1
FORD
AUTOBEDRIJF KONING B.V.
I
f'
1*3
I
PERSONENAUTO’S
TE ZIEN OP DE RAI.
PROBEREN BIJ
Dynamo
Meer dan een kaars
Verdamping
Druk
Voor en tegen
Groei
V
BLOEMSTRAAT 34 IJMUIDEN
VECHTSTRAAT 2 IJMUIDEN
tel. 02550-11001
r
■L M
19 79
AUTO-RAI
WOENSDAG 7 FEBRUARI
I
Administratie en service:
Showhal:
A
tel. 02550-15141
Hoe ging dat in het begin
van de automobiel-bouw?
De eerste autolantaarn
had een kaars als verlich
ting. Duidelijk dat het nau-
Toen kwam het probleem
van de verlichting. Terwijl
er nog niet eens straatver
lichting was, of heel gebrek
kig.
Nou ja, het ging er meer om
dat men gezien werd. Maar
het geluid dat het snelheids
monster maakte, leek meer
te waarschuwen dan de
kaarslantaarn.
welijks effect had, ook al
reed de auto niet harder
dan zijn maximale snelheid
van 25 kilometer per uur.
JISHI
•ORATIO»
KOM EENS LANGS VOOR EEN PROEFRIT
«■■■■■■■■■■■Mi
r
waaghalzen, woestelingen
die met hun snelheden van
50 kilometer per uur de
hobbelige wegen onveilig
maakten. Een rode vlag
voorop, dan mochten ze
over die wegen.
1
Het tij keerde, de auto
werd geaccepteerd, werd
ook veiliger en comfortabe
ler en men wilde er ook in
het donker mee rijden.
Want ’s avonds of ’s
‘nachts zag men die „wagen
zonder paarden” maar lie-
’ver niet op de weg. Verlich-
‘,ting? Daaraan was geen en
kele behoefte. Overdag: die
Men maakte een auto, gelij
kend op een rijtuig, koets of
calèche; en er stond geen
paard voor, maar er zat een
„motor” ergens in het bin
nenste van dat rare voer
tuig. Dat was vóór 1900, en
men sprak van het Victori
aanse tijdperk van de auto.
Verlichting? Geen sprake
j van, was helemaal niet no-
,dig.
ïs
23
ter-
Koplamp
100 jaar
P In de tot nog toe genoemde
BL Nederland komt met de Innocenti’s
ri- Het erg mooie dashbord van de De Tomaso
De Innocenti met zijn derde deur
Vraagtekens beheersen toekomst van het autogas
V
Daar staat als nadeel-tegenover:
dat de motorprestaties bij ge-
ir C H D. Kok
Nederland invoert Wie event
jes in bijvoorbeeld zo’n De To
maso rijdt, voelt het al: dit zijn
de wagentjes voor wie vroeger
een Coopertje wilde, die niet
uit de bochten te wringen, klei
ne wegluisjes.
Al nam het aandeel daarvan in
het totale verbruik hand over hand
toe. Zo snel zelfs dat van een „be
langrijke markt” kon worden ge
sproken.
Zo erg dat ouders kinderen thuis
houden van een school, die te dicht
bij een autogasstation ligt. En
buurtbewoners te hoop lopen voor
gezamenlijke acties tegen zulke
stations. Hierdoor ontstaat gemak
kelijk een stemming, die potentiële
gebruikers zou kunnen weerhou
den op autogas over te stappen.
En er zijn in ons land vele van
die potentiële gebruikers. Dat heb
ben we vernomen uit de mond van
C. H. D. de Kok van Esso Neder
land. Deze benzinemaatschappij
Want explosies van tankwagens
zoals op de camping Lios Alfaques
in het Spaanse San Carlos de la
Rapitaz (met honderden doden) en
korter geleden in Nijmegen (won
der boven wonder geen persoonlij
ke ongelukken) mobiliseren de pu
blieke opinie.
Maar enkele opvallende onge
lukken in het recente verleden
hebben voor een begrijpelijke golf
van negatieve publikaties gezorgd,
waarvan de invloed nu nog niet te
overzien is.
Rond 1900 waren er al automo
bielen die zo’n 70 km per uur kon
den halen, en toen werden de eisen
van verlichting toch wel wat hoger
dan die van een kaarsverlichting.
vindt de ontwikkeling van het au
togas kennelijk zó belangrijk dat
zij er een functionaris speciaal
voor heeft vrijgemaakt.
geleden. Toen kwam er de eerste
werkelijk bruikbare gloeilamp op
de markt. Een gloeilamp die we
Hij heeft voor ons de voor- en
nadelen van autogas nog eens net
jes op een rijtje gezet.
Maar voor de auto werd de gloei
draad wel extra versterkt, want
die auto’s van toen „schokten”
nogal. De stroom voor de eerste
elektrische autoverlichting werd
geleverd door een batterij die van
de auto gehaald moest worden om
moest aan de voorzijde wit licht
voeren en aan de achterzijde rood.
En toen kwam, op het hoogte
punt van doelmatigheid van de
carbidlantaarn, in 1910 het eerste
koplicht met elektrische lampen.
Men gebruikte de gloeilamp die
thans precies een eeuw geleden
door Philips werd ontwikkeld.
bruik van autogas wat afnemen
Bovendien is voor het rijden op
gas een ombouw en daarna nog
een keuring noodzakelijk, een klus
waartegen velen kennelijk toch
opzien
Voorts moet men voor een auto-
op-gas meer wegenbelasting beta
len
bijgeladen of herladen te worden:
er waren nog geen auto-dynamo’s.
Dat hangt af van vele factoren.
In de eerste plaats of er een hef
fing van accijns zal komen. Die is
er nu niet.
En ten slotte: in het buitenland
is autogas moeilijk of in het geheel
niet verkrijgbaar. De voordelen
beperken zich derhalve tot binnen
onze landsgrenzen
autogloeilampen wordt elektri
sche energie omgezet in licht door
het verhitten van de gloeidraad.
Hoe hoger men de temperatuur
kan opvoeren, hoe hoger ook het
rendement in de vorm van licht.
Maar een keiharde wet is daarbij
ook: hoe hoger de verdampingss-
nelheid van het gloeimateriaal,
hoe korter de levensduur van de
lamp. De verdampingssnelheid
van de gloeidraad is dus van het
grootste belang.
Vanaf het eerste ogenblik is ge-
zocht naar draadmateriaal met
een geringe verdampingssnelheid.
In 1910 al kwam de getrokken wol-
fraamdraad eraan te pas. Men
heeft tot nu toe geen beter materi
aal kunnen vinden, maar er is toch
en welke beperkingen zijn te
verwachten voor het indammen
van de risico’s van vervoer, opslag
en aflevering?
We zeiden het al: de risico’s zijn
niet denkbeeldig. Rampen als des
tijds op het kampeerterrein in
Spanje behoeven niet alleen daar
te gebeuren. Dat kan overal...
Het zijn zeer ongewisse factoren.
Natuurlijk staat ook hier de tech
niek niet stil. In de fabrieken van
gasapparatuur is men zich zijn
kwetsbaarheid zeer goed bewust.
Geen apparaat gaat de deur uit
waarvan niet elk onderdeel stuk
voor stuk scherp is gecontroleerd.
Die druk van de publieke opinie
zal zonder twijfel van invloed zijn
op de ontwikkeling van de markt.
Maar hoe groot is die invloed? Hoe
sterk is die druk?
En men wijst er terecht op dat het
aantal branden van auto’s met au
togas nagenoeg nihil is. Wat bij
benzine-auto’s beslist nietkan
worden gezegd
-
r
We hebben dat laatste niet voor
niets in de verleden tijd gesteld.
Want eigenlijk kan niemand nu
zeggen wat de toekomst van het
autogas zal worden. Op louter za
kelijke gronden zou men tot de
conclusie kunnen komen dat er
voor het autogas een rooskleurige
toekomst is weggelegd.
Dat zeggen ze althans. Maar ook
dat is niet juist. Want LPG is een
verzamelnaam voor vloeibaar ge
maakt aardoliegas. En dat wordt
voor véél meer doeleinden ge
bruikt dan alleen als autogas
Het jaar 1905 was een breek-
jaar Laaiend geestdriftig was men
over het toen bij veel merken inge
voerde verlichtingssysteem. Dit
bestond uit olielampen voor zij- en
achterlichten en acetyleengaslamp
(ook wel bekend als carbidlan
taarn) als koplamp.
Maar wie weet- wellicht krijgt
hij eens toch gelijk met zijn „groei
naar een uiterst belangrijke
markt”. De toekomst zal over het
autogas oordelen...
Naast de Mini dus de Inno
centi, in prijzen van 11.190 tot
14.960. Allemaal voorwie-
laandrijving, een achterklap-
deur, met een totale lengte van
312 cm en een gewicht van net
700 kg. De top ligt van 135-148
km per uur.
De Nederlandse importrice
heeft thans, om zich voor on
aangename verrassingen te
vrijwaren, een grote voorraad
auto’s en onderdelen aange-
wel vooruitgang geboekt ta.v. de
doelmatigheid van de verlichtings-
bronnen. Men kreeg gasgevulde
lampen (inerte gassen als argon),
waardoor een hoger rendement
werd bereikt.
Toen kwamen er plotseling de
halogeen lampen (eerst jodium) uit
het ontwikkelingsstadium. Door in
een lamp een gasmengsel te bren
gen waaraan een kleine hoeveel
heid halogeen is toegevoegd,
wordt het mogelijk om dat gedeel
te van het verdampte wolfraam
dat niet door het eerder gebruikte
vulgas naar de gloeispiraal wordt
teruggekaatst, maar als een, naar
gelang het ouder worden van de
lamp steeds sterker wordende
zwarte laag op de ballonwand
neerslaat, door middel van halo-
geendamp weer naar de gloei
draad terug te voeren.
Honderd jaar geleden werd met
de eerste gloeilamp de basis gelegd
voor uw zee van licht' als u ’s
avonds nog over de weg rijdt.
In een auto geven we gas. Dat
zeggen we althans. Maar het is niet
juist. We regelen met het voetpe
daal de toevoer van benzine.
Slechts de bestuurders van zo’n
dikke 150.000 auto’s in ons land
kunnen letterlijk beweren, dat ze
gas geven Ze rijden op LPG
Ten eerste: schoner en derhalve
op zichzelf milieuvriendelijker.
Verder minder slijtage aan de
motor Hij schatte het op ongeveer
de helft.
Minder vervuiling van de smee
rolie.
Energiebesparend. Nog niet zo
lang geleden werd LPG bij de raf
finaderijen zelfs afgebrand. In fei
te wordt dus gebruik gemaakt van
een „afvalstof.
Ten slotte en natuurlijk niet
het minste een aanzienlijk lage
re prijs.
lag richten zich vaak de protesten,
Bovendien: zal er kunnen wor
den geïmporteerd? Grotere landen
als Amerika zitten ook op het vin
kentouw. En hun belangstelling
kan de prijs van het LPG wel eens
fel doen opjagen. Natuurlijk zal de
vraag van het publiek tenslotte
doorslaggevend zijn voor de ont
wikkeling van de autogasmarkt.
Hoe meer automobilisten zich tot
het gas bekeren, hoe groter de
vraag, hoe beter de toekomst
legd: men kan een klein half
jaar vooruit Hoewel de ver
koopcijfers van bijvoorbeeld
een Mini iets achteruit zijn ge
gaan, heeft de Mini in haar
klasse (klein, goedkoop) voor
uitgang geboekt: maar de tota
le vraag naar deze kleinere au
tootjes is afgenomen.
Innocenti wordt de noviteit
op de RAI-personenautoten-
toonstelling. Daarnaast een
Marina-serie met onder andere
de nieuwe o-motor van 1700 cc
die ook in de Princess II zit,
voorts komt er een Mini Ebo
ny, een zwart-rode beauty (met
onder meer houten dashbo
ard), in beperkte „oplaag”, en
tenslotte de Triumph TR-7 met
een vijf-versnellingsbak.
Maar juist daarop zal de publie
ke opinie een belangrijke invloed
kunnen uitoefenen.
Er kwamen petroleumlantaarns.
In Engeland was men al voorge
gaan met strenge voorschriften
voor de verlichting: een auto
Dan hangt er natuur
lijk veel af van de beschikbaarheid
van autogas. Uit de Noordzee valt
wel het een en ander te verwach
ten. En ook de olieproducerende
landen in het Midden-Oosten fak
kelen niet meer af. Maar dan zul
len er wel transport- en opslagmo
gelijkheden moeten komen om die
import te kunnen verwerken. En
juist tegen het transport en de ops-
Toch kwam de heer De Kok in
zijn prognoses op louter zakelijke
gronden tot een belangrijke groei
van de autogasmarkt. Hoe
sterk?
GOUDA. Bj -Neder land,
de nieuwe naam voor wat tot
dusverre (British) Leyland Ne
derland heette, importrice van
Britse merken als Austin, Mor
ris, Triumph, Jaguar en Rover,
heeft voor 1979 de invoer van
in Italië gebouwde Innocenti’s
5 hervat. Het gaat om drie typen:
de 90 L (1000 cc), de 120 L (1275
cc) en de De Tomaso (1275 cc,
opgevoerd”). Ze hebben het
koetswerk van Bertone gekre
gen, vierkant, wijd op de wie
len.
Er zit veel techniek van de
Mini in, maar het is er beslist
geen. Het is een eigen Italiaans
merk (Leyland plus de Itali
aanse regering en een geld
schieter, De Tomaso) dat BL-
We rijden in het donker, in onze hebben, vóór de auto, om te zien en
auto over ’s Heren wegen, met een om gezien te worden. Dat is moge-
zee van licht voor ons uit. We zien lijk dankzij die eerste gloeilamp,
alles en iedereen ziet ons. We heb- een eeuw geleden. Want alle typen
ben dat te danken aan een uitvin- autolampen zijn afgeleid van die
ding van Philips, precies een eeuw oude 100-jarige.
Gemiddeld worden er in een au
to zo’n dertig lampjes gebruikt.
tenslotte ook op onze auto konden Van waarschuwingslichtjes tot de
plaatsen. Men zegt ook: in 1879 is grote koplampen, „duplo-halo-
het kunstlicht zijn opmars begon- geen”. Hoe is dat met de autover-
nen. Dus ook in het verkeer Op de lichting eigenlijk gegaan? Hier-
dag van vandaag rijden er zo’n 350 naast de eeuw-vertelling over de
miljoen auto’s rond, over heel de ontwikkeling van kaarslamp tot
wereld, die ’s nachts licht willen halogeen duplo koplamp.
P In 1913 kwamen de eerste ge-
lijkstroom-dynamo’s voor auto’s.
Amerika ging in dit opzicht voor
op. Dynamo’s (1916) die de lampen
voorzagen van stroom.
Na in
1914 met zijn eerste autokoplamp
te zijn gekomen, zorgde Philips in
1924 voor een sensatie van de eer
ste orde: de Duplo-lamp. In één
ballon waren twee gloeidraden on
dergebracht: een voor het groot
licht en een voor het dimlicht, dat
afgeschermd werd door een kapje,
teneinde tegenliggers niet te ver
blinden.
i> Links een gloeilamp uit 1877
en rechts eentje uit 1895.
SM