VERSCHRIKKELIJKE VORSTPERIODE IN 1929
J
13
MAANDAG 26
FEBRUARI
19 7 9
(Door Ad van Liempt)
Het begon in 1929 op 3 januari licht te
vriezen. Op 8 januari stond in de krant:
„Men meldt ons uit Lemmer dat er druk
schaatsen wordt gereden op slooten en
plassen, maar het ijs is niet betrouw
baar”.
De volgende dag stond de eerste mel
ding van een doodgevroren meneer in
de krant. In Venlo was het gebeurd en
het betrof „een zwerverstype”. En me
teen kwamen de berichten over door
het ijs gezakte schaatsers. Gemiddeld
bevatte elke krant wel een stuk of vier,
vijf van dat soort overlijdensgevallen:
die dag twee uit Lutjebroek, één uit
Zuid-Scharwoude en één uit Nijmegen.
De volgende dag verdronk de 14-jari-
ge W. van Marion in het Haringvliet. Hij
was met de slee naar het strand gegaan
en had daar gespeeld tot hij iets te ver
ging.
In Rijswijk zakte, op 13 januari, een
draaiorgel door het ijs, dat er door een
optimist op gesleept was. Er kwam een
kraanwagen aan te pas om het deerlijk
beschadigde orgel pp de kant te
trekken.
De volgende dag viel de dooi in. Het
regende. Dat kwam slecht uit voor de
Overijsselse kampioenschappen har
drijden op de schaats. De tijden hadden
eronder te lijden. E. J. Roelfsema werd
kampioen op de 5000 meter in 11 minu
ten 59 seconden en tweetienden. Dat
was ook toen al geen toptijd.
'O
MM
„Of de winter nooit meer ophoudt. Dat zeggen we
deze maand geregeld: sneeuw en ijs houden dit land
al sinds oudjaar in hun greep. Dat is ons sinds 1963
niet meer overkomen. En ook in vroeger jaren kwam
het maar zelden voor.
De kroon spant in dit opzicht wel de winter van
1845. Toen stond er in Rotterdam een stalletje op het
ijs waar je mooi beschilderde paaseieren kon kopen.
Óp 22 maart van dat vreselijke jaar begon het licht te
dooien, op 27 maart was het ijs nog dik genoeg om er
met arresleden overheen te rijden.
Fr zijn heel wat anekdotes in omloop over de
verschrikkingen die winters uit vroegere tijden ver
oorzaakten. In 1609 braken de mensen in Zeeland
hun eigen zolders af om het hout in de kachel op te
stoken. Een eeuw later, in 1709, moet het zo afgrijse
lijk hard gevroren hebben, dat de vogels van de kou
hun vleugels niet meer konden bewegen en als ijs
klompen uit de lucht kwamen vallen.
Soms ook was de kou een belangrijke factor in de
oorlogvoering. In 1674 bijvoorbeeld, toen 600 in Oü-
dewater gelegerde Hollandse soldaten op de schaats
een verrassingsaanval uitvoerden op Franse troepen,
breken. Hij stuitte op gewapend verzet van de
burgers, die daar juist zo heerlijk schaatsten.
Omdat de wet in dat soort gevallen niet voorziet
koos de politie de zijde van de schipper. Er
ontstond een kloppartij, waarbij de politie van de
blanke sabel gebruik maakte. De afloop was ty
pisch Hollands: de ijsclub bood de schipper een
bedrag dat deze voldoende vond om rechtsom
keert te maken.
Maar het meest gepraat werd er toen, precies een
halve eeuw geleden, toch wel over de winter. Net als
nu. Onze verslaggever Ad van Liempt bladerde in de
krant van die maanden en tekende onderstaand
portret van de winter van 1929.
bijvoorbeeld, die het schitterende stadhuis van die
stad in as legde. En de viervoudige moord in Groote-
gast, waar ene Yje Wijkstra vier politiemannen dood
schoot en de keel afsneed. En ten slotte een hevige
griepepidemie, met Arnhem als centrum, die tiental
len mensenlevens eiste.
open te krijgen leest men dit bericht: „Heden
werden in Akkrum de eerste kieviten gezien”.
Ook de winter van 1929 kwam dus toch aan z’n
eind.
Voor sommigen anno 1979 wellicht een troost.
hevige kou fungeerde in de tocht als scherprech
ter. Op de Dokkumer Ee bijvoorbeeld was het ijs
zo hard als staal. De beide koplopers, technisch
begaafde schaatsers als Pronk en Jongert, gleden
voortdurend weg. Zij moesten stoppen om hun
schaatsen te slijpen. Een zeer tijdrovend karwei.
Dan had Kas Leemburg, een stoere kerel uit
Leeuwarden, het beter bekeken: hij had extra
scherpe reserveschaatsen bij zich, die hij precies
op tijd aandeed. Zijn achterstand van twintig
minuten zette hij in korte tijd om in een voor
sprong van veertien minuten. Pronk en Jongert
hadden hem niet eens zien passeren. Een heldhaf
tige eindsprint van Jongert (Pronk was inmiddels
door de kou bevangen en uitgevallen) bracht hem
nog op drie minuten van winnaar Leemburg. Hij
was op het eind nog twee keer verkeerd gereden
ook.
De vorst werd na deze 12e februari alleen nog
maar heviger. De eerste ledematen begonnen te
bevriezen. In Rotterdam werden zes mensen met
bevroren oren bij de doktoren binnengebracht, in
Den Haag gebeurde dat met twee surveillerende
agenten. In Steenderen vroor de plaatselijke mel
krijder dood, terwijl hij op zijn wagen zat. Toen
hij gevonden werd had hij de leidsels nog in zijn
hand.
In Amsterdam brak een staking uit onder de
diamantslijpers, omdat de verwarming was uitge
vallen. De Christelijke Ambtenarenbond eiste dat
de gemeenten voor hun buitendienstpersoneel
warme hoofd- en handenbedekking ter beschik
king zouden stellen, alsmede warme dranken.
In Breda haalde het bericht de krant dat een
zekere heer Vos, die een eitje uit het kippehok
wilde rapen, merkte dat het wit van het ei een
klomp ijs was geworden. In Nieuwe Niedorp werd
de kermis verplaatst naar het ijs. En in Loos-
drecht deden vijftien personen mee aan een ge
kostumeerde hardrijderij op de plassen.
Terwijl de eerste schaatsers de tocht Enkhui-
zen-Urk over de Zuiderzee aflegden later zouden
ze door hele volksmassa’s gevolgd worden) be
sloot de gemeente Amsterdam warme maaltijden
te gaan verstrekken. Voor vijf cent maakten die
eerste dag 1409 personen gebruik van deze moge
lijkheid. In de Jordaan werd hevig geprotesteerd
tegen het feit dat de maaltijden niet gratis waren.
In deze uitzonderlijk koude week vielen er tal
van slachtoffers. Uit Bergentheim werd gemeld
dat een kind van een woonwagenbewoner dood
gevroren was. In Texel kreeg een meisje buikvlie-
sontsteking. Met een marinevliegtuig werd ze op
gehaald, in dekens genaaid werd ze naar Den
Helder overgevlogen maar de operatie in het
plaatselijke ziekenhuis kon haar leven niet meer
redden.
Onder het hoofd „Nieuws uit de provincie” kon
men vernemen dat in Blokland (tegenwoordig
gemeente Willeskop) „de beide handen van de
melkventer E. geheel zijn bevroren”.
De rubriek Buitenland had ook heel wat ellende
te melden: in een bos in Duitsland zijn 18 herten
e'n 27 reeën doodgevroren. In Löewenberg „vond
men de duiven aan het plaveisel vastgevroren”.
die de streek toen onveilig maakten. Ze doodden er
45, maakten er 40 krijgsgevangen en ontnamen hun
alle spullen, die ze bij elkaar geplunderd hadden.
Pech had daarbij een barbier uit het Hollandse leger,
die in Franse handen viel: hij werd helemaal uitge
kleed en levend in een wak geduwd waar hij niet
meer uitgekomen is.
In onze eeuw is de winter van 1929 de meest barre
geweest. Het heeft toen twee maanden bijna onafge
broken gevroren en er speelden zich allerlei onge
looflijke tonelen af. Trouwens, die winter gebeurde
cr wn alles in Nederland. De hevige brand in Leiden
De gemeente Delft besloot de armenuitkering
met 20 procent te verhogen, Groningen gaf de
behoeftigen een eenmalige extra uitkering van
Het bleef een week of twee kwakkelen. Net als
dit jaar veel ijzel. De krant toonde een foto (kwam
niet vaak voor in die tijd) van een tramconducteur
in Amsterdam, die op de schaats naar zijn werk
gekomen was. Hebben we zoiets dit jaar ook niet
gehad? Wat we dit jaar nog wel missen is een
noodlanding van een vliegtuig op het ijs. In 1929,
op 25 januari, gebeurde dat in Schagen. Het ijs
kraakte vervaarlijk, maar het hield de kist.
Begin februari werd de vorst weer serieus. De
schipbrug tussen Vianen en Vreeswijk werd in
allerijl weggehaald omdat het ijs opdrong. De
Nederlandse schaatskampioenschappen konden
worden gehouden. De eerste plaats was voor Van
der Scheer. Als tweede eindigde iemand met een
nu nog bekendere naam in schaatsland:
Heiden.
Onze Waddeneilanden raakten door de vorst in
een isolement: Terschelling en Schiermonnikoog
waren het eerst onbereikbaar. De ene veerdienst
na de andere moest worden gestaakt.
Trouwens, heel Europa begon onder de kou te
zuchten. De wolven rukten op uit het oosten. In
Parijs werden talrijke door bevriezing veroor
zaakte sterfgevallen gemeld. Bij Constantinopel
raakten complete treinen ingesneeuwd, in Oosten
rijk werd 35 graden vorst gemeten, bij Bazel werd
geschaatst op het meer van Constanz.
Op 7 februari kon in Friesland worden bekend
gemaakt dat de Elfstedentocht op 12 februari zou
worden gehouden. Inmiddels werden Ameland en
Schiermonnikoog door een vliegtuig van post
voorzien. In Alphen aan den Rijn ontstond een
opstootje, toen er een ijsbreker recht op de plaat
selijke ijsbaan afkwam. Het publiek „nam een
dreigende houding aan” en de bemanning van het
schip moest, volgens de Alphense correspondent,
een veilig heenkomen zoeken.
De kou werd met de dag heviger. Strenge vorst,
stormachtige noordenwind. Dr. Heijermans van
de GGD in Rotterdam gaf de lezers dit advies:
„Kleedt u goed en eet flink, maar ik weet dat velen
daartoe helaas niet altijd in staat zijn”. Op de
ijsbanen werden zogenaamde spekrijderijen ge
houden: door armoe geïnspireerde jongens
schaatsten om het hardst, want op de winnaar
lagen een paar ons spek of een paar pond brood te
wachten. De ziekenhuizen in de grote steden kre
gen de eerste door de kou bevangen wandelaars
binnen.
Een angstig avontuur beleefde een jongen uit
Kampei! op 10 februari. Hij ging schaatsend de
Zuiderzee op. Op een gegeven moment werd hij
plotseling door een hevige mist overvallen. Hij
was bang dat hij de verkeerde kant op zou rijden.
Dat zou vermoedelijk zijn dood betekenen. Daar
om bouwde hij van levensgrote schotsen een
huisje van ijs. Daar ging hij in zitten zichzelf
dwingend wakker te blijven. De hele nacht bleef
hij in zijn schuilplaats tot ’s ochtends vroeg de
stoomfluit van de emaillefabriek van Kampen
hem de weg terug wees. Verkleumd kwam hij in
Kampen terug.
Op de dag dat de eerste vrachtauto over de
IJssel in Deventer reed en het stadhuis van Leiden
door brand werd verwoest, startten in Leeuwar
den driehonderd dapperen voor de Elfsteden
tocht. Het vroor overdag een graad of twaalf. De
Droefenis op de Geldersche eierveiling: meer
dan een half miljoen eieren is bevroren en kan
worden weggegooid.
Uit Oudeschild wordt het verlies van 1800
mud aardappels gemeld: bevroren.
Maar er zijn ook aardiger mededelingen te
vinden:
Een dame te Amsterdam verstrekt op één dag
150 koppen dampehde koffie aan verkleumde
voorbijgangers en roept anderen op hetzelfde te
doen.
In Limburg wordt aan arme mensen gratis
kolen uitgedeeld, welk project door de Vincentius-
vereniging wordt georganiseerd.
Teunis Keuter en Albert van Urk zijn de
eerste die per fiets het traject Urk-Eindhoven
afleggen. Zij zetten een tijd van 2 uur en 20
minuten.
In Bodegraven gaat W. van de Nagel met een
hectoliter cokes naar huis, gewonnen bij een har
drijderij.
De agenten in Bussum krijgen hoofddeksels
die hun oren beter beschermen tegen de kou dan
hun petten deden.
Bij N. van Os in Culemborg komt een wilde
eend het huis binnenvliegen. Het dier heeft zo’n
behoefte aan warmte en verzorging dat het zich
liefderijk laat opnemen.
En een actiecomité in Vianen bereikt zijn
doel: de overtocht naar Vreeswijk voor auto’s en
vrachtwagens over het ijs wordt gratis.
Het is inmiddels 20 februari. De vorst weet
van geen wijken, de krantenkolommen barsten
nog steeds van groot en klein ijs- en vorstnieuws.
In het barakkenkamp van Waalsdorp bijvoor
beeld zouden 80 manschappen met bevroren oren
naar de legerarts zijn gegaan. De volgende dag
wordt dit bericht gerectificeerd, kennelijk op last
van de legerleiding, het waren er maar zes en die
mankeerden vrijwel niets.
Veel erger gevolgen had een botsing op het ijs in
Zuid Barge. Een meisje kreeg bij die aanrijding
een haarspeld in haar slaap gedrukt en overleed
in het ziekenhuis.
De overmoedige Wiebe Planting uit Enhuizen
bracht het er wel levend van af. Vanuit Enhuizen
vertrok hij ’s middags met als doel Stavoren. Ih de
mist verdwaalde hij. De hele nacht bleef hij op één
punt in beweging. Toen het licht werd zag hij het
Fries provinciaal stoomgemaal waarop hij zich
oriënteerde. Zijn voeten waren bevroren toen hij
onderdak kreeg.
Op 19 februari reed voor het eerst in de geschie
denis een auto over de Waddenzee. Een zekere J.
Heeringa uit Hinnerscha bereikte vanaf het Frie
se land na een barre tocht Ameland, met drie
passagiers in de wagen. De volgende dag brachten
twee met paarden bespannen sleeën een nieuwe
lading margarine naar Ameland, waar ze door de
voorraad heen waren. Een arreslee onderhield
ook het contact tussen Vollenhoven en Schokland.
Urk werd in die dagen overspoeld door toeris
ten uit Noord-Holland. Een groep van 500 mensen,
onder wie „verscheidene dames”, fietste erheen
vanuit Enkhuizen; een dag later werden er zelfs
melkslijter in Finsterwolde: hij verkocht geen duizend gemeld.
In Oud-Gastel een ongeloofwaardig voorval: er
is daar op 21 februari een koe gebarsten, volgens
de plaatselijke correspondent ten gevolge van
overvloedig eten van bevroren voer.
Er komen steeds meer mensen op de Waddenei
landen. M. J. Zeilma is de eerste in de geschiede
nis die met de auto Schiermonnikoog bereikt over
het ijs van de Waddenzee. De heren W. Duys
(altijd goed voor een stuntje) en T. Hek fietsen van
Terschelling naar de Friese kust.
Minder goed vergaat het een 18-jarige jongen uit
Leeuwarden. Hij loopt op gymschoenen over de
Zuiderzee naar Enkhuizen. Bij aankomst blijken
voeten, handen en oren bevroren: beide benen
worden in Enkhuizen geamputeerd.
Op 25 februari meldt de overijverige correspon-
vier, vijf"of zes gulden, afhankelijk van de gezins- dent in Enkhuizen dat daar de rode vlag wappert:
grootte. Ook Culemborg bedacht z’n armen, welk
bericht een ingezonden brief opleverde van ie
mand die het gemeentebestuur van dit stadje ten
voorbeeld stelde aan het Utrechtse, dat niet met
zo’n sociale maatregel was gekomen.
In Amerongen trok een melkauto veel bekijks.
De wagen was de dichtgevroren Rijn opgereden,
maar zakte erdoor. De takelwagen die de vlak bij
de kant liggende auto moest ophijsen kwam on-
verrichterzake weer terug: de auto vroor in luttele
minuten vast.
Een andere typisch Hollandse oplossing vond
een -
melk meer per liter, maar per kilo. De prijs was
hetzelfde, de klant moest de klomp zelf maar
ontdooien.
Uit de sportberichten van 15 februari nog deze
melding: in Noordbroek zijn de hardrijderijen
voor veteranen gewonnen door de heer G. Streu-
pel. De leeftijd van de winnaar is 82 jaar.
De Centrale Bond van Transportarbeiders
haalt de kolommen van de dagbladen met het
verzoek aan burgemeester en wethouders van
Den Haag om op verschillende punten in de stad
vuren te stoken, zodat onder andere de taxichauf
feurs hun handen kunnen warmen.
Het is deze winter zo erg nog niet
Een nieuwe rel rond een ijsbreker deed zich
voor in De Zijpe. Schipper Kees van Schoorl
wilde daar het ijs van de Groote Sloot komen
het is gaan dooien en het wordt afgeraden de
Zuiderzee over te steken. t
De vorst slaat nog even terug, maar wordt niet
meer echt streng. Het is trouwens mooi geweest;
als de genie probeert een vaargeul tussen Vianen
en Vreeswijk te maken met behulp van dynamiet
blijkt het ijs soms tussen de twee en drie meter dik
te zijn.
Maar als rond 28 februari de dooi doorzet gaat
het ijs kruien. Enorm hoge ijsmassa’s drijven
rond. Hier en daar knappen meerpalen als luci
fers. Het voorbijrazende ijs in de grote rivieren
Inmiddels zitten we op 16 februari 1929: alle brengt veel kijkers op de been. De correspondent
grote rivieren zijn dichtgevroren. Nagenoeg alle in Venlo staat in vervoering langs de boorden van
veren zijn niet meer nodig, overal rijden auto’s en de Maas en seint door: „Het compacte ijsdek werd
zelfs bussen over de rivieren. Op de Waddeneilan- door daverende, tot ver in de omtrek hoorbare
den begint gebrek te ontstaan aan veevoeder en losbarstingen, naar boven gedrongen en zette zich
brandstof. In het hele land gebeuren nu zeer in drift”.
akelige dingen. A
Op de dag dat het volgens de krant weer niet
Twintig werklieden van een leerfabriek in gelukt is de vaargeul tussen Vianen en Vreeswijk
Oisterwijk moéten naar de dokter met bevroren
neus of oren.
In Roermond is een rij prachtige bomen
opengebarsten door de hevige kou.
Op de Maas, meldt de Venlose correspondent,
drijven vastgevroren wilde eenden in het drijfijs
de rivier af.
In Brabant worden langs de boswegen veel
konijnen en hazen vastgevroren aangetroffen:
stropers weten wel raad met zo’n „gemakkelijke
tafelgast”.
Het onvermijdelijke gebeurt in Doetinchem:
een meisje van zeven vriest met de tong aan het
tuinhek vast.
iïr Beelden van de winter 1979
■SS: