S’ =1 in Bridge Schaken Dammen s Knip knip ns °o° s spoken geloofde Het spook dat niet i If o o o o o o W A- Kleur eens mooi I I k I A B Bakker Spelen Q A A A O 4 A A A A A A A A A 4 A A X A A a A lil >or- /an "y. Ao. uaAU A'^xSktt, vooru I 1 0 d>. a' o roor i een erva- foe (\<veAoVoe5c 1 >or 3er te rouw een r—J aring. er tie van s 50, De ho- /an ■net r, is Dat de an. ctie is 50, Zwart kan nu Ta8 niet meer redden, maar het begint pas. 11g7-g5. Het Je kan er van kopen, een beer, pop of deken dat is erg leuk hoor je kan er leuk mee spelen en je kan er ook wat mee doen dan hoef je je niet vervelen want dat is niet leuk en, met je beer kan je spelen. Mariëtte van der Pauwkraan, 7 jaar, Haarlem. Ik vind zakgeld nu nog niet be langrijk maar als ik twaalf jaar ben wel. Nu krijg ik alles nog van mijn vader of moeder. Ik zou graag een gulden willen hebben. Dan zou ik vijftig cent op mijn spaarbankboek je zetten en vijftig cent sparen voor kinderverjaardagen. Monique Vink, 10 jaar, Hillegom. Ik krijg ƒ2,50 zakgeld. Ik zou het niet leuk vinden als ik veel geld zou krijgen want dan kan je haast alles zo kopen en dan zou je niets meer met je verjaardag weten. Ik vind dat ik genoeg krijg. Anders ga je toch zo maar naar de stad zonder te weten wat je moet kopen. En dan koop je wat prulletjes en dat is zonde van het geld. Willeke Schram, 12 jaar, Haarlem. Hé, niet meer de vertrouwde kinderkrant? Nee. Vandaag start de nieuwe kinderrubriek 't Spui gat Deze plek in ERBIJ wordt voortaan volge schreven en volgetekend door kinderen tussen de tien en vijftien jaar. In ’t Spuigat kunnen zij alles spuien wat zij denken, voelen en willen. Veel kinderen hebben mij al geschreven over hun zakgeld en wat zij daar mee doen. Somml- In deze interland behaalde Wiersma nog een persoonlijk succes door voor het eerst na een vijftal remises Gendlerman te verslaan. Ik krijg geen zakgeld. Ik werk er zelf voor. Dan krijg ik per dag pak weg een tientje. Dat geld dat ik op gespaard heb, zet ik op de bank. Als ik zakgeld krijg, zou ik 2,00 willen het kopen. Ik ga bijvoorbeeld voor een cassetterecorder sparen. Je kan het ook uitgeven aan arme landen. Of aan een stichting zoals Jantje Beton of zo. Maar er zijn kinderen die maar heel weinig krijgen en dat vind ik zielig. Sabina Peters, 11 jaar, Haarlem. gen maken alle» op. anderen sparen, weer ande ren kopen cadeautjes. Lees zelf maar, eigenlijk. - Ik kreeg ook een brief van een meisje dat altijd ruzie maakt. Doe jij dat ook? Ga je dan vechten? Vind je dat vervelend of leuk? Brieven, gedich ten, verhalen of tekeningen (met zwarte pen of viltstift) over ruzie maken, vóór 8 februari stu ren naar Conny Manasse, Damiate Pers, post bus 507, 2003 PA Haarlem. Plotseling was de man verdwenen en er klonk weer een stem die zei: „Ga verder, ga verder”. Het spook deed wat hem gezegd was. Het leek wel een kelder vol spinnewebben en muizen. Het spook vond het toch wel eng. Hij schrok nu voor de tweede keer, want nu zag hij een enge vrouw op een bezem zitten. „Dat Ik krijg tien gulden in mijn spaarpot en die gaat niet gauw kapot Ik spaar de guldens op En dan loop ik naar de top Daar begraaf ik het geld Tot er wordt gebeld Dat is dan de bakker Die wordt om zes uur wakker Hij vraagt een gulden voor het brood Voor de kinderen in nood. Frank van Herle, 11 jaar, Haarlem. Noord (Lin) pas pas pas pas Oost (Rubin) De vis moet in de kom. Knip hem uit en plak hem op de kom. Kleur hem en de kom. Goed zo! B 9 7 6 5 V A 10 A H 9 7 H V doublet doublet pas Zuid (Tai) „Jjjja”, stotterde het spook. Toen was iedereen verdwenen en lag het spook weer in bed. Hij dacht: „Nou geloof ik wel in spoken of- ...was het een droom?” Gilles de Meij, 8 jaar, Haarlem. Kleur Mik en Trix eens mooi. Je knipt het dan uit Hang maar aan de wand. ij u en, aar OL de ngt Je kan zakgeld opsparen voor la ter. Als je dan iets leuks ziet kan je V8 2 V B 8 2 10 6 5 2 *653 4 SA 5 Ha redoublet man, een tegenstander waar hij tot nu toe nog nooit van had kunnen winnen. Toch was hij ook in de eerste partij al dicht bij een overwinning. In de stand: wit (Gendlerman): 25, 32, 33, 34, 36, 38, 42, 48 zwart (Wiersma): 7,11,14, 15, 19, 21, 23, 27 speelde Wiersma 19-24 waarna Gendler man door een combinatie met schijfverlies toch naar remise afwikkelde door: 34-29 23x34, 36-31 27x36, 32-27 21x43, 48x10 15x4, 42-37 waarna Wiersma net niet meer kon winnen. 1/ 'ik '■N W---O z In Israel is in december voor het eerst een wedstrijd gespeeld tussen een Israë lisch en een Nederlands tiental. Dat het Nederlands team, met aan de eerste vijf borden Wiersma, Clerc, Sijbrands, Drost en Jansen, deze interland zou gaan winnen was natuurlijk van te voren duidelijk. De uitslagen van de drie wedstrijden waren achtereenvolgens 13-7, 16-4 en 18-2. Hij is kandidaat-grootmeester met een Elo van 2450, is amateur, èn gehuwd met een sterke schaakster. Zou het deze niet-alledaagse combinatie van factoren zijn die leidt tot een bijzonder fantasierijke spelstijl? Geen idee! Mogen we even voorstellen: J. Nicolac, 46 jaar, geboren in Dalmatië, in gelukkige echt verenigd ‘met Tanja Belamarich en vader van een 6-jarige zoon, leraar natuur kunde in Joegoslavië. Won ondanks deze „nevenfuncties” vorig jaar in zijn land een grootmeestertoemooi tezamen met zijn landgenoot Mihaljchishin en eind 1978 bovendien het toerooi te Eerbeek. Deze successen gaven hem het recht, deel te nemen aan de zojuist beëindigde „Hoog ovens 1979”. Zijn Tanja bracht het tot de Interzonale 1970 voor dames en wist te Belgrado 1967 zelfs eenmaal de grote Nona Gaprindasjvi- li te verslaan. Een dergelijke symbiose moét haast wel inspirerend werken op de creativiteit, wel ke Nicolac te Eerbeek demonstreerde op een voor professioneel schaak exceptione le wijze. Ziet hoe de sterke Engelse scha ker Beilin met wit in slechts 26 zetten wordt weggeveegd, via een torenoffer en een wandeling van de zwarte koning naar f6 op een moment dat er zelfs nog geen pion van het bord is! Wit: Beltin. Zwart: Nicolac. 1. d2-d4 Pg8-f6, 2. Pbl-c3 d7-d5, 3. Lcl- g5 Pb8-d7, 4. Ddl-d3 Een onbekende zet en vermoedelijk geen goede. 4h7- h6, 5. Lg5-f4 Beter was Lh4, maar de tekstzet lijkt c7-c6 nodig te maken om Pb5 te beletten. 5c7-c5! De waaghals laat Pb5 toe, wat tot waanzinnige compli caties leidt, welke geen mens kon vooruit berekenen. 6 e2-e3 e7-e6. 7 Pc3-b5 c5-c4! 8. Dd3-d2 Anders volgt Da5+ 8 Pf6-e4, 9. Pb5-c7+ Ke8-e7! Wat een lef; na 9Dc7: 10. Lc7: Pd2: zou een „gewone” partij ontstaan met ongeveer gelijk spel. 10. Dd2-b4+ Ke7-f6. Zoiets zie je niet vaak. 11. Db4-a4 Nicolac Beilin Nicolac (aan zet) TIw a Dd5xf3, 17. Thl-gl 0-0-0! Dreigt vernieti gend Td4:, zodat de witte dame geen tijd heeft, uit haar ballingschap terug te keren. 18. Lcl-e3 Lf8-b4+ 19. Kel-fl Pb6-d5. Dreigt Pe3:+, wat niet gepareerd kan wor den met Dd3 wegens Pf4 en wint. 20. Ta2- e2 Pd5-c3, 21. Te2-d2 Pc3-e4, 22. Td2-e2 Lb4-c3, 23. Dh7xg7 Dat arme dametje; het kan niet anders. 23Lc3xd4, 24. Le3xd4 Td8xd4. Dreigt Tdlt en mat op f2. 25. Kfl-el Pe4-c3 en 0-1. E. SPANJAARD Ik vind dat je iets moet doen om zakgeld te krijgen. Dan ben je veel blijer als je krijgt wat je wilt. Marcel van Dam, 10 jaar, Haarlem. Ik krijg twaalf gulden per maand en moet zes gulden sparen. De kan niet goed sparen, dus kan ik geen grote dingen kopen. Ik kom meestal niet uit met mijn zakgeld en verlang altijd naar de volgende maand. Egbert van Thiel, Bennebroek. Als ik wil krijg ik vijf gulden in de week. Maar ik wil geen zakgeld want ik mag elke dag wat kopen. Dan krijg ik meestal een gulden om te snoepen. En als ik zakgeld krijg en als ik dan wat wil kopen moet ik het van mijn eigen geld doen. Petra van Basten, 12 jaar, Haarlem. Ik krijg een gulden zakgeld per week. Dat vind ik zat. Soms ver snoep ik vijftig cent. Ik vind zakgeld belangrijk omdat als ik later een huis wil kopen, dat ik dan geld heb. Soms zie ik wel eens iets leuks maar dan probeer ik het niet te kopen. Roosje van Dorp, 10 jaar, Hillegom. Zakgeld kun je opsparen of met een uitgeven. Als je spaart kun je grote dingen kopen. Ik krijg een of twee gulden per week en dat vind ik genoeg. Sommige kinderen krijgen misschien vijftig cent. Daar mogen ze nog blij mee zijn want als je naar India kijkt daar krijgen de kinderen nooit zakgeld. Paola Semé, 12 jaar, Haarlem. Ik krijg vijf gulden in de week en dat vind ik veel te weinig. Ik wil een tientje maar dat krijg ik niet van mijn vader. Mijn zakgeld is altijd heel snel op. Ik heb een hekel aan sparen en dat hoeft ook niet. Want ik ga toch gauw werken en dan heb ik wel veel geld. Theun de Graaf, 13 jaar, Haarlem. Als je moeder lief voor je is krijg je meestal zakgeld. Van dat geld kopen de meeste kinderen snoep. Maar snoep is slecht voor je tanden dus je kan er speelgoed van kopen. Of iets voor je moeder kopen. Miriam Jansen, 10 jaar, Haarlem. Ik wil geen zakgeld want dan hou den mijn vader en moeder niets over. En dan kunnen we niets eten en drinken en geen plantjes kopen en dan is het huis kaal. En dan krijgen we niks, helemaal niks. Ook geen speelgoed en blaadjes. Petra Kroonsberg, 7 jaar, Haarlem. geen H V 9 7 6 5 4 3 VB 982 draak zijn”, dacht het spook. Nu was hij weer weg. En toen kwam iedereen terug: het spook, de geest, de heks, de tovenaar en de draak, en ze zeiden allemaal: „Geloof je nu in spoken??” Er was eens een oud spook dat woonde heel alleen in een oude leeg staande villa. Het was een spook dat niet in zichzelf geloofde. En op een nacht dacht hij: „Ik zal eens kijken of spoken echt bestaan of niet”. Hij klom uit bed en liep de trap af. Toen hij beneden was deed hij de deur open en liep de tuin in. Hij deed het hek van het kerkhof open want hij dacht dat daar wel spoken zaten. Bij het eerste graf hoorde hij een stem: „Kom naar binnen”. Het spook ging in het graf maar hij vond het er toch wel eng hoor. Hij schrok vreselijk want hij zag een man die helemaal doorzichtig was. „Dat moet dus een spook zijn”, dacht hij. In de derde partij van deze interland won Harm echter wel, zij het niet zonder enig geluk. Na de opening: 1. 32-28 18-23, 2. 34-29 23x32, 3. 37x28 12-18, 4. 41-37 16- 21, 5. 37-32 21-26, 6. 47-41 26x37, 7. 42x31 8- 12, 8. 41-37 17-21! 9. 31-26 (mag 21-26 niet toelaten) 21-27, 10. 32x21 18-23, 11. 29x18 12x41, 12. 46x37 13-18, 13. 21-16 11-17 heeft zwart wel wat voordeel door de witte rand- schijven. 14. 40-34 19-23, 15. 45-40 14-19,16. 50-45 9-13, 17. 38-32 10-14, 18. 34-29 23x34, 19. 39x30 19-23, 20. 44-39 14-19, 21. 30-25 4-9, 22. 25x14 9x20, 23. 40-34 20-25, 24. 43-38 5- 10, 25. 48-43 17-22, 26. 49-44 6-11, 27. 44-40 (na 26-21 zou zwart een te dure dam kunnen nemen door 11-17, 23-28, 2-8, 3-9, 7x49) 11-17, 28. 34-30 25x34, 29. 40x29 23x34, 30. 39x30 10-14. (Zie diagram 2). Naast het zwarte voordeel van de witte randschijven op 16 en 26 heeft wit een niet geheel onbelangrijke voorsprong van 11 tempi terreinvoordeel opgebouwd; onder andere daarom kan hij nu rustig de zet 30- 24 spelen. Opgemerkt zij nog dat wit 22-27, 32x23, 19x48 niet hoeft te vrezen: na bijv. 45-40, 22-27?, 32x23, 19x48, 40-34, 48x31, 36x27 zou het witte terreinvoordeel zeer belangrijk zijn geworden. In de partij volg de 31. 30-24 19x30, 32. 35x24 3-8, 33. 37-31 7- 12, 34. 45-40 14-20, 35. 31-27 20x29,36. 33x24 22x31, 37. 36x27 18-23! 38. 27-21 (ver plicht; er dreigde 13-18 en 23-28) 13-19, 39. 24x13 8x19, 40. 38-33 15-20, 41. 43-39 20-24. De zwarte stelling begint er, mede door de witte schijven op 16, 21, 26 steeds beter uit te zien. 42. 39-34 2-8, 43. 40-35 8-13, 44. 33-28 1- 7, 45. 32-27 23x32, 46. 27x38 19-23, 47. 34-30 13-19, 48. 30-25? Waarschijnlijk door tijd nood maakt Gendlerman een ernstige fout die hem onmiddellijk doet verliezen (38-32 is remise) 23-28! 49. 35-30 24x35, 50. 25-20 19-24, 51. 20x29 35-40, 52. 29-24 40-44,53. 24- 20 44-50, 54. 20-14 50-45 met winst door de dreigingen 7-11! en 28-33. FRANK TEER hoogtepunt van de wonderlijke strijd; met 12. Le5+ Pe5: 13. de5:t Kg7, 14. Pa8: kon wit een volle toren winnen, tot nader or der. Nicolaé had daarna als volgt willen voortzetten: 14Ld7,15. Da7: Lc5 (ook Lc6 kwam in aanmerking), 16. Db7: Da5+ 17. c3 Pc3:! 18. bc3: Dc3: 19. Ke2 Dal: en zwart staat overwegend, hoewel hij een stuk achter is. Begrijpelijk dat beide spe lers na slechts 12 zetten vrijwel al hun bedenktijd hadden gebruikt. 12. Pc7xa8 g5xf4, 13. Da4xa7 f4xe3, 14. f2xe3 Lf8-b4+, 15. Kel-e2 15. c3 Pc3. 15. Kf6-g7, 16. Pgl-f3 Dd8-a5! Zeer efficiënt, wit moet ruilen, waarna Pa8 als bij ganzenborden in de gevangenis blijft. 17. Da7xa5 Lb4xa5, 18 c2-c3 Pd7-f6, 19. Pf3-e5 Hier mist wit zijn laatste kans. Met de verborgen zet 19. b4 had hij zijn paard kunnen bevrijden. Zie 19cb3: en passant 20. ab3: en Tal grijpt in. Beter 19Pc3:+ benevens 20. Lb4:'De rest is nu eenvoudig. 19 Lc8-d7, 20. Pe5xd7 Pf6xd7, 21. g2-g3 Th8xa8. Zwart heeft nu twee stukken tegen toren en pion, alsmede de betere stelling. 22. Lfl-g2 Pd7-f6, 23. Thl-fl Pe4xc3! 24. Ke2-f2 of 24. bc3: Lc3: benevens 25Ta2:t 24Pf6-g4+ 25. Kf2-gl Pc3-e2+ 26. Kgl-hl Pg4xe3 en wit gaf het op. Weinig minder bizar verliep de partij Baljon-Nicolac. Hier geen wit paard in de gevangenis, maar een witte dame in ver banning op h7. 1. e2-e4 c7-c6, 2. d2-d4 d7-d5, 3. e4-e5 Lc8-f5, 4. c2-c4 e7-e6, 5. Pbl-c3 Pg8-e7, 6. h2-h4 Baljon wil profiteren van zwarts ruimtetekort. Op Pg6 volgt h4-h(> en even tueel h5-h6 6: h7-h6. 7. h4-h5 d5xc4! Geeft zwart het transportveld d5 8. Lflxc4 Pb8-d7, 9. g2-g4(?) Het vervolg leert dat dit toch te optimistisch is, maar zulks was zeer moeilijk te voorzien. 9 Lf5-h7, 10 Pgl-f3 Pd7-b6, 11. Lc4-d3 Pe7- d5. In diagram 1 is de stand weergegeven uit de partij Drost-Galperin, waarin Drost zo juist 36. 48-43 heeft gespeeld. Zijn tegen stander verraste hem met 23-28, 37 33x22 13-23. Nu kan wit zowel met 22-18 en 32- 28 als met 42-37 gelijkspel houden (na 22- 17? wint 23-29). Toen hij echter 38. 41-37 speelde won zwart vrij eenvoudig door 12- 17, 39. 22x11 16x7, 40. 27x16 26-31,41.37x26 23-29 en 19x39. Harm Wiersma speelde zowel in de eer ste als in de derde partij tegen Gendler- Toch kwam Israel, vooral in de eerste wedstrijd, verrassend voor de dag. Deze eerste wedstrijd leverde aan de vijf kop- borden namelijk een 6-4 zege op voor Is rael, door overwinningen van Palaria op Clerc, en Galperin op Drost, terwijl Sij brands won van Borochow. Aan de andere vijf borden werd deze achterstand echter ruimschoots goedgemaakt door Van der Wal, Hermelink, De Ruiter, Visser en Schotanus. hebben. Dat zou ik dan op de bank zetten, dus bewaren voor later. Hauw Tan, 10 jaar, Hillegom. Ik krijg een gulden per week. Ik spaar soms wel en soms niet. De meisjes van de klas vinden het bar weinig. Nou ja, dat zij zo verwend worden. Hilde Lagerweij, 12 jaar, Haarlem. Ik krijg elke week zakgeld, fijn. Eigenlijk heb ik geen geld nodig maar mijn vader en moeder geven het. Dan pak ik het maar aan en stop het in mijn spaarpot. Sylvia Houthuizen, 9 jaar. ner alleen maar mededelen dat hij geen azen had. Rubin retireerde toen naar 5 Ha, den kende dat zijn partij tenminste twee slagen te verliezen had, maar toen zuid voor de tweede maal een doublet losliet werd het hem toch te machtig. Hij moet ongetwij feld iets gedacht hebben als: „Die brutale vlerk! Hij heeft geen enkel respect voor mijn slempogingen!” Rubin redoubleerde dus, en moet onge twijfeld enkele prettige ogenblikken be leefd hebben, toen zijn partner al bijzon der snel 12 slagen bijeen grabbelde, voor een score van +1550 p. Op die manier hoef je geen slem meer te bieden. Mike Passell toonde in dezelfde match een duidelijk beter beoordelingsvermogen te hebben dan Tai. De bieding verliep aan die tafel identiek, zodat Passell op de zuid- plaats voor de tweede keer aan de beurt was. Hij paste toen en verdiende hiermee 13 IMF’s voor zijn team. In de match Argentinië-Noord-Amerika (zone-kampioenen) pasten beide oostspe- lers op de 4 Ha-opening van hun partner, en vervolgens waren de beide zuidspelers natuurlijk nog niet uitgeboden. Monsegur heropende voor Argentinië met een doublet en zijn partner Camberos dacht dat hij de schade met zijn vrijwel poploze hand het meest beperkt kon hou den door te passen. Ook hier werden na tuurlijk 12 slagen gemaakt voor een score van +1190 p. Hamman heropende aan de andere tafel met het betere bod van 4 Sch, en dit werd door oost gedoubleerd. Vanwe ge de zwakke dummy en het slechte troef- zitsel maakte hij slechts 7 slagen voor een score van 800, maar de zonekampioe- nen hadden op deze manier wel 390 p., 9 IMP’s verdiend. Lester voor Australië (in het dagelijks leven bankier van zijn vak) was de enige westspeler, die slechts 3 Ha opende, door zijn partner natuurlijk verhoogd tot 4 Ha. lindquist bood voor Zweden hierop 4 Sch, die door Lathbury (oost) vervolgens sma kelijk gedoubleerd werden. Lester, met zijn 0 defensieve slagen, liet dit echter niet in en bood 5 Ha wat ongedoubleerd het eindcontract werd. Aan de andere tafel opende Sundelin weer met 4 Ha, waarop Borin op de zuidplaats heropende met 4 Sch. Borin mocht dat gedoubleerd spelen voor 800 punten verlies. T SCHIPPERHEYN Baljon (aan zet) 12. Ld3xh7 Onze landgenoot had nu slechts gerekend op 12Th7:13. Pe4 en wit heeft ruimtevoordeel, terwijl zwart niet meer kort mag rocheren. Maar: 12. Pd5xc3! is de grote verrassing. Na 13. bc3: Th7: 14. Dd3 volgt krachtig Dd5! Deze mogelijkheid is de essentie van het zwarte tegenspel. 13. Ddl-d3 Pc3xa2! Opnieuw hoogst oorspronkelijk en gebaseerd op wat Kmoch „Leukopenie”, zwakte op de witte velden, noemde. 14. Talxa2 Th8xh7, 15. Dd3xh7 Dd8-d5! De pointe; zowel Ta2 als Pf3 staan aangevallen. 16. b2-b3 Eén van de vele wilde handen, waarop tijdens het wereldkampioenschap 1977 te Manila een groot aantal verschillende acti viteiten plaatsvond, lag als volgt: A H 10 4 3 V geen 8 4 3 A B 10 7 4 Het spel werd aan 6 tafels gespeeld en het vergelijkend warenonderzoek laat aar dige dingen zien. Waar 5 van de 6 westspelers (allen kwets baar) het over eens waren, was het ope ningsbod: 4 Ha. Maar daarna liepen de meningen nogal uiteen. De hoogste score ontstond aan de tafel waar Rubin en Von der Porten tegen Tai wan de belangen van Noord-Amerika (ti telhouders) verdedigden. West (Von der Porten) 4 Ha 5 KI pas pas Begrijpelijkerwijs deed Ira Rubin slempoging na de kwetsbare opening van zijn partner. Het eerste doublet van zuid is ook nog wel te begrijpen, want in dit milieu wordt je zo gefopt. Van der Porten had het moeilijk met zijn tweede bod. Er bestaan genoeg Black- wood-varianten, waarin je één of twee azen met een renonce kunt aangeven, maar 0 azen met een renonce kan helaas niet worden getoond, dus hij kon zijn part- moet dus een heks zijn”, zei hij in zichzelf. Plotseling was ze weg en kwam er weer iemand, dit keer iemand met een hoed op een zwarte jas aan waar allemaal sterretjes en maantjes op stonden. „Dat moet een tovenaar zijn”, dacht het spook. Weer was hij weg en er stond nou een geraamte dat rammelende kettingen droeg. „Dat moet een geest zijn”, dacht het spook. Weer was hij weg. Nu kwam er een groen groot beest met schub ben op zijn rug. „Dat moet dus een Jjl 'Wcnr'- '**pt Shit tTixan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 35