Duitsers bekijken hun verdrukte verleden
■Ti
yv
I
.^1
Holocaust op televisie van WDR
31
door Hans Amesz
1
Sr
"W v-
- f
I
*•4
5
4
Jr i
door John Oomkes
I
B Onontkoombaar
B Bestemming M
Ei Reproduceren
H Frivool
w
rr
1
Periferie
V \1
1
*3
't
Het persoonlijke lot van een Portugese fadozangeres
:ijfer-
elkom
of
je aan
van
stee-
e,
ver-
Uk
.3
Als zij zingt, gooit ze het hoofd in de nek, zodat het krullende, halflange haar vrij langs de
schouders valt. Een kaarsrechte houding suggereert dat je met een statige vrouw hebt te doen,
maar Amalia Rodrigues moet het evenals de meeste van haar Portugese landgenoten niet van
haar lengte hebben. 58 jaar is zij nu. Een leven vol superlatieven en evenzeer te relativeren
roem ligt achter de rug. In de jaren veertig en vijftig klapten de nouveau riches in Parijs en New
York zich de handen blauw voor deze kleine energieke vrouw. Nog kent iedereen haar aan de
wat hese alt, die zo gloedvol van diep in het gemoed gekoesterde emoties getuigen kan en
nimmer over de vele halve en kwartnoten die de fado (spreek uit fadoe) kent, struikelt.
AG
^3
-
W:
JA'
A
f
Amalia Rodrigues
kan-
ings-
Regelmatig resulteert de internationale faam
rhof,
it 21,
last
wer-
>oek-
leel
lille
jrdt
licht-,
uw
irmijn
Die discussie wordt nu al, nog voordat
de serie volgende week gedurende vier
avonden op het derde Duitse net uitge
zonden wordt, in alle heftigheid gevoerd.
Geen wonder, „Holocaust” is een gedra
matiseerde documentaire over de moord
op zes miljoen joden gedurende de nazi-
tijd. Draaiboek-auteur Gerald Green
van Amalia Rodrigues nog in uitnodigingen voor
tournees, langdurige engagementen en tv-opna-
men. Toch wordt die bekendheid door haar niet
benut om als ambassadrice van de fado te funge
ren. „Ik doe niet aan propaganda. Ik heb niet de
intentie om de fado bekender te helpen maken",
zegt ze met enige heftigheid. „Nee, beslist niet! Ik
ben weliswaar een fadozangeres, ik zing de fado,
dat is waar. Maar het is de volksmuziek in mijn
land en toen ik begon te zingen op jonge leeftijd
ik was een jaar of vier toen zong ik de liederen
die op straat werden gezongen door de wasvrou
wen. Ik moet zeggen dat ik me ook nooit bewust
geweest ben van het feit dat ik één of zelfs maar de
vertegenwoordigster van de fado zou worden. Het
ging vanzelf. Ik ben dan ook nu naar Nederland
gekomen, precies zoals ik naar andere landen ga.
Eenvoudig omdat ik geïnviteerd ben".
De vanzelfsprekendheid waarmee het leven zijn
spoor trekt, is een vaak terugkerend onderwerp
van gesprek als je Amalia Rodrigues vraagt naar
de essentie van de fado’s die ze zingt. Zij demon
streert daarbij een zekere lotsverbondenheid met
dat wat het leven voor haar in petto had. Het
typeert haar landslieden, zo maakt ze duidelijk.
„Fado is het Portugese woord voor lot; eigenlijk in
de zin van noodlot. Eigenlijk zijn wij echte fatalis
ten. Als wij ongelukkig zijn, als ons iets overkomt,
dan zeggen we: dat is onze fado, ons noodlot. Fado
komt van het Latijnse fatum. Het is even synoniem
met Portugal als de samba is voor Brazilië en de
tango voor Argentinië".
eerst moeder en dochter Weiss „Ich weiss
nicht, was soil es bedeuten” spelen, ter
wijl in de kamer ernaast de grootouders
zich vergiftigen, en later de Dorfs dezelf
de vleugel gebruiken om „Stille Nacht,
Heilige Nacht” te spelen.
In de meeste Duitse media is de film
afgekraakt. „Een zeep-opera” (Frankfur
ter Allgemeine), „Een grote ergernis”
(Rheinischer Merkur), „Provocerende
sets" in diskrediet gebracht. De laatste
tijd schijnt daar verandering in te zijn
gekomen. Er zijn talrijke boeken en films
over Hitler en het nationaal-socialisme
verschenen. „Maar die hebben niet zel
den de indruk achtergelaten alsof het er
vooral om ging de gebeurtenissen in de
nazi-tijd zakelijk-historisch weer te ge
ven", aldus mevrouw Mitscherlich.
De eigen gevoelsmatige deelname aan
de machtsgreep van Hitler en wat er
daarna onder hem gebeurde is naar de
achtergrond geschoven. Volgens dr. Mit
scherlich ligt het nationaal-socialistische
verleden nog altijd als eer deken van
dauw over Duitsland. Er is volgens haar
geen sprake van dat dit verleden werke-
lijk diepgaand „overwonnen" is, voorzo
ver een miljoenenmoord „überhaupt" te
verwerken is.
Hierbij zou Holocaust, als triviale in
drama gezette film een rol kunnen spe
len. Zeker, er zijn in de Bondsrepubliek
uitstekende boeken, televisie- en radio
documentaires over het Duitse verleden
verschenen. Maar hoeveel mensen heb
ben daar bewust kennis van genomen?
Vijf procent? Misschien is dat zelfs wel te
hoog gegrepen. Vandaar dat gymnasi-
um-leraren in Duitsland over de ,,gaska-
merleugen" kunnen spreken. Vandaar
dat een onderzoek van de pedagoog Die
ter Bossmann heeft uitgewezen dat de
Duitse jeugd een „ontstellend" gebrek
aan kennis over Hitler heeft.
Nu echter, hoe plat misschien ook. kan
een groot deel van de Duitse bevolking
de waarheid ervaren. Miljoenen televisie
kijkers zouden zich met de helden uit de
serie kunnen identificeren en zo in liefde
en haat, dood en overleven proberen de
jodenvernietiging te begrijpen.
Is dat mogelijk bij deze serie en vooral,
is dat mogelijk voor Duitsers? De vroe
ger tv-regisseur Heiner Michel: „Ik heb
hier mijn twijfels. Mijn ervaring met
„triviale series" heeft me geleerd dat
toeschouwers zich pas dan identificeren
De TROS zendt Holocaust op maandag 23. zater
dag 28. zondag 29 april en donderdag 3 mei uit.
De eerste aflevering wordt gecombineerd met
gesprekken met overlevenden en begeleidlngsin-
stanties
i wij
in de
>tbus
film is alles veel te mooi. De gevangenen
hebben „mooie" kleren aan, hun haren
zijn goed geknipt. Maar zo was het niet.
Auschwitz is niet te verklaren en niet in
beeld te brengen".
De psychiater Margarethe Mitscher
lich zei in Keulen dat de Duitsers zich
lange tijd eigenlijk nooit met hun verle
den hebben bezig gehouden. Degenen die
dat wel deden werden als „Boete-Duit-
als dat voor hen ook tot een goed einde
leidt. Zij hebben een - hoe problematisch
ook - happy end nodig. En dat zullen
Duitse kijkers bij Holocaust niet vinden,
in ieder geval niet die van mijn generatie
en die van mijn ouders. Maar: wij Duit
sers hebben een Holocaust veroorzaakt.
Mogen wij dan nu esthetische scrupules
hebben hem zo te vertonen zoals hij
was?".
De Westduitse televisie heeft dat pro
bleem onderkend. Voorafgaande aan
Holocaust zijn twee documentaires op
het eerste televisienet vertoond over „an-
ti-semitisme” en de „jodenvernietiging”.
Daarin is uitgebreid aandacht besteed
aan de psychologische en sociologische
achtergronden van het nationaal-socia
lisme, omdat die in Holocaust niet aan de
orde komen. Na elke aflevering van Ho
locaust (maandag, dinsdag, donderdag
en vrijdag) is er een live-discussie waar
aan het publiek telefonisch mee kan
doen. In de studio zitten wetenschappers,
journalisten en slachtoffers, die de hel
hebben overleefd.
9219
ngs-
PPÜ
N.V
het
duk-
oon-
inde
een
titke-
udie-
houden met zingen. En dat terwijl ik niets anders
doe dan zingen, want dat was voor mij bestemd.
Hoe lang nog? Ach, het is simpel. Nu leef ik nog
met het moment, tevreden met alles wat mijn stem
me oplevert. Maar je hebt gelijk; de fadozang is
veeleisend voor je stem. Ik verwacht nog twee jaar
mee te kunnen. Dat is het maximum dan".
Bespiegelend: „Ik denk er maar niet al te vaak
aan. Ik heb ook tot nu toe nog geen teken gehad.
En, ik bep ondanks mijn eenvoud en nederigheid
ook een trotse vrouw; iemand voor wie haar waar
digheid telt. Als de mensen me dan ook moe
worden bij het eerste teken dan ga ik weg.
Ook als het sneller komt dan twee jaar. Het kan me
niet schelen dan; het einde is het einde, daaraan
verander je niets. Als je dat weet en accepteert kun
je ook geen zorgen hebben. Het wordt dus ook
geen drama. Ik heb mijn belangrijkheid gelukkig
ook nooit aan mijn naam ontleend, enkel aan wat
ik doe. Als mijn stem het dan ook zal begeven, soit!
Het heeft zo moeten zijn. Fado!”
Terugblikkend op haar verleden constateert
Amalia Rodrigues hetzelfde als wat de toekomst
voor haar in petto heeft. Alles ligt vast, alles in dit
leven is bepaald, zegt ze ook telkens. En: niets kan
wezenlijk veranderen, want alles is in zichzelf
bepaald. Amalia: „Ik heb mijn beroep ook niet
gekozen, nee, het beroep koos mij, zou je kunnen
zeggen. Van tevoren lag vast dat ik een professio-
Amalia Rodrigues: „Ik weet bijvoorbeeld dat er
iets verschrikkelijks zal gebeuren. Het is onont
koombaar, mijn fado. Ik zal binnenkort op moeten
Zichzelf aanvullend: „De fado is meer dan een
lied, het is een overtuiging. Wij geloven in onze
bestemming, dat je bepaald bent. Niet iedereen
doet dat bij ons, maar de overgrote meerderheid
der Portugezen doet dat wel. Ik ben in Portugal
geboren, voor mij is alles in principe negatief. De
toekomst ziet er altijd zwart uit. Ik geloof in niets.
Ik geloof misschien wel in God, een bovennatuur
lijk eh maar ik heb geen hemel, geen hierna
maals. Misschien werkt God wel in ons leven, maar
niet na dit leven. Er is voor mij ook geen hoop in
deze manier van leven. De meerderheid van ons
volk denkt er zo over. Waarom? Simpel. De dood
bestaat, dat gelnee weet ik. En als de dood
bestaat, dan is alles negatief, zinloos, daarmee
bepaald”.
Het defaitisme dat Amalia Rodrigues verwoordt
en hanteert als levensfilosofie werkt verstarrend
op een gesprek. Haar wereld botst dan nogal met
de jouwe, die zoveel meer westers is en waarin de
ambitie en het levensritme nauwelijks tijd geeft
om op adem te komen of zelfs maar over de dood
te kunnen nadenken. Laat staan dat zoiets onver
mijdelijks zo bepalend op de inrichting van het
leven kan werken. Hoe zou je ook ambitieus kun
nen zijn als je zo somber naar de toekomst blikt?
Wat voor zin heeft het dan nog iets te ondernemen
als je toch lijdzaam erkent dat er uit de toekomst
niets goeds kan groeien?
Lijdzaamheid is echter een begrip waar Amalia
niets van wil horen. Zo ligt dat niet, legt zij
geduldig uit. „Je weet dat je zult sterven. Soms als
ik over mezelf en de wereld nadenk, als ik over
weeg wat me te doen staat, dan zie ik het overal
zwart in. Daar is het donker, zeg ik dan, en daar
ziet het er somber uit. Het is zwart, zwart, zwart!
Dan zeg ik: oh! Ik help mezelf om zeep! Maar zodra
ik dat gezegd heb, word ik kalm. Zo gaat dat heel
vaak. Het is mijn oplossing. Ondanks alle narig
heid en voorbestemming merk je telkens weer dat
je leeft. Je lééft nog altijd! Dus heb je energie nodig
om te kunnen leven, al is het maar tot je er niet
meer bent. Ook dat is fado".
Amalia was gezegend met het juiste oor en de
juiste stem voor de muziek. Ze kon, al heel jong,
liedjes die zij hoorde zonder enige moeite reprodu
ceren. Eerst voor buren en kennissen, later op
school. Zo gemakkelijk ging dat echter allemaal
niet in zijn werk. „Ik durfde vaak niet te zingen in
het openbaar”, zegt zij over haar jeugd, „ik was
altijd nogal verlegen. Als vreemde mensen zo vlak
bij me zijn, dan had ik daar last van. Ze keken
altijd zó. Later kwam ik over die angst, dat schich
tige temperament, heen. Dan kwam ik met jnijn
familie op bruiloften en geboortefeesten, en dan
drongen de mensen aan: toe, Amalia, zing een lied,
ach meid, zing nog eens! Dat was moeilijk, maar ze
waren vrienden, bekenden, familie. Later zong ik
ook als er onbekenden bij waren".
In 1940, de tweede wereldbrand was net ont-
„Wij zouden de film anders hebben
gemaakt. Kritischer, preciezer, harder,
meer documentair. Maar eerlijk gezegd
geloof ik niet dat wij de moed hebben
zo’n film te maken. Natuurlijk zijn er
gebreken. De Amerikanen zijn wereld
kampioen in vereenvoudiging. Maar
daarom kunnen wij het Duitse volk deze
film toch niet onthouden”.
Het gaat over de Amerikaanse televi
sieserie „Holocaust”. De spreker is dr.
Günter Rohrbach, chef van de afdeling
tv-spel en amusement van de Westdeut-
sche Rundfunk (WDR). „De waarde van
Holocaust”, zegt Rohrbach op een door
de WDR georganiseerd tweedaags sym
posium in Keulen, „moet niet worden
afgemeten aan de opheldering die de
serie verschaft, maar aan de discussie
die zij teweeg brengt”.
«ar
s >W
Het verhaal van Amalia’s succesvolle loopbaan
is goeddeels bekend. Met name in Frankrijk werd
zij een gevierde vedette, zowel op film- als muziek
gebied; in de amusementsindustrie van na de
oorlog stond haar ster even hoog als die van
Charles Aznavour en Sammy Davis. New York,
Rio de Janeiro, Madrid en Londen gingen evenals
Parijs plat voor de fadozangeres. Hoe functioneer
de zij artistiek met een dergelijke achtergrond in
die showbizzwereld van het frivole amusement?
Zo’n vraag krijgt nog extra betekeriis nu we weten
dat Rodrigues zich niet als een propagandiste voor
de fado beschouwt en zich niet bewust is van een
artistieke missie.
Amalia: „Merkwaardig genoeg verliest de fado
wat lading betreft niet zoveel. Daar heb ik me vaak
over verbaasd. Er zijn altijd weer mensen die zich
meegesleept voelen door de pathos en de emotie in
onze muziek. Op het podium merk je dat. Opeens
is het er, die bevlieging. Het publiek wordt dan
zeer emotioneel, vooropgesteld dat ik dat tenmin
ste zelf weet over te brengen. Wat dat betref ben ik
zeer kritisch op mezelf. Van de twintig optredens
vind ik er in de regel twee goed. Maar als ik er zelf
door geraakt wordt, dan ben ik er zeker van dat
iedereen dat doet. Heel vreemd is dat. Dan zing je
vaak dezelfde liederen, die je altijd zingt en toch is
het een compleet ander concert. Magie! Dan is de
fado er, hé?”
Amalia mijmert: „Daarom word ik ook niet moe
van liederen die ik al zo’n twintig, dertig jaar zing.
De lading zowel als de improvisatie maakt de
goede muziek telkens tot een andere ervaring. Het
trieste is alleen, dat ik vaak bij de eerste noot van
een concert al weet waar ik aan toe ben. Als die me
niet meteen wat doet, kan ik net zo goed ophouden.
Bij wijze van spreken dus. Ik ga wel door en het
wordt een professioneel verantwoorde avond,
maar je krijgt niet de echte fado. Droevig, maar zo
werkt het wel”.
Tot slot, de plaats die het zingen in haar leven
inneemt, moge blijken uit het feit dat Amalia
Rodrigues als een nachtbraker te boek staat. Het
woord tovert een glimlach op haar doorgroefd
gelaat. „Ach, zie je, vóór een show en die zijn
altijd ’s avonds leef ik niet. Dan komen er te veel
zorgen op me af. Na afloop is alles O.K. Dan begin
ik te ademen, me vrij te voelen. Dan blijf ik lang
op. samen met mijn zuster, die haast altijd mee
reist. We praten dan over het leven en wat je zoal
hebt meegemaakt. Het wordt dan altijd wel zes
uur, half zeven. Heerlijk!, maar begrijp me goed:
ik ben geen uitgaanstype, een echte nachtbraker
die uit dansen gaat. Nee, we drinken wat, praten en
wachten de ochtendschemering af. Zoals het ie
mand betaamt die langzamerhand aan zijn levens
avond is toe gekomen, ja”.
Amalia Kakelkip noemden we d’r vroeger, ,de
ongekroonde koningin van het Portugese volks
lied. Nog kun je de warmte en de diepte van haar
zieleleven voelen. Amalia is nog onder ons, haar
stem en haar fysiek zijn weliswaar over het hoog
tepunt heen, maar zoals zij daar onder de warme
spots in de tv-studio staat, lijkt het net alsof ze pas
komt debuteren. In het vuur van het zingen en
moduleren strijkt haar hand door het haar alsof ze
niet in Hilversum, maar op het grote podium var
het Casino Copacabana in Rio de Janeiro staat te
zingen.
En ja, als de belichter zijn werk juist verstaal
dan krijg je ook een glimp van de schoonheid van
de vroeger zo geliefde filmster te zien. Eventjes zie
je dan enkele van die mierzoete en romantische
scènes uit Barco Negro en soórtgelijke oude films
die in Zuid-Europa nog steeds rouleren. Dan is het
of haar woorden over de verschillen tussen Lissa
bon en Parijs op haarzelf van toepassing zijn.
„Parijs is altijd mooi, zeker ook in de winter. Een
echte witte metropool is het dan. Lissabon, zonder
die grandeur en met zijn vervallen glorie, wordt
pas mooi als de stralende zon een ander licht op de
stad werpt".
Daar waar de Taag het smeltwater van de Iberi
sche hoogvlakte in de Atlantische Oceaan loost,
ligt het centrum van de fado. Op beide oevers ligt
de hoofdstad van een land waar de armoede naar
Wésteuropese begrippen nog altijd schrijnend is.
Portugal hoort er nog net bij, al is het kantje
boord. De gewone man in de straat weet er niet
beter of de status quo zit er na zóveel eeuwen van
oligarchie, dictatuur en twee dolle revolutiejaren
vaster in het zadel dan ooit. Er verandert niet
zoveel,vde directe toekomst heeft ook al niet zoveel
te bieden. et is geen wonder dat op zo’n voedings
bodem van on veranderlijke zwartgalligheid een
lied kon ontstaan dat klaagt over de dagelijkse
ellende en tegelijkertijd het verdriet wegneemt. De
fado is een uitlaatklep voor zieleleed zoals de blues
dat is geweest voor generaties van Amerikaanse
negers. De muziek helpt je het leven beter aan te
kunnen, zo menen de meeste Portugezen.
'M
kunstkitsch" (Die Zeit), „Schokkende
smakeloosheid” (Stern), „Volkeren
moord op Bonanza-niveau” (Der Spie
gel). In Holocaust zitten ook fouten. De
rangonderscheidingen op de uniformen
zijn niet helemaal juist. Een Hitlerjongen
zat niet in een zomeruniform onder de
kerstboom.
Op het symposium in Keulen, waar de
film is vertoond, was een Poolse journa
list, die alle verschrikkingen van het Der
de Rijk zelf had beleefd. Hij zei: „Ik was
gewaarschuwd dat er harde scènes zou
den komen. Maar de werkelijkheid was
veel erger. De opstand in het getto van
Warschau was veel dramatischer. Ausch
witz was een hel. onvoorstelbaar. In de
Ons klinkt het allemaal ongewoon in de oren. Wij
noorderlingen zijn in de regel niet zo licht ontvlam
baar en dus vergt het nogal wat om de fado op
juiste wijze te kunnen schatten. De Spaanse fla
menco is in vergelijking veel toegankelijker, met
name ook waar het de ritmiek betreft. In Neder
land zitten de concertzalen vol als Fiesta Gitana op
rondreis is. De fado daarentegen ontleent in nog
sterker mate uit de Arabische muziek, eist veel van
een geduldig oor en een juiste kennis wordt belem
merd doordat slechts een klein aantal musici haai
over de grens brengen. De fado speelt zich eigen
lijk letterlijk buiten onze waarneming aan de
periferie van de Europese cultuur af.
Voor het grote publiek is Amalia Rodrigues dus
synoniem met de fadozang. Dat zal dan ook wel de
reden zijn dat Amalia op zaterdagavond 3 februari
weer eens op de beeldbuis te zien zal zijn, in Pim
Jacobs’ Music Gallery (AVRO-tv). Daarin zal zij
twee van haar bekendste liederen, Lisboa Antiga
en Una Casa Portuguesa, zingen met begeleiding
van haar eigen trio, dat bestaat uit viola (gitaar
met afwijkende stemming), akoestische basgitaar
en gitarra (12-snarige, mandoline-achtige Portuge
se gitaar). Twee andere liederen, Lirio Roxo en
Nos Atras las Mocas, worden gebracht met bege
leiding van het Metropole Orkest en in arrange
ment van Rogier van Otterloo, die op de van hem
bekende wijze zich van die taak heeft gekweten en
waarover je eigenlijk kunt denken zoals je wilt.
nele zangeres zou worden. Als je ook vraagt of ik
een bepaalde artistieke boodschap heb voor mijn
publiek, dan moet ik zeggen: nou, nee. Zo’n vraag
overvalt me, omdat ik het zingen niet zelf gekozen
heb. Het fadó-zingen overkwam me gewoon. Ik
groeide op in Pena en later in Alcantara, twee
volksbuurten in Lissabon. Nu zijn die wijken ver
anderd, maar ik kom er nog altijd. Zing er ook op
de festivals".
brand, lonkte een carrière in het vak. Achttien jaar
was de beeldschone en fraai zingende Amalia.
Haar vader en moeder wisten niets van een slim
plannetje dat broer Rodrigues en een buurman
hadden uitgebroed. „Ik zong op hun voorstel op
een auditie. De impresario luisterde met stijgende
opwinding en wilde me op staande voet contracte
ren. Maar ik zei: ik kan niet, moeder vindt het nooit
goed dat ik ga zingen. Het zingen van de fado als
beroep werd toen niet hoog geschat, zie je? Als je
in die tijd artiest wilde worden, dan keken de
mensen op je neer. Je werd met de nek aangeke
ken. Niemand geloofde dat je er een bestaan van
op kon bouwen. Niemand wilde ook zelfs maar een
musicus in de familie. Zelfs de armsten achtten
zich er te goed voor”.
De impresario’s liepen de deur van huize Rodri
gues met grote regelmaat plat om vader en moeder
maar te overtuigen. Amalia: „Zij zeiden: hé, dat is
jammer dat je je dochter niet de kans geeft om de
fado te zingen, want ze heeft een stem uit duizen
den. Maar mijn ouders zeiden: nee! De impresari
o’s vertelden toen dat het niet waar was wat er
over het artiestenbestaan werd beweerd. Er zijn
ook goede, keurige musici, zeiden zij. En: je doch
ter kan goed verdienen en zal enkel in goede
gelegenheden werken. De impresario's klonken
overtuigend, zagen er netjes uit en zij bleven
zeggen dat ik goed zong en uiteindelijk wisten zij
ma en pa over te halen. Maar de rest van mijn
familie wilde er niets mee te maken hebben en
verbrak de relatie. Dat heeft toen drie jaar ge
duurd. Totdat ik een zeer bekend persoon was
geworden in' heel Portugal en zij mij gewoon niet
meer kónden negeren".
,Als je het einde accepteert,
kun je geen zorgen hebben’
7^
-
I
heeft de barbarij van de nazi’s proberen
weer te geven door twee families cen
traal te stellen: die van de joodse arts
Weiss en die van de nationaal-socialist
Dorf.
Holocaust is in de Verenigde Staten
geproduceerd als „reclame-trekker". De
televisiemaatschappij NBC had een te
genhanger van het door concurrent ABC
uitgezonden „Roots" nodig, zo wordt ge
zegd. Vandaar dat Holocaust geen ruim
zeven uur durende documentaire is,
maar een gedramatiseerde speelfilm.
„Een geschiedenis van liefde, haat en
dood, van heldendom en overleven. Een
door verschrikkelijke misdaden omge
woelde wereld”.
De film is verdeeld: aan de ene kant de
historische waarheid, weergegeven door
de Rijkskristalnacht, het getto van War
schau, de opstand in het getto, het „voor-
beeldkamp" Theresienstadt, Auschwitz,
Sobibor, de massa-moord in Babi Yar; en
aan de andere kant het benutten van alle
triviale trucs waar „Hollywood” het pa
tent op schijnt te hebben: liefde die zelfs
de gaskamers kan weerstaan; de met een
stierennek uitgeruste Buchenwald-bewa-
ker Müller, die zijn koerierdiensten tus
sen gevangene Karl Weiss en diens
vrouw Inga met geslachtsverkeer laat
betalen; de Bechstein-vleugel waarop
Amelia dodrigues
zoals zo
binnenltort op tv
to zion zal zijn de
leden van haar
eigen combo
bespelende
instrumenten
viola, gitarra en
akoesbehe
basgitaar