ARABISCHE BOYCOT IS ONBEREKENBAAR
RAPPORT: VAN GISSEN NAAR BESLISSEN
Astrada
sherry
1
.Seno
e,sen”
pfCENl
kuipen
^^Arabische boycot van Israe
tot zake lijke keuze”
WW
8e/'sc*e
w!
Ij
°J'eo
11
AEG
MOTORENDIENST
BV
i
79; 1
1
1
I
I
I
1
9
9
9
9
metzelaar techniek bv
I5'l
H
1
A
<clQk a J5
I
79; 1
1
9 1
l
1
1
MHM
12
BINNEN- EN BUITENLAND
13
DINSDAG 6
1979
FEBRUARI
Q
rmist
ASTRADA
Moderne uitrusting voor
al uw reparatiewerk
AEG MOTOREN UIT
VOORRAAD LEVERBAAR
VNO IN REACTIE OP CIDI-BROCHURE.
Uit
Jerez de la
Frontera.
d
1
(Vervolg van voorpagina)
Voorts heeft de commissie geconstateerd dat de Nederlandse Cre-
dietverzekering Maatschappij als enige in West-Europa en Noord-
Amerika een zonder restrictie geldende clausule met betrekking tot de
Arabische boycot in haar polissen heeft opgenomen. Exporteurs
kunnen zich bij de NCM verzekeren tegen de politieke risico’s van hun
uitvoer naar andere landen.
lundited
Rela,ie
-> [ft
'***4ï*«^?*
“x I
11
1 I
*®;l
11
1
1
(Van onze Haagse redacteur)
Bedrijven die niet op de lijst
Hypocriete houding overheid
2 f FE" ’978
tegen Arabische boycot
Mc.
(ADVERTENTIE)
Zware kritiek op beleid
Rijksplanologische Dienst
(ADVERTENTIE)
(ADVERTENTIE)
‘CAl~
itenlaaij
n 56-58.
Wikkelen en revisie,
vacuümimpregneren,
drogen, balanceren, belasten
Import en
distributie
De NCM geeft die risico’s in herverzeke
ring bij de Nederlandse Staat (ministerie
van Financiën). Wanneer het gaat om ex
port naar een Arabische natie komen er
twee polisvoorwaarden voor, waarin de
verzekerde verklaart geen anti-Joodse ver
klaringen te hebben afgelegd en waarin
beroep kan doen op de verzekering, wan
neer hij door het niet naleven van de
Verkrijgbaar
in de betere
slijterij/wijnhandel
De niet-Joodverklaring is geen collectie
ve boycotmaatregel, maar een eis die
voortvloeit uit nationale wetgeving van de
Arabische staten. Die kunnen dus van
land tot land verschillen. De commissie
constateert dat discriminerende maatrege
len tegen Joodse Nederlanders in ieder
geval aan de orde zijn in Saoedie-Arabië,
Noord-Yemen, Irak, Libië en Syrië. De
commissieleden hebben niet precies uit
kunnen zoeken op welke schaal de niet-
Joodverklaringen worden geësten worden
afgegeven. Zij hebben echter sterk de in
druk dat ondanks de door de Nederlandse
regering genomen maatregelen (o.a. van
Binnenlandse Zaken aan gemeenten om
niet mee te werken) nog steeds niet-Jood-
verklaringen worden verstrekt. Ook heeft
de commissie vastgesteld dat Nederlandse
bedrijven en banken vrijwillig geen Jood
se werknemers naar Arabische landen uit
zenden. Zij willen op deze manier moeilijk
heden voorkomen.
(door Henk Bakker)
De planologische katten vlogen in de gordijnen en
sommige zitten daar nog. Oorzaak van deze consternatie:
ir. Marten Bierman, hoofd van de planologische sector
van het onderzoekinstituut SISWO te Amsterdam. Sa
men met nog twee onderzoekers liet hij eind vorig jaar
een studie verschijnen die korte metten maakte met de
Rijksplanologische Dienst (RPD). Wat die dienst aan
beleid produceert mag die naam nauwelijks hebben,
aldus Bierman en de zijnen. Zij voegden eraan toe dat
bijscholing van RPD-functionarissen geen overbodige
luxe is.
Het is volgens de commissie erg moeilijk
om inzicht te krijgen in de schade die de
boycot heeft aangericht, omdat onmoge
lijk vastgesteld kan worden hoe de handel
tussen Israel en Nederland zich zonder de
invloed van een boycot ontwikkeld zou
hebben. Wel blijkt uit de cijfers dat de
uitvoer naar Israel tussen 1973 en 1977
weinig is gestegen (van ƒ305 tot ƒ386
miljoen), terwijl de import uit Israel toe-
Waar ging dat rapport nu precies over?
Niet over het soort ruimtelijke-ordeningsbeleid dat
wordt gevoerd, niet over de vraag of we met groeikernen
en suburbanisatie op de goede weg zijn of niet. Evenmin
was het, aldus Bierman, de bedoeling om de RPD met
nam van 97 miljoen tot 372 miljoen. Als
mogelijke oorzaak geeft de bijzondere
commissie op dat importeurs veel minder
geconfronteerd worden met de Arabische
boycotbepalingen, dan exporteurs. De in
voer uit Arabische landen steeg in dezelf
de periode van ƒ5 tot 9,8 miljard. Het
betrof hier voor 90 percent de invoer van
olie. De export nam verhoudingsgewijs
nog sterker toe, van 1 naar 3,5 miljard.
Als een feitelijk effect van de boycot
beschouwt de commissie de in het alge
meen terughoudende reactie van Neder
landse bedrijven op Israëlische aanvragen
voor levering van kostbare goederen en
projecten waar veel geld ingestoken moet
worden. Daarnaast is er sprake van een
voortdurende terugloop van buitenlandse
investeringen in Israel sinds de oliecrisis
van 1973. De commissie weet zeker dat in
een bepaalde sector van het Nederlandse
bedrijfsleven geen relaties met Israel wor
den aangegaan, omdat men het risico te
groot acht Er zijn eveneens exporterus die
onder bepaalde voorwendsels weigeren
om met Israel zaken te doen.
Opvallend is volgens de commissie de
afwezigheid van het Nederlandse bedrijfs
leven op de grote tweejaarlijkse Technolo
gy Fair in Tel Aviv, zowel in 1975 als in
1977. Dit ondanks het intensief werven
door de Kamer van Koophandel Neder-
land-Israel en het Nederlands Centrum
voor Handelsbevordering.
Bierman: „Voor de beleidsvoorbereiding heeft de RPD
wel degelijk een eigen verantwoordelijkheid. Hij draagt
de bouwstenen aan voor het debat, hij onderzoekt de
ruimtelijke-werkelijkheid of laat dat doen. De dienst heeft
een doorslaggevende stem bij het bepalen van de agenda
voor het ruimtelijke ordeningsdebat. Wie wel eens verga
dert weet hoe belangrijk dat is. Worden belangrijke zaken
van de agenda weggelaten, zit de agenda rammelend in
elkaar, dan weet je tevoren dat de vergadering nauwelijks
zinnige besluiten kan nemen”. Volgens Marten Bierman
kampt het planologische beleid met een gering „werke
lijkheidsgehalte”. Het aanvaarden van een Verstedelij-
kingsnota betekent helemaal niet dat het gewenste resul
taat ook wordt bereikt. De ruimtelijke ordening wordt
daardoor chaotisch en oncontroleerbaar, en verliest aan
geloofwaardigheid. Het bleek ook dat de kennisvergaring
allerlei haarkloverijen lastig te vallen. „We wilden na
gaan”, zegt Bierman, „of het bij de RPD zodanig toegaat
dat je van beleid überhaupt kunt spreken. We onderzoch
ten hoe de RPD aan zijn wijsheden komt over het ruimte
gebruik en hoe hij die in praktijk brengt. We controleer
den onze bevindingen met die van andere onderzoekers
om helemaal zeker te zijn. We hanteerden doodgewone
criteria als samenhang, effectiviteit en continuïteit; de
zelfde criteria die ook een directie van een koekfabriek
hanteert.
We schrokken nogal van de resultaten, want we konden
helemaal niet aantonen dat die koekfabriek (de RPD) iets
maakt dat de naam koek (beleid) verdient. In de politieke
discussie praat men al over het recept van de koek, men
gaat er voetstoots van uit dat uit die rijksfabriek wel koek
komt. Dat blijkt dus helemaal niet zeker te zijn: imposante
beleidsdocumenten als de Verstedelijkingsnota etc. kun
nen we misschien wel als prietpraat betitelen, dat is de
consequentie.
Verontrustend was dat we door de jaren heen ook geen
verbetering zagen. Je kunt je voorstellen dat men in 1965
nog wat moeite had met een zaak als stadsvernieuwing.
Maar de behandeling in 1975 is nog even onsamenhan
gend, van een leerproces was niets te merken. Dat is toch
wel een rare zaak voor een rijksdienst De gemeenten
worstelen ontzettend met die stadsvernieuwing, ze zijn
met handen en voeten aan het rijk gebonden, en de
verantwoordelijke rijksinstantie kan met de materie niet
overweg.'”.
Maar de RPD is toch niet verantwoordelijk voor het
planologisch beleid, dat zijn uiteindelijk toch de minis
ter en het parlement?
Nieuwe boycotmaatregelen en
zwarte lijsten worden van tijd tot
tijd gepubliceerd. De Ne’derlandse
bewindslieden en het bedrijfsleven
blijken hierover echter onvoldoen
de te zijn geïnformeerd. Alleen de
staatssecretaris van Economische
Zaken Beijen bleek over een verou
derde zwarte lijst (1975) uit Saoedi-
goederen niet scherp getrokken is.
In ieder geval worden door de ver
schillende Arabische staten uiteen-
De Tweede-Kamerleden hebben de
indruk gekregen dat de grens tus
sen geoorloofde en ongeoorloofde
Is jullie pleidooi voor kwaliteitsverbetering van de
RPD ook geen pleidooi voor versterking van de „vierde
macht”, en daarmee voor uitholling van de positie van de
Kamer?
door de RPD, het onderzoek dus, een uiterst grillig pa
troon vertoonde; veel onderzoek werd b.v. tussentijdig
gestaakt.
Het Voorlichtingsbureau van de
Arabische Liga verklaarde tegeno
ver de bijzondere commissie, dat
bedrijven niet worden geboycot
omdat ze Joden in leidinggevende
functies in dienst hebben. De com
missie heeft echter de indruk dat
deze verklaring niet helemaal juist
is. Ook de commissie van het Britse
Hogerhuis, die belast was met een
soortgelijk onderzoek naar de Ara
bische boycot, heeft gevallen ge
constateerd die doen vermoeden
dat bedrijven op de zwarte lijst
juist worden geboycot wegens hun
contacten met mensen van Joodse
afkomst.
waarden stelt bij zijn zakelijke transa
lies.’’
Haarlem, Pr. Bernhardlaan 2
Tal. 023-319005
Alkmaar, Beatevaerstraat 77
Tel 072-117546
KENII!
ler- of
'winte-
Blanca
alows/
Tel
In een excellente sene
van vijf typen
Spaanse bottelmq met
garantiezegel
In de br
aantal
blijkt d
een rol
kan t
het t
tuist m
^dden
Nkeu-
Desondanks blijken er toch bedrijven te
zijn, die hun producten in Arabische lan
den af kunnen leveren, zonder aan de
boycotbepalingen te voldoen. In de prak
tijk blijken de Arabieren minder kieskeu
rig wanneer het om producten gaat, die ze
zelf hard nodig hebben. Al meer dan eens
is gebleken dat de Arabische staten door
de knieën gaan, wanneer de exporteurs
van deze goederen consequent weigeren
aan de boycotbepalingen te voldoen. De
meest voorkomende uitingsvorm van de
Arabische boycot is de zogenoemde niet-
Israelverklaring, waarin het betrokken be
drijf verklaart geen zaken met Israel te
doen en (of) geen van de te exporteren
goederen (of onderdelen daarvan) uit Is
rael te hebben betrokken, en de niet-Jood
verklaring waarin het bedrijf verzekert
dat zijn naar een Arabisch land uitgezon
den werknemers niet van Joodse afkomst
zijn. Vooral de niet-Joodverklaring heeft
in brede lagen van de Nederlandse bevol
king tot grote verontrusting en ernstige
kritiek geleid.
Ook Nederlandse banken zijn bij de
Arabische boycotbepalingen betrokken,
omdat zij aan de hand van de door de
exporteurs ingeleverde documenten die
nen na te gaan of de credietbepalingen
worden nageleefd. Dat houdt in dat de
banken ook controleren of de exporteur de
vereiste boycotdocumenten heeft overhan-
rliad
3 Gen
nes en
karate-
en: B.
ininqs-
lur. De
Nieuwe
1305.
Bierman: „Eerder het tegendeel. Niets is zo moeilijk te
controleren als warrige en onsamenhangende beleids
voorbereiding. Het parlement heeft juist belang bij een
dienst die het beleid op een logische en doorzichtige
manier voorbereidt. We roepen dan ook niet dat de RPD
maar moet verdwijnen. We pleiten voor bijscholing van
RPD-functionarissen, en dat is toch zeker een constructief
voorstel.
Waar het uiteindelijk om gaat is dat de RPD gaat
functioneren als de scheidsrechter bij het gevecht om de
schaarse ruimte in dit land. Dat klinkt erg abstract, maar
zonder ruimtelijke ordening krijg je een strijd van allen
tegen allen om die ruimte. Uiteindelijk zijn we dan alle
maal de verliezers. De RPD is in het leven geroepen om dit
te helpen voorkomen. Je ziet nu al te vaak dat bewoners
uit hun huizen worden verdreven, boeren van hun grond
en vissers van hun water, allemaal omdat de planologi
sche spelregels zo warrig zijn en omdat de scheidsrechter
niet kan ingrijpen. En dat is niet abstract, maar uiterst
concreet”.
Het was de commissie niet zon
der meer duidelijk waarom bepaal
de bedrijven op de lijst voorkwa
men, omdat de door deze onderne
mingen geproduceeerde goederen
of diensten niet van strategisch be
lang beschouwd konden worden.
worden
wenste
iwt allé
goten
Vak-
irantie
boycotbepalingen niet door zijn Arabische
zakenrelatie wordt uitbetaald. Er wordt
een uitzondering op die laatste regel ge
maakt wanneer de Nederlandse verzeker
de aan kan tonen dat de Arabieren ten
onrechte een beroep op de boycotbepalin
gen hebben gedaan.
Er blijkt tot op heden nog nooit een
exporteur te zijn geweest, die de NCM
verzocht uit te betalen omdat hij op grond
van de boycotbepalingen niet door de Ara
bieren was betaald. De bijzondere com
missie acht het niet uitgesloten dat dit
komt omdat de Nederlandse exporteurs de
boycotbepalingen daadwerkelijk op zijn
gaan volgen. Van verschillende zijden is
tegenover de boycotcommissie naar voren
gebracht dat de speciale polisvoorwaar
den de exporteurs in feite dwingen de
boycotvoorwaarden na te leven. Hoewel
Arabië te beschikken. Op deze lijst
komen 57 Mederlandse bedrijven
voor, waaronder machinefabrie
ken, scheepswerven, scheepvaart
maatschappijen, auto-assemblage-
bedrijven, financiële en verzeke
ringsinstellingen, fabrikanten van
medicijnen, warenhuizen en pos
torderbedrijven.
■ne die
i.l. bij
ie ver-
letjes-
mee-
g mo-
emen.
i of
et de
ernstig
transacties tussen de Joodse staat
en buitenlandse bedrijven, waar
door ook andere staten bij Ara-
bisch-Israelische tegenstellingen
betrokken werden. Dat het tot na
1973 duurde voor de Westerse lan
den zich werkelijk ongerust begon
nen te maken over de Arabische
actie, kan in belangrijke mate wor
den toegeschreven aan de grote fi
nanciële en economische macht die
de Arabische Oliestaten sinds de
crisis van 1973 bezitten en die hen
in staat stelt aan de boycoteisen
meer kracht bij te zetten.
Wanneer een Nederlands bedrijf
een transactie met een Arabische
maatschappij wil afsluiten, contro
leren de autoriteiten van het betref -
lopende cirteria gehanteerd. „Een
welhaast befaamd yoorbeeld van
de grillige toepassing van de boy
cot op dit gebied is de levering van
Amerikaanse oorlogsvliegtuigen
aan zowel Israel, Egypte als Saoe-
di-Arabië,” aldus de commissie.
Na de publikatie van het rapport, getiteld „Van gissen
naar beslissen” steeg uit het vaderlandse rijksplanologen-
wereldje meteen een luid gekerm op. Een woedende
departementsvoorlichter verweet de samenstellers dat er
geen vooroverleg was geweest. Minister Beelaerts van
Blokland kwam ongewoon vlug met een voorlopige reac
tie (op Kamervragen van de PvdA-ers Duinker en Rienks)
waarin hij de studie als „onevenwichtig” betitelde. Overi
gens zag de minister ook wel positieve dingen in het
SISWO-rapport, waarop hij in zijn definitieve antwoord
nog zal ingaan. Bij de begrotingsdebatten in de Tweede
Kamer deze maand zal er nog wel een hartig woordje over
worden gezegd. Wel vond hij de studie getuigen van een
„verkeerd begrip” van de RPD-jaarverslagen, die de
voornaamste bron van de SISWÓ-onderzoekers waren
geweest.
Marten Bierman blijft laconiek onder deze en andere
verwijten. Dat hij eerst overleg met de RPD had moeten
plegen vindt hij een niet terzake doende opmerking. „We
gingen het RPD-beleid na over elf jaar: dat maak je met
binnenkamers vooroverleg niet ongedaan. Behalve als je
alles in de doofpot wilt stoppen, maar dat is natuurlijk
niet de bedoeling. Die RPD-verslagen zijn tenslotte open
bare documenten. Voor gewoon overleg zijn we altijd te
porren, bijvoorbeeld over de manier waarop onze conclu
sies in praktijk kunnen worden gebracht”. Hij voegt eraan
toe: „Bij de RPD wisten ze dat we er mee bezig waren, veel
materiaal hadden ze al. Pas toen de kranten over ons
rapport schreven reageerden ze; ze zijn waarschijnlijk
meer geschrokken van de publiciteit dan van het rapport
zelf”.
invullen, waaruit moet blijken of
de maatschappij al dan niet in
breuk op de boycotbepalingen
^ycotc
ZIJLSTRAAT 97 TEL. 310181
P HAARLEM
Bierman: „Tja, ik heb wel eens horen zeggen dat die
jaarverslagen meer een soort planologische prentenboe
ken zijn. Maar het zou me wel verbazen als de minister
blijft volhouden dat die stukken géén goed beeld van het
werken van de RPD zouden geven. Dat de RPD niet eens
zijn activiteiten in een jaarverslag kan optekenen. .daar
mee hebben we geen rekening willen houden.
Ik denk dat heel wat mensen zich in de maling genomen
zouden voelen als ze na al die jaren opeens gaan zeggen
dat de RPD-jaarverslagen geen jaarverslagen zijn. Ka
merleden mogen dan wel eens vragen welk geschrift de
RPD-activiteiten dan wèl weergeeft. En wie dat contro
leert En zelfs als die verslagen niet meer zijn dan prenten
boeken. .dan nog gaat het om honderden pagina’s infor
matie voor de buitenwacht. De RPD zal toch echt wel z’n
best hebben gedaan om naar buiten een goed figuur te
slaan?
de boycotbepalingen commerciële
transacties al dan niet te weigeren.
In het kader van haar onderzoek
is de commissie tot de conclusie
gekomen dat er aanzienlijke ondui
delijkheid bestaat over de inhoud
van de boycotbepalingen en de sa
menstelling van de zwarte lijsten,
waarop bedrijven worden gezet die
nie^aan de Arabische eisen vol
doen. Deze onzekerheid en de grilli
ge toepassing van de beginselen
vergroten het dreigend effect van
de boycot, waardoor bedrijven vol
gens de Tweede-Kamerleden ge
neigd zijn geen sancties te riskeren
en daarom eerder kunnen beslui
ten zich aan te passen aan de boy
cotvoorwaarden.
De Arabische boycot tegen Is
rael, haar handelspartners en met
het Zionisme sympathiserende per
sonen is in 1950 in zijn huidige
vorm op gang gekorven. In dat jaar
breidde de Arabische Liga de be
staande boycot tegen Israel uit tot
de juiste omvang niet kan worden vastges
teld, kan volgens de commissieleden wor
den aangenomen dat dit bij een omvang
rijk aantal transacties gebeurt.
Die conclusie lijkt gewettigd, gezien de
enorme toename van de Nederlandse han-
del op de staten van de Arabische Liga.
Verzekerde de NCM in 1972 nog voor 359
miljoen, in 1977 was dat opgelopen tot 9,1
miljard en in het eerste half jaar van 1978
werd er voor niet minder dan 8,9 miljoen
aan Nederlandse exportproducten naar de
Arabische staten verzekerd.
Een Nederlandse maatschappij die za
ken wil doen met een land van de Arabi
sche Liga wordt in vrijwel alle fasen van
zijn transacties in Nederland op ruime
schaal met de Arabische boycotbepalin
gen geconfronteerd.
Jullie baseerden je conclusies op de RPD-jaarversla
gen. Is dat nu een goede informatiebron?
De bijzondere commissie heeft vastge
steld dat de niet-Israelverklaring, een zo
genaamde negatieve goederenverklaring,
in de praktijk veel voorkomt Het docu
ment is in strijd met de nationale en inter
nationale bepalingen. Desondanks blijkt
er in de Nederlandse samenleving geen
controle op te zijn. Volgens het ministerie
van Economische Zaken vereisen vele
Arabische landen een negatieve goederen
verklaring. De exporteurs zijn verplicht de
handelsdocumenten, inclusief deze niet-
Israelverklaring, te laten legaliseren bij de
Kamer van Koophandel of het ministerie
van Buitenlandse Zaken. In beide gevallen
beperkt men zich echter tot het controle
ren van de echtheid van de documenten,
dus het legaliseren van de handtekenin
gen. Wat er verder op de paperassen staat
interesseert de ambtenaren niet. Dit on
danks het feit dat de negetieve goederen
verklaringen niet toelaatbaar zijn.
heeft gemaakt. Als dat wel gebeurd
is volgt plaatsing op de zwarte lijst.
Vult men de lijst niet in dan wordt
de betrokken onderneming eve
neens op de lijst gezet. Bovendien
vragen de Arabieren van de Neder
landse bedrijven een verklaring
waaruit blijkt dat de geleverde goe
deren of belangrijke onderdelen
daarvan niet uit Israel afkomstig
zijn. Tenslotte kunnen Arabische
staten eisen dat een Nederlandse
onderneming geen Joodse werkne
mers stuurt.
h,
DEN HAAG. De lidstaten van
de Arabische Liga zien de economi
sche boycot van Israel als een de
fensieve en gerechtvaardigde
maatregel tegen de „agressieve po
litiek van Israel”, waarmee zij zich
in staat van oorlog beschouwen.
Volgens zijn beginselen zou de boy
cot niet gebaseerd zijn op raciale of
religieuze discriminatie, maar
wordt hij alleen toegepast tegen
personen, bedrijven en instellingen
waarvan de Arabische landen ver
onderstellen dat zij een bijdrage
leveren aan de versterking van de
economische en militair-strategi-
sche positie van Israel. De bijzon
dere kamercommissie heeft vast
gesteld dat de Arabische landen de
boycot niet zien als een inmenging
in de interne zaken van andere
staten, omdat zij ervan uitgaan dat
buitenlandse maatschappijen al
tijd de vrijheid hebben om wegens
three STARS
SHERRY
MHSUEt AS™*0*
Telefoon
015-569324*
landse onderneming kan om ui
teenlopende redenen op de zwarte
lijst komen. Bijvoorbeeld wanneer
het aandelen in Israëlische firma’s
bezit, bijkantoren of filialen in de
Joodse staat heeft, assemblage in
Israel laat verrichten of kennis aan
Israëlische bedrijven overdraagt.
Maar ook wanneer volgens de boy-
cotautoriteiten bedrijven of leiden
de personen daarin de „belangen
van Israel of het wereldzionisme
steunen”. Men kan van de zwarte
lijst worden afgevoerd door: een
verklaring dat de handel met Ara
bische landen minstens op het ni
veau van de commerciële activitei
ten in Israel worden gebracht en
inwilliging van de eisen van de boy-
fende Arabische land of deze on- cotautoriteiten.
derneming of leidinggevende per
sonen daaruit op de zwarte lijst voorkomen moeten een vragenlijst
staan. Is dat het geval dan mag het -««t- «r
betrokken Arabische bedrijf niet
op het aanbod ingaan. Een buiten-
frl
et
[de.
^een t
^■en v<
Lvooroi
Lt VNC
br ”Tni wordt een
-
j wordt vastgesteld dat de exporteur geen
w hprnpn kan dnpn nn dp vprzpkprintr wan-
1