoriëntatie. Ik spreek hier alleen maar een vermoeden uit. Gothold Ephraim Lessing (1729-1781) op ongeveer dertig jarige leeftijd, ge schilderd door Johann Heinrich Wilhelm Tisch- bein. Wanneer immers de drie zonen zich tot de rechter wenden opdat die uitspraak zal doen en de ware ring zal aanwijzen, kan deze zich daarop beroepen: Laat ieder der zoons tonen dat hij de ware ring bezit door zich bij God en medemens bemind te maken. Dat kan hij door in innig Godsvertrouwen zachtmoedig, verdraagzaam en weldadig te zijn. Zoals men ziet: een onwaarschijnlijk verhaal. Maar om de vertelling Was het Lessing niet te doen. En al zegt hij zelf dat hij het stuk schreef om de theologen een poets te bakken, ook dat was de opzet niet. De diepere bedoeling wordt onder woorden gebracht in de parabel van de drie rin gen. Die was niet van eigen vinding, ze was sinds 1100 bekend en in allerlei vorm overgeleverd. Lessing ontleende haar aan Boccaccio’s Decame- rone, maar voegde er een extra dimensie aan toe. In de parabel van Lessing krijgt de oorspronkelij ke ring de kracht de drager bij God en medemens bemind te maken en dat is van eminente betekenis. er lang over nagedacht, maar ik kom er niet uit. Ik sta volledig achter de opvattin gen van Gert Dammer, althans voorzover uit ons gesprek is gebleken, maar Youtk for Christ kan ik nog niet plaatsen. In ieder geval is er een belangrijk misver» stand uit de weg geruimd. Youth for Christ ^hen Het is in ieder geval duidelijk dat vele docenten zelf erg onvast in hun gelovige schoenen staan en dat zij er moeite mee hebben levensbeschouwelijke onderwer pen in hun lessen te verwerken. Het Val- kenburgse congres sprak zelfs van een taboe. Prof. Van lersel stelde namelijk voor een wetenschappelijk onderzoek te laten instellen naar het taboe van gods dienstkwesties bij leraren op katholieke scholen. Dè'relatie leraar-leerling verkeert volgens hem in een crisissituatie. Vele leer lingen zijn allergisch voor van boven opge legde traditionele godsdienstoefeningen en gebed voor de lessen. Deze houding kan de onzekerheid van menig leraar alleen nog maar groter maken. Een vrije ontmoe tingsruimte ofwel een praathuis is daarom nog niet zo’n gek idee. Het idee van een praathuis of een vrije ontmoetingsruimte staat uitgebreid be schreven in de laatste boeken van dr. Jan Nieuwenhuis Geloven tussen twaalf en zeventien en Volgend jaar misschien. In onze omgeving is dat praathuis op een van de katholieke middelbare scholen even eens als idee ter sprake gekomen. Ouders en leraren hebben uitvoerig met elkaar van gedachten gewisseld, maar er is nog niets van gekomen. Misschien komt dit doordat de jeugd zelf bij die gesprekken nauwelijks aan het woord is geweest en die is nog wel de belangrijkste gesprekspart ner. Daarom is het goed in de rest van dit verhaal iets te lezen van jonge mensen die geheel buiten schoolverband een heel an der soort praathuis hebben gevonden, na melijk de koffiebar van Youth for Christ. Appels en peren kun je niet zomaar bij We drinken koffie en dat past bij het verhaal over de koffiebar, een der pijlers van de activiteiten. „We dwingen niemand hier te komen. Iedereen is welkom en wie hier komt doet dit omdat hij dat zelf wil. Onze koffiebar is een informele praat- plaats, waar jonge mensen graag zijn. Daar wordt niet alleen over geloof ge praat. Er is ook muziek, maar in de koffie bar ontmoeten de jonge mensen het evan gelie. Ze kunnen er echt praten”. Deze gesprekken noemt Gert Dammer elemen tair voor de activiteiten van Youth for Christ. Hij gelooft oprecht in de waarde van een gesprek van persoon tot persoon in een ongedwongen sfeer. Hier worden wezenlijke contacten gelegd en hier kun nen mensen elkaar echt verder helpen. Gert heeft de overtuiging dat hij vanuit zijn geloof werkelijk iets te zeggen heeft, dat God ook vandaag voor de mens iets betekent en dat Jezus Christus perspectief biedt, zeg maar hoop en verwachting, gis- tëren, vandaag en morgen. Er mag dus vertrouwen zijn in de toekomst. Waarom bezoeken jonge mensen een koffiebar? Gert signaleert in de wereld van nu gebrek aan trouw, warmte en her bergzaamheid, wellicht een mooier woord voor geborgenheid. „Hiernaar is de jeugd op zoek en ook naar dingen die echt en puur zijn, een echtheid die bijvoorbeeld kan worden gevonden in een gesprek, in een ontmoeting waarin mensen samen mo gen nadenken En dan mag een regionaal leider van Youth for Christ zich bezinnen op de vraag wat de waarde van het evange lie kan zijn voor zijn gesprekspartner in de koffiebar. „De gesprekken gaan over persoonlijke problemen, maar ook over sociale of psy chische nood. Evangelisatie brengt met zich mee dat hulp moet worden geboden waar dit nodig is”. Dan neemt Gert een oer-joodse en oer-christelijke gedachte in de mond: „Gods woorden zijn synoniem voor zijn daden. Met andere woorden: God doet wat hij zegt en dat heeft voor de gelovige de consequentie dat zijn geloof Ik herinner mijn gesprekspartner aan de gemeenschap van Taizé die talloze jeugdi gen weet te inspireren. Dat is eveneens een gemeenschap die niet zichzelf zoekt, maar die een verrijking wil zijn voor de christe lijke kerken. Ook Taizé is oecumenisch, interkerkelijk en internationaal. Ook Tai zé heft de blik naar boven in godsvertrou wen. Maar het kenmerk van Taizé is aller eerst dat de liefde tot God en Jezus de jonge mensen op grote schaal inspireert tot hulp in nood over de hele aarde, tot strijd tegen onderdrukking en onrecht, tot leniging van hulp in bittere nood van de armsten der aarde. Deze gedrevenheid mis ik bij Youth for Christ en dit betreur ik. Ik kan Gert Dammer misschien wel per soonlijk verleiden tot een uitspraak dat het evangelie in bepaalde situaties radicaal kan verplichten de barricaden op te gaan Het is maar een kleine greep uit het De der S{ pastoi zorg i van p met L ningei tuurlij gaan woont en ik kletsp doen i werd vrouw dus ai ven.” De i ren n «loot onder staat i hem i en in keur - delijk adver voor i Eiksk gevra. teerde gekoz Wae specie vraag Win het st al een een o vindei hereii tijd, beeld: nauwi beslot Gotthold Ephraim mooie combinatie van een Duitse en een bijbelse naam was de tweede van twaalf kinderen. Zijn vader was dominee in een Saksisch stadje. Hij had zijn wetenschappelijjke aspiraties aan de zijde van zijn tobberige vrouw en temidden van zijn grote gezin laten varen, maar verscheidene van zijn kinderen hebben zijn be langstelling en intelligentie geërfd. Gotthold wilde aanvankelijk ook predikant worden; daarna zwaaide hij om naar medicijnen, maar zijn hart ging toch in de eerste plaats uit naar het toneel: hij wilde de Duitse Molière worden. Zijn omgang met toneelspelers en andere kunstenaars, de losse toon van zijn drink- en liefdesliedjes, de verhalen over bacchanalen in de kring van liederlijke vrijden kers en over dreigende schuldeisers schokten zijn brave ouders, maar hun zoon wist hen ervan te overtuigen dat hij helemaal niet op het pad des verderfs was beland en dat zij hem met een gerust hart konden toestaan zelf zijn weg te zoeken. Met het vertalen van toneelstukken en het schrij ven van artikelen hield hij zich geruime tijd in leven en toen zijn eerste toneelspel Miss Sara Sampson werd gespeeld, kreeg hij meer dan plaat selijke bekendheid. De titel van dit Duitse drama wijst al op de invloed van Engelse schrijvers op Lessing. Hij keerde zich steeds meer tegen het Franse classicisme en was de eerste die zijn vader land op het geniale van Shakespeare wees. Heel Duitsland vergoot tranen met tuiten om Sara’s larmoyante geschiedenis die nu alleen nog literair- historisch van belang is. Een maatschappelijke carrière leverde dit alles uiteraard niet op. De geldzorgen bleven drukken. Toen kwam de betrekking vrij van bibliotheca ris van Frederik de Grote en Lessing meende, niet zonder grond, op die positie wel enig recht te hebben. Maar de koning gaf de voorkeur aan een Fransman en teleurgesteld aanvaardde Lessing nu de aanbieding dramaturg te worden van het Ham- burgse Nationaltheater. Het is in die functie dat hij zijn beroemd geworden Hamburgische Dramatur gie schreef, waarin hij toneelstukken besprak en zijn theorieën over het treurspel uiteenzette. Voor dit gezelschap ontwierp hij het ook nu nog wel opgevoerde blijspel Minna von Barnhelm waarin een Pruisische majoor en een Saksische freule het conflict tussen eer en liefde uitvechten. Maar aan het toneelgezelschap was geen lang leven bescho ren: na enige maanden ging het over de kop: het publiek stond onverschillig tegenover de nieuwe onderneming, onder de spelers ontstond verschil van mening over de te volgen koers en tenslotte wist het radeloze bestuur maar één uitweg: het ruimde een plaats op het speelplan in voor een „ballet van dansers en springers” en nodigde een Frans toneelgezelschap uit dat, de traditionele koers volgende, de grote menigte weer naar de schouwburg lokte Het nationale theater werd opgeheven; Lessing Zoals in veel 18e-eeuwse stukken is ook in Nathan de Wijze de intrigue ingewikkeld en on waarschijnlijk,De jood Nathan, wiens vrouw en zeven zonen door de christenen zijn vermoord het stuk speelt in de kruistochtentijd in Jeruzalem heeft een kind geadopteerd dat nu, opgegroeid, denkt zijn dochter te zijn. Deze Recha wordt tijdens Nathans afwezigheid uit een brand gered door een jonge tempelier die aanvankelijk afwij zend staat tegenover de dankbare jood, maar zich toegankelijk toont voor diens vraag: Wat is volk? Wij hebben toch ons volk niet uitgekozen? Zijn christen en jood eerder christen en jood dan mens? Hij besluit het meisje te gaan bezoeken. Nathan wordt bij sultan Saladin ontboden. Men waarschuwt hem dat de vorst een grote som gelds van hem wil lenen en op een middel zint om hem te dwingen zijn geldbuidel te openen. Daarom stelt hij Nathan de vraag: Welke van de drie godsdien sten is de ware: de christelijke, de mohammedaan se of de joodse? Nathan antwoordt met de parabel der drie ringen. Heel in het kort luidt deze: een kostbare familiering gaat telkens over van de vader op zijn meest geliefde zoon. Maar een vader die van zijn drie zoons evenveel houdt, kan niet besluiten aan wie van hen hij de ring zal nalaten. Daarom laat hij twee kopieën maken die van de echte ring niet te onderscheiden zijn. Na zijn dood is ieder der drie zoons ervan overtuigd de ware ring te bezitten. De vraag wie van hen gelijk heeft blijft onbeslist. En zoals het met de ringen gesteld is, zo is het ook gesteld met de drie wereldgods diensten. Laat ieder de zijne voor de ware houden. Saladin is zeer onder de indruk van Nathans parabel en sluit vriendschap met de jood die hem nu vrijwillig geld te leen aanbiedt. Inmiddels heeft de tempelier Recha bezocht en is op haar verliefd geworden. Als hij Nathan de hand van het meisje vraagt, aarzelt deze, omdat de tempelier zo op Exc ge ka die n gebeuren. De uitkomst van het gesprek |terkg stemt tot een gematigde tevredenheid, hoe- )jet 0 wel het gesprek zelf prettig verliep. Ik het yanw pastoi van d in het de Li aanlei beurti Bij vele leerlingen leeft aandacht com pleet met vragen en twijfels voor gods dienstige zaken, maar het schijnt dat zij daar nauwelijks met hun leraren over kun nen praten. Volgens inleider prof. dr. B. van lersel uit Nijmegen blijkt het katholie ke karakter van menige school eerder een probleem te zijn dan een bron van inspira tie. De relatie leraar-leerling blijkt volgens de hoogleraar vooral goed te zijn bij bui tenschoolse activiteiten. Vanuit deze con statering pleit hij evenals onlangs de Am sterdamse katecheet dr. J. Nieuwenhuis voor invoering van een experimenteel praathuis over onderwerpen als geloven, godsdienst en kerk buiten de schoolse sfeer. Want zo zeggen de deskundigen heel terecht: geloven is een zaak van vrijheid, die moeilijk kan worden gecombineerd met een onvrij schoolverband. Zo’n praat huis betekent overigens niet dat dan de godsdienst- of katecheselessen op school zouden moeten worden afgeschaft. Het gaat er alleen om dat jonge mensen en volwassenen elkaar informeel en in een vrije sfeer kunnen ontmoeten om te praten over vraagstukken die de jeugd wel dege lijk bezighouden. We praten er dan hele maal niet over of de jeugd wel of niet kerkelijk is. We praten dan evenmin over de vraag naar de kerkelijkheid van som mige leraren, ook al geven zij les op een confessionele school. Het verschijnsel dat hier wordt aange roerd is niet specifiek rooms-katholiek. Misschien mogen we alleen heel voorzich tig opmerken dat rooms-katholieken meer moeite hebben met de huidige situatie dan docenten van gereformeerden of hervorm den huize, daar deze christelijke kerken in het verleden al een duidelijker beroep de den op de persoonlijke verantwoordelijk heid van de gelovigen. Misschien durven gereformeerde of hervormde docenten iets vrijer over geloof en godsdienst te Lessings Nathan is de dichterlijke uitbeelding van zijn eigen strijd tegen de onverdraagzaam heid. Hij heeft de opvoering van zijn dramatische gedicht niet beleefd; hij stierf twee jaar na de voltooiing ervan. Pas in de 19e eeuw begon het stuk zijn zegetocht over alle grote schouwburgen van Europa en ver daarbuiten. En het is te hopen en te verwachten dat het repertoire zal houden, niet om zijn dramatische kracht, want die is ge ring, maar om zijn boodschap. De lering is duidelijk: de aanhangers van islam, jodendom en christendom zijn gelijkelijk over tuigd de ware godsdienst te belijden. Slechts de levenswijze hunner volgelingen zal op de lange duur aantonen wie gelijk heeft. En zelfs dat relati veert Lessing door een tweede toevoeging. Hij laat bij de rechter op een gegeven ogenblik de gedachte opkomen dat de vader wellicht de ware ring verlo ren had en toen niet twee, maar drie gelijke ringen heeft laten vervaardigen. Dat zou de strijd om de ware ring, dus om de ware godsdienst, nog absur der maken. Dan is er immers geen „ware gods dienst”. is geen sekte en voorziet in een behoefte, fering eventi Ove zijn e hoe c moete formi (getui met 1 week) voorn merle tuswe mede tus in fielen dubbe worde serieu dwale rechte Cor den g van di paroc voor scheic op de comm teen j uit zij is nu geen 1 lenen belich (lijsei maatr elkaar optellen. Daar ben ik een paar weken geleden weer eens aan herinnerd, toen ik in een ogenblik van onbedacht zaamheid een stel min of meer godsdien stige groeperingen met mooie Engelse na men als Family of God op een hoop had gegooid en daar wat onvriendelijke dingen over had geschreven. Een en ander leidde tot een gesprek met Gert Dammer, regio naal leider van Youth for Christ in Noord- Holland, die zijn werk voor deze christelij ke beweging verricht vanuit zijn huis in Heemskerk. Gert Dammer (24) doet dit al weer twee jaar in volledig dienstverband. Een deel van zijn tijd is hij beschikbaar voor Youth for Christ en omdat dit een echte interkerkelijke beweging is, stelt hij de rest van zijn arbeidstijd in dienst van de classis Zaandam van de gereformeerde kerk. Zelf is hij Nederlands hervormd. Waarmee in feite is bewezen dat de kerken en Youth for Christ elkaar niet bijten, al zullen niet alle kerkelijke functionarissen daar hetzelfde over denken. Youth for Christ is een internationale evangelisatiebeweging, thans actief in 54 landen over de hele aarde van Nepal tot Schotland en Brazilië. Nederland hoort daar heel duidelijk bij. In onze directe omgeving kunnen we Youth for Christ bespeuren in IJmuiden, Beverwijk en Haarlem. De beweging richt zich uiteraard op de jeugd zeg maar van 15 tot 25 jaar en haar doel is niet meer en niet minder dan de oer-christelijke opdracht: Jezus Christus bekend maken, het evangelie ver kondigen en de jongeren helpen zelfstan dig hun verantwoordelijkheid te dragen voor kerk en maatschappij. Dit klinkt heel principieel en dat is een programma waar ieder bewust levend christen zijn handte kening onder kan zetten. Deze verwijzing naar kerk en maat schappij, naar een eigen verantwoorde lijkheid, roept een geheel ander beeld op dan een geëxalteerde jongere die zuchtend van verlangen naar God en Jezus rustig iemand in de goot naast hem laat krepe- ren. Dit is een uitermate zwart-witbeeld dat ik per se niet ontleen aan Gert Dam mer, in wie de nuchterheid van de Drent uit Assen en het enthousiasme van de jeugd een gelukkige combinatie vormen. Hij wekt de indrul^ volledig te staan achter wat hij doet. En als hij zegt dat geloven geen vrijblijvende zaak is, stelt mij dat meer gerust dan hij bij ons gesprek in de Haarlemse stationsrestauratie kon ver moeden. omheen wonen, hebben van dit bouwwerk hun zelfgemaakte plattegrond en ze maken er ruzie over wiens tekening de juiste is, terwijl ze het paleis niet mogen betreden. Zo houdt iedereen zijn godsdienst voor de ware en verkettert de opvatting van anderen.Maar, zegt Lessing, de letter is niet de geest en de Bijbel is niet de godsdienst. Als Goeze betoogt dat zonder Bijbel de christelij ke godsdienst niet bestaat, houdt Lessing hem voor dat wij de bijbelse geschriften pas kennen uit de 4e en 5e eeuw. Waren zij die in de vier eeuwen daarvóór leefden, dan geen christenen? vraagt hij zijn tegenstander. Zij kenden de letter niet maar zij hadden de geest. De letter is niet alleen de tekst, maar ook de orthodox-dogmatische uitleg die de aanhangers van het openbaringsgeloof aan die tekst geven. Lessing spreekt over het ondraaglijke juk van de letter en zet in een uitvoerig betoog uiteen, dat niet de godsdienst waar is omdat de evangelisten hem onderwezen, maar dat zij haar onderwezen omdat hij waar is. Zo komt steeds duidelijker Lessings inzicht aan het daglicht dat de mens zich moet bevrijden van de dwang die zoge- naamd-objectieve leerstellingen opleggen en zich moet richten naar de eenvoudige voorschriften van de moraal. En in Nathan der Weise heeft hij daaraan gestalte gegeven. Ze zitten in het gat op de kerkelijke markt, vrees ik. De gewone, traditionele kerken hebben de jeugd weinig te zeggen. En nu ontmoeten sommige jongens' en meisjes! Jezus in de koffiebar, maar waarom nie als God zelf het niet te min achtte met’zïf volk door de woestijn te zwerven? Lessing en de parabel van de drie ringen Recha’s werkelijke vader lijkt. De tempelier ont dekt dan dat Recha van geboorte christin en gedoopt is. Hij voelt zich in zijn liefde gedwars boomd en klaagt Nathan aan bij de R.K. patriarch van Jeruzalem omdat de jood het kind aan de Christelijke godsdienst heeft onttrokken. Dat le vert dan de bekende scène op waarin de starre patriarch op alle argumenten die vóóri Nathan pleiten antwoordt met: „Tut nichts! Der Jude wird verbrannt. Nu volgt een onderzoek naar Recha’s afstamming waaruit blijkt dat zij een zuster is van de tempelier en dat beider vader een broer was van Saladin, die in Duitsland met een christin was gehuwd. Zo worden de aanhangers van drie gods diensten met elkaar verenigd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 20