Amsterdams Historisch Museum catalogiseert zijn bezit aan tekeningen Porseleinvondst in bankkluis Stella van F Act Geacheveerd spel in Schuberts Wandererfantasie Pianist Frankl overtuigend Cineast Jean Renoir gaf Europese film richting streekgenoten exposeren komende exposities toonaanqever 25/2.60 ook in menthol „teer” 8 mg nicotine 0,6 mg toch in Schuur Ftoefnu hoe lekker licht kan zijn. Gladstone Extra Mild. Md 3 Jongere generatie beïnvloed door poëtisch realist” - ■M 17 KUNST WOENSDAG 1 4 FEBRUARI 19 7 9 1 B.V. 4 I Concertagenda voor J? jazz, rock en show v? Weinig „teer”. Weinig nicotine. En toch een volle smaak. Zoals u van Gladstone mag verwachten. ^4 Een overzicht en een gemiste kans CEES STRAUS (ADVERTENTIE) Dêfekkere PETER FRANKL JAAP STORK Het merendeel van het publiek onder ging de Renoir-films anders. Het stootte zich aan onnauwkeurigheden in details of een verkeerde rolbezetting en had weinig oog voor het unieke karakter van dit werk, dat in een sfeer van vrijheid-blij- HAARLEM. Pianist Peter Frankl heeft maandagavond in het Haarlemse Concertgebouw de internationale faam die hij geniet dubbel en dwars bevestigd, al hebben kennelijk maar weinigen beseft welke eersteklas pianistiek zij konden verwachten. Een schamele opkomst viel deze in Engeland woonachtige Hongaar ten deel waardoor het er, gelet op een identiek beeld tijdens vorige recitals, zo zoetjes aan op gaat lijken dat de Interna tionale Pianoserie aanspraak kan maken op het weinig verheffende predicaat: miskend. (Van onze kunstredactie) HAARLEM. Met Jean Renoir, die zoals wij gisteren meldden, maandag avond op 84-jarige leeftijd in Los Angeles overleed, is een van de belangrijkste Eu ropese filmregisseurs heengegaan. Veel van wat hij vooral in de jaren dertig, maar ook nog na de oorlog vervaardigde, is klassiek geworden en zijn invloed op een jongere generatie cineasten is uitzon derlijk groot geweest. Renoir, meester van het „poëtisch realisme”, hield er wei nig conventionele werkmethoden op na. Hij was een humanist in hart en nieren, met een heilig geloof in de mens die hij heel typerend dan ook nooit als door en door slecht heeft kunnen portretteren. Galerie Het Kapelhuis, Krankeleden- straat 11 in Amersfoort, specialiseert zich zoals wellicht bekend is in keramiek. Ze organiseert regelmatig groepententoon- heid met veel spontaniteit, improvisatie en ruimte voor de acteurs tot stand kwam. „Voor de schoonheid van een gebaar of een mooie wolk in de lucht was hij al filmend bereid het verhaal te vergeten”, aldus een tijdgenoot. „En soms slaagde hij erin aan één oogopslag een hartverscheu rende waarheid te ontlenen”. De techniek kwam op de tweede plaats, wat niet weg neemt, dat Renoir pionierde met de diep tescherpte in het beeld en er dramatische effecten mee behaalde. Het werd toen nogal revolutionair gevonden en ontmoet te veel kritiek, maar drie jaar later ging Hollywood er ook mee aan de slag. technische situaties plaatst, vond op ver bluffende wijze respons in de zeer geache veerde aanpak van Peter Frankl die zijn gehoor hiermede terecht tot groot enthou siasme bracht. Dat de solist zich ondanks deze veelei sende vertolking nog immer in zijn ele ment voelde, bewezen de drie speelse toe giften (van Schubert, Debussy en Beetho ven) die hij er alsnog aan besloot te wagen. Apart wil ik nog Frankl’s bijdrage aan het dit seizoen centraal geplaatste compo sitorische jaartal 1914 vermelden, hetgeen resulteerde in Debussy’s met verstilde sfeer weergegeven „Berceuse heroïque”, een hommage aan de Belgische koning Albert I en zijn soldaten. Ver klaroenge schal en een citaat uit de „Brabanqonne” maken de associatie duidelijk. Volgens de programmatoelichting hebben we het dan wel gehad met de scheppende kracht van „le musicien francais”, want (ik citeer) „zijn 12 piano-etudes zijn eigenlijk alleen merkwaardige oefeningen”. Toch nog jammer dat Frankl zijn programma niet had gewijzigd teneinde deze even merk waardige als kritische uitspraak daad werkelijk te weerleggen. Misschien komt er echter nog een ka- mermuziekavond, waarop bijvoorbeeld de waarde van de cello/pianosonate (1914) of de viool/pianosonate (1917) (aan welker belang door de toelichter eveneens hevig wordt getwijfeld) kan worden aange toond. stellingen van keramisten die nog niet eerder in de galerie te zien zijn geweest. Momenteel is dat met de expositie „Kijken naar keramiek 6” wederom het geval. Tot de deelnemers behoort ditmaal de Haar lemse keramist Wim Borst van wie nog onlangs werk was te zien bij de SBK in Haarlem. De expositie in het Kapelhuis, die in totaal het werk van 18 keramisten bevat, loopt tot en met 6 maart. Men kan er op dinsdag tot en met zaterdag van 11-17 uur terecht. Jacob de Gheyn (1565-1629): Por tret van een jonge man, pentekening in donkerbruine inkt. Onderdeel van de expositie Tekeningen van Noord- en Zuidne- derlandse kunste naars geboren voor 1600". AMSTERDAM. Het Amsterdams Historisch Museum in de Kalverstraat moet zijn kracht zien te vinden in het presenteren van cultuurhistorische ver schijnselen die specifiek zijn voor de hoofdstad. Valt die begrenzing weg, dan dringt zich meteen een vergelijking op met het eveneens in de hoofdstad geves tigde Rijksmuseum. Een vergelijking die uiteraard vaak in het nadeel van het stadsmuseum zal uitvallen, gewend als het Rijksmuseum nu eenmaal is om de zaken met superlatieven aan te pakken en te omgeven. In dat licht gezien zal het de verwende bezoeker van musea dan ook waarschijnlijk wel opvallen dat het volle dige overzicht van het bezit van tekenin gen van Noord- en Zuidnederlandse kun stenaars die geboren zijn voor 1600 dat momenteel in het Amsterdams Historisch Museum te zien, niet zo’n sterke indruk maakt. Piers Hayman en John Kuiper vor men al enkele jaren een vast duo met een repertoire van liedjes en instrumentals, dat je als moderne folk kan omschrijven. In Haarlem en omgeving is hun muziek genoegzaam bekend. Juist daarom ver raste hun kortgeleden uitgekomen tweede album Same Difference. Hoewel de plaat een niet evenwichtig beeld geeft van de capaciteiten van het duo, betekende de produktie aan de andere kant dat nieuwe elementen aan de stijl werden toegevoegd. Een pietsie jazz, een beetje pop en blues, en het geheel is wat smeuïger. Inmiddels heeft de produktie van Same Difference geleid tot het opzetten van een landelijke toernee langs gerenommeerde zalen, die volgende week woensdagavond in het Cultureel centrum De Vest te Alk maar van start gaat. Daarna worden de Kleine Zaal van de Rotterdamse Doelen (22/2), Orpheus in Apeldoorn (23/2), het Muziekcentrum Vredenburg in Utrecht (24/2), het Laktheater te Leiden (25/2), de Oosterpoort te Groningen (28/2), het Globe Theater te Eindhoven (1/3) en het cultureel centrum De Lindenberg te Nijmegen (2/3) aangedaan. Aanvang van alle concerten 20.30 uur. Het moet voor de Tweede Wereld oorlog naar de Verenigde Staten zijn getransporteerd. Het Amerikaanse ministerie gaat nu onderzoeken of het porselein toe valt aan de Chinese Volksrepubliek, aan Taiwan, de erfgenamen van Poe- Yi of aan de schuldeisers van de niet meer bestaande Bank van Shanghai. (Van onze kunstredactie) NEW YORK. Een vertegenwoor diger van het Amerikaanse ministe rie van Financiën heeft in een kluis in een bank in New York een collec tie Chinees porselein gevonden met een waarde van 1,365 miljoen gul den, zo heeft het nieuwsweekblad Newsweek onthuld. De ontdekking kon worden gedaan dankzij de informatie van een Aziaat die verder onbekend is gebleven. Het porselein zou de garantie zijn voor een lening waarom de Chinese troonpretendent Henry Poe-Yi bij de Bank van Shanghai had gevraagd. in de titanische Wandererfantasie opus 15 van Franz Schubert. De Beethoveniaanse klankontplooiing waarvan hier naast alle ware lyrische identiteit sprake is, en die de uitvoerende in de regel voor min of meer wanhopige Daar kwam Jean Renoir in 1975 met een speciale Oscar begiftigd voor zijn totale oeuvre na de Duitse inval in Frankrijk ook terecht. Hij maakte er on der meer „Dagboek van een kamermeis je” en „The Southerner”. Zij na-oorlogse films met als prachtig ogende uitschieters het in India gemaakte „The River”, „French Cancan”, „Le Déjeuner sur l’her- be” en „Le carrosse d’or” hadden een ander karakter dan die van vóór 1940. Renoir heeft dat toonverschil zelf het bes te verklaard: „Vóór de oorlog probeerde ik met een protestgeluid mijn partij in het universeel concert mee te spelen. Nu reali seer ik me dat het niet langer een tijd is voor sarcasme. Het enige dat ik aan dit onlogische, onverantwoordelijke en wre de universum kan geven, is mijn liefde”." HAARLEM. De voorstelling Stella, gespeeld door het regisseurscollectief F Act uit Rotterdam, kan toch naar Haar lem komen. Aanvankelijk kon deze pro duktie om budgettaire redenen niet door de Toneelschuur worden geprogram meerd omdat de uitkoopsom voor dit the ater te hoog was. In een later stadium kon de Toneelschuur met het F Act tot een partage-regeling komen. Stella komt op 27 februari in de Toneel schuur. Het stuk werd geschreven door Goethe. Vonne van der Meer, die het bij F Act ook regisseerde, maakte een be werking van dit „stuk voor verliefden”. Deze tweede zoon van schilder Auguste Renoir, op 15 september 1894 in Parijs geboren, hield van film sinds een zondag ochtend in 1902 toen een cinematograaf in de „elegante gevangenis”, die internaat werd genoemd, voor Jean en de andere kostschooljongens bewegende beelden kwam vertonen. Maar hij kreeg het pas goed te pakken dank zij Erich von Stro heims wel tien keer bekeken „Foolish Wives”. Dat was in 1924, het jaar waarin hij ook zelf films ging maken, na een „valse start” als keramist. Zijn debuut was „La fille d’eau”, enkele jaren later gevolgd door een spraakmakende zwij gende versie van Zola’s „Nana”. Belangrijk werd zijn werk echter pas in 1931 toen „La chienne” verscheen. Daar mee en in nog sterkere mate met zijn commercieel mislukte en dus weinig be kende „Toni” uit 1934 werd de poort ge opend naar een groter realisme in de bioscoop. „Toni”, waarin de leefomstan digheden van Spaanse en Italiaanse gas tarbeiders in Zuid-Frankrijk achtergrond van een misdaadverhaal vormden, is vol gens sommige filmhistorici zelfs de droom geweest van het Italiaanse neo-realisme van Rossellini en De Sica. Ook in „Le crime de mr. Lange” toonde Renoir veel aandacht voor de gewone man. Een van zijn beroemdste films en zeker zijn beste was het pacifistische „La gran de illusion” uit 1937 toen een nieuwe oor log in de lucht hing. Onder de druk daar van en met verwerking van zijn eigen ervaringen als krijgsgevangene, wilde Jean Renoir laten zien dat er tussen men sen met een zelfde instelling tegenover het leven vriendschap mogelijk is, die natio nale gevoelens naar het tweede plan schuift. Nog bekender werd „La régie du jeu”, waarvan de betekenis overigens pas na de oorlog werd ontdekt. In 1938 was dit „vrolijk drama” over de corrupte Franse bourgeoisie van die tijd een compleet fiasco. seum gebeurd is, de diverse meesters in hun context geplaatst ziet, moet wel tot de conclusie komen dat dat een misvatting is. Schapelhouman trekt in zijn catalogus beschrijvingen nauwelijks een vergelij king met wat tijdgenoten elders maakten. wie niet het meeste bekend is. Zij werkten immers in de schaduw van hun grotere vakgenoten, die, terecht, meer in het licht kwamen. Nu is in de periode van de renaissance zowel als van de barok voor de teken- (en grafische) kunst een relatief bescheiden rol weggelegd geweest. Er werd veel ge werkt naar schilderijen van beroemde meesters, niet zelden werd er ook naarstig gekopieerd. Een verschijnsel waarover hedentendage wellicht al te zeer moralise rend wordt geoordeeld, maar dat in die tijd als vanzelfsprekend werd geacht om het vak onder de knie te krijgen. Tekenin gen waren geschikt als studiemateriaal, veel minder waren het zelfstandige kun stuitingen in de ogen van de renaissancist. In onze ogen hebben de tekeningen uit de vroege stijlen een aparte charme die toe neemt naarmate de kwaliteit hoger is. Daarmee kon in het verleden ook de naam van de meester groter worden. Wat werkelijke, zelfstandige waarde heeft op deze tentoonstelling zijn automa tisch de prenten van die meesters wier faam de eeuwen heeft kunnen trotseren. Tussen hen en de meesters van het tweede garnituur gaapt een kloof die ook niet door dit relatief zeer behoorlijke overzicht kan worden overbrugd. Er is de laatste tijd een herwaardering van de mindere góden op gang gekomen, een herwaardering die vooral het gevolg is van het feit dat op veilingen echte topstukken nauwelijks meer worden aan geboden en er een categorie verzamelaars is ontstaan die toch tegen wil en dank een behoorlijk schilderij in huis wil hebben. Dat heeft met zich mee gebracht dat wat vroeger redelijk betaalbare kunst was nu door de druk van de vraag en het constant gebleven aanbod veel te duur is gewor den. Het misverstand dat daardoor ont staat is dat die vorm van kunst ook zijn geld waard is in artistieke zin. Wie, zoals hier in het Amsterdams Historisch Mu- Dat werkt nogal verwarrend omdat hij de waarde die aan een willekeurige prent wordt gegeven even groot stelt als aan welke andere dan ook. Met andere woor den, het publiek heeft het voor het uitkie zen. Waarschijnlijk is het zijn taak ook niet geweest om veel verder te gaan dan de titelbeschrijvingen, maar wat toch wel storend werkt is een ontbreken van een algemeen cultuurhistorisch tijdsbeeld waarbinnen de kunstenaars kunnen wor den geplaatst. Behalve aan een eenvoudi ge beschrijving van de kunstenaars, aan een simpele inhoudsopgave, ontbreekt het in deze catalogus ook aan een namen- en zakenregister zodat de gebruikswaarde daarmee wel zeer gering wordt. Toch duidt de luxe uitgave (foto’s van alle ge noemde tekeningen, harde kaft, ruim for maat en keurig verzorgde druk) er op dat het hier om meer dan alleen een kijkboek gaat. Er is dus sprake van een gemiste kans. Wellicht worden enkele van die bezwa ren rechtgezet als het hele museum bezit is gecatalogiseerd. Voorlopig zal dat wel even duren, deze catalogus is na die van de Italiaanse kunst uit de 15e - 18e eeuw nog pas de tweede. (De expositie in het Amsterdams Histo risch Museum loopt tot en met 1 april en is dagelijks van 10-17 uur te zien, op zon en feestdagen van 13-17 uur. De catalogus is een uitgave van het Amsterdams Histo risch Museum en is verkrijgbaar voor 35 gulden. Tijdens de expositie zijn de delen 1 en 2 voor de gereduceerde prijs van 40 gulden verkrijgbaar). Aan de betreffende solisten heeft het tot dusver bepaald niet gelegen, want de ver richtingen van successievelijk Alwin Bar, Frédéric Meinders en Christopher Czaja Sager waren boven elke twijfel verheven. En, zoals gezegd, ook Peter Frankl strooi de met kwistige hand(en) de meest kostba re muzikale parels over het Haarlemse uit, al waren in feite het „paarlen voor de zwijnen”. De aanwezigen van maandagavond, die zich uiteraard niet door bovenstaande vergelijking aangesproken hoeven te voe len, troffen allereerst een Frankl die zich met overtuigend-heroïsche signatuur kweet van Beethoven’s 32 Variaties in c op een eigen thema. Nu eens stralend expan sief (maar in een van elke metalige gefor ceerdheid gevrijwaarde klank), dan weer met subtiel gekleurd détailwerk kwam het kernachtige stuk als in één adem tot leven. Navenant van gecontinueerde span ning, maar nu met inbegrip van de altijd lastig te realiseren ambivalentie tussen de karakters van de opstandige wereldher vormer en de teruggetrokken dromer, welke Robert Schumann personifieert in de Florestan- en Eusebiusfiguur, kregen de 18 Davidsbündlertanze opus 6 met meesterlijke technische greep hun beslag. Nadat het in Frankl’s spel zo lof waardig evenwicht tussen orkestraal profiteren van de „grote gedachte” en de verfijnde declamatie van daarin besloten „zijspron gen” enigszins verstoord leek in Debus sy’s „L’isle joyeuse” waar hij te zeer pronkte met een allesoverrompelende vir tuositeit, keerde de balans weer ten goede In het Stedelijk van Abbemuseum in Eindhoven zijn tot en met 4 maart veer tien werken te zien van Yves de Smet. Volgens een mededeling van het museum zijn die werken „combinaties van ver schillende onderlinge relaties zoals deze in e e n werk aanwezig kunnen zijn”. Het museum is dagelijks geopend van 10 tot 17 uur en op zon- en feestdagen van 13 tot 17 uur. De overzichtstentoonstelling van Jan Toorop in het rijksmuseum Kröller Mul ler in het Nationaal park De Hoge Veluwe is verlengd tot 25 februari. Het museum besloot tot die verlenging vanwege de slechte weersomstandigheden in de afge lopen weken. Het museum was in die tijd slecht bereikbaar. Galerie d’Eendt in Amsterdam toont tot 8 maart schilderijen, tekeningen, grafiek en aquarellen van Anton Heyboer en Ru- die Bierman. Karei Appel te gast bij Nic Jonk’ is een expositie van schilderijen, gouaches, gra fiek, tekeningen, keramiek en beelden die van 18 februari tot 2 april in de galerij en beeldentuin van Nic Jonk aan het Haviks- dijkje in Grootschermer wordt gehouden. Natuurlijk, er is een aantal grote namen bijeengebracht sinds de kolenhandelaar Carel Joseph Fodor ruim een eeuw gele den zijn privé-collectie aan de gemeente overliet, namen waaronder Goltzius, Van Goyen, Van Dijck en Rubens niet de min sten zijn, maar wat overheerst is toch het beeld van de meesters van het tweede plan. Het wekt voor die verwende mu seumbezoeker de indruk van afgeroomde melk: de smaak is heus wel goed, maar voor wat werkelijk kwaliteitsbepalend is, moet je elders zijn. Belangrijker dan de expositie is echter het verschijnen van de catalogus die het volledige bezit van wat de Amsterdamse musea uit de bewuste periode bijeen heb ben gebracht en die beslaat1 zagen verschijnen bij het Rijksmuseum en het Museum Bredius in Den Haag. Er is voor deze catalogus een beroep gedaan op de kunsthistorische weten schap omdat de staf van het museum daar zelf niet aan kon toekomen. De auteur werd gevonden in de figuur van Mar ij n Schapelhouman, een kandidaatsstudent in de kunstgeschiedenis aan het Kunsthis torisch Instituut van de Universiteit van Amsterdam. Het zou bijna zijn proef schrift kunnen zijn, want Schapelhouman heeft zich diep in de materie ingegraven I en al moet hij op sommige terreinen nog I vragen onbeantwoord laten, de meeste oplossingen die hij aandraagt, lijken zeer plausibel. Schapelhouman heeft het wat dat betreft niet gemakkelijk gehad, want het zijn juist vaak de kleine meesters van s

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 17