Schrijnende komedie in aantrekkelijke voorstelling bij F Act
in
Corot gevonden
Rijk derft kwart miljoen door
mislukken Van Goghproject
Dali schildert
koepel basiliek
komende
exposities
*1
Egorov ongeloofwaardig
zijn programmakeus
„Koninklijke” jubileert
met bal en feestweek
Anton Heiller, de Haarlemse Oostenrijker
Orgelmaand verliest in jurylid en docent groot meester
Bekend doek van
HAAGSE SCHOUWBURG BESTAAT 175 JAAR
Al
Pianist met onbekende Russische componisten
lt
grote houtstraat 124haarlem /telefoon 317763
21
KUNST
ROTTERDAM. Het toneel
stuk Hotel De Wijde Blik (Zur
Schonen Aussicht) van de Hon-
gaars-Oostenrijkse schrijver
Odön von Horvath gaat over voor
het leven verloren mensen. Drie
mannen, waarvan de auteur bij
elk een dubieus verleden laat
doorschemeren en waarvan één
de eigenaar is van het verlopen
provincie-hotelletje. Verder is er
de enige „gast” van het logement:
barones Ada von Stetten, die het
hotel met haar geld op poten
houdt. Zij is in de herfst van haar
jeugd en vindt genoegdoening bij
de mannen die haar omringen.
f
DONDERDAG 29
MAART 1979
ite
op
i
i
Of dat laatste ook Horvaths bedoeling is
KO VAN LEEUWEN
lid.
ing
ANTON HEULER
g.
wn
/an
ll
(Van onze kunstredactie)
(ADVERTENTIE)
7
(Van onze Haagse redactie)
'Td
V. I.R
Johan van Kempen
ei).
I
the finest
men’s fashion
in town...
Er werden dan ook geen voorwaarden
aan de subsidiëring verbonden. De uitga
ve werd nimmer „selfsupporting”, zodat
DEN HAAG. Van 67.000 exemplaren die tussen 1971 en 1977 van het Engelstalige
tijdschrift over leven en werk van Vincent van Gogh zijn verschenen, zijn er niet meer
dan 1100 verkocht. Dat heeft het rijk belangrijke financiële schade opgeleverd, want
het ministerie van CRM stak in dit mislukte project maar liefst een kwart miljoen.
de subsidiëring van jaar tot jaar werd
verlengd.
Een poging het blad op de Amerikaanse
markt te slijten, leverde hoegenaamd
geen resultaat op, maar de redactie bleef
doorgaan met het versturen van afleverin
gen naar de Verenigde Staten. Het aantal
betalende abonnees bedroeg in 1971 200
en liep nauwelijks op. Maar de oplage
bleef tot 1975 gehandhaafd op 5000 exem
plaren. In totaal werden in zeven jaar 16
afleveringen geproduceerd. Een onbe
kend aantal is gratis uitgereikt. De reste
rende voorraad ligt in het Vincent van
Gogh-museum in Amsterdam. In 1977 is
de uitgave beëindigd. Overigens is inmid
dels besloten tot een tijdelijke voortzet
ting van het blad vanwege de continuïteit.
SARAGOSSA (UPI). De Spaanse sur
realistische schilder Salvador Dali gaat
de koepel van de basiliek Nuestra Senora
del Pilar in Saragossa van een schilde-
ring voorzien, zo is in kerkelijke kringen
vernomen.
De 74-jarige meester krijgt de beschik
king over ongeveer 80 vierkante meter
voor zijn werk. In de koepel zijn al schil
deringen van Velasquez en Goya. Verte
genwoordigers van Dali hebben met de
plaatselijke autoriteiten overleg gepleegd
over hetgeen de schilder denkt te maken.
Naar men verwacht zal een klein model
van zijn schildering beginnen als hij in
mei van een verblijf in de Verenigde Sta
ten in Spanje terugkeert. Het gehele werk
zal naar schatting tien maanden duren.
Sindsdien is hij vrijwel elk volgend
jaar voor de Haarlemse Orgelmaand naar
de orgelstad gekomen, een keer in 1953
als kandidaat voor de wisselprijs en daar
na of als lid van de jury voor het concours
of als docent van de in 1955 Internationa
le Zomeracademie voor organisten en
klavecinisten. Daarnaast kwam hij hier
voor het geven van talloze concerten, in
Haarlem maar ook in wijde omgeving.
Met Haarlem werd Heillers verbonden-
TORONTO. In een verlaten woning
in de Canadese stad Toronto is een ver
waarloosd schilderij ontdekt dat bij na
der inzien een werk blijkt te zijn van de
Franse schilder Jean-Baptiste Camille
Corot die leefde van 1796-1875.
van haar wil afkomen - leidt rechtstreeks
naar de ontmaskering van het groepje
hypocriete profiteurs.
Door de hele intrige heen valt het ook
niet moeilijk om kritiek te ontdekken op
de voor vrouwen vaak vernederende man
nenmaatschappij. De twee vrouwen in het
stuk worden allebei schromelijk verne
derd door de aanwezige mannen. Het is
vooral Christine die de walgelijke hou
ding van die mannen laat voelen.
Het Stedelijk Museum in Alkmaar
toont van 1 april tot 1 mei schilderijen van
Piet Wiegman. Bij de opening krijgt de
gemeente van de Vereniging van vrienden
van het museum twee gouaches van de
kunstenaar David Kouwenaar.
In het Belastingmuseum in Rotterdam
wordt van 1 april tot en met 1 april 1980
een tentoonstelling gehouden over spot
prenten op de schatkist in de afgelopen
300 jaar. Er is een keuze gemaakt uit dë
fiscale spotprenten die grotendeels verza-
geweest, kan ik niet beoordelen. Maar bij
het zien van de uiterst potente en vitale
voorstelling van F Act vond ik dat er wel
uitkomen.
De nog jonge regisseur Pink Lobo heeft
de schrijnende ironie in Horvaths pijnlij
ke komedie knap in zijn voorstelling door
gevoerd. Gesteund door een doordachte
vertaling van Gerrit Komrij, die er goed in
is geslaagd het persoonlijk idioom van de
personages te benadrukken, heeft de re
gie de karakter scherpe accenten gegeven.
Het is duidelijk dat er met plezier en
tragische figuur, aangetast door de eisen
van het regime”.
De daaropvolgende confrontatie echter,
met een lawaaierig opgeblazen Chaconne
van Gubaidulina - met ook al neo-barokke
sequensen en als verstild „hoogtepunt”
een soort van vlooienmars - plus een aan
tal composities, van gelijk allooi, van Ba-
badganian, tastte de geloofwaardigheid
van Egorovs anti-Sovjetverhaal definitief
aan.
Het ging hier namelijk in principe om
het zelfde genre sociaal-realistische mu
ziek als van Sjostakovitsj, alleen nog kit
scheriger. De erin voorkomende naïef-
beeldende aspecten hadden de Russen
altijd al in hun muziek. Maar wat per
traditie sprookjesachtig of romantisch-
verhalend zou moeten zijn, was nu on-
vriendelijk-nuchter en humorloos, bij een
artistiek niveau van het componeren in de
burgerlijkste conservatoriumklas.
Daarbij geeft het feit dat de betreffende
„jonge” Russen respectievelijk 48 en 58
jaar oud zijn, ook nog eens te denken. Het
zou bovendien niet onwaarschijnlijk aan
doen, als uiteindelijk zou blijken dat Ego
rov deze composities destijds aan het con
servatorium van Moskou al heeft ingestu
deerd. Maar dat is misschien een onheuse
insinuatie. Ervan uitgaand dat hij al dat
werk voor dit doel heeft overgehad om
deze ingewikkelde partituren uitvoerings-
rijp te maken, dan ligt er toch in elk geval
iets van een heilig vuur aan de hele onder
neming ten grondslag.
Deze privé-conclusie is natuurlijk hypo
thetisch. Maar het zou bijvoorbeeld kun
nen zijn dat Youri Egorov zich ertoe ge
drongen voelt op deze manier een mani
festatie te geven, gericht tegen het door
hem ontvluchte en gehate Sovjet-systeem.
Dat verklaart dan ook tevens waarom hij
alles zo over-agressief de zaal in heeft
geslingerd. Was het anders zo nodig ge
weest om het publiek ditmaal ook te laten
merken dat er ongenuanceerd op een pia
no kan worden geslagen en getimmerd?
Toch niet om de schijn van moderniteit te
verhogen?
Als Egorovs protest oprecht gemeend is,
is dat in zijn uitwerking helaas mislukt
vanwege een verkeerde keuze van compo
sities. Dat bovendien deze soort muziek
eigenlijk niet tot Egorovs artistieke voor
keuren behoort, sprak niet alleen al steeds
uit het emotioneel-kunstmatige spel, maar
mogelijk ook uit de contrasterende keuze
van de toegift: Reflets dans l’Eau van
Debussy.
i te
Bn-
n-
tel-
tot
er.
LL
AMSTERDAM. - „Alles is ondergebracht in liga’s. Kunstenaars die daar geen
aansluiting bij kunnen krijgen omdat ze in hun werk het sociaal-realisme niet
voldoende dienen, vallen helemaal buiten het muziekbestel. Die bestaan gewoon niet.”
Zo verklaarde Youri Egorov onlangs in een interview in onze krant. Zijn afkeuring
voor die gang van zaken in de Sovjet-Unie, meende deze uitgeweken Russische pianist
te moeten onderstrepen door een recital voor te bereiden, waarop jonge Sovjet
componisten aan bod zouden komen, wiers werk in eigen land dooreen uitvoeringsve-
to werd getroffen.-
Gisteravond was het dan zover. Het
publiek in de Kleine Zaal van het Amster
dams Concertgebouw heeft er van kun-
nen kennisnemen in hoeverre het Egorov
inderdaad ernst was met zijn ondubbel
zinnige uitspraken. Nooit gehoorde en
hier gelanceerde conponistennamen als
Sofia Gubaidulina en Arno Babadganian
verhoogden de spanning.
Dat er in het gedeelte voor de pauze de
Tweede Sonate en nog eens twee neo-
barokke preludes en fuga’s van Sjostako
vitsj op het programma stonden - compo
sities waarin je wordt doodgegooid met de
meest infantiele thema’s - was nog uit te
leggen als een demonstratie. Zo van: hoe
een in het dwangbuis van een ideologie
gedrukt kunstenaar, blijkbaar creatief to
taal gecastreerd kan raken. Egorov zelf
noemt Sjostakovitsj niet voor niets „een
Van 31 maart tot en met 8 april wordt in
de Ahoyhal in Rotterdam de eerste kunst
en antiekbeurs gehouden. Het is de bedoe-
meld werden door de stichter van het ling van het organisatiebureau „Uniek
museum, prof. dr. Van der Poel. Antiek” de beurs elk jaar te houden. De
tionale vermaardheid heeft het gebouw
ook aan andere kunstgenres te danken,
die er in de loop van die 175 jaar waren
vertegenwoordigd: ballet, opera, caba
ret, operette en variété. Stukken die in
die tijd werden opgevoerd waren „ieder
vege zijn eigen vloer” en „De deugdzame
galei-roeier”.
De politie-voorschriften voor publiek
èn acteurs waren toen nog streng. „Tus-
senspraak” tussen publiek en toneelspe
lers was verboden. Men belandde in de
gevangenis als men als bezoeker het lef
had een briefje op het toneel te gooien.
Ook in dronkenschap verkerende ac
teurs werden met het cachot bedreigd.
Waren zij toch nodig op de Bühne, dan I
mochten zij tijdelijk het gevang verlaten
om er direct na de voorstelling er weer in
opgeborgen te worden.
De directeur van de schouwburg,
Guus Verstraete, zei woensdag dat het
toneelbedrijf zelf (repeteren, opbouw
decors, plaatsverkoop, het bemannen
van de buffetten en de vestiaires) in die
lange periode nauwelijks is veranderd.
Wèl zijn het repertoire, de stijl van acte
ren, de technische outillage en de sociale
positie van de toneelspelers gewijzigd.
Maar de plaatsen van zaal en toneel zijn
altijd dezelfde gebleven.
De laatste vijftig jaar had de Konin
klijke Schouwburg drie vaste bespelers,
wat geleid heeft tot stabiliteit en vor
ming van een vaste kern theaterpubliek.
Van 1922 tot 1938 „bewoonde” het Rot-
terdamsche Hofstad Tooneel het ge
bouw, van 1938 tot 1942 het Residentie
Tooneel en sinds 1947 de Haagse Come-
die. In 1977 werden er in de schouwburg
349 voorstellingen gegeven voor 188.977
bezoekers, wat overeenkomt met een
bezetting van 71 procent. De belichtings-
apparatuur die het nu heeft, behoort tot
de modernste van Europa.
„De schouwburg is in prima conditie
en klaar om aan de volgende 175 jaar te
beginnen”, aldus Verstraete.
Op 4 april onthult koningin Juliana in
Madurodam een miniatuur van het ge
bouw. Er komt een jubileumboek uit,
dat is samengesteld door het Haagse
gemeentearchief, de chef van de techni
sche dienst en directeur Verstraete (die
dit jaar wegens pensioen vertrekt) en
waarvan het eerste exemplaar op 9 april
aan burgemeester Schols van Den Haag
wordt uitgereikt.
Van 30 april tot en met 6 mei is er een
feestweek „zonder zware galatoestan-
den”. De Haagse Comedie geeft de pre
mière van het Oudhollandse blijspel
„Wederzijds Huwelijksbedrog”, de eve
neens jubilerende Koninklijke Militaire
Kapel geeft een concert, twee voorstel
lingen worden gegeven door de Italiaan
se clowns de Colombaioni’s, Annie M. G.
Schmidt komt met haar nieuwste pro-
duktie „Alle laatjes open”, voor 65-plus-
sers wordt een nostalgisch programma
onder leiding van Hans van Willigen
burg geserveerd en natuurlijk ontbreekt
zeer Haagse Paul van Vliet niet met zijn
nieuwste one-man show. Op de slota-
vond is er „voor iedereen” een bal-cham-
pêtre voor de schouwburg op het Voor
hout.
De opening op 30 april 1804 werd ook
gevierd. Met een voorstelling van Voltai
re’s „Semiramis” door het Amsterdamse
Toneelgezelschap. Vóór die tijd bood het
gebouw een ontwerp van de Duitse
architect Friedrich Ludwig Gunckel in
opdracht van prins van Nassau-Weil-
burg (zwager van prins Willem V)
plaats aan Franse militairen. Fransen
waren het ook, die aan het gebouw, dat
nooit werd voltooid, een toneel-bestem-
ming gaven. Koning Willem II verhief
het theater later tot „Hofschouwburg”.
In 1853 nam de gemeente Den Haag de
zorgen voor de Koninklijke Schouwburg
over.
Ontelbare beroemde acteurs en actri
ces hebben er sindsdien gespeeld. Maar
er is niet alleen toneel gespeeld. Interna-
(Van onze Haagse redactie)
DEN HAAG. Een „paleis van vorstelijke allure” was het en is het altijd
gebleven. Talrijke nationale en internationale beroemdheden (Sarah Bernard,
Michael Redgrave, Richard Tauber) traden er op. Er werden in totaal voor 15
miljoen bezoekers zo’n 50 a 60.000 voorstellingen gegeven. De eerbiedwaardige
Koninklijke Schouwburg aan het Haagse Korte Voorhout bestaat op 30 april
precies 175 jaar. En dat wordt gevierd.
Volgens de Franse expert Pierre Dieter-
le die het schilderij heeft onderzocht, gaat
het om Corots landschap Souvenir des
Marais dat geregistreerd is onder de 2400
bekende werken van de schilder. Hij moet
het schilderij een of twee jaar voor zijn
dood hebben gemaakt. De waarde wordt
op ongeveer veertig duizend gulden
geschat.
Camille Corot behoort tot de beste
Franse landschapsschilders van de vorige
eeuw. Zijn werk heeft grote invloed gehad
op de Haagse School.
Dit staat in het jaarverslag over 1978
van de Algemene Rekenkamer. De Kamer
meent dat verschillende afdelingen van
het departement van CRM, mede door een
gebrekkige coördinatie, onzorgvuldig
hebben gehandeld. Al in 1969 werd op
CRM het initiatief tot oprichting van het
tijdschrift genomen. Voor de duur van de
aanloopperiode van twee jaar zou CRM
het exploitatietekort op zich nemen. Het
besluit tot subsidiëring werd niet aan de
toenmalige minister van CRM voorgelegd.
werken, een Requiem, een Stabat Mater
en een Te Deum. Voorts een cantate,
missen en andere koorwerken.
Te Haarlem werd tijdens de orgel
maand van 1963 de eerste uitvoering ge-
Er volgde een carrière die hem als uit
voerend kunstenaar naar alle belangrijke
muziekcentra van de wereld voerde. Hij
gaf concerten overal in Europa, in de
Verenigde Staten, in Canada en Japan,
Een nieuwe fase in zijn leven begon toen
een hecht contact tot stand kwam met de
orgelstad Haarlem, waar hij in 1952 voor
het eerst meedong naar de prijs van het
Internationaal Orgelimprovisatiecon-
cours. Hij werd winnaar en als trofee
mocht hij de wisselprijs, de Zilveren Tulp
mee naar Wenen nemen.
heid steeds sterker, zijn naam werd een
niet meer weg te denken begrip voor de
orgelmaand. Men noemdehem wel de
Oostenrijkse Haarlemmer of de Haarlem
se Oostenrijken Heiller voelde zich hier
thuis in de kring van muzikale geestver
wanten, wier taal hij zonder moeite sprak
en met wie hij het, bij alle verscheiden
heid van geaardheid, eens kon zijn over
de blijvende waarde van de muzikale
grondbeginselen en hun artistieke zin.
Begrijpelijk is het, dat deze meesteror-
ganist zich één voelde met de muziek van
Johann Sebastian Bach en daarvan heeft
hij op de vele door hem gegeven concer
ten telkens weer met de inzet van zijn
groot kunstenaarschap getuigd. Ook als
docent van de zomer-orgelakademie toon
de hij zijn voorkeur voor Bachs orgel
werken.
Voor grammofoonplaat-opnamen heeft
hij alle orgelwerken van de grote Cantor
tot uitvoering gebracht.
Heiller heeft veel gecomponeerd: orgel-
geven van het Concert voor orgel en or
kest, dat Heiller componeerde voor het
orgel in de Nieuwe Kerk te Haarlem in
opdracht van de Commissie Internatio
naal Orgelconcours.
De prijzen, waarmede Anton Heiller
werd onderscheiden, gaven uitdrukking
aan de grote waardering en verering, wel
ke men voor hem had. Reeds in 1942
ontving hij de Joseph Marx-prijs, in 1954
de Prijs van de Oostenrijkse regering, de
Cultuur-prijs van Wenen in 1963, de Prijs
van de uitgeverij Schott in 1956 en Oos
tenrijkse Staatsprijs voor Muziek in 1969.
Anton Heiller heeft afscheid moeten
nemen van het leven, dat hem lief was en
waarvan hij in vele aspecten genoten
heeft. Haarlem zal deze markante, joviale
kunstenaar missen, wanneer straks in ju
li de machtige orgelklanken van het zo
vaak door hem bespeelde Müller-orgel
het begin van een nieuwe orgelmaand
zullen verkondigen en een traditie zal
worden voortgezet, die mede door Heil
lers toedoen voor vele jonge organisten in
Nederland en van ver over zijn grenzen
van een zo grote betekenis werd.
Met allen, die hij met zijn spel zo veel
muzikale schoonheid geschonken heeft
zullen zij in dankbaarheid aan Anton
Heiller blijven denken.
P. ZWAANSWIJK
beurs komt in de plaats van de sinds 1973
enkele malen per jaar in de Ahoyhal ge
houden antiek- en curiosabeurzen. Op de
kunst- en antiekbeurs zal alleen hoog
waardige kunst eh antiek te zien zijn.
Curiosa zal er niet meer getoond worden.
Het Gemeentemuseum in Den Haag
houdt van 31 maart tot 14 mei een tentoon
stelling van reclame’s op pakpapier onder
de titel „Haags pakpapier”.
De Haagse Kunstkring aan de Denne-
weg wijdt van 3 tot 22 april een expositie
aan werken van Lucien den Arend, Jean
ne Marie Bodewes en Joop den Holder.
Horvath schrleef deze komedie van
wrange vrolijkheid in de Duitse crisisja
ren, toen het nationaal socialisme wortel
schoot. Het stuk, dat woensdag in Piccolo
bij F Act in première ging en nooit eerder
in ons land werd opgevoerd, geeft een
treffende weerspiegeling van een samen
leving die tot op de graat verloederd is. De
drie mannen, de barones en de champag-
nefabrikant Müller plus de maanzieke
broer van de barones die zich nog bij het
gezelschap voegen, zijn de epigonen van
de diverse volkslagen en milieus. Daar
tegenover staat de jeugdige Christine, eer
lijk en van morele zuiverheid.
Christine is in feite de spil die de a-
morele karakters laat doordraaien. De
macabere grap die de mannen in het hotel
met haar uithalen keert zich in feite tegen
hen. Die grap - de mannen simuleren allen
een bepaalde verhouding tot Christine,
waardoor de hoteleigenaar „met fatsoen”
Scène uit Hotel De Wijde Blik van Odön Horvath met v.l.n.r. Andrea Fiege (op de rug gezien), Bob van
Tol, Franck van Erven, Guus Hoes, Hans Hoes en zittend Porgy Franssen. (foto Leo van Velzen).
Wrange vrolijkheid bij Horvath
overgave aan de voorstelling moet zijn
gewerkt en dat zal er toe hebben geleid
dat er voortreffelijke spelprestaties wor
den geleverd.
De mala-fide hoteleigenaar Strasser,
een vent die je lachend zou kunnen ver
moorden, wordt door Hans Hoes huive
ringwekkend gespeeld. Hoes zorgt dat de
lach je dwars in de keel blijft steken. Van
meedogenloos venijn zijn ook de andere
mannenrollen. Guus Hoes als de patserige
champagnevertegenwoordiger, Bob van
Tol als de goklustige baron van Stetten,
Franck van Erven als de minnaar-chauf-
feur van de barones en Porgy Franssen
die als kellner-toegepast kunstenaar zijn
opportunisme op naïviteit laat drijven.
Elsje Scherjon schittert in de droef-komi-
sche rol van de verwelkende barones en
Andrea Fiege speelt Christine met krach
tige zelfverzekerde persoonlijkheid.
F Act beweegt zich in deze onderhou
dende voorstelling in een decor van Frits
Jansma. Een decor in ogenschijnlijk oude
toneelstijl, maar Jansma laat er mee zien:
dit is niet echt, het wil echtheid niet eens
suggereren. Toneel-„overdrijving” is ook
terug te vinden in de door Jansma ontwor
pen kostuums, die geheel in de iets verhe
vigde regiestijl van Lobo passen. Een heel
aantrekkelijke toneelproduktie, waarin
de krankzinnige verwarring aan het begin
als het ware wordt gerangschikt om het
bankroet van een samenleving aan te
tonen.
Een aardige vondst bij de Rotterdamse
voorstellingen is het realiseren van de
bliksemschichten bij het onweer door het
gebruik van laserstralen. De Stichting
Kreon uit Haarlem stond daarvoor
garant.
HAARLEM. Gisteren kon men kennis nemen van het feit dat de befaamde
Oostenrijkse meester-organist Anton Heiller is overleden. Heiller stierf te Wenen op
55-jarige leeftijd ten gevolge van een langdurige ziekte. Zijn dood betekent een zeer
groot verlies voor de toonkunst, in het bijzonder voor de orgelkunst waarin Heiller
zich direct al na de voltooiing van zijn opleiding in 1942 aan de Hochschule für Musik
te Wenen, waar hij bij professor Wilhelm Muck studeerde, een groot meester toonde.
Aan deze hogeschool werd hij reeds in 1945 tot prófessor voor orgel benoemd.