CHINEZEN VLIEGEN
ER NU MEER UIT
Chinezen vergeten les van Culturele Revolutie niet
Bureaucratie
Democratische muur
door
jjaap van Ginneken
L---
■BB»
I
U„Blij dat je er bent. Ik was even bang dat je niet zou komen en dat
er iets buitengewoons zou gebeuren”. Ik ben zegge en schrijve 5
minuten te laat: hij en zijn vriend hielden vanaf een veilige afstand de
[jlek in de gaten waar ik ze gisteravond had gevraagd rond dezelfde
tijd weer terug te komen. Duizenden mensen staan in het schemer-
jcht de muurkranten te lezen, iets verderop verzamelen zich onder-
ien voor een bijeenkomst. „Laten we iets verderop lopen, daar is het
niet zo druk”. We wandelden langs de boulevard, weg van het
centrum van Peking.
1
t t
MSI
Op vliegvelden worden de landingsbanen nog met hand kracht sneeuwvrij gemaakt.
Guo-
)GEL
s; uit-
4
1
boek,
iedoel
1 heel
iatiek
in de
1 dan
itasti-
emen
tstaat
iet op
ezers.
voor
;meer
Ihaas’
ijving
3 weg
ridicy
geen
hem
svend
r ook
j aan-
it aan
luide-
ze el-
itsing
.effen
juden
koste
Rogie:
Ier ma
de Qua
londagi
re chris
oek va
;-histor
ussie.
Het is nu de zesde keer dat ik China bezoek, en
iedere keer was het weer een heel stuk anders. In
1971 was de Culturele Revolutie nog maar net voor
bij: door de straten van Peking marcheerden nog de
Rode-Gardisten, en iedereen droeg Mao-speldjes. In
1973 leek een compromis tussen radicalen en gema
tigden bereikt en was het glimlach-offensief naar
het Westen in volle gang. In 1975 werd de Ameri
kaanse terugtrekking uit Indo-China begroet door
felle aanvallen op de toenemende Russische invloed
in de Derde Wereld. In 1977 was de linkse „bende
van vier” uitgeschakeld en begon de grootscheepse
terugkeer van Teng en anderen, die als „rechts”
terzijde waren geschoven. En in 1979 zet men de
maoistische erfenis nu overboord in een tempo dat
velen verbijstert. Deze ommezwaai in de binnen- en
buitenlandse politiek komt tot uiting in allerlei
kleine en grote dingen, die je de eerste dagen al
opvallen.
In iedere werkplaats hangen nog portret
ten van partijvoorzitter Mao en zijn opvol
ger Hua
Op borden met vlaggetjes wordt bijge
houden welke arbeider een premie ver
dient
tering
:ht op
leven
~vuild
;erlijk
Het is
de als
b een
stemd
p dat
n En-
jrt de
ooiste
ar het
ird, te
rijver de
Politiek
UN, prij
absutó
en ovei
Na het eerste toelatingsexamen zei
den de functionarissen van het In
stituut voor Vreemde Talen dat ik
na mijn afstuderen natuurlijk veel
met buitenlanders te maken zou
krijgen. En dat het dus riskant was
iemand met zo’n achtergrond te ne
men. Ik zei dat mijn grootvader niet
zoveel invloed op mij had. Dus ik
ging in beroep bij alle instanties.”
Hoe deed je dat?
„Ik schreef veel brieven. Naar het
Volksdagblad, en.
Werden die dan gepubliceerd?
„Nee natuurlijk niet. Maar alleen
om de journalisten erop attent te
maken. En aan de minister van On
derwijs. En zelfs naar de eerste
vice-premier”.
Wanneer was dat?
„Maart-april 1978. Ik had eind
1977 voor het eerst toelatingsexa
men gedaan. Als ik niet zoveel te
genwerking had ondervonden was
ik al een jaar verder geweest. Nu
moest ik afgelopen maand juli op
nieuw toelatingsexamen doen bij de
universiteit van Peking”. (Ik pro
beer wat door te praten over die
meer persoonlijke zaken.)
Ben je enig kind?
„Nee, ik heb één broer, die een
jaar ouder is”.
overwinnen van onze moeilijkhe
den, kunnen we heel wat bereiken!”
We gaan iets achteraf bij een boom
staan, en ik zet mijn taperecorder
aan. Af en toe komt er iemand onze
kant uitlopen en stokt het gesprek
even. Maar het zijn alleen maar
belangstellenden en er gebeurt ver
der niets bijzonders.
Die democratische muur: wat
voor soort muurkranten hangen
daar nou eigenlijk?
„Het gaat niet alleen om democra
tie maar ook om onze toekomst in
het algemeen of we een goede
toekomst tegemoet gaan of terug
vallen in de periode toen Lin Biao
en de „Bende van Vier” onze rege
ring controleerden. We willen niet
graag dat zoiets opnieuw gebeurt.
Dat is de enige manier waarop we
echte vrijheid kunnen krijgen
van meningsuiting, demonstratie,
staking etc. waarachtige rechten
geen oppervlakkige. Iedereen
Heeft die ook zoveel moeilijk
heden gehad?
„Hij werkte in het noordoosten op
een boerderij. Maar drie jaar gele
den kwam hij terug in verband met
ziekte. Nu is hij arbeider in een
machinefabriek. Hij zou ook graag
naar de universiteit willen. Maar hij
krijgt de kans niet, want hij heeft
alleen lagere school. Mij gebeurde
aanvankelijk hetzelfde: ik was net
zo ver toen de Culturele Revolutie
uitbrak, dus ik moest thuisblijven.
Tot 1970 had ik slechts één jaar
middelbare school gedaan, en ik
had dus niet het eindexamenni-
veau. Dus moest ik zelf thuis stu
deren”.
„Ik had verder niets te doen en
voelde me erg ongelukkig. Want er
waren moeilijkheden over mijn ou
ders. Onder de „Bende van Vier”
werd een politiek onderzoek inge
steld naar mijn vader, die ingenieur
is. Hij werd naar een andere stad
gestuurd en ik bleef alleen in Pe
king achter. Ik was erg terneerge
slagen. Toen begon ik Engels te le
ren, vanaf 1974. Maar ik werkte
overdag ook als lasser in een ouder-
moeten we van leren. Neem mij
bijvoorbeeld. Ik studeer vreemde
talen, maar zelfs onze leraar weet
niets over moderne literatuur in
westerse landen. Dat is toch treurig.
We kennen alleen Shakespeare en
Mark Twain. Maar we kennen geen
hedendaagse beroemde schrijvers
uit westerse landen. Ik geloof dat
dat niet erg goed is. We moeten veel
meer weten over moderne litera-
tuur, moderne filosofie en alle an
dere dingen. Dat helpt ons een hele
boel bij de vier moderniseringen”.
Als ik vraag of er soms een boek
is dat ze erg graag willen hebben,
noemt hij „Gone with the wind”. En
zijn vriend „The Godfather”, waar
over hij heeft gehoord. Later vertelt
iemand in Kanton me dat hij „1984”
van Orwell wil vertalen. Wanneer ik
hem zeg dat men daar wel eens een
politieke bijbedoeling achter zou
kunnen zoeken, vraagt hij om titels
van andere beroemde science ficti
on romans. Alles is goed.
Ondertussen praat ik' in Peking
door met de student. „Ik kan vanuit
mijn eigen ervaring zeggen: het is
niet gemakkelijk voor jonge Chine
se mensen om de universiteit te
doorlopen. Want ons onderwijssys
teem is te achterlijk, het is niet erg
goed en heeft veel zwakke kanten.
Ik weet dat veel meer jonge mensen
naar de universiteit zouden willen
gaan, maar er worden er slechts
enkelen toegelaten. Voordat ik naar
de universiteit ging was het al jaren
een hartewens van me.”
„Er is een gezegde: als je naar de
universiteit wilt, moet je door de
achterdeur zien binnen te komen.
Je hoeft geen examens af te leggen
of wat dan ook je moet alleen de
zoon of dochter van een hoge functio
naris zijn. Als je bijvoorbeeld uit
een eenvoudig milieu van het platte
land komt, kun je alleen maar han
darbeid verrichten. Dat staat niet zo
hoog aangeschreven. Ik vind dat
alle jonge mensen recht op onder
wijs hebben. We moeten in ons land
in deze eeuw juist veel meer leren,
want kennis is kracht, vooral nu we
op alle gebieden een modernisering
willen doorvoeren”.
En de Bende van Vier heb je
je ooit door hen laten bedriegen?
„Zij speelden dezelfde rol tijdens
de Culturele Revolutie. We dachten
niet dat het goede leiders waren,
maar we wisten niet hoe we van ze
af moesten komen. Maar gelukkig
werden ze in 1976 in het vuilnisvat
der geschiedenis gegooid. Dat is een
van de beste dingen die er sinds de
bevrijding is gebeurd”.
Ben je blij dat Deng Xiaoping
teruggekeerd is?
„Natuurlijk. Iedereen was blij
met zijn terugkeer. Hij is een groot
man. Niemand van de gewone men
sen heeft iets tegen hem. Hij was het
die ons deze democratische rechten
gaf, zodat ik nu een praatje met een
buitenlander kan maken. En bij
voorbeeld op ons instituut was er
iemand die een boek wilde uitgeven
th aar geen toestemming kreeg. Hij
deed een beroep op voorzitter.
pardon vice-voorzitter Deng en
kreeg meteen steun”.
De vergissing is betekenisvol. Als
ik hem zeg dat Deng belangrijker
wordt gevonden dan voorzitter
Hua, grijnst hij breeduit. Vervol
gens vraagt hij me hondderduit hoe
in het buitenland tegen Deng wordt
aangekeken. Hij belichaamt de
hoop op verandering, op een betere
toekomst.
vindt dat als we de vier modernise
ringen echt willen verwerkelijken,
er ook een vijfde moet zijn-: dan
moeten we meer democratische
rechten hebben. Ik geloof dat dit
erg belangrijk is we weten niet
veel over andere landen, zelfs niet
over hun filosofie: socialisme of ka
pitalisme. Daarin zijn we erg geïnte
resseerd”.
„Deze tien jaren waren we afge
sneden. Weten niets van het buiten
land. Maar in de wereld van van
daag moeten we nauwe en vriend
schappelijke betrekkingen met alle
landen onderhouden. Want elke na
tie heeft zijn goede kanten daar
Heb je zelf ervaringen met de
bureaucratie?
„Verleden jaar had ik ook aan de
toelatingsexamens voor de univer
siteit deelgenomen. Volgens mij wa
ren mijn resultaten niet zo slecht en
was ik met gemak geslaagd. Maar
het politiek onderzoek. Ik denk
dat jij je dat helemaal niet kunt
voorstellen: alleen daardoor werd
ik vorig jaar niet toegelaten. Maar
ik ging in beroep bij vice-premier
Deng Xiaoping (Teng Hsiaoping) en
andere hooggeplaatste figuren. En
hun antwoord luidde dat ik gelijk
had en de onderwijsautoriteiten on
gelijk hadden en fouten hadden ge
maakt onder de kwade invloed van
de Bende van Vier. Maar toen was
het inmiddels al weer te laat, dus
moest ik dit jaar opnieuw toela
tingsexamen doen en zo werd ik uit
eindelijk nu pas toegelaten. Dat is
nou bureaucratie en de nadelige
invloeden daarvan die ikzelf héb
ondervonden. Ik werd er erg triest
van dat ik niet naar de universi
teit kon. En niet eens door mijn
eigen schuld”.
Maar waarom vonden ze je po
litiek onbetrouwbaar?
„Ze zeiden dat mijn grootvader
politieke fouten had gemaakt. Maar
dat is niet eens waar”.
Was dat vóór de bevrijding in
1949?
„Uiteraard. Mijn grootvader was
professor en heeft zich ooit bij een
andere partij aangesloten.”
De „nationalistische"
mintang?
„Niet eens de GMT, maar een
klein partijtje. Na de bevrijding
heeft de communistische partij
daarover gepraat en ze vonden niet
dat het nog van belang was. Maar
later dachten ze opeens dat het in
vloed kon hebben op zijn kleinzoon.
van Holland. De zilveren
Aan het einde van dit jaar, of aan het begin van het
volgende, gaat de KLM van Amsterdam naar Peking
vliegen. De reis wordt nu nog gemaakt met de
Chinese luchtvaartmaatschappij CAAC. Die vliegt
nu al op verscheidene grote Westeuropese steden,
zoals Parijs en Zürich. Men heeft belangstelling voor
de Europese Airbus, maar voorlopig gebeurt het nog
met de middelgrote Amerikaanse Boeing 707. Dat is
kennelijk nog even wennen. Het toestel is vier uur te
laat, het opstijgen en landen gaat nog een beetje met
horten en stoten, de maaltijden zijn meer afgestemd
op de maag van een Noordchinese boer dan op die
van een Westeuropees stadsmens. Ook de inrichting
is een soort compromis: de opschriften zijn om
beurten in het Engels en in het Chinees gesteld van
het bekende „verzoeke de stoelriemen vast te ma
ken” tot aan de spuugzakken. Dat laatste is maar
goed ook, want voor vele volksrepublikeinen is dit de
eerste of tweede luchtreis. Het worden er overigens
steeds meer: diplomaten, handelsvertegenwoordi-
gers en studenten zwermen over de wereld uitin het
kader van de „grote sprong buitenwaarts”. En omge
keerd stromen afgezanten, zakenlieden en toeristen
naar Peking.
Het vliegveld van Peking wordt nu sterk uitge
breid. We landen al op een nieuwe baan. In de loop
van dit jaar moeten er namelijk ook jumbojets te
recht kunnen. En in de avondschemering doemt aan
de andere kant de nieuwe ontvangsthal op: groter en
efficiënter. Zoals alles. Want China wil vóór het eind
van de eeuw een ontwikkeld land zijn.
De weg van het vliegveld naar de stad is nog even
smal als voorheen. Maar bij het naderen van het
centrum blijkt de twaalf banen brede en tientallen
kilometers lange boulevard weer recht gebogen. Ja
renlang maakte hij een rare bocht om een groot gat
heen. Nu is daar een viaduct voltooid, waar twee
wegen de metro en een kanaal kruisen. Hier verrijzen
ook steeds meer luxe flats voor buitenlanders en
verderop zijn grote stukken braakliggend terrein
gereserveerd voor Japanse, Amerikaanse en Europe
se gebouwencomplexen: commerciële en culturele
centra, horecabedrijven en ontspanningsruimten.
Verderop geven aankondigingsborden bij biosco-
jver
n zigetb,
iet Volksdagblad gelezen. Ik weet
g op hef pf iets
in 19857 ehaatsen. Het is een jeugdboek,
slotdeel
pen de filmtitels behalve in Chinese karaktertekens
ook al in de pinyin-klanktranscriptie, die voor bui
tenlanders makkelijker te leren is. En er draaien ook
een paar westerse films, zoals de klassieke Franse
„Klokkenluider van de Notre Dame”, waarbij een
dame met een welgevormde boezem en een diep
decolleté staat afgebeeld. De kuise revolutionaire
opera’s van weleer, met hun stereotiepe onderscheid
tussen goed en slecht, zijn daarentegen in onbruik
geraakt. Er schijnt zelfs een pikante Japanse film
over leven en werken van een prostituée te zijn
uitgebracht, die volle zalen trekt en dan ook in de
krantenkritieken als „leerzaam” wordt aanbevolen.
Bij het hotel staat een dansavond in het naburige
gebouw van de nationale minderheden aangekon-
digd. Dat is ook al iets nieuws. Met de nadrukkelijke
vermelding: partner zelf meenemen. De vrouwen op
straat dragen kleuriger kleren en verzorgder kapsels.
Paartjes jongeren lopen hand-in-hand, en in de park
jes wordt ondanks de winterkou wat onwennig ge
vrijd. Er is zelfs een anti-conceptiepil voor mannen
uitgevonden.
Naast de „Verboden stad” waar de Chinese partij
leiders en regeringsvertegenwoordigers wonen, en
schuin tegenover het parlement, is de „democrati
sche muur” gekomen. Dat wil zeggen: de muur was
er al, maar de laatste tijd zijn de mensen er steeds
meer handgeschreven muurkrantenop gaan plak
ken, waarin ze eisen dat de grondwet beter wordt
nageleefd, of onrecht ongedaan wordt gemaakt. Er
zijn afgestudeerde jongeren die naar het platteland
zijn gestuurd om de’handarbeiders te helpen en daar
slecht behandeld zijn. Er zijn mensen die ooit op
grond van weinig of niets verdacht zijn gemaakt en
daardoor almaar moeilijkheden hebben bij het vin
den van passend werk of een woning. Belangstellen
den staan in dichte drommen te lezen en te praten, en
’s avonds staan ze teksten bij een zaklantaarn over te
schrijven. Buitenlanders worden aangeklampt:
men verkoopt ze slecht gestencilde blaadjes, zoals
eentje die de „Pekingse Lente” heet. Er worden ook
meer algemene politieke beschouwingen ten beste
gegeven! Er is een groep die een vakkundig ontwerp
heeft gemaakt voor de bouw van een mausoleum
voor de overleden premier Tsjoe En-lai. Iemand
heeft erbij geschreven: Veel te klein!! Bedoeld is: in
vergelijking tot het mausoleum van Mao. Dat is
trouwens sinds kort ’s avonds niet meer verlicht en
overdag gesloten. Kwade tongen beweren dat de
balseming van het lichaam destijds te laat is begon
nen door de ruzie daarover tussen Mao’s weduwe en
haar zogenoemde „bende van vier” aan de ene kant,
en Mao’s opvolger Hoea en diens plaatsvervanger
Teng aan de andere. En ook dat de balseming slecht
gedaan is, door een specialist uit Vietnam dat
immers de huidige aartsvijand van China is. In ieder
geval wordt de „reparatie” nu aangegrepen door
critici die meteen een einde willen maken aan de
Mao-verheerlijking. Van het roemruchte Rode Boek
je met zijn citaten zijn in het hotel nog maar enkele
exemplaren te koop, en het wordt waarschijnlijk niet
meer bijgedrukt.
•jMijn gesprekspartner is een jon-
!n van begin twintig net als alle
ideren gekleed in een donker ka-
enen Mao-pak: grijs, groen of
auw, de verschillen zijn niet
•koot. Hij glimlacht vriendelijk en
met heel bescheiden over zijn En-
’ttls, dat toch heel behoorlijk is.
wnzienlijk beter dan dat van zijn
tiend, die langzaam meeloopt.
'„Ah, kom je uit Nederland. Zeker
ier met de minister van Buiten-
mdse Zaken? Ja, ik heb erover in
Studenten hongeren
naar westerse hoeken
dan voorheen^ Hoewel Lin Biao en
de Bende van Vier veel lijden ver
oorzaakten en zelfs de dood van
veel mensen op hun geweten heb
ben. Maar als we ooit de vier moder
niseringen kunnen verwerkelijken
zou ik willen zeggen: vergeet de
Culturele Revolutie niet en fie les
sen die we daarvan geleerd
hebben".
Dus je vindt dat er zowel goe
de als slechte kanten aan zaten?
„We kunnen nu bepaalde fouten
vermijden”.
Kun je iets van die goede kan
ten noemen?
„Het gaf ons een politieke opvoe
ding. Vóór de Culturele Revolutie
geloofde ik alles wat er gezegd werd
bijvoorbeeld door mijn vader of
mijn leraar. Maar nu heb ik mijn
eigen mening. Ik geloof anderen
niet meer zo gauw, ik denk zélf over
de dingen na. Pas uit de praktijk
leer ik wie ik kan geloven en wie
niet”.
Liet je jezelf nooit meeslepen
door de ideeën van Lin Biao en de
„Bende van Vier"?
„In het begin geloofde ik hen,
vooral Lin Biao. Ik was nog een
kind. Ik vond dat hij een goede
generaal was tijdens de oorlog en
een naaste wapenbroeder van voor
zitter Mao. Maar ik wist niet veel
van hem, en ik geloofde dat hij een
goede opvolger was van voorzitter
Mao. Ik begreep zelfs niet dat mijn
eigen moeilijkheden en die van
mijn familie in feite door hem en
zijn volgelingen werden veroor
zaakt. Maar toen hij naar Mongolië
vloog en ons land verried was ik
geschokt. Nu kan ik allerlei dingen
die tijdens de Culturele Revolutie
gebeurden met hem in verband
brengen, dat hij samenspande en
moeilijkheden veroorzaakte. Hoe
wel hij zei dat hij een revolutionair
was, maar hij streefde alleen zijn
eigenbelang na. Hij wilde een soort
koning zijn, in plaats van het volk te
dienen”.
c opstel
snlopen
ton va:
standsa
dr.
mie R(
n socit
itaat ee
'ene, be
■ige: da
rer de
erachti
■ekt.
jaar ik heb er nog altijd plezier in.
1 seven ïe kinderen zijn erg dapper. Als
Koninlt- rij Chinese jongeren net zoveel
citeerde ioorzettingsvermogen tonen bij het
wetse loodgieterswerkplaats, waar
het een kabaal van jewelste was. Ik
kon er niet tegen. Maar in mijn vrije
tijd genoot ik van de rust en las veel.
Mijn grootvader en vader hadden
allebei hoger onderwijs gehad en ik
hongerde ook naar .kennis. Bacon
zei eens: Reading makes a full
man”.
„Ik geloof dat het heel waar is. Al
van kinds af aan hield ik van lezen
zowel Chinese als andere klassie
ke romans. Maar ik was nog steeds
heel onontwikkeld. Daarom wilde
ik naar de universiteit. Omdat ik
wist dat ik anders in mijn vrije tijd
zou moeten studeren. Ik wist dat de
tijd drong, ik ben al 24 en als ik
een wetenschapsmens wil worden,
moet ik alle tijd benutten”.
„Zo besloot ik Engels te gaan le
ren, want ik wist dat Engels de
meest gesproken taal ter wereld is.
Als ik wilde weten wat er buiten
mijn land gebeurde, moest ik goed
Engels spreken. Dat was natuurlijk
niet gemakkelijk. De chef van onze
werkplaats beklaagde zich over
mijn gedrag. Hij zei dat ik me alleen
maar druk hoefde te maken of ik
mijn werk goed deed, en niet over
andere dingen. Maar ik wist dat ik
gelijk had en hij niet. Dus studeerde
ik enkele jaren in mijn vrije tijd en
ik ben blij dat ik het gedaan heb.
Want nu ben ik tot de universiteit
toegelaten: ik kan boeken lezen en
de bibliotheek bezoeken en de do
centen kunnen me helpen. Mis
schien wordt mijn droom eens
werkelijkheid.
Wat is die droom?
„Dat ik een geleerde kan worden
en mijn hele leven door kan stude-i
ren”. (Ik ben geboeid door de
schijnbare tegenstrijdigheden in
zijn benadering. Enerzijds heeft hij
zich eerder afgezet tegen de privile
ges van de partijkaders. Anderzijds
is hij zich slechts vaag bewust van
zijn eigen bevoorrechte achter
grond en vooruitzichten. Daarom
besluit ik wat dieper in te gaan op
de Culturele Revolutie en zijn erva
ringen met de „gelijkmakerij” van
die tijd.)
Werden je ouders geïntimi
deerd tijdens de Culturele Revo
lutie?
„Niet zoveel. Niet zoveel als ande
ren.'Maar we hebben veel van de
Culturele Revolutie geleerd, ieder
een in het hele land. Al was het
alleen maar dat we nu weten waar
het toe leidt. Natuurlijk zaten er
schaduwzijden aan de Culturele
Revolutie maar de mensen weten
nu veel meer over politieke zaken