KASTELEN-, DOKTERS- EN LIEFDESROMANS a Liefde Problematiek indianen ook in jeugdboeken Boeken om weg te dromen O '4 i //jlg l a ,1 nlst ftflrW bliksem- I I 1 s I I i I door Peter de Zwaan Uit liefde Blauwe Vogel Veel luchtiger Geluk en pijn mMMMM I BHi nm BuL CrWwJL en de de JJ de a's en ar n- k HMLa ■V aiiiiiiimiiiimiimiiiiiiiiiiiiimiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiimiiiiiiiiiiiiim - In de winkel keek de verkoopster me verbaasd aan. Een vent die vijftien kasteel-, liefdes- en doktersblaadjes koopt, die is niet normaal, zag ik haar denken. „Ik neem ze allemaal”, zei ik zwakjes. Voor haar was ik een linkmiegel. Ze blééf kijken. Alsof ik net de pornohoek had verlaten met zeer oneerbaar materiaal. Nou kan ik met een zeer stalen gezicht het pornowerk verstouwen, maar met een paar handenvol Idylles begon ik me toch werkelijk een beetje lullig te voelen. Zou het echt zo erg zijn, wat er in die 48 of 64 pagina’s tellende, uit veredeld wc-papier bestaande, blaadjes staat? Binnen een half uur was ik bereid erop te zweren. Ja, het is erg. Het is verschrikkelijk. En prachtig. En simpel. En ontroerend. En. vr.-, -vil L W ait jn ?r- Illustratie uit het Schetsboek van Zwarte Bizon PETRA BARNARD MHM MBBKKOHG I donkere wenkbrauwen.” - Dat kan dus niet goed gaan. Pas reid op een zoon, die eruit ziet als een „Wilde”. De jongen is niet bereid Engels te spreken of „fatsoenlijke” kleren te dragen. Hij is zich scherp bewust van de aanwezigheid van een groep blanke "bu ren, waaronder een oom, die in het verle den een aantal vredelievende Indianen gruwelijk afgeslacht hebben. Hij voelt zich zo ongelukkig, dat hij zelfs ziek wordt. De enige mens tot wie hij zich aangetrokken voelt, is zijn kleine broer- lllustratie van Bert Bouwman en Vreemdeling in eigen land' van Conrad Richter leen de details verschillen. Eén boek was eigenlijk al voldoende geweest. Er wordt veel uitgelegd over de Indiaanse denk trant en de blanke reactie daarop. Ook de gewelddadigheid tijdens gevechten krijgt veel aandacht. Voor de hoofdper sonen is dat geweld nogal een desillusie. Steen Meisje en Ware Zoon gaan pas twijfelen aan hun Indiaanse identiteit als ze oorlogshandelingen meemaken. Het is geen reden om blank te willen zijn, want die komen er bepaald niet beter af. Het lijkt wel alsof de schrijver zelf hier spreekt en moeite heeft met deze kant van de zaak. Hij kan het niet verzwijgen maar hij zou de Indianen liever zien als een romantisch vredelievend natuur volk. In de serie Volken van toen en nu, uitgegeven bij Deltos Elsevier, is een informatief boek over Indianen versche nen. In tegenstelling tot de titel (India nen) gaat dit boek voornamelijk over prairie-Indianen. In korte hoofdstukjes vertelt het iets over de jacht, paarden, het wonen in tipi’s en iets over de ge schiedenis en het grote onrecht dat deze Indianen is aangedaan. Iedere pagina is in kleur geïllustreerd. Een aardig boek voor een schappelijke prijs. In de serie Schetsboeken van uitgeve rij Ploegsma is ook een Indianenboek verschenen: „Het Schetsboek van Zwar te Bizon”. Het verhaalt de levensgeschie denis van deze Indiaan. Het boek is prachtig uitgegeven. Er staat een duide lijke kaart in en in het verhaal staan verwijzingen naar verklaringen van In diaanse woorden en zegswijzen. Achter in vindt men stukjes over mythologie en een Indiaanse kalender. Ook wordt er een korte handleiding gegeven ofn zelf een hoofdtooi en dergelijke dingen te maken. Het geheel is rijk geïllustreerd. id In een derde boek wordt dit probleem handig omzeild. „Blauwe Vogel,’ pleeg zoon der Irokezen”, is, tot mijn vreugde, I I 1 grijpt ook niets van de rauwe manier waarop zij met de natuur omgaan. Hij krijgt heimwee en gaat terug naar zijn Indiaanse dorp. Van de drie boeken prefereer ik het laatste vooral omdat het de Indiaanse leefwijze het best weergeeft. Maar het moet gezegd dat de Irokezen in dit boek erg vredelievend zijn. De naaste familie van Blauwe Vogel houdt zich niet bezig met oorlogvoeren. Genadeloos spelen op emoties „Ware Zoon” is zo’n blanke jongen. Hij is vijftien jaar en al elf jaar bij de Indianen, eigenlijk Indiaan geworden. Het verhaal begint met de mars oost waarts op weg naar zijn familie. Hij wordt zolang mogelijk vergezeld door zijn Indiaanse familie en vrienden, die door bewakers zoveel mogelijk op een afstand gehouden worden. Hij wordt afgehaald door zijn blanke vader. Een maal thuis wordt hij geconfronteerd met hun haat tegen alles wat Indiaans is. Zij zijn van hun kant helemaal neit voorbe- Richter, Conrad: Het licht in het woud. H- lustr.: Bert Bourr.an, vert.: Ingrid Aarden- Klijnveld; uitg.: Bruna. Prijs 14,90. Conrad Richter: Vreemdeling in eigen land. Jurgen, Anna: Blauwe Vogel, pleegzoon der Irokezen. Dlustr.: Robert Metz; uitg.: Pegasus; prijs: 19,50. Politzer, Anie en Michel: Het Schetsboek van Zwarte Bizon. Vert.: W. I. C. Royer-Bicker; uitg.: Ploegsma; prijs: ƒ22,50. Davis, Christopher: De Indianen. Hlustr.: M. Wilson en G. Thompson; vert: Han Honders; uitg.: Elsevier; prijs: ƒ9,90. Bodo zet Marisa financieel klem en dwingt haar toch zijn vrouw te worden. „Marisa, ik weet dat mijn manier van handelen je erg moet geshockeerd hebben. Maar geloof me, ik heb dit alles alleen maar uit liefde gedaan.” Justin krijgt het definitief te kwaad met zijn geweten en rent naar Viktor. Viktor ineens weer hartstikke verliefd op Marisa. Mari sa ziet in de kerk, als ze voor het altaar staat, Viktor en rent naar hem toe. „Het was als het ontwaken uit een boze donkere droom. De verstar ring week van haar, en zij voelde dat zij warm en levend was, dat zij opnieuw zichzelf was en bereid haar liefde te erkennen.” De Kasteel-roman „De secreta resse van het grafelijk slot” (door Marianne Linders; een Marken-uit- gave die 1,35 kost) bijvoorbeeld is veel luchtiger. Dat verhaal zou kun nen dienen als basis voor een klucht. Er loopt nog eens een mooie meid in rond (de prinses) die in een vijver een bad neemt zonder kleren (ze is niet naakt natuurlijk, dat is vies; ze heeft alleen maar haar kle ren op de oever liggen). En er wordt een graaf gaaf in het achterwerk geschoten met hagel (in detectives blijft het slachtoffer dan dood lig gen, in Kasteel-romans heeft hij enig ongemak). Maar genoeg over de gravin en baronessen. De Dokters wachten en de zielige kinderen, opgetekend in de series Mama (Haar liefste schat) en Moeder Geluk (Een kind smeekt om liefde). Achter elkaar heb ik een dozijn moeders- en doktersromans gelezen en dat maakt het knap moeilijk er iets zinnigs over te zeggen. Want in grote lijnen zijn ze allemaal hetzelf de en binnen de kortste keren haal je het hele zootje triestigheden door elkaar. Dat zieke kind, was dat er nou een van die dokter in het pracht-verhaal „Wie was het laatst bij de patiënte)” of hoorde het bij die rijke, maar o zo zielige Lutz von Gutzow in „Haar liefste schat”? En die moeder, die zwanger was en verlaten door haar man, die ineens een beroemd arts is geworden, las ik daar nou over in een doktersver- haal of in een ontroerende moeder- roman? Einde. Uit. En dat allemaal voor 1,40. Kom er eens om bij de dames en heren literatuur-makers. Die krijgen dat nooit zo snel voor el kaar, zeker niet in begrijpelijke taal en met wborden van niet meer dan vier lettergrepen. In grote lijnen zijn alle kasteel-, dokters- en ook beeldromans gebaseerd op het lief en leed, dat door Inga von Berneau zo hartverscheurend werd opgete kend. Al zijn ze goddank niet alle maal zo loodzwaar gedramatiseerd. vrouwen die dit verhaal hebben ge lezen. Die een paar uur zijn wegge zeild op de droomwolken van het grafelijk lief en leed en die dan ineens om tien voor zes Willem zien binnenkomen, druipend van de re gen en snakkend naar de warme hap. Hoe kan dat goed gaan in al die huisgezinnen. Keren we terug naar de tomeloze avonturen van Marisa. Op bladzijde 11 ten huwelijk gevraagd door Bo do. Op bladzijde 15 verliefd op neef Victor, de onterfde circusartiest. Een wandeling in het bos en het is goed raak. In feite maakt het allemaal geen ene mallemoer uit. Een aantal ba sisgegevens vind je in vrijwel alle verhalen terug. De hoofdpersonen zijn rijk en voornaam of zullen dat spoedig worden. De mannen deu gen niet, behalve als ze zijn uitver koren zwaar verliefd te worden. Liefdes bloeien in twee bladzijden op, al zie je dat wel eerst tien blad zijden lang aankomen: „Anja voel de haar hart tekeer gaan. Nooit eerder had haar baas persoonlijk het woord tot haar gericht. Iedereen in het ziekenhuis vond hem een ongenaakbare, koele man.” Er wordt zeer zwaar op de senti menten gespeeld. Zielige kinderen liggen daarbij uitstekend in de markt. Ze zijn naar hartelust ver minkt, verlamd of zeer jong gestor ven. Als ze mogen blijven leven, hebben ze een onwankelbaar ver trouwen in paps en mams, die niet deugen, maar die steeds net op tijd tot inkeer komen. De vrouwen zijn vrouwelijk. Geen geklier met praat groepen en vrouwen-cafés. Vrou wen mogen van wanten weten, maar ze moeten hun plaats kennen. En die plaats is in huis. Bij de kinderen. Als in „Een kind smeekt om liefde” van Floortje Prijs het meisje Carmen ongelooflijk begint te klieren, omdat haar ouders alle bei werken, dan hoort moeder An nabel tot inkeer te komen en kan vader Harry zonder gewetenswroe ging blijven werken. Bijna zonder uitzondering zijn er veel te’ veel gebeurtenissen (waar onder 75 procent ellendige) samen geperst in veel te weinig bladzijden. Wat dat betreft lijkt het onvoorstel baar dat er vrouwen zijn die met grote regelmaat deze blaadjes le zen, zonder daar blijvend van overstuur te geraken. Want het spul komt als een bom op je af en er wordt genadeloos op de emoties ge speeld. Dat is meteen het grote onder scheid tussen deze lectuur en de literatuur. Lees eens boeken van Hedwig Courts-Mahler, sla eens wat op van Toergenjew, Dickens of onze eigen Jacob van Lennep en probeer De Koperen Tuin van Vest dijk eens. Dezelfde elementen zitten erin, alleen in de literatuur doen de schrijvers er veel langer over en gebruiken ze moeilijker woorden. Die moeilijke woorden ontbreken in het wekelijkse leesvoer. Het taal gebruik is over het algemeen zeer behoorlijk en de schrijfstijl is vaak ook heel redelijk, maar de moeilijk heidsgraad blijft op kleuterniveau. Ik zie ze voor me, al die schrijvers en schrijfsters die kasteel- en dok tersromans in een paar dagen in elkaar draaien. Het lijkt een soort schnabbel dat je moeiteloos jaren kunt volhouden. Tot natuurlijk een keer iemand het verhaal maakt dat alle Idylles en Moedergelukken overbodig maakt. In dat verhaal moeten voorkomen één dood en één zielig kind, een arme barones, een zuster, een graaf (of prins naar keu ze) met lichte verlammingsver schijnselen, een jaloerse dokter en een familiefortuin. De titel geef ik hierbij gratis: „Hallo, dokter: een kindje smeekt om liefde in het gra felijk slot.” Bodo laat Marisa schieten en be dreigt Justin. Justin ontkomt. Bodo vlucht in auto, die hijzelf al onklaar had gemaakt. Grote boem. Bodo dood („en niemand treurde om hem”). Marisa trouwt Viktor. Justin trouwt Cindy. En iedereen is geluk kig, zeker als er ook nog een fortuin aan familiejuwelen achter een schilderij vandaan komt. „Stil, geen woord meer, zegde hij zacht. En om deze smeekbede te benadrukken, sloot hij Marisa’s lip pen met een lange, hartstochtelijke kus.” V I Na de verschillende acties van In dianen in de Verenigde Staten, een aantal jaren geleden, is de interesse voor Indianencultuur weer opge leefd. En na de versie voor de jeugd van „Begraaf mijn hart bij Woun ded Knee”, de bestseller van Dee Brown, zijn verschillende andere jeugdboeken over dit onderwerp uitgekomen. Twee daarvan zijn verschenen bij Bruna jeugdboeken, allebei ge schreven door Conrad Richter en heel mooi geïllustreerd door Bert Bouman. „Het licht in het woud” gaat evenals het andere boek over de ellende van blanke kinderen, die na door Indianen te zijn ontvoerd en opgevoed terug moeten naar hun blanke families. Dat gebeurde op last van kolonel Bouquet in de En- gels-Franse oorlog (1755-1763). Als hij de Fransen steeds verder terug gedrongen heeft, eist hij van de In dianen in het veroverde gebied te ruggave van alle blanke gevan genen. Droomland-lectuur worden ze genoemd, de romannetjes voor de vrouw waarin voor nog geen daalder het lief en leed (vooral lééd) breed uitgemeten dat dokters, graven en vooral kinderen kan overkomen. „Geluk in Monte Carlo”, „Ik zal je moeten verlaten”, „Houdt mijn vrouw nog van die ander?”, „Haar liefste schat” vormen de koffielectuur voor vrouwen van tussen de twintig en de dertig en van ruim boven de veertig. Meer dan een miljoen romannetjes worden er maandelijks door drie distributeurs (Aldipress, Betapress en De Telegraaf) op de markt gebracht. Het aantal titels wisselt nogal, maar door de bank genomen zijn het er vijftig. De oplage is gemiddeld 15.000 per titel. Dertig series verschijnen een keer in de twee weken; twintig komen maandelijks uit. Behalve deze blaadjes zijn er nog de pockets die zich op dezelfde categorie lezeressen richten. De Bouquet- en Jasmijnreeksen zijn het bekendst en worden ook verreweg het meest verkocht. Maande lijks verschijnen er vijftien titels: oplage gemiddeld rond de 25.000. Wie de aantallen bij elkaar optelt komt tot ruim anderhalf miljoen Moederliefdes, Idylles, Dokterromans en Ivanovs. Ruim zestig procent daarvan vindt snel zijn weg naar de lezeres- met-een-hoog-droomcoëfficiënt. De rest gaat retour. Rond veertig procent. Dat is bijzonder veel en dat maakt, volgens de uitgever en distributeurs, de winst op de uitgaven nogal marginaal. Een belangrijk deel van de retourzendingen komt wel opnieuw op de markt, in de vorm van goedkope pakketten of in winkels in België, maar het verzenden en herverzenden kost veel. Wat de winsten ook bescheiden houdt is de concurrentie. Het aantal uitgevers dat gaatjes in de markt van de vrouwenlectuur zoekt is de laatste jaren flink toegenomen. Heel wat producenten van sexblaad- jes hebben, toen de sexmarkt in elkaar stortte, de aandacht gericht op de vrouwendroomwereld. Het aantal titels nam daardoor toe, zonder dat het aantal lezeressen erg veel groter werd. Integendeel eigenlijk: door de komst van bladen als Story, Privé, en Mix werd het aantal afneemsters een paar jaar geleden aanzienlijk minder. Die ’deuk in de markt’ is hersteld, maar een grote toeneming van het aantal lezeressen is er de laatste jaren niet meer geweest. Ondanks de ’marginale winsten’ zullen de uitgevers en distribu teurs zich best wel redden. Ze hebben hun onkosten, maar die worden zeker niet verspild aan de schrijvers en schrijfsters. Wie een romannetje vertaalt, krijgt ongeveer 300 gulden, wie er eentje zelf bedenkt ongeveer 800 gulden. tje Gordie. Als hij ziek in bed ligt, hoort hij van Gordie, dat er een Indiaan gesig naleerd is. ’s Nachts sluipt hij het huis uit en vindt zijn vriend Halve Speer. Een andere Indiaanse metgezel blijkt ver moord door de boze oom. Samen ont snappen ze na een gevecht met de oom en verdwijnen in het bos. Als Ware Zoon eenmaal terug is bij de Indianen blijkt het toch niet zo simpel te zijn. Op hef. oorlogspad schrikt hij terug van hun wreedheid en op het beslissende mo ment kan hij de blanken niet in een hinderlaag lokken. Het gevolg is dat hij uit de stam wordt gestoten en nu hele maal niet meer weet waar hij hoort. Het andere boek, „Vreemdeling in ei gen land”, heeft hetzelfde thema. „Steen Meisje” wordt door haar Indiaanse man samen met haar kleine zoon naar een ander dorp gebracht. Zo hopen ze te ontsnappen aan het bevel van kolonel Bouquet. Helaas kan ze in dat dorp evenmin blijven en dan begint een lange zwerftocht tot ze uiteindelijk toch bij haar blanke familie terecht komt. Ze is daar niet welkom, een ander meisje heeft haar plaats ingenomen en men ziet haar aan voor een bedriegster. De neder zetting wordt tenslotte aangevallen door Indianen. Het blanke zusje wordt gevan gen genomen en Steen Meisje trekt met hen mee om te proberen het zusje te redden. Ze sleept en jaagt haar door alle ontberingen heen. Haar zoontje komt er zelfs bij om, maar het lukt haar het zusje terug te brengen naar huis. Waar ze alweer verkeerd begrepen wordt en haar verweten wordt, dat ze samenges pannen heeft met de aanvallers. Ze be sluit weg te gaan en sluit zich aan bij een jonge Indiaan om de weg terug te vinden. Beide boeken gaan over hetzelfde, al- „Lachend protesteerde zij. Toen hij haar losliet, duizelde zij. Ze wan kelde en hij ving haar op in zijn armen. Ze voelde de kracht en de warmte, die uitgingen van zijn li chaam. Zijn lachend gezicht hing boven het hare en plots boog hij zich neer en drukte zijn lippen op haar mond. Ze voelde hoe haar li chaam in bezit werd genomen met nooit gekende hartstocht, geluk en pijn.” Linke soep, dat is duidelijk. Een schrijfster die zichzelf niet in de hand heeft, zou zich nu licht laten verleiden tot een paar puur porno grafische alinea’s. Inga von Ber neau houdt het fijn. „Dan trok hij haar stormachtig in zijn armen. „En wij zullen morgen samen zijn. en elke dag daarna, en je zult mijn vrouw worden?” „Als jij het wilt dan wil ik ook, Viktor.” Zo is dat: als jij het wilt, dan wil ik ook, Viktor. Geen gedonder met zelfstandig denken. Als jij het wilt.Hij wil het. En niet zo’n bee tje ook, want een bladzijde of tien ■later is Marisa zwanger. Aan het eind-goed al-goed zijn we overigens nog niet toe, want er moeten nog 20 pagina’s gevuld worden om de ko lossale hoop dramatische gebeurte nissen maar even kort af te werken: Bodo bedreigt Marisa, Marisa schrijft Viktor een brief, waarin ze hem afdankt. Viktor gaat dronken koorddansen en dondert van het touw. Cindy ontmoet Justin (pre cies ja, die met die bochel, pardon: die met dat ongemakje) en wordt verliefd op hem. De oude graaf vindt zijn zoon Viktor terug en wil hem weer als erfgenaam. Bodo hoort dat en ver giftigt de oude graaf. Justin ziet het en krijgt iets met zijn geweten: last geloof ik. Cindy wordt door Bodo bang gemaakt met een spokenver- haal en begint bleek te worden. Ma risa ziet Viktor niet meer en begint bleek te worden. Viktor ziet Marisa niet meer en wordt ook rijp voor de vakantiekolonie. na jaren herdrukt. Merkwaardig genoeg gaat dit boek ook al over een blanke jongen, als zoon aangenomen door Indi anen. Alleen begint dit boek op een, naar mijn mening interessanter punt. Hij is al negen jaar als hij gevangen genomen wordt. Die gevangenneming wordt uit voerig verteld en we weten dan ook al iets over het kolonistengezin waar hij opgroeit. Je kunt dus vergelijken. Zijn aanpassing aan het nieuwe be staan wordt helemaal gevolgd. De ver houding tot de natuur, hoe er gejaagd wordt, gegeten, gewoond enz. Het komt er allemaal in voor en dat is een van de leuke dingen van dit boek. De karakters zijn van echte mensen en de sfeer wordt levendig beschreven. Blauwe Vogel moet terug naar zijn blanke familie en kan daar niet meer aarden. Hij begrijpt niets van de haast die de blanken hebben, van het harde werken waardoor er geen tijd is om van eikaars gezelschap te genieten. Hij be- IIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIHIIIIIUIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIimillllllllllilllllllllllllllUllllllllllllllllllllHlllllim Maar laat ik gaan citeren. Uit „De I verstoten graaf” bijvoorbeeld. Ge schreven door Inga von Berneau en j uitgegeven door NV Distrigo in Wil- rijk. Belgisch dus en dat zal me I door het taalgebruik ingepeperd worden ook. Even een aanloopje. Marisa von I Schönau is een 20-jarige, arme ba- J rones, die een vervallen kasteel erft. I Ze is een beetje zielig: moeder dood, J vader zelfmoord, nadat hij „door I een gewetenloze zakenvriend be drogen was” en behoorlijk arm, en alleen. Zal zij door haar jolige colle ga’s de liefde vinden? Nee. „Liefde was iets helemaal anders. Ze zou misschien komen als een bliksemstraal, die alles rondom zou B verlichten. Of misschien zou ze f openbloeien als een krop. als men I stap voor stap de waarde van een E mens leert kennen en altijd maar - weer toenadering ondervond. Mari- sa lachte haar spiegelbeeld toe.” Dat was bladzijde drie. Even om- - slaan en het is raak. Wie kruist haar pad? Heel toevallig Bodo graaf Ah- rensberg. „Zelfs zijn lachen scheen haar koel en geroutineerd toe. Toch kon Marisa haar blik niet afwenden. Hij moest einde de dertig zijn. Zijn gro- te, zwarte ogen fonkelden onder de donkere wenkbrauwen.” Dat kan dus niet goed gaan. Pas bladzijde 4 en nu al grote, zwarte ogen. Daar wordt een mens nerveus k van. Marisa wordt dat ook. Ze wil wel bij Bodo in de buurt wonen, maar niet zonder de 18-jarige Cin- dy. Ook al een mooie meid. fe „Marisa omarmde Cindy en druk- E te een dankbare kus op haar wang. „Ik vreesde reeds, dat het huis U zou afschrikken.” Stel je voor: twee meiden onder elkaar en dan praten in de U-vorm. Op bladzijde 9 komt Marisa Bodo weer tegen. „Nog sterker voelde J Marisa de betovering aan die uit- ging van de verblindende verschij ning. Bewondering en voorzichtig heid hielden haar nog tegen om alle - voorbehoud te laten vallen. „Juf- frouw von Schönau. Wat een vreugde”, zegde hij.” Twee bladzijden verder vraagt hij haar ten huwelijk, want opschieten doet het wel. „Ik wil U een voorstel doen voor de toekomst. Waarom I trouwt U niet met mij?” En dan te bedenken dat ik al gelezen heb over I een bediende met een bochel, over I een oude graaf, die zijn zoon heeft onterfd en over die onterfde zoon die circusartiest is geworden. Dat alles in elf bladzijden. Ik kon er even niet meer tegen. Het was teveel. Ik zag ze voor me, al de u Ïr-L V s,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 25