S’
=1
in
Bridge
Schaken
Dammen
s
Knip
knip
ns
°o°
s
spoken geloofde
Het spook dat niet
i
If
o
o
o
o
o
o
W
A-
Kleur eens mooi
I
I
k
I
A
B
Bakker
Spelen
Q
A
A
A
O
4
A
A
A
A
A
A
A
A
A
4
A
A
X
A
A
a
A
lil
>or-
/an
"y. Ao. uaAU A'^xSktt,
vooru
I
1
0
d>.
a'
o
roor
i een
erva-
foe (\<veAoVoe5c
1
>or
3er
te
rouw
een
r—J
aring.
er
tie van
s 50,
De
ho-
/an
■net
r, is
Dat
de
an.
ctie
is 50,
Zwart kan nu Ta8 niet meer redden,
maar het begint pas. 11g7-g5. Het
Je kan er van kopen,
een beer, pop of deken
dat is erg leuk hoor
je kan er leuk mee spelen
en je kan er ook wat mee doen
dan hoef je je niet vervelen
want dat is niet leuk en,
met je beer kan je spelen.
Mariëtte van der Pauwkraan,
7 jaar, Haarlem.
Ik vind zakgeld nu nog niet be
langrijk maar als ik twaalf jaar ben
wel. Nu krijg ik alles nog van mijn
vader of moeder. Ik zou graag een
gulden willen hebben. Dan zou ik
vijftig cent op mijn spaarbankboek
je zetten en vijftig cent sparen voor
kinderverjaardagen.
Monique Vink,
10 jaar, Hillegom.
Ik krijg ƒ2,50 zakgeld. Ik zou het
niet leuk vinden als ik veel geld zou
krijgen want dan kan je haast alles
zo kopen en dan zou je niets meer
met je verjaardag weten. Ik vind dat
ik genoeg krijg. Anders ga je toch zo
maar naar de stad zonder te weten
wat je moet kopen. En dan koop je
wat prulletjes en dat is zonde van
het geld.
Willeke Schram,
12 jaar, Haarlem.
Hé, niet meer de vertrouwde kinderkrant? Nee.
Vandaag start de nieuwe kinderrubriek 't Spui
gat Deze plek in ERBIJ wordt voortaan volge
schreven en volgetekend door kinderen tussen
de tien en vijftien jaar. In ’t Spuigat kunnen zij
alles spuien wat zij denken, voelen en willen.
Veel kinderen hebben mij al geschreven over
hun zakgeld en wat zij daar mee doen. Somml-
In deze interland behaalde Wiersma nog
een persoonlijk succes door voor het eerst
na een vijftal remises Gendlerman te
verslaan.
Ik krijg geen zakgeld. Ik werk er
zelf voor. Dan krijg ik per dag pak
weg een tientje. Dat geld dat ik op
gespaard heb, zet ik op de bank. Als
ik zakgeld krijg, zou ik 2,00 willen
het kopen. Ik ga bijvoorbeeld voor
een cassetterecorder sparen. Je kan
het ook uitgeven aan arme landen.
Of aan een stichting zoals Jantje
Beton of zo. Maar er zijn kinderen
die maar heel weinig krijgen en dat
vind ik zielig.
Sabina Peters,
11 jaar, Haarlem.
gen maken alle» op. anderen sparen, weer ande
ren kopen cadeautjes. Lees zelf maar, eigenlijk. -
Ik kreeg ook een brief van een meisje dat altijd
ruzie maakt. Doe jij dat ook? Ga je dan vechten?
Vind je dat vervelend of leuk? Brieven, gedich
ten, verhalen of tekeningen (met zwarte pen of
viltstift) over ruzie maken, vóór 8 februari stu
ren naar Conny Manasse, Damiate Pers, post
bus 507, 2003 PA Haarlem.
Plotseling was de man verdwenen
en er klonk weer een stem die zei:
„Ga verder, ga verder”. Het spook
deed wat hem gezegd was. Het leek
wel een kelder vol spinnewebben en
muizen. Het spook vond het toch wel
eng. Hij schrok nu voor de tweede
keer, want nu zag hij een enge
vrouw op een bezem zitten. „Dat
Ik krijg tien gulden in mijn
spaarpot
en die gaat niet gauw kapot
Ik spaar de guldens op
En dan loop ik naar de top
Daar begraaf ik het geld
Tot er wordt gebeld
Dat is dan de bakker
Die wordt om zes uur wakker
Hij vraagt een gulden voor het
brood
Voor de kinderen in nood.
Frank van Herle, 11 jaar,
Haarlem.
Noord
(Lin)
pas
pas
pas
pas
Oost
(Rubin)
De vis moet in de kom.
Knip hem uit
en plak hem op de kom.
Kleur hem en de kom.
Goed zo!
B 9 7 6 5
V A 10
A H 9 7
H V
doublet
doublet
pas
Zuid
(Tai)
„Jjjja”, stotterde het spook.
Toen was iedereen verdwenen en
lag het spook weer in bed. Hij dacht:
„Nou geloof ik wel in spoken of-
...was het een droom?”
Gilles de Meij, 8 jaar, Haarlem.
Kleur Mik en Trix eens mooi.
Je knipt het dan uit
Hang maar aan de wand.
ij u
en,
aar
OL
de
ngt
Je kan zakgeld opsparen voor la
ter. Als je dan iets leuks ziet kan je
V8 2
V B 8 2
10 6 5 2
*653
4 SA
5 Ha
redoublet
man, een tegenstander waar hij tot nu toe
nog nooit van had kunnen winnen. Toch
was hij ook in de eerste partij al dicht bij
een overwinning. In de stand:
wit (Gendlerman): 25, 32, 33, 34, 36, 38, 42,
48
zwart (Wiersma): 7,11,14, 15, 19, 21, 23, 27
speelde Wiersma 19-24 waarna Gendler
man door een combinatie met schijfverlies
toch naar remise afwikkelde door: 34-29
23x34, 36-31 27x36, 32-27 21x43, 48x10
15x4, 42-37 waarna Wiersma net niet meer
kon winnen.
1/
'ik
'■N
W---O
z
In Israel is in december voor het eerst
een wedstrijd gespeeld tussen een Israë
lisch en een Nederlands tiental. Dat het
Nederlands team, met aan de eerste vijf
borden Wiersma, Clerc, Sijbrands, Drost
en Jansen, deze interland zou gaan winnen
was natuurlijk van te voren duidelijk. De
uitslagen van de drie wedstrijden waren
achtereenvolgens 13-7, 16-4 en 18-2.
Hij is kandidaat-grootmeester met een
Elo van 2450, is amateur, èn gehuwd met
een sterke schaakster.
Zou het deze niet-alledaagse combinatie
van factoren zijn die leidt tot een bijzonder
fantasierijke spelstijl? Geen idee!
Mogen we even voorstellen: J. Nicolac,
46 jaar, geboren in Dalmatië, in gelukkige
echt verenigd ‘met Tanja Belamarich en
vader van een 6-jarige zoon, leraar natuur
kunde in Joegoslavië. Won ondanks deze
„nevenfuncties” vorig jaar in zijn land een
grootmeestertoemooi tezamen met zijn
landgenoot Mihaljchishin en eind 1978
bovendien het toerooi te Eerbeek. Deze
successen gaven hem het recht, deel te
nemen aan de zojuist beëindigde „Hoog
ovens 1979”.
Zijn Tanja bracht het tot de Interzonale
1970 voor dames en wist te Belgrado 1967
zelfs eenmaal de grote Nona Gaprindasjvi-
li te verslaan.
Een dergelijke symbiose moét haast wel
inspirerend werken op de creativiteit, wel
ke Nicolac te Eerbeek demonstreerde op
een voor professioneel schaak exceptione
le wijze. Ziet hoe de sterke Engelse scha
ker Beilin met wit in slechts 26 zetten
wordt weggeveegd, via een torenoffer en
een wandeling van de zwarte koning naar
f6 op een moment dat er zelfs nog geen
pion van het bord is!
Wit: Beltin. Zwart: Nicolac.
1. d2-d4 Pg8-f6, 2. Pbl-c3 d7-d5, 3. Lcl-
g5 Pb8-d7, 4. Ddl-d3 Een onbekende
zet en vermoedelijk geen goede. 4h7-
h6, 5. Lg5-f4 Beter was Lh4, maar
de tekstzet lijkt c7-c6 nodig te maken om
Pb5 te beletten. 5c7-c5! De waaghals
laat Pb5 toe, wat tot waanzinnige compli
caties leidt, welke geen mens kon vooruit
berekenen. 6 e2-e3 e7-e6. 7 Pc3-b5 c5-c4!
8. Dd3-d2 Anders volgt Da5+ 8
Pf6-e4, 9. Pb5-c7+ Ke8-e7! Wat een lef; na
9Dc7: 10. Lc7: Pd2: zou een „gewone”
partij ontstaan met ongeveer gelijk spel.
10. Dd2-b4+ Ke7-f6. Zoiets zie je niet vaak.
11. Db4-a4
Nicolac
Beilin
Nicolac (aan zet)
TIw
a
Dd5xf3, 17. Thl-gl 0-0-0! Dreigt vernieti
gend Td4:, zodat de witte dame geen tijd
heeft, uit haar ballingschap terug te keren.
18. Lcl-e3 Lf8-b4+ 19. Kel-fl Pb6-d5.
Dreigt Pe3:+, wat niet gepareerd kan wor
den met Dd3 wegens Pf4 en wint. 20. Ta2-
e2 Pd5-c3, 21. Te2-d2 Pc3-e4, 22. Td2-e2
Lb4-c3, 23. Dh7xg7 Dat arme dametje;
het kan niet anders. 23Lc3xd4, 24.
Le3xd4 Td8xd4. Dreigt Tdlt en mat op f2.
25. Kfl-el Pe4-c3 en 0-1.
E. SPANJAARD
Ik vind dat je iets moet doen om
zakgeld te krijgen. Dan ben je veel
blijer als je krijgt wat je wilt.
Marcel van Dam,
10 jaar, Haarlem.
Ik krijg twaalf gulden per maand
en moet zes gulden sparen. De kan
niet goed sparen, dus kan ik geen
grote dingen kopen. Ik kom meestal
niet uit met mijn zakgeld en verlang
altijd naar de volgende maand.
Egbert van Thiel,
Bennebroek.
Als ik wil krijg ik vijf gulden in de
week. Maar ik wil geen zakgeld want
ik mag elke dag wat kopen. Dan
krijg ik meestal een gulden om te
snoepen. En als ik zakgeld krijg en
als ik dan wat wil kopen moet ik het
van mijn eigen geld doen.
Petra van Basten,
12 jaar, Haarlem.
Ik krijg een gulden zakgeld per
week. Dat vind ik zat. Soms ver
snoep ik vijftig cent. Ik vind zakgeld
belangrijk omdat als ik later een
huis wil kopen, dat ik dan geld heb.
Soms zie ik wel eens iets leuks maar
dan probeer ik het niet te kopen.
Roosje van Dorp,
10 jaar, Hillegom.
Zakgeld kun je opsparen of met
een uitgeven. Als je spaart kun je
grote dingen kopen. Ik krijg een of
twee gulden per week en dat vind ik
genoeg. Sommige kinderen krijgen
misschien vijftig cent. Daar mogen
ze nog blij mee zijn want als je naar
India kijkt daar krijgen de kinderen
nooit zakgeld.
Paola Semé,
12 jaar, Haarlem.
Ik krijg vijf gulden in de week en
dat vind ik veel te weinig. Ik wil een
tientje maar dat krijg ik niet van
mijn vader. Mijn zakgeld is altijd
heel snel op. Ik heb een hekel aan
sparen en dat hoeft ook niet. Want ik
ga toch gauw werken en dan heb ik
wel veel geld.
Theun de Graaf,
13 jaar, Haarlem.
Als je moeder lief voor je is krijg
je meestal zakgeld. Van dat geld
kopen de meeste kinderen snoep.
Maar snoep is slecht voor je tanden
dus je kan er speelgoed van kopen.
Of iets voor je moeder kopen.
Miriam Jansen,
10 jaar, Haarlem.
Ik wil geen zakgeld want dan hou
den mijn vader en moeder niets
over. En dan kunnen we niets eten
en drinken en geen plantjes kopen
en dan is het huis kaal. En dan
krijgen we niks, helemaal niks. Ook
geen speelgoed en blaadjes.
Petra Kroonsberg,
7 jaar, Haarlem.
geen
H V 9 7 6 5 4 3
VB
982
draak zijn”, dacht het spook. Nu
was hij weer weg.
En toen kwam iedereen terug: het
spook, de geest, de heks, de tovenaar
en de draak, en ze zeiden allemaal:
„Geloof je nu in spoken??”
Er was eens een oud spook dat
woonde heel alleen in een oude leeg
staande villa. Het was een spook dat
niet in zichzelf geloofde. En op een
nacht dacht hij: „Ik zal eens kijken
of spoken echt bestaan of niet”. Hij
klom uit bed en liep de trap af. Toen
hij beneden was deed hij de deur
open en liep de tuin in. Hij deed het
hek van het kerkhof open want hij
dacht dat daar wel spoken zaten.
Bij het eerste graf hoorde hij een
stem: „Kom naar binnen”. Het
spook ging in het graf maar hij vond
het er toch wel eng hoor. Hij schrok
vreselijk want hij zag een man die
helemaal doorzichtig was. „Dat
moet dus een spook zijn”, dacht hij.
In de derde partij van deze interland
won Harm echter wel, zij het niet zonder
enig geluk. Na de opening: 1. 32-28 18-23,
2. 34-29 23x32, 3. 37x28 12-18, 4. 41-37 16-
21, 5. 37-32 21-26, 6. 47-41 26x37, 7. 42x31 8-
12, 8. 41-37 17-21! 9. 31-26 (mag 21-26 niet
toelaten) 21-27, 10. 32x21 18-23, 11. 29x18
12x41, 12. 46x37 13-18, 13. 21-16 11-17 heeft
zwart wel wat voordeel door de witte rand-
schijven. 14. 40-34 19-23, 15. 45-40 14-19,16.
50-45 9-13, 17. 38-32 10-14, 18. 34-29 23x34,
19. 39x30 19-23, 20. 44-39 14-19, 21. 30-25 4-9,
22. 25x14 9x20, 23. 40-34 20-25, 24. 43-38 5-
10, 25. 48-43 17-22, 26. 49-44 6-11, 27. 44-40
(na 26-21 zou zwart een te dure dam
kunnen nemen door 11-17, 23-28, 2-8, 3-9,
7x49) 11-17, 28. 34-30 25x34, 29. 40x29
23x34, 30. 39x30 10-14. (Zie diagram 2).
Naast het zwarte voordeel van de witte
randschijven op 16 en 26 heeft wit een niet
geheel onbelangrijke voorsprong van 11
tempi terreinvoordeel opgebouwd; onder
andere daarom kan hij nu rustig de zet 30-
24 spelen. Opgemerkt zij nog dat wit 22-27,
32x23, 19x48 niet hoeft te vrezen: na bijv.
45-40, 22-27?, 32x23, 19x48, 40-34, 48x31,
36x27 zou het witte terreinvoordeel zeer
belangrijk zijn geworden. In de partij volg
de 31. 30-24 19x30, 32. 35x24 3-8, 33. 37-31 7-
12, 34. 45-40 14-20, 35. 31-27 20x29,36. 33x24
22x31, 37. 36x27 18-23! 38. 27-21 (ver
plicht; er dreigde 13-18 en 23-28) 13-19, 39.
24x13 8x19, 40. 38-33 15-20, 41. 43-39 20-24.
De zwarte stelling begint er, mede door de
witte schijven op 16, 21, 26 steeds beter uit
te zien.
42. 39-34 2-8, 43. 40-35 8-13, 44. 33-28 1-
7, 45. 32-27 23x32, 46. 27x38 19-23, 47. 34-30
13-19, 48. 30-25? Waarschijnlijk door tijd
nood maakt Gendlerman een ernstige fout
die hem onmiddellijk doet verliezen (38-32
is remise) 23-28! 49. 35-30 24x35, 50. 25-20
19-24, 51. 20x29 35-40, 52. 29-24 40-44,53. 24-
20 44-50, 54. 20-14 50-45 met winst door de
dreigingen 7-11! en 28-33.
FRANK TEER
hoogtepunt van de wonderlijke strijd; met
12. Le5+ Pe5: 13. de5:t Kg7, 14. Pa8: kon
wit een volle toren winnen, tot nader or
der. Nicolaé had daarna als volgt willen
voortzetten: 14Ld7,15. Da7: Lc5 (ook
Lc6 kwam in aanmerking), 16. Db7: Da5+
17. c3 Pc3:! 18. bc3: Dc3: 19. Ke2 Dal: en
zwart staat overwegend, hoewel hij een
stuk achter is. Begrijpelijk dat beide spe
lers na slechts 12 zetten vrijwel al hun
bedenktijd hadden gebruikt. 12. Pc7xa8
g5xf4, 13. Da4xa7 f4xe3, 14. f2xe3 Lf8-b4+,
15. Kel-e2 15. c3 Pc3. 15. Kf6-g7, 16.
Pgl-f3 Dd8-a5! Zeer efficiënt, wit moet
ruilen, waarna Pa8 als bij ganzenborden
in de gevangenis blijft. 17. Da7xa5 Lb4xa5,
18 c2-c3 Pd7-f6, 19. Pf3-e5 Hier mist
wit zijn laatste kans. Met de verborgen zet
19. b4 had hij zijn paard kunnen bevrijden.
Zie 19cb3: en passant 20. ab3: en Tal
grijpt in. Beter 19Pc3:+ benevens 20.
Lb4:'De rest is nu eenvoudig. 19
Lc8-d7, 20. Pe5xd7 Pf6xd7, 21. g2-g3
Th8xa8. Zwart heeft nu twee stukken
tegen toren en pion, alsmede de betere
stelling. 22. Lfl-g2 Pd7-f6, 23. Thl-fl
Pe4xc3! 24. Ke2-f2 of 24. bc3: Lc3:
benevens 25Ta2:t 24Pf6-g4+ 25.
Kf2-gl Pc3-e2+ 26. Kgl-hl Pg4xe3 en wit
gaf het op.
Weinig minder bizar verliep de partij
Baljon-Nicolac. Hier geen wit paard in de
gevangenis, maar een witte dame in ver
banning op h7.
1. e2-e4 c7-c6, 2. d2-d4 d7-d5, 3. e4-e5
Lc8-f5, 4. c2-c4 e7-e6, 5. Pbl-c3 Pg8-e7, 6.
h2-h4 Baljon wil profiteren van zwarts
ruimtetekort. Op Pg6 volgt h4-h(> en even
tueel h5-h6 6: h7-h6. 7. h4-h5 d5xc4!
Geeft zwart het transportveld d5 8.
Lflxc4 Pb8-d7, 9. g2-g4(?) Het vervolg
leert dat dit toch te optimistisch is, maar
zulks was zeer moeilijk te voorzien. 9
Lf5-h7, 10 Pgl-f3 Pd7-b6, 11. Lc4-d3 Pe7-
d5.
In diagram 1 is de stand weergegeven uit
de partij Drost-Galperin, waarin Drost zo
juist 36. 48-43 heeft gespeeld. Zijn tegen
stander verraste hem met 23-28, 37 33x22
13-23. Nu kan wit zowel met 22-18 en 32-
28 als met 42-37 gelijkspel houden (na 22-
17? wint 23-29). Toen hij echter 38. 41-37
speelde won zwart vrij eenvoudig door 12-
17, 39. 22x11 16x7, 40. 27x16 26-31,41.37x26
23-29 en 19x39.
Harm Wiersma speelde zowel in de eer
ste als in de derde partij tegen Gendler-
Toch kwam Israel, vooral in de eerste
wedstrijd, verrassend voor de dag. Deze
eerste wedstrijd leverde aan de vijf kop-
borden namelijk een 6-4 zege op voor Is
rael, door overwinningen van Palaria op
Clerc, en Galperin op Drost, terwijl Sij
brands won van Borochow. Aan de andere
vijf borden werd deze achterstand echter
ruimschoots goedgemaakt door Van der
Wal, Hermelink, De Ruiter, Visser en
Schotanus.
hebben. Dat zou ik dan op de bank
zetten, dus bewaren voor later.
Hauw Tan,
10 jaar, Hillegom.
Ik krijg een gulden per week. Ik
spaar soms wel en soms niet. De
meisjes van de klas vinden het bar
weinig. Nou ja, dat zij zo verwend
worden.
Hilde Lagerweij,
12 jaar, Haarlem.
Ik krijg elke week zakgeld, fijn.
Eigenlijk heb ik geen geld nodig
maar mijn vader en moeder geven
het. Dan pak ik het maar aan en stop
het in mijn spaarpot.
Sylvia Houthuizen,
9 jaar.
ner alleen maar mededelen dat hij geen
azen had.
Rubin retireerde toen naar 5 Ha, den
kende dat zijn partij tenminste twee slagen
te verliezen had, maar toen zuid voor de
tweede maal een doublet losliet werd het
hem toch te machtig. Hij moet ongetwij
feld iets gedacht hebben als: „Die brutale
vlerk! Hij heeft geen enkel respect voor
mijn slempogingen!”
Rubin redoubleerde dus, en moet onge
twijfeld enkele prettige ogenblikken be
leefd hebben, toen zijn partner al bijzon
der snel 12 slagen bijeen grabbelde, voor
een score van +1550 p. Op die manier hoef
je geen slem meer te bieden.
Mike Passell toonde in dezelfde match
een duidelijk beter beoordelingsvermogen
te hebben dan Tai. De bieding verliep aan
die tafel identiek, zodat Passell op de zuid-
plaats voor de tweede keer aan de beurt
was. Hij paste toen en verdiende hiermee
13 IMF’s voor zijn team.
In de match Argentinië-Noord-Amerika
(zone-kampioenen) pasten beide oostspe-
lers op de 4 Ha-opening van hun partner,
en vervolgens waren de beide zuidspelers
natuurlijk nog niet uitgeboden.
Monsegur heropende voor Argentinië
met een doublet en zijn partner Camberos
dacht dat hij de schade met zijn vrijwel
poploze hand het meest beperkt kon hou
den door te passen. Ook hier werden na
tuurlijk 12 slagen gemaakt voor een score
van +1190 p. Hamman heropende aan de
andere tafel met het betere bod van 4 Sch,
en dit werd door oost gedoubleerd. Vanwe
ge de zwakke dummy en het slechte troef-
zitsel maakte hij slechts 7 slagen voor een
score van 800, maar de zonekampioe-
nen hadden op deze manier wel 390 p., 9
IMP’s verdiend.
Lester voor Australië (in het dagelijks
leven bankier van zijn vak) was de enige
westspeler, die slechts 3 Ha opende, door
zijn partner natuurlijk verhoogd tot 4 Ha.
lindquist bood voor Zweden hierop 4 Sch,
die door Lathbury (oost) vervolgens sma
kelijk gedoubleerd werden. Lester, met
zijn 0 defensieve slagen, liet dit echter niet
in en bood 5 Ha wat ongedoubleerd het
eindcontract werd. Aan de andere tafel
opende Sundelin weer met 4 Ha, waarop
Borin op de zuidplaats heropende met 4
Sch. Borin mocht dat gedoubleerd spelen
voor 800 punten verlies.
T SCHIPPERHEYN
Baljon (aan zet)
12. Ld3xh7 Onze landgenoot had nu
slechts gerekend op 12Th7:13. Pe4 en
wit heeft ruimtevoordeel, terwijl zwart
niet meer kort mag rocheren. Maar: 12.
Pd5xc3! is de grote verrassing. Na 13.
bc3: Th7: 14. Dd3 volgt krachtig Dd5! Deze
mogelijkheid is de essentie van het zwarte
tegenspel. 13. Ddl-d3 Pc3xa2! Opnieuw
hoogst oorspronkelijk en gebaseerd op
wat Kmoch „Leukopenie”, zwakte op de
witte velden, noemde. 14. Talxa2 Th8xh7,
15. Dd3xh7 Dd8-d5! De pointe; zowel Ta2
als Pf3 staan aangevallen. 16. b2-b3
Eén van de vele wilde handen, waarop
tijdens het wereldkampioenschap 1977 te
Manila een groot aantal verschillende acti
viteiten plaatsvond, lag als volgt:
A H 10 4 3
V geen
8 4 3
A B 10 7 4
Het spel werd aan 6 tafels gespeeld en
het vergelijkend warenonderzoek laat aar
dige dingen zien.
Waar 5 van de 6 westspelers (allen kwets
baar) het over eens waren, was het ope
ningsbod: 4 Ha. Maar daarna liepen de
meningen nogal uiteen.
De hoogste score ontstond aan de tafel
waar Rubin en Von der Porten tegen Tai
wan de belangen van Noord-Amerika (ti
telhouders) verdedigden.
West
(Von der
Porten)
4 Ha
5 KI
pas
pas
Begrijpelijkerwijs deed Ira Rubin
slempoging na de kwetsbare opening van
zijn partner. Het eerste doublet van zuid is
ook nog wel te begrijpen, want in dit
milieu wordt je zo gefopt.
Van der Porten had het moeilijk met zijn
tweede bod. Er bestaan genoeg Black-
wood-varianten, waarin je één of twee
azen met een renonce kunt aangeven,
maar 0 azen met een renonce kan helaas
niet worden getoond, dus hij kon zijn part-
moet dus een heks zijn”, zei hij in
zichzelf.
Plotseling was ze weg en kwam er
weer iemand, dit keer iemand met
een hoed op een zwarte jas aan waar
allemaal sterretjes en maantjes op
stonden. „Dat moet een tovenaar
zijn”, dacht het spook. Weer was hij
weg en er stond nou een geraamte
dat rammelende kettingen droeg.
„Dat moet een geest zijn”, dacht het
spook. Weer was hij weg. Nu kwam
er een groen groot beest met schub
ben op zijn rug. „Dat moet dus een
Jjl 'Wcnr'- '**pt Shit tTixan