Duitsers bekijken hun verdrukte verleden ■Ti yv I .^1 Holocaust op televisie van WDR 31 door Hans Amesz 1 Sr "W v- - f I *•4 5 4 Jr i door John Oomkes I B Onontkoombaar B Bestemming M Ei Reproduceren H Frivool w rr 1 Periferie V \1 1 *3 't Het persoonlijke lot van een Portugese fadozangeres :ijfer- elkom of je aan van stee- e, ver- Uk .3 Als zij zingt, gooit ze het hoofd in de nek, zodat het krullende, halflange haar vrij langs de schouders valt. Een kaarsrechte houding suggereert dat je met een statige vrouw hebt te doen, maar Amalia Rodrigues moet het evenals de meeste van haar Portugese landgenoten niet van haar lengte hebben. 58 jaar is zij nu. Een leven vol superlatieven en evenzeer te relativeren roem ligt achter de rug. In de jaren veertig en vijftig klapten de nouveau riches in Parijs en New York zich de handen blauw voor deze kleine energieke vrouw. Nog kent iedereen haar aan de wat hese alt, die zo gloedvol van diep in het gemoed gekoesterde emoties getuigen kan en nimmer over de vele halve en kwartnoten die de fado (spreek uit fadoe) kent, struikelt. AG ^3 - W: JA' A f Amalia Rodrigues kan- ings- Regelmatig resulteert de internationale faam rhof, it 21, last wer- >oek- leel lille jrdt licht-, uw irmijn Die discussie wordt nu al, nog voordat de serie volgende week gedurende vier avonden op het derde Duitse net uitge zonden wordt, in alle heftigheid gevoerd. Geen wonder, „Holocaust” is een gedra matiseerde documentaire over de moord op zes miljoen joden gedurende de nazi- tijd. Draaiboek-auteur Gerald Green van Amalia Rodrigues nog in uitnodigingen voor tournees, langdurige engagementen en tv-opna- men. Toch wordt die bekendheid door haar niet benut om als ambassadrice van de fado te funge ren. „Ik doe niet aan propaganda. Ik heb niet de intentie om de fado bekender te helpen maken", zegt ze met enige heftigheid. „Nee, beslist niet! Ik ben weliswaar een fadozangeres, ik zing de fado, dat is waar. Maar het is de volksmuziek in mijn land en toen ik begon te zingen op jonge leeftijd ik was een jaar of vier toen zong ik de liederen die op straat werden gezongen door de wasvrou wen. Ik moet zeggen dat ik me ook nooit bewust geweest ben van het feit dat ik één of zelfs maar de vertegenwoordigster van de fado zou worden. Het ging vanzelf. Ik ben dan ook nu naar Nederland gekomen, precies zoals ik naar andere landen ga. Eenvoudig omdat ik geïnviteerd ben". De vanzelfsprekendheid waarmee het leven zijn spoor trekt, is een vaak terugkerend onderwerp van gesprek als je Amalia Rodrigues vraagt naar de essentie van de fado’s die ze zingt. Zij demon streert daarbij een zekere lotsverbondenheid met dat wat het leven voor haar in petto had. Het typeert haar landslieden, zo maakt ze duidelijk. „Fado is het Portugese woord voor lot; eigenlijk in de zin van noodlot. Eigenlijk zijn wij echte fatalis ten. Als wij ongelukkig zijn, als ons iets overkomt, dan zeggen we: dat is onze fado, ons noodlot. Fado komt van het Latijnse fatum. Het is even synoniem met Portugal als de samba is voor Brazilië en de tango voor Argentinië". eerst moeder en dochter Weiss „Ich weiss nicht, was soil es bedeuten” spelen, ter wijl in de kamer ernaast de grootouders zich vergiftigen, en later de Dorfs dezelf de vleugel gebruiken om „Stille Nacht, Heilige Nacht” te spelen. In de meeste Duitse media is de film afgekraakt. „Een zeep-opera” (Frankfur ter Allgemeine), „Een grote ergernis” (Rheinischer Merkur), „Provocerende sets" in diskrediet gebracht. De laatste tijd schijnt daar verandering in te zijn gekomen. Er zijn talrijke boeken en films over Hitler en het nationaal-socialisme verschenen. „Maar die hebben niet zel den de indruk achtergelaten alsof het er vooral om ging de gebeurtenissen in de nazi-tijd zakelijk-historisch weer te ge ven", aldus mevrouw Mitscherlich. De eigen gevoelsmatige deelname aan de machtsgreep van Hitler en wat er daarna onder hem gebeurde is naar de achtergrond geschoven. Volgens dr. Mit scherlich ligt het nationaal-socialistische verleden nog altijd als eer deken van dauw over Duitsland. Er is volgens haar geen sprake van dat dit verleden werke- lijk diepgaand „overwonnen" is, voorzo ver een miljoenenmoord „überhaupt" te verwerken is. Hierbij zou Holocaust, als triviale in drama gezette film een rol kunnen spe len. Zeker, er zijn in de Bondsrepubliek uitstekende boeken, televisie- en radio documentaires over het Duitse verleden verschenen. Maar hoeveel mensen heb ben daar bewust kennis van genomen? Vijf procent? Misschien is dat zelfs wel te hoog gegrepen. Vandaar dat gymnasi- um-leraren in Duitsland over de ,,gaska- merleugen" kunnen spreken. Vandaar dat een onderzoek van de pedagoog Die ter Bossmann heeft uitgewezen dat de Duitse jeugd een „ontstellend" gebrek aan kennis over Hitler heeft. Nu echter, hoe plat misschien ook. kan een groot deel van de Duitse bevolking de waarheid ervaren. Miljoenen televisie kijkers zouden zich met de helden uit de serie kunnen identificeren en zo in liefde en haat, dood en overleven proberen de jodenvernietiging te begrijpen. Is dat mogelijk bij deze serie en vooral, is dat mogelijk voor Duitsers? De vroe ger tv-regisseur Heiner Michel: „Ik heb hier mijn twijfels. Mijn ervaring met „triviale series" heeft me geleerd dat toeschouwers zich pas dan identificeren De TROS zendt Holocaust op maandag 23. zater dag 28. zondag 29 april en donderdag 3 mei uit. De eerste aflevering wordt gecombineerd met gesprekken met overlevenden en begeleidlngsin- stanties i wij in de >tbus film is alles veel te mooi. De gevangenen hebben „mooie" kleren aan, hun haren zijn goed geknipt. Maar zo was het niet. Auschwitz is niet te verklaren en niet in beeld te brengen". De psychiater Margarethe Mitscher lich zei in Keulen dat de Duitsers zich lange tijd eigenlijk nooit met hun verle den hebben bezig gehouden. Degenen die dat wel deden werden als „Boete-Duit- als dat voor hen ook tot een goed einde leidt. Zij hebben een - hoe problematisch ook - happy end nodig. En dat zullen Duitse kijkers bij Holocaust niet vinden, in ieder geval niet die van mijn generatie en die van mijn ouders. Maar: wij Duit sers hebben een Holocaust veroorzaakt. Mogen wij dan nu esthetische scrupules hebben hem zo te vertonen zoals hij was?". De Westduitse televisie heeft dat pro bleem onderkend. Voorafgaande aan Holocaust zijn twee documentaires op het eerste televisienet vertoond over „an- ti-semitisme” en de „jodenvernietiging”. Daarin is uitgebreid aandacht besteed aan de psychologische en sociologische achtergronden van het nationaal-socia lisme, omdat die in Holocaust niet aan de orde komen. Na elke aflevering van Ho locaust (maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag) is er een live-discussie waar aan het publiek telefonisch mee kan doen. In de studio zitten wetenschappers, journalisten en slachtoffers, die de hel hebben overleefd. 9219 ngs- PPÜ N.V het duk- oon- inde een titke- udie- houden met zingen. En dat terwijl ik niets anders doe dan zingen, want dat was voor mij bestemd. Hoe lang nog? Ach, het is simpel. Nu leef ik nog met het moment, tevreden met alles wat mijn stem me oplevert. Maar je hebt gelijk; de fadozang is veeleisend voor je stem. Ik verwacht nog twee jaar mee te kunnen. Dat is het maximum dan". Bespiegelend: „Ik denk er maar niet al te vaak aan. Ik heb ook tot nu toe nog geen teken gehad. En, ik bep ondanks mijn eenvoud en nederigheid ook een trotse vrouw; iemand voor wie haar waar digheid telt. Als de mensen me dan ook moe worden bij het eerste teken dan ga ik weg. Ook als het sneller komt dan twee jaar. Het kan me niet schelen dan; het einde is het einde, daaraan verander je niets. Als je dat weet en accepteert kun je ook geen zorgen hebben. Het wordt dus ook geen drama. Ik heb mijn belangrijkheid gelukkig ook nooit aan mijn naam ontleend, enkel aan wat ik doe. Als mijn stem het dan ook zal begeven, soit! Het heeft zo moeten zijn. Fado!” Terugblikkend op haar verleden constateert Amalia Rodrigues hetzelfde als wat de toekomst voor haar in petto heeft. Alles ligt vast, alles in dit leven is bepaald, zegt ze ook telkens. En: niets kan wezenlijk veranderen, want alles is in zichzelf bepaald. Amalia: „Ik heb mijn beroep ook niet gekozen, nee, het beroep koos mij, zou je kunnen zeggen. Van tevoren lag vast dat ik een professio- Amalia Rodrigues: „Ik weet bijvoorbeeld dat er iets verschrikkelijks zal gebeuren. Het is onont koombaar, mijn fado. Ik zal binnenkort op moeten Zichzelf aanvullend: „De fado is meer dan een lied, het is een overtuiging. Wij geloven in onze bestemming, dat je bepaald bent. Niet iedereen doet dat bij ons, maar de overgrote meerderheid der Portugezen doet dat wel. Ik ben in Portugal geboren, voor mij is alles in principe negatief. De toekomst ziet er altijd zwart uit. Ik geloof in niets. Ik geloof misschien wel in God, een bovennatuur lijk eh maar ik heb geen hemel, geen hierna maals. Misschien werkt God wel in ons leven, maar niet na dit leven. Er is voor mij ook geen hoop in deze manier van leven. De meerderheid van ons volk denkt er zo over. Waarom? Simpel. De dood bestaat, dat gelnee weet ik. En als de dood bestaat, dan is alles negatief, zinloos, daarmee bepaald”. Het defaitisme dat Amalia Rodrigues verwoordt en hanteert als levensfilosofie werkt verstarrend op een gesprek. Haar wereld botst dan nogal met de jouwe, die zoveel meer westers is en waarin de ambitie en het levensritme nauwelijks tijd geeft om op adem te komen of zelfs maar over de dood te kunnen nadenken. Laat staan dat zoiets onver mijdelijks zo bepalend op de inrichting van het leven kan werken. Hoe zou je ook ambitieus kun nen zijn als je zo somber naar de toekomst blikt? Wat voor zin heeft het dan nog iets te ondernemen als je toch lijdzaam erkent dat er uit de toekomst niets goeds kan groeien? Lijdzaamheid is echter een begrip waar Amalia niets van wil horen. Zo ligt dat niet, legt zij geduldig uit. „Je weet dat je zult sterven. Soms als ik over mezelf en de wereld nadenk, als ik over weeg wat me te doen staat, dan zie ik het overal zwart in. Daar is het donker, zeg ik dan, en daar ziet het er somber uit. Het is zwart, zwart, zwart! Dan zeg ik: oh! Ik help mezelf om zeep! Maar zodra ik dat gezegd heb, word ik kalm. Zo gaat dat heel vaak. Het is mijn oplossing. Ondanks alle narig heid en voorbestemming merk je telkens weer dat je leeft. Je lééft nog altijd! Dus heb je energie nodig om te kunnen leven, al is het maar tot je er niet meer bent. Ook dat is fado". Amalia was gezegend met het juiste oor en de juiste stem voor de muziek. Ze kon, al heel jong, liedjes die zij hoorde zonder enige moeite reprodu ceren. Eerst voor buren en kennissen, later op school. Zo gemakkelijk ging dat echter allemaal niet in zijn werk. „Ik durfde vaak niet te zingen in het openbaar”, zegt zij over haar jeugd, „ik was altijd nogal verlegen. Als vreemde mensen zo vlak bij me zijn, dan had ik daar last van. Ze keken altijd zó. Later kwam ik over die angst, dat schich tige temperament, heen. Dan kwam ik met jnijn familie op bruiloften en geboortefeesten, en dan drongen de mensen aan: toe, Amalia, zing een lied, ach meid, zing nog eens! Dat was moeilijk, maar ze waren vrienden, bekenden, familie. Later zong ik ook als er onbekenden bij waren". In 1940, de tweede wereldbrand was net ont- „Wij zouden de film anders hebben gemaakt. Kritischer, preciezer, harder, meer documentair. Maar eerlijk gezegd geloof ik niet dat wij de moed hebben zo’n film te maken. Natuurlijk zijn er gebreken. De Amerikanen zijn wereld kampioen in vereenvoudiging. Maar daarom kunnen wij het Duitse volk deze film toch niet onthouden”. Het gaat over de Amerikaanse televi sieserie „Holocaust”. De spreker is dr. Günter Rohrbach, chef van de afdeling tv-spel en amusement van de Westdeut- sche Rundfunk (WDR). „De waarde van Holocaust”, zegt Rohrbach op een door de WDR georganiseerd tweedaags sym posium in Keulen, „moet niet worden afgemeten aan de opheldering die de serie verschaft, maar aan de discussie die zij teweeg brengt”. «ar s >W Het verhaal van Amalia’s succesvolle loopbaan is goeddeels bekend. Met name in Frankrijk werd zij een gevierde vedette, zowel op film- als muziek gebied; in de amusementsindustrie van na de oorlog stond haar ster even hoog als die van Charles Aznavour en Sammy Davis. New York, Rio de Janeiro, Madrid en Londen gingen evenals Parijs plat voor de fadozangeres. Hoe functioneer de zij artistiek met een dergelijke achtergrond in die showbizzwereld van het frivole amusement? Zo’n vraag krijgt nog extra betekeriis nu we weten dat Rodrigues zich niet als een propagandiste voor de fado beschouwt en zich niet bewust is van een artistieke missie. Amalia: „Merkwaardig genoeg verliest de fado wat lading betreft niet zoveel. Daar heb ik me vaak over verbaasd. Er zijn altijd weer mensen die zich meegesleept voelen door de pathos en de emotie in onze muziek. Op het podium merk je dat. Opeens is het er, die bevlieging. Het publiek wordt dan zeer emotioneel, vooropgesteld dat ik dat tenmin ste zelf weet over te brengen. Wat dat betref ben ik zeer kritisch op mezelf. Van de twintig optredens vind ik er in de regel twee goed. Maar als ik er zelf door geraakt wordt, dan ben ik er zeker van dat iedereen dat doet. Heel vreemd is dat. Dan zing je vaak dezelfde liederen, die je altijd zingt en toch is het een compleet ander concert. Magie! Dan is de fado er, hé?” Amalia mijmert: „Daarom word ik ook niet moe van liederen die ik al zo’n twintig, dertig jaar zing. De lading zowel als de improvisatie maakt de goede muziek telkens tot een andere ervaring. Het trieste is alleen, dat ik vaak bij de eerste noot van een concert al weet waar ik aan toe ben. Als die me niet meteen wat doet, kan ik net zo goed ophouden. Bij wijze van spreken dus. Ik ga wel door en het wordt een professioneel verantwoorde avond, maar je krijgt niet de echte fado. Droevig, maar zo werkt het wel”. Tot slot, de plaats die het zingen in haar leven inneemt, moge blijken uit het feit dat Amalia Rodrigues als een nachtbraker te boek staat. Het woord tovert een glimlach op haar doorgroefd gelaat. „Ach, zie je, vóór een show en die zijn altijd ’s avonds leef ik niet. Dan komen er te veel zorgen op me af. Na afloop is alles O.K. Dan begin ik te ademen, me vrij te voelen. Dan blijf ik lang op. samen met mijn zuster, die haast altijd mee reist. We praten dan over het leven en wat je zoal hebt meegemaakt. Het wordt dan altijd wel zes uur, half zeven. Heerlijk!, maar begrijp me goed: ik ben geen uitgaanstype, een echte nachtbraker die uit dansen gaat. Nee, we drinken wat, praten en wachten de ochtendschemering af. Zoals het ie mand betaamt die langzamerhand aan zijn levens avond is toe gekomen, ja”. Amalia Kakelkip noemden we d’r vroeger, ,de ongekroonde koningin van het Portugese volks lied. Nog kun je de warmte en de diepte van haar zieleleven voelen. Amalia is nog onder ons, haar stem en haar fysiek zijn weliswaar over het hoog tepunt heen, maar zoals zij daar onder de warme spots in de tv-studio staat, lijkt het net alsof ze pas komt debuteren. In het vuur van het zingen en moduleren strijkt haar hand door het haar alsof ze niet in Hilversum, maar op het grote podium var het Casino Copacabana in Rio de Janeiro staat te zingen. En ja, als de belichter zijn werk juist verstaal dan krijg je ook een glimp van de schoonheid van de vroeger zo geliefde filmster te zien. Eventjes zie je dan enkele van die mierzoete en romantische scènes uit Barco Negro en soórtgelijke oude films die in Zuid-Europa nog steeds rouleren. Dan is het of haar woorden over de verschillen tussen Lissa bon en Parijs op haarzelf van toepassing zijn. „Parijs is altijd mooi, zeker ook in de winter. Een echte witte metropool is het dan. Lissabon, zonder die grandeur en met zijn vervallen glorie, wordt pas mooi als de stralende zon een ander licht op de stad werpt". Daar waar de Taag het smeltwater van de Iberi sche hoogvlakte in de Atlantische Oceaan loost, ligt het centrum van de fado. Op beide oevers ligt de hoofdstad van een land waar de armoede naar Wésteuropese begrippen nog altijd schrijnend is. Portugal hoort er nog net bij, al is het kantje boord. De gewone man in de straat weet er niet beter of de status quo zit er na zóveel eeuwen van oligarchie, dictatuur en twee dolle revolutiejaren vaster in het zadel dan ooit. Er verandert niet zoveel,vde directe toekomst heeft ook al niet zoveel te bieden. et is geen wonder dat op zo’n voedings bodem van on veranderlijke zwartgalligheid een lied kon ontstaan dat klaagt over de dagelijkse ellende en tegelijkertijd het verdriet wegneemt. De fado is een uitlaatklep voor zieleleed zoals de blues dat is geweest voor generaties van Amerikaanse negers. De muziek helpt je het leven beter aan te kunnen, zo menen de meeste Portugezen. 'M kunstkitsch" (Die Zeit), „Schokkende smakeloosheid” (Stern), „Volkeren moord op Bonanza-niveau” (Der Spie gel). In Holocaust zitten ook fouten. De rangonderscheidingen op de uniformen zijn niet helemaal juist. Een Hitlerjongen zat niet in een zomeruniform onder de kerstboom. Op het symposium in Keulen, waar de film is vertoond, was een Poolse journa list, die alle verschrikkingen van het Der de Rijk zelf had beleefd. Hij zei: „Ik was gewaarschuwd dat er harde scènes zou den komen. Maar de werkelijkheid was veel erger. De opstand in het getto van Warschau was veel dramatischer. Ausch witz was een hel. onvoorstelbaar. In de Ons klinkt het allemaal ongewoon in de oren. Wij noorderlingen zijn in de regel niet zo licht ontvlam baar en dus vergt het nogal wat om de fado op juiste wijze te kunnen schatten. De Spaanse fla menco is in vergelijking veel toegankelijker, met name ook waar het de ritmiek betreft. In Neder land zitten de concertzalen vol als Fiesta Gitana op rondreis is. De fado daarentegen ontleent in nog sterker mate uit de Arabische muziek, eist veel van een geduldig oor en een juiste kennis wordt belem merd doordat slechts een klein aantal musici haai over de grens brengen. De fado speelt zich eigen lijk letterlijk buiten onze waarneming aan de periferie van de Europese cultuur af. Voor het grote publiek is Amalia Rodrigues dus synoniem met de fadozang. Dat zal dan ook wel de reden zijn dat Amalia op zaterdagavond 3 februari weer eens op de beeldbuis te zien zal zijn, in Pim Jacobs’ Music Gallery (AVRO-tv). Daarin zal zij twee van haar bekendste liederen, Lisboa Antiga en Una Casa Portuguesa, zingen met begeleiding van haar eigen trio, dat bestaat uit viola (gitaar met afwijkende stemming), akoestische basgitaar en gitarra (12-snarige, mandoline-achtige Portuge se gitaar). Twee andere liederen, Lirio Roxo en Nos Atras las Mocas, worden gebracht met bege leiding van het Metropole Orkest en in arrange ment van Rogier van Otterloo, die op de van hem bekende wijze zich van die taak heeft gekweten en waarover je eigenlijk kunt denken zoals je wilt. nele zangeres zou worden. Als je ook vraagt of ik een bepaalde artistieke boodschap heb voor mijn publiek, dan moet ik zeggen: nou, nee. Zo’n vraag overvalt me, omdat ik het zingen niet zelf gekozen heb. Het fadó-zingen overkwam me gewoon. Ik groeide op in Pena en later in Alcantara, twee volksbuurten in Lissabon. Nu zijn die wijken ver anderd, maar ik kom er nog altijd. Zing er ook op de festivals". brand, lonkte een carrière in het vak. Achttien jaar was de beeldschone en fraai zingende Amalia. Haar vader en moeder wisten niets van een slim plannetje dat broer Rodrigues en een buurman hadden uitgebroed. „Ik zong op hun voorstel op een auditie. De impresario luisterde met stijgende opwinding en wilde me op staande voet contracte ren. Maar ik zei: ik kan niet, moeder vindt het nooit goed dat ik ga zingen. Het zingen van de fado als beroep werd toen niet hoog geschat, zie je? Als je in die tijd artiest wilde worden, dan keken de mensen op je neer. Je werd met de nek aangeke ken. Niemand geloofde dat je er een bestaan van op kon bouwen. Niemand wilde ook zelfs maar een musicus in de familie. Zelfs de armsten achtten zich er te goed voor”. De impresario’s liepen de deur van huize Rodri gues met grote regelmaat plat om vader en moeder maar te overtuigen. Amalia: „Zij zeiden: hé, dat is jammer dat je je dochter niet de kans geeft om de fado te zingen, want ze heeft een stem uit duizen den. Maar mijn ouders zeiden: nee! De impresari o’s vertelden toen dat het niet waar was wat er over het artiestenbestaan werd beweerd. Er zijn ook goede, keurige musici, zeiden zij. En: je doch ter kan goed verdienen en zal enkel in goede gelegenheden werken. De impresario's klonken overtuigend, zagen er netjes uit en zij bleven zeggen dat ik goed zong en uiteindelijk wisten zij ma en pa over te halen. Maar de rest van mijn familie wilde er niets mee te maken hebben en verbrak de relatie. Dat heeft toen drie jaar ge duurd. Totdat ik een zeer bekend persoon was geworden in' heel Portugal en zij mij gewoon niet meer kónden negeren". ,Als je het einde accepteert, kun je geen zorgen hebben’ 7^ - I heeft de barbarij van de nazi’s proberen weer te geven door twee families cen traal te stellen: die van de joodse arts Weiss en die van de nationaal-socialist Dorf. Holocaust is in de Verenigde Staten geproduceerd als „reclame-trekker". De televisiemaatschappij NBC had een te genhanger van het door concurrent ABC uitgezonden „Roots" nodig, zo wordt ge zegd. Vandaar dat Holocaust geen ruim zeven uur durende documentaire is, maar een gedramatiseerde speelfilm. „Een geschiedenis van liefde, haat en dood, van heldendom en overleven. Een door verschrikkelijke misdaden omge woelde wereld”. De film is verdeeld: aan de ene kant de historische waarheid, weergegeven door de Rijkskristalnacht, het getto van War schau, de opstand in het getto, het „voor- beeldkamp" Theresienstadt, Auschwitz, Sobibor, de massa-moord in Babi Yar; en aan de andere kant het benutten van alle triviale trucs waar „Hollywood” het pa tent op schijnt te hebben: liefde die zelfs de gaskamers kan weerstaan; de met een stierennek uitgeruste Buchenwald-bewa- ker Müller, die zijn koerierdiensten tus sen gevangene Karl Weiss en diens vrouw Inga met geslachtsverkeer laat betalen; de Bechstein-vleugel waarop Amelia dodrigues zoals zo binnenltort op tv to zion zal zijn de leden van haar eigen combo bespelende instrumenten viola, gitarra en akoesbehe basgitaar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 31