ruime plaats
BOEKENWEEK
BOEKENWI: I: K 1301: KIE NWIE IE K
BOEKENWEEK
1
Roddelbiografieèn krijgen
op de markt
Johan van Keulen maakt zich niet meer kwaad
richard adams
terry brooks
j.r.r. tolkien
de twaalf maanden
van het jaar
Almanak van het
burengebeuren
lÉi
■■i
SPECTRUM-BESTSELLER
SPECTRUM-BESTSELLER
SPECTRUM-BESTSELLER
SPECTRUM-BESTSELLER
HMm
door Fred Raadman
TREND IN ENGELSTALIGE LANDEN:
1
Geen reacties
Bestseller
Lolita
■MMr »r ii
17
WOENSDAG
2 8
MAART
19 7 9
I
7
Johan van Keulen, die als Han B. Aalberse in zijn geruchtmakende Bob en Daphne-boeken de
seksuele terreinverkenningen van pubers en tieners uit de jaren veertig met een aanvankelijk
vooral in roze inkt gedoopte pen beschreef, maakt zich niet meer kwaad. Na er eerst nog goed
door van de kaart te zijn geweest, kon hij langzamerhand afstand nemen van zijn jarenlang catch-
as-catch-can-geworstel met Vrouwe Justitia. Maar de man achter de „meest vervolgde Neder
landse roman sinds Karei en de Elegast” blijft zichzelf zien als het slachtoffer van grove
rechtsverkrachting, die na vrijspraak op vrijspraak toch nog een veroordeling tot 25 boete op zijn
blanco strafblad bracht. „Ik ben ook nooit gerehabiliteerd en het verbod van „Liesbeth en de
wereld van Bob en Daphne” is formeel nooit ongedaan gemaakt.”
Dat was het verketterde derde deel van de nu weinig schockerende reeks en volgens een
advertentie van uitgeverij Oisterwijk (óók Van Keulen) „zo geloofwaardig geschreven, dat onze
justitie vijf jaar lang alles op alles zette om de schrijver en zijn levenswerk vernietigd te krijgen.”
J
Verbod „Bob en Daphne
JÉ
werd nooit opgeheven
j
I
I
I
(ADVERTENTIE)
Twee honden
32,50
24,50
29,50
32,50
I
•O
Het zwaard
vanShannara
3
t
De dagvaarding vond het kloeke boek een „aan
eenschakeling van beschrijvingen van seksuele
handelingen”, waarop de heer Van Keulen de bef
fen en toga’s voorrekende, dat maar 16 procent van
de inhoud aan vrijerijen van allerlei soort was
besteed. „Toen was het wel even heel stil in de
rechtszaal.” Een alternatief argument, dat hij een
vervormd beeld van de jeugd in de jaren veertig
had gegeven, kwam ook al niet sterk over omdat de
bevolkingsgroep, die verondersteld werd gekwetst
te zijn, inmiddels natuurlijk allang niet meer als
zodanig bestond.
De zaak verdeeld over twee processen sleep
te zich toen al jaren voort. Op 10 december 1959 was
de schrijver-uitgever net verreisd terug van een
persconferentie over de Deens vertaling van deel 1
in* Kopenhagen aangehouden om tweemaal 24
uur hechtenis te ondergaan. Wie de aanklacht tegen
„Liesbeth en de wereld van Bob en Daphne” had
ingediend is zelfs voor zijn raadsman een mysterie
gebleven. „Het had iets spookachtigs, zoals trou
wens de hele affaire aan Kafka doet denken.” Zelf
houdt hij het erop, dat invloedrijke figuren in het
namaak-gotische ministerie-bolwerk aan het Plein
zijn bloed zochten.
Hoe dan ook, de toenmalige commissie voor de
pornografiebestrijding las en oordeelde: aanstoot
gevend. Daar kon de verdediging geleidelijk steeds
meer positieve verklaringen tegenover stellen, van
literatoren als dr. Victor van Vriesland, die een
„aangeboren talent voor het vertellen van een ver
haal” signaleerde, van psychiaters, juristen, een
predikant. „Eigenlijk was het bewijs, dat het tenlas-
tegelegde (verspreiding van porno) onmogelijk
waar kon zijn, al geleverd”, aldus Johan van Keu
len. „Maar op 4 april 1962, een datum die ik nooit zal
vergeten, deelde officier van justitie mr. Maris
een heel schilderachtige naam mee, dat hij ging
vervolgen.
Dat werd het startschot voor een ware uitput-
Short Friday. Ze zijn uitstekend
vertaald door Jet van der Mijn. Sin
ger creëert een wereld waarin ab
surditeit en menselijkheid hand in
hand gaan. Zijn oprechte maar niet
dogmatische geloof in het bestaan
van God is daarbij het bindmiddel.
„Als de wereld door de wet van de
jungle wordt geregeerd, dan wil
gebrachte liefde voor muziek mee. Tweetalig opge
groeid („Op de christelijke school in Zierikzee leer
de ik lezen en schrijven in het Zeeuws en het
Nederlands”) maakte Johan als 17-jarige zijn en
tree in de boekhandel, maar net toen hij chef in een
Rotterdamse zaak was geworden, stegen de.Duitse
bommenwerpers op en was het bekeken.
Daar was in 1956 zijn eigen „Bob en Daphne” deel
1 aan voorafgegaan. Een nog heel voorzichtige
beschrijving van de geromantiseerde, prille maar
allesbehalve platonische liefde van een piepjong, in
elk opzicht puntgaaf meisje en een vier jaar oudere
knaap, op wie ook al niets viel aan te merken.
Vooral de aanmoedigingen van diens ruimdenken
de papa vielen verkeerd bij de toenmalige puritei-
nén. Dat was andere kost dan Boefje en Bartje!
Verder nieuwe romans van Mu
riel Spark, Beryl Bainbridge en
pulpschrijvers als Arthur Hailey,
Jack Higgins, Gerald „Holocaust”
Green en Harold Robbins.
In elk geval zullen de meeste lezers van vandaag
eerder vertederd dan ontzet raken door het erotisch z
gestoei van zijn geesteskinderen. Johan van Keu
len, nooit verlegen om een vergelijking: „Toen
destijds in Wenen de eerste maat van Beethovens
eerste symfonie voor het eerst klonk, stonden aller
lei mensen op en liepen weg. Ze dachten: is die man
gek geworden? Maar één ding: de componist hoef
de niet voor een rechtbank te verschijnen. En hem
werd niet gevraagd: „Meneer Van Beethoven, wat
is er over u gekomen?”
Deze literaire, en historische wan
gedrochten belagen de tnarkt. Ge
zeur is het. Niet kopen.
Enige tijd nadat de boete was betaald, liet Johan
van Keulen de officier weten, dat hij „Liesbeth en
de wereld van Bob en Daphne” ging herdrukken.
De ook door de critici niet jubelend begroete
roman werd in beslag genomen, waarop Van Keu
lens geschrokken compagnon het verder wel voor
gezien hield. Het kwam echter niet tot een rechts
zaak en op advies van de eerder genoemde porno-
grafiebewakers gaf de officier die aardige Bob en
Daphne na negen maanden weer de vrijheid. Hun
avonturen zijn nadien in het Engels, Duits, Deens,
Zweeds, Noors, Fins en zelfs het Japans vertaald en
beleefden in eigen land 15 drukken. Het tweede deel
van die bestseller, waarin de seksuele situaties al
meer waren aangescherpt, werd later ongemoeid
gelaten. Maar de auteur, eerder succesvol met
werken als „Meisjes vragen” en „In de wachtkamer
van het huwelijk”, had inmiddels iets geleerd: „Zo-
De Silmarillkm
Prompt kwam er een klacht en Johan van Keulen
herinnert zich nog levendig de laaiende veront
waardiging van een hoofdinspecteur van de zeden
politie. Maar meneer, riep die, dat is toch een
schande, dat die vader het allemaal maar goed
vindt! Nu staat er heus óók in, dat de Vader van het
meisje vanwege het geknuffel naar de politie wilde
stappen, maar dat was hem niet opgevallen.”
God het kennelijk zo”, zei hij eens in
een interview.
John Updike is in Nederland
vooral bekend door zijn roman over
het burgerlijke Amerikaanse huwe
lijksleven, Paren (Couples). Dat is
jammer, want zijn vroegere boeken,
Rabbit Run en Rabbit Redux, zijn
veel belangwekkender, ook al zegt
hij zelf dat deze slechts preludes
waren op het latere werk. In Marry
Me (door Meulenhoff in vertaling
uitgebracht, Trouw met mij) wordt
weer dezelfde thematiek behandeld
als in Paren. Huwelijk en overspel
in een forensenmilieu. Updike be
schrijft het bekrompen denken en
handelen zo meesterlijk dat je be
gint te geloven dat hij er zelf midde
nin zit of er in ieder geval middenin
gezeten heeft. Dat het laatste het
geval moet zijn en dat hij zich met
succes heeft ontworsteld aan de
modale Amerikaanse cocktail-rou-
tine, wordt duidelijk bij lezing van
zijn essays. Picked-up Pieces, als
Fawcett pocket verschenen (en bij
mijn weten nog niet in het Neder
lands vertaald; het wordt tijd) is een
bundeling van geestige en briljante
artikelen die in verscheidene Ame-
JEROEN KOOLBERGEN
Lottman: Albert Camus) en Dic
kens (Norman en Jeanne Mac-
Kenzie: Dickens: A Life). En tens
lotte nog even aandacht voor een
buitengemeen verwerpelijke vorm
van verhaaltjes schrijven, de „facti
on”. Het is een vermenging van (his
torische) feiten en opgeklopte ver
beelding, die wordt opgedist als
thrillerlectuur, met als uitgang
spunt de vraag: wat zou er gebeurd
zijn als.Wat zou er gebeurd zijn
als Roosevelt gechanteerd was ge
worden in de tweede wereldoorlog?
Het kan niet ontkend woeden dat uitgeverij In de Knipscheer in Haarlem
lef heeft. De gebroeders Knipscheer geven consequent boeken uit die
moeilijk in de markt liggen en in principe slechts voor een klein publiek
aantrekkelijk zijn. Soms pakt het anders uit, zoals met De (verjwording van
de jongere Dürer van Léon de Winter, dat terecht in brede kring een
enthousiast onthaal vond. De broers kleunen er naar mijn smaak ook vaak
naast; hun beslissing om een complete Indiaanse bibliotheek op touw te
zetten, zie ik dan ook met gemengde gevoelens aan. Het is niet zo dat ik de
zaak van de Indianen niet ben toegedaan, of niet geïnteresseerd ben in hun
belevingswereld en hoe zij die verwoorden, integendeel. Maar ik heb het al
eens gehad over het ergerlijke psychedelische gezwets in de ruimte van de
Indiaan Craig Strete (in Als al het andere faalt.een verhalenbundel); en
deel één in de Indiaanse bibliotheek maakt mij ook niet erg enthousiast
over de Indiaanse vertelkunst. Onder een dak van dageraad (house Made
of Dawn) door N. Scott Momaday kreeg in 1969 de Pulitzerprijs voor fictie
in Amerika. Nu heb ik de indruk dat bij het toekennen van literaire prijzen
politiek vaak een grote rol speelt; minderheden varen daar wel bij. Eten
alle Indiaanse schrijvers soms paddestoelen? Ik kan me werkelijk niet
voorstellen dat hét dompige, sompige proza vol ijle beeldspraak van de
heer Momaday de juryleden tot verrukking heeft gebracht. De prijs lijkt
eerder een misplaatste poging om iets goed te maken ten aanzien van
Wounded Knee.
Over prijzen gesproken, ter gele
genheid van het toekennen van de
1 Nobelprijs voor literatuur 1978 aan
t de Amerikaanse schrijver Isaac
Bashevis Singer bracht Bruna een
herdruk op de markt van een bun
del jiddische verhalen. Vroege Sab-
bat bevat de verhalen die in het
Engels verschenen onder de titel
„Daar hoor je dan niets op. Het boek werd ook niet
meer in beslag genomen en er kwam evenmin een
reactie op mijn advertentie in Vrij Nederland met
sarcastisch commentaar op de rechtspleging.”
Opgroeiende jeugd was en bleef zijn inspiratie
bron. Er verscheen onder meer nog een in samen
werking met dochter Mar geschreven vierde deel in
de Bob en Daphne-serie. En op het ogenblik heeft
de heer Van Keulen, die zijn fonds aan de uitgeverij
Nieuwe Wieken overdeed, een roman over versla
ving in zijn Olivetti. Hij staat nog volkomen achter
zijn „levenswerk”, maar erkent dat ook zijn leesge-
meente wel zal zijn veranderd. „Vroeger was ik
waarschijnlijk een uiterst linkse vent, nu ben ik
misschien aan de rechterkant terechtgekomen, dat
weet je niet.”
Joseph Heller werd wereldbe
roemd met Catch-22, schreef daar
na het taaie, maar knappe Een Inci
dent (Something Happened), en
komt nu met Good As Gold. Deze
roman speelt zich af in het politieke
milieu van Washington.
En als de Duitsers Engeland waren
binnengevallen en Churchill had
den geëxecuteerd? (De laatste
vraag vormt het thema van een
boek van Len Deighton: SS-GB). Zo
weet ik er ook nog wel een paar.
(N. Scott Momaday: Onder een dak
van dageraad, (De Indiaanse Biblio
theek); In de Knipscheer, Haarlem. Isaac
Bashevis Singér: Vroege Sabbat en an
dere jiddische verhalen; A. W. Bruna
Zoon, Utrecht/Antwerpen; prijs 18,90.
John Updike: Trouw met mij, (uitsteken
de vertaling van Willem van Toorn);
Meulenhoff, Amsterdam; prijs: ƒ29,50.
John Updike: Picked-up Pieces; A Faw
cett Crest Book; prijs: ƒ10,-. V. S.
Naipaul: Het verlies van Eldorado; Heu-
reka, Nieuwkoop; prijs: 37,50).
tingsslag temidden van wetboeken en verbalen, met
het merkwaardige gegeven, dat de verdachte na te
zijn vrijgesproken opnieuw in staat van beschuldi
ging werd gesteld toen bij boekhandelaren enkele
exemplaren van de gewraakte roman in beslag
waren genomen. Er zijn daarover in de Kamer nog
vragen gesteld.
Zo begon in 1963 de ellende van voren af aan, met
de procureur-generaal van de Hoge Raad, prof. dr.
G. E. Langemeijer als de kwaaie pier voor de
zogenaamde pornograaf. Van Keulen vatte de misè
re na 13 rechtszittingen in Den Haag als volgt
samen: „Dat kinderen wel eens vrijen als ze de kans
krijgen en hoe ze daar dan van genieten gaat het
Nederlandse volk verdeurie geen fluit aan”, vol
gens prof. Langemeijer. Hoho, gaat ouders, opvoer-
ders en belangstellende lezers wel degelijk aan,
luidde het nuchtere oordeel in de tweede vrijspraak
door de rechtbank. Ach, helemaal niet, vond het
gerechtshof, twee straten verder. Ba, indirecte aan
stoot vond, de derde keer, de Hoge Raad der
Nederlanden.
Na vier vrijspraken in totaal bevestigde dat hoog
ste college het vonnis van het gerechtshof. „Ik kan
het niet bewijzen, maar die Langemeijer is waar
schijnlijk mijn grootste tegenstander geweest. Hij
vond het begrip „indirecte aanstoot” uit om me
veroordeeld te krijgen, terwijl dat in de wet niet
voorkomt. Je kunt een boek zelf wel mooi vinden
maar intussen denken, dat jé buurman erdoor zal
worden gekwetst als hij het onder ogen krijgt. Maar
over zo’n autoriteit als de zelf kinderloze prof.
Langemeijer mag je alleen met ontbloot hooft
spreken.”
Ironisch genoeg verscheen Van Keulens eerste
boek, de meisjesroman „Angelina de Bloem” bij de
onverdacht-christelijke uitgeverij Kok in Kampen.
Hij komt trouwens zelf uit een gereformeerd gezin
(vader was belastingambtenaar in Bruinisse), werd
later hervormd en heeft nooit de neiging en de
aanleiding gehad om zich als een Wolkers vrolijk of
boos over zij jeugd-in-domineesland te maken.
Van huis kreeg hij onder meer een grote, in zijn
boeken doorklinkende en nog dagelijks in praktijk
Er is een nieuwe studie over het
onuitputtelijke onderwerp Blooms
bury door Leon Edel, A House of
Lions. Er zijn nieuwe biografieën
van Conrad (Frederick R. Karl: Jo
seph Conrad), Camus (Herbert
rikaanse bladen zijn verschenen.
Over schrijvers, schrijven en zich
zelf. Ik sla de essayist Updike nog
hoger aan dan de romancier. (Updi-
ke’s nieuwste roman The Coup, die
in Afrika speelt, is overigens door
de kritiek zeer goed ontvangen).
Een van mijn favoriete boeken is
A house for Mr Biswas van V. S.
Naipaul. Het is een soort standaard
werk over het leven op het Caraïbi-
sche eiland Trinidad, waar de
schrijver vandaan komt. De tropi
sche absurditeiten en de eigenaar
digheden van de karakters doen
sterk denken aan Honderd jaar een
zaamheid van Marquez. Van Nai
paul verscheen in een Nederlandse
vertaling bij uitgeverij Heureka Het
verlies van Eldorado (The loss of
Eldorado), een historische roman
die ook in het Caraïbische gebied
speelt, maar mij niet erg vermocht
te boeien. Naipauls nieuwste boek,
A Bend in the River, heeft een
andere locatie: Afrika.
En nu het komende voorjaar in
Amerika en Engeland. De New
York Times Book Review noemt
een aantal trends:
Veel nieuwe boeken van schrij-
dra je dergelijke voorlichting in een verhaal ver
werkt, gelden ineens andere wetten.”
Dat bleek ook toen hij voor de tweede keer voor
het gerechtshof moest verschijnén, in een zitting
met gesloten deuren nog wel. „Ik stond daar zoals
eens Luther voor de Rijksdag in Worms. Hetzelfde
verhaal. Daar lagen al mijn boeken naast elkaar.
De president zei: Meneer Van Keulen, tot zover kan
ik met u meegaan (dat was dan „In de wachtkamer
van het huwelijk”), maar nu moet u me toch eens
vertellen, wat is er toen over u gekomen? Ik heb
geantwoord: Het herderlijk schrijven van de Gene
rale Synode van de Hervormde Kerk. Want daar
staat in, dat de kerken door de eeuwen heen ten
onrechte de seksualiteit hebben gezien als de
invalspoort van het kwaad bij uitnemendheid. Als
van iets dat altijd als lelijk is beschouwd officieel
wordt verklaard, dat het niet lelijk is, dan mag je
het ook als iets moois beschrijven. Dat is met
pornografie verward. Pornografie is vuilschrijverij
en ik ben een romanticus, ik gebruik nooit vieze
woorden, mij is dus mooischrijverij verweten.”1
vers die al vaker op de best-seller-
lijsten hebben gestaan.
Roddelbiografieèn over dode en
levende beroemdheden krijgen een
ruime plaats op de markt.
Er worden belangrijke studies
verwacht over de nieuwsmedia en
de mensen die het daar voor het
zeggen hebben.
De roman, waarvan het verschei
den al zo vaak voorspeld is, blijft
springlevend als kunstvorm.
En wat dat laatste betreft kunnen
we vast het werk van twee belan
grijke schrijvers aankondigen. Ber
nard Malamud, die nu echt zo lang
zamerhand een Nobelprijs moet
krijgen, publiceert Dubin’s Lives,
zijn zevende roman, waarin het
jood-zijn in Amerika weer een grote
rol speelt.
Na de oorlog werd de heer Van Keulen eerst
vertegenwoordiger, daarna mede-firmant van de
toen nog Brabantse uitgeverij Oisterwijk. Daar
verschenen in de loop der jaren vertalingen van
Faulkners „Sanctuary”, Salingers „A Catcher in
the Rue” en „De rode robijn” van de Noor Agnar
Mylkner, die ook al een porno-proces aan zijn broek
kreeg en de eis kreeg ingewilligd, dat het boek van
begin tot eind in de rechtszaal werd voorgelezen.
Verder van Soya’s „Zeventien” en nadat de
auteursrechten met de hakken over de sloot waren
veroverd als grootste triomf „Lolita” van
Nabokov.
John Updike
Z