Alimentatie en homofilie, kan dat?
Bejaarden om
advies vragen
i
II
eau
door Kees Tops
Cassatie
Hoger beroep
leur
IDEE VAN BOB VERSTRAETE
door Marcel Enkelaar
Rechtspositie
Hoge Raad
>11
te
).V.
iteiten
unng-
eer
i i
8S
Bob Verstraete weet sinds enkele
jaren wat een isolement is. Na dertig
jaar als acteur op het toneel te heb
ben gestaan, maakten zeven hartin
farcten en een zware hartoperatie
een eind aan een carrière bij onder
meer de Nederlandse Komedie, de
Haagse Komedie en Centrum. De
sympathieke Belg werd afgekeurd en
moest noodgedwongen dienst ne
men in het leger van arbeidsonge
schikten.
Alimentatie eindigt waar
nieuw geluk begint. Zo staat
dat althans in wat statiger
taal in de wet. Zodra de
alimentatlegerechtigde
opnieuw trouwt, of gaat
samenleven met een ander
„als waren zij gehuwde’,
wordt die ander geacht de
onderhoudsplichten over te
nemen. Maar hoe zit dat als
die ander iemand van de
eigen sekse is?
De wet heeft daar niet in
voorzien. Met als gevolg,
dat als die situatie voorkomt
(en die kómt natuurlijk
voor), de geest van de wet
voor velerlei uitleg vatbaar
is. Getuige twee rechtzaken
die momenteel in
behandeling zijn.
In hoeverre hebben de rechterlijke instanties houvast aan bestaan
de wetten, wanneer de maatschappelijke omstandigheden waarop
die wetten zijn gebaseerd, veranderen? Of: „hoe moet de rechter
oordelen over juridische kwesties in nieuwe samenlevingsvormen,
zolang die samenlevingsvormen nog niet in wetten zijn opgenomen?
Ëoeiende vragen, die worden opgeworpen door twee alimentatie-
kwesties die momenteel in behandeling zijn bij de Gerechtshoven van
respectievelijk Amsterdam en Den Haag.
-
I
De geest van
1.
?n
artikel 160
m
j-
Foto: Bas Roodnat (uit „Wij zijn gek”)
ie
ik-
□ekend
is
J
I
4,
1
1
n
ii-
surs in
zonder
nen wij
□mg.
de kok
serdere
?n met
ijden.
direct:
„Zonder dat iemand het bewust wil,
word je geïsoleerd. Dat heeft me op de
gedachte gebracht dat bejaarden met
hetzelfde probleem te maken hebben. Je
wordt 65 jaar en het is vaak afgelopen:
naar het bejaardencentrum, -tehuis of
hoe het ook mag worden genoemd. In
eens staat alles stil.”
zodat het voor de hand ligt dat de
strekking van dat artikel toch ter
sprake komt.
Alblasserdam, Purmerend, Steenwijk,
ga maar door. In verschillende plaatsen
worden in bejaardencentra al lijsten
aangelegd met namen van bewoners die
op verschillende terreinen goed zijn in
gevoerd, over vakkennis beschikken.”
„Het programma Sprekershoek kende
ik helemaal niet. Toen ik er van hoorde,
heb ik een briefje geschreven. Als regis
seur van een groep amateurtoneelspe
lers die in bejaardentehuizen optreedt,
ontdekte ik het isolement van de bejaar
den. De redactie van het TV-programma
was enthousiast. Zelf mocht ik de tekst
opstellen en presenteren. De basis is nu
gelegd, de opening is gemaakt. In de
bejaardencentra zal nu verder moeten
worden gewerkt.”
huwelijk een ander in de plaats is
gekomen van de vroegere echtge
noot en dat die ander voortaan een
onderhoudingsplicht heeft”. En het
verschil met een homofiele relatie
is, aldus de Rechtbank, dat daar
geen onderhoudingsplicht bestaat.
De Rechtbank stelt de man ver
plicht de vrouw alimentatie te beta
len. (Daarbij spelen uiteraard ook
andere overwegingen mee, maar we
bepalen ons hier tot de principiële
kant van de zaak).
geen recht op welk bedrag dan ook
heeft. Het Gerechtshof in Amster
dam wijst de eis van de vrouw in
hoger beroep af en voert daarvoor
eveneens de seksuele relatie van de
vrouw met haar vriendin aan („zij
hebben een levensgemeenschap ge
vormd die ook geslachtsverkeer
meebrengt”). Onder die omstandig
heden acht het Hof een alimentatie
plicht misplaatst. „Dit zou tevens
niet in overeenstemming zijn met
de strekking van de wijzigingen,
welke hebben geleid tot het huidige
echtscheidingsrecht”.
Met die laatste opmerking doelt
het Hof op de vroegere wetgeving
op dit punt, waarin sterk de nadruk
werd gelegd op de schuldvraag bij
een door de vrouw gevraagde schei-
Een 78-jarige vrouw vroeg zich af
waarom Verstraete wèl en zij niét op
het scherm kon komen. „Ik heb het
ook aan die Duys gevraagd maar die
laat me ook stikken. Ik heb voor dui
zenden guldens schilderijen van schel
pen gemaakt. Hoe hebt u dat nou ge
daan, dat op de TV komen?” De be
jaarde dame liet blijken op de beeld
buis te willen om haar grote, tot nu toe
onverkoopbaar gebleken partij schil
derijen aan de man te brengen.
Een andere, zeer geaffecteerd pra
tende, dame belde en zei: „Meneer
Verstraete, ik heb net uw programma
gezien. Ik weet niet waar het om gaat,
maar ik zag mijn huis op de televisie.
V
De vrouw gaat in hoger beroep,
omdat ze het bedrag te laag vindt,
en de man gaat in hoger beroep
omdat hij er bij blijft dat de vrouw
tigt het arrest van het Hof. De zaak
is nu doorverwezen naar het Ge
rechtshof te Den Haag.
Tot zover het eerste geval. Alleen
al uit deze opsomming van argu
menten blijkt hoe verschillend de
juridische benadering en uitleg van
één situatie kan zijn wanneer daar
over geen afgeronde wetsbepaling
bestaat. Dat er in een soortgelijke
kwestie nog meer standpunten mo
gelijk zijn, bewijst de andere rechts
zaak, die bij het Gerechtshof in Am
sterdam in behandeling is. Hieron
der een enkel gegeven uit die zaak
(in grote lijnen is hij namelijk gelijk
aan de eerste).
De situatie is weer dezelfde, al
leen voert de Arondissementsrecht-
bank (te Haarlem) in dit geval aan
dat aan de alimentatiewetgeving
„de opvatting ten grondslag ligt dat
het huwelijk een voor het leven be
doelde lotsgemeenschap is en dat
de nauwe persoonlijke verbonden
heid van de echtgenoten ook na het
huwelijk nog doorwerkt, hetgeen
met name in de alimentatie tot uit
drukking komt.” Die lotsverbon
denheid na het huwelijk kan vol
gens de rechtbank door de duurza-'
me verhouding van de gewezen
echtgenote met een andere vrouw
„niet anders dan losser geworden
zijn, dan wel doorbroken”. En daar
uit concludeert de rechtbank dat de
vrouw dan ook geen recht meer op
die uitkering heeft.
De vrouw gaat in hoger beroep bij
het Gerechtshof te Amsterdam
hetzelfde Hof dus dat in de eerste
zaak de vrouw in het ongëlijk stel
de. Beide partijen in deze tweede
zaak maken dan ook druk gebruik
van argumenten en overwegingen
van zowel dit Hof als van de Hoge
Raad.
Is het mogelijk dat ik daarvan een
foto krijg? Het schijnt een bijzonder
huis te zijn, want het is al vaker op de
TV geweest.”
Om dat laatste deel gaat het. Wan
neer een gescheiden vrouw zoals
dat heet duurzaam gaat samenle
ven met een man, vervalt de alimen
tatieplicht van haar gewezen echt
genoot. In de onderhavige gevallen
is er evenwel geen sprake van zo’n
concubinaat, maar van een homo
seksuele relatie en de rechters zijn
het er wel over eens dat de clausule
„als waren zij gehuwd” daarvoor
niet opgaat.
Daar staat tegenover dat artikel
160 BW het enige is dat de beëindi
ging van de alimentatieplicht regelt.
Een rasechte Amsterdamse vertelde
dat de bejaarden haar niet zoveel kon
den schelen, dat waren immers toch
maar „klieren”. Ze zou het wel op prijs
stellen als Verstraete weer terug
kwam op de televisie. Ze kondigde
aan een actie voor de oud-acteur te
beginnen om diens rentree te kunnen
verzekeren. Tegenwerpingen van Ver
straete dat een en ander in verband
met zijn gezondheid helemaal niet
kon, vonden geen gehoor: „Als er een
actie voor Johnny Jordaan kan wor
den gehouden, kan dat voor u ook.”
1
Aan het inschakelen van de 65-plus-
sers zitten verschillende positieve kan
ten, benadrukt de voormalige acteur,
TV-regisseur en decorontwerper. Behal
ve dat kennisoverdracht plaatsvindt
over bijvoorbeeld zaken die met onder
houd of vernieuwing van het huis ver
band houden wordt de bejaarde boven
dien uit zijn of haar isolement gehaald.
Er ontstaat een wederzijds sociaal con
tact dat, zo zegt Verstraete, de bejaarde
als een „waardestijging” aanvoelt en de
gene die het contact heeft gelegd als een
welkome vlucht beschouwt uit de dage
lijkse sleur.
II
boo Verstraete is ervan overtuigd dat
iedereen plotseling kan worden gecon
fronteerd met een isolement. „Ik heb
mezelf over de kop geramd. Door wer
ken zal niemand overspannen raken,
maar wel door het heen-en-weer-gevlieg
en rijden in het verkeer. Als je dan hoort
dat er vijf nieuwe ingangen in je hart
zijn gemaakt en er een ader uit je been is
gehaald, alsof een binnenband bij een
auto wordt verwisseld, houd je je wel
koest. Je bent enorm blij dat het alle
maal goed is gegaan. Ik zet het leven
gezellig voort met m’n vrouw.”
Verstraete doet waarschijnlijk meer
dan ooit tevoren maar bepaalt zelf zijn
eigen tempo. Verdiept zich in het boed
dhisme, vertaalt Japanse Haiku-gedich-
ten en schildert dagelijks urenlang in
zijn atelier. Voor UNESCO maakte hij
een lange studiereis naar Japan om zich
te verdiepen in de historie van de ooster
se theaters.
De 58-jarige Verstraete is niet van plan
een soort landelijk coördinator te wor
den na het appel bejaarden in te schake
len bij uiteenlopende werkzaamheden.
„Ik lijk onderhand wel de Abbé Pierre
van de bejaarden te zijn geworden. Som
mige mensen denken dat ik een soort
bejaarden verzorger ben. Toch heb ik
echt alleen de prikkeling willen geven
die het isolement van de bejaarden moet
doorbreken.”
Het is niet eenvoudig om in zo’n
wir-war van interpretaties orde té
scheppen. Welbeschouwd staat er
In beide gevallen gaat het om een
vrouw die na echtscheiding is gaan
samenleven met een vriendin (in
een lesbische verhouding) en wier
gewezen echtgenoot op grond daar
van stopzetting van zijn alimenta
tieplicht eist. In beide rechtszaken
wordt, zij het vanuit verschillende
invalshoeken, verwezen naar het
wetsartikel dat beëindiging van de
I alimentatieplicht regelt. Letterlijk
j luidt dat artikel (Burgerlijk Wet
boek, eerste boek, art. 160):
„Een verplichting van een gewe
zen echtgenoot om uit hoofde
van echtscheiding levensonder
houd te verschaffen aan de we
derpartij, eindigt wanneer deze
opnieuw in het huwelijk treedt,
dan wel is gaan samenleven met
een ander als waren zij ge
huwd".
I
De reacties die Bob Verstraete
kreeg, waren overwegend positief, op
een paar uitzonderingen na.
Verstraete laat blijken het belachelijk
te vinden dat mensen bij het bereiken
van de pensioengerechtigde leeftijd niet
meer worden ingeschakeld. Niet bij het
adviseren van bijvoorbeeld werkzaam
heden die jarenlang deel uitmaakten
van het vak van de tot bejaarde gedegra
deerde Nederlander.
In het NOS-televisieprogramma Spre
kershoek deed Verstraete onlangs een
oproep gebruik te maken van het inzicht
en de kennis van bejaarden. Het idee
bleek enorm aan te slaan. Tientallen
telefonische en schriftelijke reacties
vormden het bewijs.
„Te gek voor woorden. Zó’n respons
had ik niet verwacht. Het was helemaal
niet mijn bedoeling een nationale actie
te beginnen of mezelf op te werpen als
bejaardenkenner. Dat ben ik helemaal
niet. Maar alle reacties waren over het
algemeen positief. Uit het hele land werd
geschreven of opgebeld: Arnhem, Soest,
maar één ding vast: artikel 160 BW
is niet van toepassing, hoewel de
geest van dat artikel er in de plei
dooien lustig op los waait.
In juridische kring heerst een op
vatting dat bij een samenlevings
verband van gelijke seksen niet de
seksuele rëlatie maatgevend is,
maar de vraag of de partners zich
hebben verplicht tot wederzijdse
voorziening in het levensonder
houd. Luidt het antwoord op die
vraag „ja”, dan zou het vervallen
van de alimentatieverplichting op
zich reëel zijn. Er komt dan wel
meteen een andere factor om de
hoek kijken: de rechtspositie van de
betrokkenen in algemene zin. Die is
er niet, namelijk. Voor het belas
ting- en erfrecht worden de part
ners als ongehuwd aangemerkt,
wat financieel in vergelijking met
gehuwde paren onvoordelig uit
komt. Denken over de alimenta
tiewetgeving voor gescheiden men
sen die een homoseksuele relatie
aangaan, is dus denken over de
rechtspositie van diezelfde mensen.
De Alimentatiecomissie heeft
zich op het standpunt gesteld dat
men überhaupt met de huidige clau
sule „als waren zij gehuwd” niet
ver komt. Zij stelt dan ook voor
iedere alimentatiekwestie individu
eel te bekijken, uitgaande van de
financiële afspraken. Tegen de hui
dige regeling heeft de commissie
twee ernstige bezwaren: hét bewijs
van duurzaam samenleven is nau
welijks te leveren, en de betrokkene
kan geen proefhuwelijk aangaan
(zonder een alimentatie te ver
liezen).
Voorlopig is het de vraag hoe de
bewuste rechtszaken aflopen. De
betrokkenen (zowel mensen die niet
volgens de wet samenleven, als ju
risten en belangstellende buiten
staanders) hopen in ieder geval op
een principiële uitspraak, die in de
toekomst wellicht als richtlijn kan
gelden. Dat zou alvast een klein
beetje duidelijkheid scheppen in
een warrig kluwen van gecompli
ceerde problemen.
I
Van groot belang voor de twee
rechtszaken die thans in behande
ling zijn, is een uitspraak van de
Hoge Raad van 3 november 1978 in
één van die twee zaken. Daarom
eerst een overzicht daarvan.
De globale situatie is als boven
geschetst: de gewezen echtgenoot
bestrijdt het recht op alimentatie
van zijn vroegere vrouw omdat de
ze inmiddels samenwoont met een
vriendin en met haar een gemeen
schappelijke huishouding voert.
Het belangrijkste argument van de
man is dat het een lesbische verhou
ding betreft. Tegenover de Arondis-
sementsrechtsbank te Amsterdam
die de echtscheiding zal uitspreken
verklaart hij dat weliswaar artikel
160 BW niet rechtstreeks van toe
passing is, „maar dat het samenle
ven met een persoon van hetzelfde
geslacht in een homofiele relatie
een gedraging is, waardoor de des
betreffende gewezen echtgenoot,
uitgaande van de opvattingen die
aan artikel 160 ten grondslag liggen,
geen aanspraak meer kan maken
op alimentatie”.
De Rechtbank is het daar niet
mee eens, omdat aan artikel 160 niet
een beoordeling van het gedrag van
de vrouw, of van de strikt persoon
lijke relatie van die vrouw met een
ander ten grondslag ligt, „maar de
maatschappelijke opvatting dat
door het enkele feit van het nieuwe
De vrouw gaat in cassatieberoep
bij de Hoge Raad. Haar argument
dat het Gerechtshof in Amsterdam
haar alimentatievordering op
grond van de seksuele relatie heeft
verworpen, treft doel. De Hoge
Raad stelt letterlijk: „Buiten de in
artikel 160 voorziene gevallen
(waarvan hier dus geen sprake is,
red.) kan het samenleven van de
gescheiden echtgenote met een an
der voor haar aanspraak op alimen
tatie alleen van belang zijn, voor
zover dit samenleven door bespa
ring van kosten invloed heeft
op haar behoeftigheid, alsmede in
het bijzondere geval dat dat samen
leven grievend is tegenover degene
van wie alimentatie wordt gevor
derd”. De Hoge Raad stelt vast dat
geen van deze twee voorwaarden
aan de orde zijn geweest en vernie-
■:.4
ding („misdragingen van de man”,
de bekende overspelvoorwaarde)
en waarin de alimentatieplicht op
hield bij de dood van de vrouw. Dat
laatste liet de mogelijkheid open
dat de vrouw opnieuw trouwde,
door haar nieuwe echtgenoot werd
onderhouden, maar evengoed nog
een uitkering kreeg van haar gewe
zen man. Dat werd vrij algemeen
als „onzedelijk” ervaren en daarom
is dat in de nieuwe wetgeving ver
anderd. Evenmin speelt in de huidi
ge wetgeving de schuldvraag nog
een rol.
In zijn argumentatie stelt het Hof
daarentegen dat toekenning van ali
mentatie onzedelijk zou zijn, omdat
de ontwrichting van het huwelijk
niet in overwegende mate aan de
man is te wijten. En „ten overvloe
de” nog wijst het Hof op een „omge
keerde discriminatie” doordat de
vrouw aan de ene kant buiten de
wet leeft en aan de andere kant via
de wet een uitkering van haar gewe
zen echtgenoot verlangt. Uitspraak:
onderhoudsvordering van de
vrouw afgewezen.
w