IAN OGILVY: VAN HEILIGE TOT OVERSPELIGE ECHTGENOOT
Letterkast
De Grap
4V
door Klaas Pieter Rieksen
„Dirty scenes”
Verkoopbaar
Koel
Geweld
Warm
FfR
11/
n
I-
t
Het Londense Theatre Royal Hay
market ligt er wat verlaten bij. De lich
ten aan de voorgevel branden, de foto’s
in de vitrines worden verlicht, maar een
paar uur voordat de avondvoorstelling
moet gaan beginnen is er weinig of
geen spoor van het culturele leven te
bekennen. De wat misnoegd kijkende
man achter de kassa heeft geen over
last van de klandizie. Op een van de
gevels van het oorspronkelijk in 1720
opgetrokken theater staat te lezen dat
in het gebouw in de loop der jaren de
grootste acteurs en actrices te zien zijn
geweest en dat binnen de muren van
het prachtige bouwwerk stukken wor
den opgevoerd, die zijn geschreven
door de bekendste hedendaagse au
teurs.
Momenteel biedt het Theatre Royal
Haymarket het stuk „The Millionair-
ress’’ van Bernard Shaw. Op de voor
gevel prijken grote foto’s van scènes uit
het stuk. Hoofdrolspeelster Penelope
Keith (In de televisieserie „Terug naar
de natuur” speelde zij de wat extrava
gante buurvrouw Margot; in Engeland
is ze waanzinnig populair) moet met
haar naam en foto het publiek tot eind
maart naar binnen zien te lokken. Ze
wordt geflankeerd door het portret van
|lan Ogilvy, de man die wereldberoemd
^^^Mwerd door de tv-serie „The return of the
^^^■Saint’ en die nu weer op de planken
-staat met een niet al te indrukwekkende
rol in het stuk van Shaw. Van Super
held tot overspelige echtgenoot in een
wat onbenullig toneelstuk. (Ogilvy: „In
derdaad, het is beslist niet het beste
stuk van Shaw”).
ia-
i en
)li-
e-
n
(19-28 jaar)
n
5-
laatste jaren. Hij begon zijn carrière, als
zovelen, als hulpje van een toneelmeester.
Maar om niet geheel onvoorbereid de
sprong naar de bühne te wagen, stapte hij
eerst naar de Royal Academy of Dramatic
Art. Na zijn studie was Ogilvy vooral te
zien in zogenaamde low-budget produc
ties, die nou niet bepaald door een erg
groot publiek werden bezocht. Hij speelde
op toneel en in films, maar het medium
televisie bracht hem pas echt onder een
groot publiek. Hij was te gast in series als
„De Wrekers” (in de tijd dat Emma Peel
nog in de serie speelde) en pas enkele jaren
geleden mocht hij zichzelf in het rijtje van
bekende Engelse acteurs plaatsen, nadat
hij een rol speelde in de „Familie Bellamy”
en flater) in „I, Claudius”.
De rol van Simon Templar in Leslie
Charteris’ verhalen in „Return of the
Saint” brachten Ian over de gehele wereld.
En in de landen waar hij niet filmde voor
de afleveringen wordt de serie wel uitge
zonden, zodat ook de mensen daar wel
vertrouwd zijn met zijn gezicht. Ondanks
het feit dat Simon Templar van gezicht
was veranderd, bleek de serie nog een
groot publiek te trekken.
^■fco’n drie jaar geleden werd Ian Ogilvy
R^or producer Rob Baker gevraagd voor
jLe rol van Simon Templar, de man met een
fsnelle babbel, een snelle auto en altijd
Omringd door even snelle vrouwen. Roger
jMbore, die de rol van Templar vóór Ogilvy
^peelde, was door zijn Saint-vertolking we-
^Idbéroemd geworden. Maar Moore gaf
er de voorkeur aan in de huid van James
Bond te kruipen, nadat Sean Connery
geen brood meer zag in 007. Aan lan
Ogilvy de ondankbare taak om de Saint
weer op het scherm te laten herleven. Hij
deed het maar al te graag, de audities die
voor de rol werden gehouden waren
slechts een formaliteit (er kwamen zo’n
honderd acteurs), want van te voren stond
in feite al vast dat de in het Engelse Wo
king geboren acteur Ian Ogilvy de rol zou
krijgen.
Vanaf mei 1977 zat Ogilvy ruim een jaar
vast aan de rol van de Saint. En toen de
ruim 16 miljoen gulden kostende serie van
in totaal 24 afleveringen in Engeland werd
We zijn twee totaal verschillende acteurs.
De kijkers vergeleken Moore ook weer met
Connery. Dat is onzin. Iedere acteur vult
een rol op zijn eigen manier in. Ik doe dan
ook geen enkele moeite om Moore na te
doen”.
vertoond bleken de reacties nogal koel.
Het publiek was Moore nóg niet vergeten.
Het kon Ogilvy echter nauwelijks deren.
Hij meent: „Ik wil niet met Moore worden
vergeleken. Dat heeft helemaal geen zin.
De serie „The return of the Saint” werd
nu al aan zo’n dertig landen verkocht.
Alleen Amerika wil er (nog) niet aan. lan
Templar is in de
'schreef Leslie
verhaal over de
ideringen onder-
,,De ouwe is gek geworden”, mompelde de nar
mat, bij het betreden van de personeelsafdeling.
„Ik moet een drieling oproepen hier te komen
werken. De boodschap moet overal in het land
worden verspreid. Gevraagd „Drieling. Melden
bij de nar", omdat ik nu eenmaal ook de p.r. hier
doe. Dat is toch verschrikkelijk? Wat moeten de
mensen wel niet van me denken?" Nadat de
overige bedienden een poosje door elkaar
hadden geschreeuwd, werd de collectieve vraag
gesteld: „Waarom een drieling?"
„Het is een grap", zei de nar somber. „Een
komische blikvanger. Hij heeft hem zelf bedacht
hoor”, voegde hij er haastig aan toe. Hij zuchtte.
„Stel je voor, het type dat daarop solliciteert. Dat
moet dan hier komen werken, bij ons. Nou,
dat zal me een lollige boel worden, met die drie
grapjassen. „Doe je het?", vroegen de
anderen. „Wat moet ik?”, zei de nar, „ik heb
weinig keus hè?”
Het duurde niet lang eer de journaalschrijvers
rond het hof er de lucht van kregen. Zij
behoorden tot de minder bescheiden
mensensoort en klampten de ongelukkige nar
dan ook bij de eerste gelegenheid aan.
„Wat is dat voor flauwekul, met die drieling?”
„Eh. .grapje”, antwoordde hij. „Een
eh. .blikvangerig grapje, haha. En hij die
de koning altijd deed schateren, lachte zwakjes,
beschaamd, de tenen krom in de schoenen
en
it-
it
A.
Van allengs weer aanzwellende lachorkanen
verwijderde de kamerdienaar zich in de richting
van de laagstgelegen vertrekken van het paleis,
waar het personeel huisde. De nar zat sjagrijnig
aardappelen te schillen en zuchtte diep toen hij
de opdracht van de vorst vernam. „O jezus,
moet ik hem weer opdraaien? O, ik heb toch zo’n
pesthekel aan mensen die zichzelf niet kunnen
bezighouden. Wét een vak.
„Je hóeft hem niet vrolijk te maken", antwoordde
de lijfdienaar van de koning stijfjes. „Hij is al
vrolijk. Hij heeft een grap bedacht, en nou moet
jij even bovenkomen". De ogen van de nar
vernauwden zich en keken de ander
achterdochtig aan. „Jaééaaéh", lijsde hij
onaangenaam, „laten we zeggen dat hij mij dus
aan het lachen wil maken. Lózer toch op
man!”
Na een half uur koprolde hij niettemin met een
koddige uitdrukking op het gelaat de koninklijke
vertrekken binnen, waar hij al even geroutineerd
enige buitelingen en andere vermakelijke fratsen
ten beste gaf. Even later hoorde de nar met
stijgende ontzetting de grap van de koning aan.
Het was een stralende ochtend. De aan het hof
vergrijsde kamerdienaar begaf zich met het
ontbijtblad naar de slaapvertrekken van de
koning. Hij klopte aan en opende de deur.
„Goedemorgen, sire", sprak hij.
„Hahahahahahahahaha”, klonk het uitbundig
vanuit het rijk versierde hemelbed.
„Hahahahahahahahaü! Oooooooo.
Hihihihihihihiül!”
Als aan de grond genageld bleef de bediende in
de deuropening staan. Bevreemd keek hij in de
richting van waaruit het geproest klonk, maar het
gesloten gordijn benam hem het zicht op zijn
meester. Hij slikte even, eer hij aarzelend
hernam: „Eh, uw. .uw ontbijtje, sire. als ik zo
vrij mag zijn”.
„Néééééééé, haéaéaaa!!!!
Héaaaaéhahahahahaha!!!! Hihihihihihihihihihihill”,
schuddebuikte de onzichtbare vorst nu
buiten zinnen. „Oóóóóóóóóóhohohoho.
jongen toch, ik kom niet meer bij.
Héaaaaaaééhahahahahah
De kamerdienaar stond gegeneerd te bedenken
dat dit onbeheerste gebrul nog wel even kon
voortduren en wilde zich al discreet
terugtrekken, toen zijn werkgever enigszins leek
te kalmeren. „Kom eens hier jongen", verzocht
de koning, terwijl hij - nog nahikkend - de
gordijnen vaneen schoof. „Ik moet je iets
vertellen. Ik heb een briljant idee". Hij hield
abrupt de adem in en even leek het erop alsof hij
andermaal zijn zelfbeheersing zou verliezen,
maar na een snelle blik op zijn vormvaste
bediende vervolgde hij: „Luister. Zoals je weet
heb ik drie nieuwe bedienden nodig. Nu zijn
zulke mensen tegenwoordig erg moeilijk te
krijgen, dat is bekend. Héél moeilijk is dat, en
daar heb ik nu iets op bedacht. Een trucje, iets
wat niet kan missen, in de humoristische sfeer
zal ik maar zeggen. Speels en to the point.
Sterker: een reuzenbak. Een gouden wiets!
Jongen, dit wordt lachen geblazen. Roep de nar!”
SCTiaalvergroting van ons
apparaat zoeken wij een
drieling
Ogilvy: „In eerste instantiè zouden Frank
rijk, Italië en Duitsland financieel mee
werken. Later trokken deze landen zich
terug, maar omdat alle scripts al geschre
ven waren en de handelingen zich afspeel
den in de landen die geld zouden betalen,
heeft men dat zo maar gelaten. Voor de
verkoop naar Amerika hebben we ook
rekening gehouden met het geweld. Niet al
te veel dus. Men heeft daar echter nog geen
beslissing genomen. In principe wilden de
makers van de serie vijf jaar doorgaan
met deze opzet. Nu Amerika nog geen
beslissing heeft genomen, worden die
plannen gedwarsboomd. Het is nu dan ook
nog onduidelijk of er ooit nog een Simon
Templarreeks zal worden gemaakt. Voor
mijzelf hoop ik het wel. jfryerk prettig bij
de opnames en de pomjgffieit brengt wat
geld in het laatje. WiMBropenen en zo”.
„De televisie heeft me beter verkoop
baar gemaakt. Je kan jaren in het theater
staan en het publiek kent je nauwelijks. Je]
speelt een keer in een populaire serie en
iedereen kent je. Ik wilde na de opnames
van „Return of the Saint” weer graag
terug naar het theater. De meeste mensen
uit het vak dachten dat ik dat dus niet
meer zou willen. De grote ster van de tv in
een bijrol op het toneel. Dat kon volgens
hen niet. Dat is onzinnig. Acteren is mijn
vak en het maakt me weinig uit of ik dat nu
voor film, tv of in een toneelstuk doe. Ik
vind toneel gewoon fijn om te doen, vooral
ook omdat het wat rustiger gaat dan bij
het maken van zo’n serie. „The return of
the Saint” is gemaakt alsof het een bio-
De twee Saints in karakteristieke situatie.
Links Roger Moore met Susan Farmer, rechts
lan Ogilvy met Annette Andre.
Een duidelijk verschil dus. Ook lan ont
dekte dat op jeugdige leeftijd al. Hij zegt
grinnikend: „Toen ik jong was ben ik
Bond gaan lezen om de eenvoudige reden
dat er in die boeken wel „dirty scenes”
voorkwamen”.
Ondanks dit elementaire verschil, is lan
Ogilvy van mening dat er tussen Bond en
Templar vele overeenkomsten zijn. Ook
voor het publiek zal het volgens hem wei
nig uitmaken of men nou naar de geheim
agent of de gentlemen-speurder zit te kij
ken. Hij meent: „Veel mannen zullen zich
zelf zien in Bond en Templar. Ze worden
beiden omringd door mooie vrouwen, ze
kunnen alles en hebben altijd de beschik
king over veel geld. Wat wil een mens nog
meer? Overigens, mijn oom in Hollywood,
David Ogilvy, heeft ontdekt dat niet de
mannen naar de vrouwen in een film kij
ken, maar de mannen naar de mannen en
de vrouwen naar de vrouwen. Iedereen wü
zich met zijn eigen sekse kunnen identifi
ceren.”
„Of ikzelf veel van de Saint wegheb? Ik
dacht het niet. Hij lijkt denk ik meer op
Leslie Charteris. Ik denk meer dat de
huidige Simon Templar meer wegheeft
van mij, dan ik van hem omdat ik als
acteur probeer mijn eigen stempel te druk
ken op zijn karakter.”
Twee dagen na het interview met lan
Ogilvy zie ik hem als de overspelige Alas
tair Fitzfassenden in „The Millionairess”.
Een draak van een stuk (geschreven in
1935) dat door het milde Engelse publiek
welwillend wordt ontvangen. Het is opval
lend dat alleen Penelope Keith bij haar
opkomst een applaus krijgt. Ian Ogilvy
schuift geruisloos het toneel op hen af. Het
publiek dat deze avond, waarvan de recet
te voor een liefdadige instelling bestemd
is, in vol ornaat bezoekt, heeft waarschijn
lijk geen indrukwekkende momenten
overgehoudén na het kijken naar „The
return of the Saint”. Als ze überhaupt
weten dat Ian Ogilvy ooit op de televisie te
zien is geweest.
Toch bleef het voor de kijkers moeilijk
wennen. Ogilvy: „De mensen zeiden dat de
serie steeds beter werd. Daaraan kun je
merken dat de kijkers alleen aan het nieu
we gezicht moesten wennen, want hier in
Engeland worden de afleveringen niet in
de volgorde waarin ze zijn opgenomen
vertoond. Maar ik denk dat men me nu wel
heeft geaccepteerd. Aan de voorkant van
het theater zag je een grote foto van me
hangen. Dat is alleen maar om mensen te
trekken, want in feite speel ik in het toneel
stuk niet zo’n belangrijke rol. Toch komen
de mensen er op af, omdat ze me kennen
van de televisie”.
Het karakter van Sim]
loop der jaren (in 13
Charteris al zijn eeqpè
Saint) wel aan enige r;
hevig geweest. „De Saint was in het begin
een dief die af en toe nog een moord
pleegde ook En hij rookte bovendien.
Toen Leslie Charteris ophield met roken,
kreeg Simon ook geen sigaret meer in de
mond geschreven. Er is veel veranderd.
Een moordende dief kan je tegenwoordig
niet meer aan het publiek slijten. Dat wil
len de mensen gewoon niet meer. Charte
ris heeft drie stelregels voor zijn hoofdper
soon: hij mag niet gewond raken, omdat je
dan zijn Supermanimmage aantast; hij
mag nooit trouwen, omdat helden nooit
trouwen en hij mag nooit meer roken,
omdat Charteris daar zelf ook mee gestopt
is”.
In tegenstelling tot James Bond is Tem
plar nimmer in een bed te vinden in gezel
schap van fraaie dames, die overigens wel
iedere aflevering komen opdraven om een
sexy cachet aan het geheel te geven. De
goede Simon mag van de schrijver dan al
niet trouwen ook sex is uit den boze, omdat
het hier om een familieprogramma gaat,
dat in Engeland op zondag vroeg in de
avond wordt uitgezonden.
scoopfilm moest worden. Alles is op loca
tie opgenomen en dat betekent dat er ra
zend snel gewerkt is. Je staat onder grote
druk. Tijd is geld en dat komt de kwaliteit
niet altijd ten goede”.
Op het scherm is Ogilvy de Superheld in
een witte Jaguar, Lefhebber van een goede
oude whisky en immer bereid tot het ver
richten van atletische handelingen. In zijn
kleedkamer van het Theatre Royal Hay
market blijkt daar nog maar bitter weinig
van. Het succes heeft hem nauwelijks aan
getast. De superheld heeft geen kapsones
gekregen en hoewel hij een enigszins atle
tisch uiterlijk heeft, is daar wat zijn presta
ties betreft niets meer van terug te vinden.
Terwijl hij nog maar een sigaret opsteekt:
„Ik ben helemaal niet zo atletisch, maar ik
kan acteren alsof ik het ben. Op school heb
ik wel eens wat aan roeien gedaan, maar
daarna heb ik me nauwelijks meer met
sporten beziggehouden. Tijdens de opna
mes blijf je wel een beetje in vorm. Dat
regelt zichzelf allemaal. In Italië bijvoor
beeld hebben we gewerkt op een strand in
1 de zinderende hitte. Ik moest gewichten in
mijn handen houden. Dan blijf je wel in
J vorm”.
De stunts in „The return of the Saint”
zou Ogilvy het liefst allemaal zelf doen.
Gevaarlijk lijkende slippartijen met de
Jaguar, een sprong uit een raam of een
duik van de rotsen, hij ziet er niet tegenop,
lan: „Ik kan helaas niet verzekerd worden
voor de stunts. Een stuntman kan zich per
^Jie laten verzekeren, maar bij mij wü
^gnen er niet aan beginnen. En dat is ook
’met geheel onbegrijpelijk. Als een stunt-
'yrnian gewond raakt en hij belandt in een
“»ziekenhuis, dan huurt de fümmaatschap-
I py een andere stuntman. Als mij iets over-
Skomt bij het uitvoeren van een gevaarlijke
J Actie en ik kom in een ziekenhuis, dan is
men gedwongen te stoppen met fümen.
Als zo’n grap dan zeven weken gaat duren,
dan kost dat kapitalen. Natuurlijk ben ik
wel verzekerd, voor als er een lamp naar
beneden komt of zoiets. Maar al het stunt
werk is uitgesloten".
Een half uur eerder dan afgesproken
loop ik lan Ogüvy tegen het lijf. Hij stapt
de deuren van het theater uit op het mo
ment dat ik zijn gezicht van de foto in mijn
geheugen probeer te prenten. Het parman
tige snorretje dat de bovenlip van lan
Ogüvy siert, verandert zijn gezicht opval
lend. „Zoü je nog even een half uur kun
nen wachten”, zegt hij op vriendelijke
toon. „Er wacht nog iemand op me, maar
daar ben ik zo mee klaar. Daarna kunnen
Rrij rustig praten”.
Achter het Theatre Royal Haymarket
loopt Suffolk Street. Een doodlopend
straatje, volgebouwd met oude huizen, die
de tand des tijds maar nauwelijks hebben
tunnen doorstaan. Daartussen enkele
bouwwerken die helemaal zijn opgeknapt
in een overdreven vlaag van modernise
ring en nu een ridicuul contrast vormen
net de andere huizen. Helemaal aan het
Binde van de straat hangt aan een van de
puien een ouderwets vierkant lampje, met
daarp de woorden Stage Door. Portier
,01d Howard” mompelt wat onverstaan-.
Pare woorden als ik hem naar lan Ogüvyl
zraag. Uiteindelijk laat hij zijn plicht als
nenselijke buffer tussen opdringerige*”
Hensen en artiesten varen.
elk in het bezit van een opleldii
JE AC)-, of daarm^fr veraeliri^i
lan Ogüvy hangt schuin over een bed en
Praat in de richting van de cassetterecor
der die een Engelse journalist heeft meege
nomen. Het is warm in de kleedkamer.
Aan de witte muren hangt slechts een
Poster met de afbeelding van een aap.
Tussen de ruimte waar het bed staat en de
Wastafel (naast een spiegel met lampjes
die je aüeen nog maar in dertiger-jaren
films verwacht) is een gordijn bevestigd.
Als de man met de recorder de ruimte
Verlaat en Ogüvy weer op het bed ploft
Verzucht de acteur: „Het zijn drukke da-
8en. We hebben het stuk een paar maan
den in de provincie gespeeld en nu we in
Londen zitten wordt er weer veel aandacht
aan ons besteed”.
- De „Grote Bekendheid” is er voor de 35-
larige acteur lan Ogilvy eigenlijk pas de
Ogüvy met Anghared Rees in The Millionai ress.