ARABISCHE BOYCOT IS ONBEREKENBAAR RAPPORT: VAN GISSEN NAAR BESLISSEN Astrada sherry 1 .Seno e,sen” pfCENl kuipen ^^Arabische boycot van Israe tot zake lijke keuze” WW 8e/'sc*e w! Ij °J'eo 11 AEG MOTORENDIENST BV i 79; 1 1 1 I I I 1 9 9 9 9 metzelaar techniek bv I5'l H 1 A <clQk a J5 I 79; 1 1 9 1 l 1 1 MHM 12 BINNEN- EN BUITENLAND 13 DINSDAG 6 1979 FEBRUARI Q rmist ASTRADA Moderne uitrusting voor al uw reparatiewerk AEG MOTOREN UIT VOORRAAD LEVERBAAR VNO IN REACTIE OP CIDI-BROCHURE. Uit Jerez de la Frontera. d 1 (Vervolg van voorpagina) Voorts heeft de commissie geconstateerd dat de Nederlandse Cre- dietverzekering Maatschappij als enige in West-Europa en Noord- Amerika een zonder restrictie geldende clausule met betrekking tot de Arabische boycot in haar polissen heeft opgenomen. Exporteurs kunnen zich bij de NCM verzekeren tegen de politieke risico’s van hun uitvoer naar andere landen. lundited Rela,ie -> [ft '***4ï*«^?* “x I 11 1 I *®;l 11 1 1 (Van onze Haagse redacteur) Bedrijven die niet op de lijst Hypocriete houding overheid 2 f FE" ’978 tegen Arabische boycot Mc. (ADVERTENTIE) Zware kritiek op beleid Rijksplanologische Dienst (ADVERTENTIE) (ADVERTENTIE) ‘CAl~ itenlaaij n 56-58. Wikkelen en revisie, vacuümimpregneren, drogen, balanceren, belasten Import en distributie De NCM geeft die risico’s in herverzeke ring bij de Nederlandse Staat (ministerie van Financiën). Wanneer het gaat om ex port naar een Arabische natie komen er twee polisvoorwaarden voor, waarin de verzekerde verklaart geen anti-Joodse ver klaringen te hebben afgelegd en waarin beroep kan doen op de verzekering, wan neer hij door het niet naleven van de Verkrijgbaar in de betere slijterij/wijnhandel De niet-Joodverklaring is geen collectie ve boycotmaatregel, maar een eis die voortvloeit uit nationale wetgeving van de Arabische staten. Die kunnen dus van land tot land verschillen. De commissie constateert dat discriminerende maatrege len tegen Joodse Nederlanders in ieder geval aan de orde zijn in Saoedie-Arabië, Noord-Yemen, Irak, Libië en Syrië. De commissieleden hebben niet precies uit kunnen zoeken op welke schaal de niet- Joodverklaringen worden geësten worden afgegeven. Zij hebben echter sterk de in druk dat ondanks de door de Nederlandse regering genomen maatregelen (o.a. van Binnenlandse Zaken aan gemeenten om niet mee te werken) nog steeds niet-Jood- verklaringen worden verstrekt. Ook heeft de commissie vastgesteld dat Nederlandse bedrijven en banken vrijwillig geen Jood se werknemers naar Arabische landen uit zenden. Zij willen op deze manier moeilijk heden voorkomen. (door Henk Bakker) De planologische katten vlogen in de gordijnen en sommige zitten daar nog. Oorzaak van deze consternatie: ir. Marten Bierman, hoofd van de planologische sector van het onderzoekinstituut SISWO te Amsterdam. Sa men met nog twee onderzoekers liet hij eind vorig jaar een studie verschijnen die korte metten maakte met de Rijksplanologische Dienst (RPD). Wat die dienst aan beleid produceert mag die naam nauwelijks hebben, aldus Bierman en de zijnen. Zij voegden eraan toe dat bijscholing van RPD-functionarissen geen overbodige luxe is. Het is volgens de commissie erg moeilijk om inzicht te krijgen in de schade die de boycot heeft aangericht, omdat onmoge lijk vastgesteld kan worden hoe de handel tussen Israel en Nederland zich zonder de invloed van een boycot ontwikkeld zou hebben. Wel blijkt uit de cijfers dat de uitvoer naar Israel tussen 1973 en 1977 weinig is gestegen (van ƒ305 tot ƒ386 miljoen), terwijl de import uit Israel toe- Waar ging dat rapport nu precies over? Niet over het soort ruimtelijke-ordeningsbeleid dat wordt gevoerd, niet over de vraag of we met groeikernen en suburbanisatie op de goede weg zijn of niet. Evenmin was het, aldus Bierman, de bedoeling om de RPD met nam van 97 miljoen tot 372 miljoen. Als mogelijke oorzaak geeft de bijzondere commissie op dat importeurs veel minder geconfronteerd worden met de Arabische boycotbepalingen, dan exporteurs. De in voer uit Arabische landen steeg in dezelf de periode van ƒ5 tot 9,8 miljard. Het betrof hier voor 90 percent de invoer van olie. De export nam verhoudingsgewijs nog sterker toe, van 1 naar 3,5 miljard. Als een feitelijk effect van de boycot beschouwt de commissie de in het alge meen terughoudende reactie van Neder landse bedrijven op Israëlische aanvragen voor levering van kostbare goederen en projecten waar veel geld ingestoken moet worden. Daarnaast is er sprake van een voortdurende terugloop van buitenlandse investeringen in Israel sinds de oliecrisis van 1973. De commissie weet zeker dat in een bepaalde sector van het Nederlandse bedrijfsleven geen relaties met Israel wor den aangegaan, omdat men het risico te groot acht Er zijn eveneens exporterus die onder bepaalde voorwendsels weigeren om met Israel zaken te doen. Opvallend is volgens de commissie de afwezigheid van het Nederlandse bedrijfs leven op de grote tweejaarlijkse Technolo gy Fair in Tel Aviv, zowel in 1975 als in 1977. Dit ondanks het intensief werven door de Kamer van Koophandel Neder- land-Israel en het Nederlands Centrum voor Handelsbevordering. Bierman: „Voor de beleidsvoorbereiding heeft de RPD wel degelijk een eigen verantwoordelijkheid. Hij draagt de bouwstenen aan voor het debat, hij onderzoekt de ruimtelijke-werkelijkheid of laat dat doen. De dienst heeft een doorslaggevende stem bij het bepalen van de agenda voor het ruimtelijke ordeningsdebat. Wie wel eens verga dert weet hoe belangrijk dat is. Worden belangrijke zaken van de agenda weggelaten, zit de agenda rammelend in elkaar, dan weet je tevoren dat de vergadering nauwelijks zinnige besluiten kan nemen”. Volgens Marten Bierman kampt het planologische beleid met een gering „werke lijkheidsgehalte”. Het aanvaarden van een Verstedelij- kingsnota betekent helemaal niet dat het gewenste resul taat ook wordt bereikt. De ruimtelijke ordening wordt daardoor chaotisch en oncontroleerbaar, en verliest aan geloofwaardigheid. Het bleek ook dat de kennisvergaring allerlei haarkloverijen lastig te vallen. „We wilden na gaan”, zegt Bierman, „of het bij de RPD zodanig toegaat dat je van beleid überhaupt kunt spreken. We onderzoch ten hoe de RPD aan zijn wijsheden komt over het ruimte gebruik en hoe hij die in praktijk brengt. We controleer den onze bevindingen met die van andere onderzoekers om helemaal zeker te zijn. We hanteerden doodgewone criteria als samenhang, effectiviteit en continuïteit; de zelfde criteria die ook een directie van een koekfabriek hanteert. We schrokken nogal van de resultaten, want we konden helemaal niet aantonen dat die koekfabriek (de RPD) iets maakt dat de naam koek (beleid) verdient. In de politieke discussie praat men al over het recept van de koek, men gaat er voetstoots van uit dat uit die rijksfabriek wel koek komt. Dat blijkt dus helemaal niet zeker te zijn: imposante beleidsdocumenten als de Verstedelijkingsnota etc. kun nen we misschien wel als prietpraat betitelen, dat is de consequentie. Verontrustend was dat we door de jaren heen ook geen verbetering zagen. Je kunt je voorstellen dat men in 1965 nog wat moeite had met een zaak als stadsvernieuwing. Maar de behandeling in 1975 is nog even onsamenhan gend, van een leerproces was niets te merken. Dat is toch wel een rare zaak voor een rijksdienst De gemeenten worstelen ontzettend met die stadsvernieuwing, ze zijn met handen en voeten aan het rijk gebonden, en de verantwoordelijke rijksinstantie kan met de materie niet overweg.'”. Maar de RPD is toch niet verantwoordelijk voor het planologisch beleid, dat zijn uiteindelijk toch de minis ter en het parlement? Nieuwe boycotmaatregelen en zwarte lijsten worden van tijd tot tijd gepubliceerd. De Ne’derlandse bewindslieden en het bedrijfsleven blijken hierover echter onvoldoen de te zijn geïnformeerd. Alleen de staatssecretaris van Economische Zaken Beijen bleek over een verou derde zwarte lijst (1975) uit Saoedi- goederen niet scherp getrokken is. In ieder geval worden door de ver schillende Arabische staten uiteen- De Tweede-Kamerleden hebben de indruk gekregen dat de grens tus sen geoorloofde en ongeoorloofde Is jullie pleidooi voor kwaliteitsverbetering van de RPD ook geen pleidooi voor versterking van de „vierde macht”, en daarmee voor uitholling van de positie van de Kamer? door de RPD, het onderzoek dus, een uiterst grillig pa troon vertoonde; veel onderzoek werd b.v. tussentijdig gestaakt. Het Voorlichtingsbureau van de Arabische Liga verklaarde tegeno ver de bijzondere commissie, dat bedrijven niet worden geboycot omdat ze Joden in leidinggevende functies in dienst hebben. De com missie heeft echter de indruk dat deze verklaring niet helemaal juist is. Ook de commissie van het Britse Hogerhuis, die belast was met een soortgelijk onderzoek naar de Ara bische boycot, heeft gevallen ge constateerd die doen vermoeden dat bedrijven op de zwarte lijst juist worden geboycot wegens hun contacten met mensen van Joodse afkomst. waarden stelt bij zijn zakelijke transa lies.’’ Haarlem, Pr. Bernhardlaan 2 Tal. 023-319005 Alkmaar, Beatevaerstraat 77 Tel 072-117546 KENII! ler- of 'winte- Blanca alows/ Tel In een excellente sene van vijf typen Spaanse bottelmq met garantiezegel In de br aantal blijkt d een rol kan t het t tuist m ^dden Nkeu- Desondanks blijken er toch bedrijven te zijn, die hun producten in Arabische lan den af kunnen leveren, zonder aan de boycotbepalingen te voldoen. In de prak tijk blijken de Arabieren minder kieskeu rig wanneer het om producten gaat, die ze zelf hard nodig hebben. Al meer dan eens is gebleken dat de Arabische staten door de knieën gaan, wanneer de exporteurs van deze goederen consequent weigeren aan de boycotbepalingen te voldoen. De meest voorkomende uitingsvorm van de Arabische boycot is de zogenoemde niet- Israelverklaring, waarin het betrokken be drijf verklaart geen zaken met Israel te doen en (of) geen van de te exporteren goederen (of onderdelen daarvan) uit Is rael te hebben betrokken, en de niet-Jood verklaring waarin het bedrijf verzekert dat zijn naar een Arabisch land uitgezon den werknemers niet van Joodse afkomst zijn. Vooral de niet-Joodverklaring heeft in brede lagen van de Nederlandse bevol king tot grote verontrusting en ernstige kritiek geleid. Ook Nederlandse banken zijn bij de Arabische boycotbepalingen betrokken, omdat zij aan de hand van de door de exporteurs ingeleverde documenten die nen na te gaan of de credietbepalingen worden nageleefd. Dat houdt in dat de banken ook controleren of de exporteur de vereiste boycotdocumenten heeft overhan- rliad 3 Gen nes en karate- en: B. ininqs- lur. De Nieuwe 1305. Bierman: „Eerder het tegendeel. Niets is zo moeilijk te controleren als warrige en onsamenhangende beleids voorbereiding. Het parlement heeft juist belang bij een dienst die het beleid op een logische en doorzichtige manier voorbereidt. We roepen dan ook niet dat de RPD maar moet verdwijnen. We pleiten voor bijscholing van RPD-functionarissen, en dat is toch zeker een constructief voorstel. Waar het uiteindelijk om gaat is dat de RPD gaat functioneren als de scheidsrechter bij het gevecht om de schaarse ruimte in dit land. Dat klinkt erg abstract, maar zonder ruimtelijke ordening krijg je een strijd van allen tegen allen om die ruimte. Uiteindelijk zijn we dan alle maal de verliezers. De RPD is in het leven geroepen om dit te helpen voorkomen. Je ziet nu al te vaak dat bewoners uit hun huizen worden verdreven, boeren van hun grond en vissers van hun water, allemaal omdat de planologi sche spelregels zo warrig zijn en omdat de scheidsrechter niet kan ingrijpen. En dat is niet abstract, maar uiterst concreet”. Het was de commissie niet zon der meer duidelijk waarom bepaal de bedrijven op de lijst voorkwa men, omdat de door deze onderne mingen geproduceeerde goederen of diensten niet van strategisch be lang beschouwd konden worden. worden wenste iwt allé goten Vak- irantie boycotbepalingen niet door zijn Arabische zakenrelatie wordt uitbetaald. Er wordt een uitzondering op die laatste regel ge maakt wanneer de Nederlandse verzeker de aan kan tonen dat de Arabieren ten onrechte een beroep op de boycotbepalin gen hebben gedaan. Er blijkt tot op heden nog nooit een exporteur te zijn geweest, die de NCM verzocht uit te betalen omdat hij op grond van de boycotbepalingen niet door de Ara bieren was betaald. De bijzondere com missie acht het niet uitgesloten dat dit komt omdat de Nederlandse exporteurs de boycotbepalingen daadwerkelijk op zijn gaan volgen. Van verschillende zijden is tegenover de boycotcommissie naar voren gebracht dat de speciale polisvoorwaar den de exporteurs in feite dwingen de boycotvoorwaarden na te leven. Hoewel Arabië te beschikken. Op deze lijst komen 57 Mederlandse bedrijven voor, waaronder machinefabrie ken, scheepswerven, scheepvaart maatschappijen, auto-assemblage- bedrijven, financiële en verzeke ringsinstellingen, fabrikanten van medicijnen, warenhuizen en pos torderbedrijven. ■ne die i.l. bij ie ver- letjes- mee- g mo- emen. i of et de ernstig transacties tussen de Joodse staat en buitenlandse bedrijven, waar door ook andere staten bij Ara- bisch-Israelische tegenstellingen betrokken werden. Dat het tot na 1973 duurde voor de Westerse lan den zich werkelijk ongerust begon nen te maken over de Arabische actie, kan in belangrijke mate wor den toegeschreven aan de grote fi nanciële en economische macht die de Arabische Oliestaten sinds de crisis van 1973 bezitten en die hen in staat stelt aan de boycoteisen meer kracht bij te zetten. Wanneer een Nederlands bedrijf een transactie met een Arabische maatschappij wil afsluiten, contro leren de autoriteiten van het betref - lopende cirteria gehanteerd. „Een welhaast befaamd yoorbeeld van de grillige toepassing van de boy cot op dit gebied is de levering van Amerikaanse oorlogsvliegtuigen aan zowel Israel, Egypte als Saoe- di-Arabië,” aldus de commissie. Na de publikatie van het rapport, getiteld „Van gissen naar beslissen” steeg uit het vaderlandse rijksplanologen- wereldje meteen een luid gekerm op. Een woedende departementsvoorlichter verweet de samenstellers dat er geen vooroverleg was geweest. Minister Beelaerts van Blokland kwam ongewoon vlug met een voorlopige reac tie (op Kamervragen van de PvdA-ers Duinker en Rienks) waarin hij de studie als „onevenwichtig” betitelde. Overi gens zag de minister ook wel positieve dingen in het SISWO-rapport, waarop hij in zijn definitieve antwoord nog zal ingaan. Bij de begrotingsdebatten in de Tweede Kamer deze maand zal er nog wel een hartig woordje over worden gezegd. Wel vond hij de studie getuigen van een „verkeerd begrip” van de RPD-jaarverslagen, die de voornaamste bron van de SISWÓ-onderzoekers waren geweest. Marten Bierman blijft laconiek onder deze en andere verwijten. Dat hij eerst overleg met de RPD had moeten plegen vindt hij een niet terzake doende opmerking. „We gingen het RPD-beleid na over elf jaar: dat maak je met binnenkamers vooroverleg niet ongedaan. Behalve als je alles in de doofpot wilt stoppen, maar dat is natuurlijk niet de bedoeling. Die RPD-verslagen zijn tenslotte open bare documenten. Voor gewoon overleg zijn we altijd te porren, bijvoorbeeld over de manier waarop onze conclu sies in praktijk kunnen worden gebracht”. Hij voegt eraan toe: „Bij de RPD wisten ze dat we er mee bezig waren, veel materiaal hadden ze al. Pas toen de kranten over ons rapport schreven reageerden ze; ze zijn waarschijnlijk meer geschrokken van de publiciteit dan van het rapport zelf”. invullen, waaruit moet blijken of de maatschappij al dan niet in breuk op de boycotbepalingen ^ycotc ZIJLSTRAAT 97 TEL. 310181 P HAARLEM Bierman: „Tja, ik heb wel eens horen zeggen dat die jaarverslagen meer een soort planologische prentenboe ken zijn. Maar het zou me wel verbazen als de minister blijft volhouden dat die stukken géén goed beeld van het werken van de RPD zouden geven. Dat de RPD niet eens zijn activiteiten in een jaarverslag kan optekenen. .daar mee hebben we geen rekening willen houden. Ik denk dat heel wat mensen zich in de maling genomen zouden voelen als ze na al die jaren opeens gaan zeggen dat de RPD-jaarverslagen geen jaarverslagen zijn. Ka merleden mogen dan wel eens vragen welk geschrift de RPD-activiteiten dan wèl weergeeft. En wie dat contro leert En zelfs als die verslagen niet meer zijn dan prenten boeken. .dan nog gaat het om honderden pagina’s infor matie voor de buitenwacht. De RPD zal toch echt wel z’n best hebben gedaan om naar buiten een goed figuur te slaan? de boycotbepalingen commerciële transacties al dan niet te weigeren. In het kader van haar onderzoek is de commissie tot de conclusie gekomen dat er aanzienlijke ondui delijkheid bestaat over de inhoud van de boycotbepalingen en de sa menstelling van de zwarte lijsten, waarop bedrijven worden gezet die nie^aan de Arabische eisen vol doen. Deze onzekerheid en de grilli ge toepassing van de beginselen vergroten het dreigend effect van de boycot, waardoor bedrijven vol gens de Tweede-Kamerleden ge neigd zijn geen sancties te riskeren en daarom eerder kunnen beslui ten zich aan te passen aan de boy cotvoorwaarden. De Arabische boycot tegen Is rael, haar handelspartners en met het Zionisme sympathiserende per sonen is in 1950 in zijn huidige vorm op gang gekorven. In dat jaar breidde de Arabische Liga de be staande boycot tegen Israel uit tot de juiste omvang niet kan worden vastges teld, kan volgens de commissieleden wor den aangenomen dat dit bij een omvang rijk aantal transacties gebeurt. Die conclusie lijkt gewettigd, gezien de enorme toename van de Nederlandse han- del op de staten van de Arabische Liga. Verzekerde de NCM in 1972 nog voor 359 miljoen, in 1977 was dat opgelopen tot 9,1 miljard en in het eerste half jaar van 1978 werd er voor niet minder dan 8,9 miljoen aan Nederlandse exportproducten naar de Arabische staten verzekerd. Een Nederlandse maatschappij die za ken wil doen met een land van de Arabi sche Liga wordt in vrijwel alle fasen van zijn transacties in Nederland op ruime schaal met de Arabische boycotbepalin gen geconfronteerd. Jullie baseerden je conclusies op de RPD-jaarversla gen. Is dat nu een goede informatiebron? De bijzondere commissie heeft vastge steld dat de niet-Israelverklaring, een zo genaamde negatieve goederenverklaring, in de praktijk veel voorkomt Het docu ment is in strijd met de nationale en inter nationale bepalingen. Desondanks blijkt er in de Nederlandse samenleving geen controle op te zijn. Volgens het ministerie van Economische Zaken vereisen vele Arabische landen een negatieve goederen verklaring. De exporteurs zijn verplicht de handelsdocumenten, inclusief deze niet- Israelverklaring, te laten legaliseren bij de Kamer van Koophandel of het ministerie van Buitenlandse Zaken. In beide gevallen beperkt men zich echter tot het controle ren van de echtheid van de documenten, dus het legaliseren van de handtekenin gen. Wat er verder op de paperassen staat interesseert de ambtenaren niet. Dit on danks het feit dat de negetieve goederen verklaringen niet toelaatbaar zijn. heeft gemaakt. Als dat wel gebeurd is volgt plaatsing op de zwarte lijst. Vult men de lijst niet in dan wordt de betrokken onderneming eve neens op de lijst gezet. Bovendien vragen de Arabieren van de Neder landse bedrijven een verklaring waaruit blijkt dat de geleverde goe deren of belangrijke onderdelen daarvan niet uit Israel afkomstig zijn. Tenslotte kunnen Arabische staten eisen dat een Nederlandse onderneming geen Joodse werkne mers stuurt. h, DEN HAAG. De lidstaten van de Arabische Liga zien de economi sche boycot van Israel als een de fensieve en gerechtvaardigde maatregel tegen de „agressieve po litiek van Israel”, waarmee zij zich in staat van oorlog beschouwen. Volgens zijn beginselen zou de boy cot niet gebaseerd zijn op raciale of religieuze discriminatie, maar wordt hij alleen toegepast tegen personen, bedrijven en instellingen waarvan de Arabische landen ver onderstellen dat zij een bijdrage leveren aan de versterking van de economische en militair-strategi- sche positie van Israel. De bijzon dere kamercommissie heeft vast gesteld dat de Arabische landen de boycot niet zien als een inmenging in de interne zaken van andere staten, omdat zij ervan uitgaan dat buitenlandse maatschappijen al tijd de vrijheid hebben om wegens three STARS SHERRY MHSUEt AS™*0* Telefoon 015-569324* landse onderneming kan om ui teenlopende redenen op de zwarte lijst komen. Bijvoorbeeld wanneer het aandelen in Israëlische firma’s bezit, bijkantoren of filialen in de Joodse staat heeft, assemblage in Israel laat verrichten of kennis aan Israëlische bedrijven overdraagt. Maar ook wanneer volgens de boy- cotautoriteiten bedrijven of leiden de personen daarin de „belangen van Israel of het wereldzionisme steunen”. Men kan van de zwarte lijst worden afgevoerd door: een verklaring dat de handel met Ara bische landen minstens op het ni veau van de commerciële activitei ten in Israel worden gebracht en inwilliging van de eisen van de boy- fende Arabische land of deze on- cotautoriteiten. derneming of leidinggevende per sonen daaruit op de zwarte lijst voorkomen moeten een vragenlijst staan. Is dat het geval dan mag het -««t- «r betrokken Arabische bedrijf niet op het aanbod ingaan. Een buiten- frl et [de. ^een t ^■en v< Lvooroi Lt VNC br ”Tni wordt een - j wordt vastgesteld dat de exporteur geen w hprnpn kan dnpn nn dp vprzpkprintr wan- 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 13