Drinkgewoonten van 35 eeuwen helder en overzichtelijk in beeld gebracht Oppervlakkig spel in Zoo-story van Albee Jawel, Meijerslaan 258 in Heemstede! f Cosmovox vanafnu honderden guldens goedkoper bij Alphenaar 9 Alphenaar KRUISWEG 45-49, HAARLEM, 023-320244. BUMA ontvangt 30 miljoen aan auteursrechten i i I V'» te Toneel over werkloosheid ontroerend, navrant en vrolijk Afstudeerprojekt Theaterschool Amsterdam 1 ES* ESS Jan Steen f 1 Fbs DONDERDAG 19 5 APRIL KUNST 19 7 9 N Vindt u dat de niet Bij de Cosmovoxen I WIJ BETALEN UW PARKEERGARAGE. DEN HAAG. Tijdens de Tweede Wereldoorlog organiseerde het Haags Gemeentemuseum onder leiding van zijn welhaast legendari sche directeur Enno van Gelder een tentoonstelling van „drinkgerei van vele eeuwen”. De omstandigheden in die tijd waren er niet naar dat de expositie een grote omvang kreeg: veel van het bezit was al veilig opgeborgen en ook de middelen om een dergeijk overzicht te kunnen financieren zullen er waarschijnlijk niet geweest zijn. Het museum beperkte zich in ieder geval tot een overzicht dat tot 1800 liep. F B Haags museum klinkt op het verleden KO VAN LEEUWEN. CEES STRAUS (ADVERTENTIE) j" (Foto Jaap Pieper) KO VAN LEEUWEN (ADVERTENTIE) I Een van de medewerksters aan deze expositie was mevr. B. Jansen, thans een der museumconservatoren. Ze heeft na de oorlog lange tijd de wens gevoeld om die expositie van „drinken en klinken” nog eens over te doen en dan veel beter. Nu, met haar afscheid wegens pensionering in zicht, doet die mogelijkheid zich voor. Het museum biedt nu „haar” tentoonstel ling waarmee ze volgens eigen zeggen zeer gelukkig is. abrupt vallen uit afkeer voor wat hij noemde zulk een „onbestendig” mate riaal. Dan had hij liever goud en zilver ten geschenke gekregen, zo liet hij minnetjes weten. worden de verschillende vooroordelen, zoals die bij werkende mensen ten opzich te van werklozen leven, met overtuiging geslecht. De spelers laten een stukje socia le dienst zien, sollicitatiegesprekken, ge sprekken tussen gezinsleden waarvan de man werkloos is, een gesprek van een echtpaar bij een maatschappelijk werk ster. Maar ook de treurnis van de ambte- naar van de sociale dienst, die de ondank- ■A Scène uit het tweede deel (feestje) van kVe mogen niet klagen, een toneeiproduktie van veertien werkloze mensen over de werkloosheid. Zoo-story is een ogenschijnlijk eenvou dig verhaal. Een man zit te lezen op een bank in Central Park in New York. Hij wordt daarin gestoord door een hem on bekende man die een gesprek met hem wil aanknopen. Dan blijkt dat de twee nogal uiteenlopende plaatsen in de samenleving innemen. Hun levens staan lijnrecht te genover elkaar. Daardoor blijkt wezenlijk contact niet mogelijk, maar ook omdat de eerste juist het park heeft gezocht om tot rust te komen, in tegenstelling tot degene die het gesprek wil. Deze laatste, Jerry, heeft trouwens heel andere bedoelingen met de confrontatie dan de eerste man, bare taak heeft de werkloze te woord te staan, is ingebracht. Dat eindresultaat heeft bij Frans Spek, Willem Becker en regisseur Marten Oost hoek een voorstelling opgeleverd en die werd woensdag in het lunchtheater van de Toneelschuur gespeeld. Zoo-story betreft een afstudeerprojekt van de regisseur en van de acteur Frans Spek. De zusterorganisatie van de BUMA en STEMRA, inde het vorig jaar ruim 43 miljoen aan auteursrechten voor het vast- Opvallend daarbij is de grote stijging 12 percent van de auteursrechten voor het spelen van beschermde werken muziek van levende componisten en com ponisten die nog geen 50 jaar overleden zijn door Nederlandse symfonie-orkes- ten. AMSTERDAM (ANP). De BUMA, de organisatie die voor componisten de au teursrechten int, heeft vorig jaar bijna 30 miljoen aan muziekauteursrechten ont vangen. Ongeveer de helft van dit bedrag kwam uit rechten voor mechanische mu ziek en achtergrondmuziek. In totaal in casseerde BUMA 7,8 percent meer dan het jaar daarvoor. Bij de mechanische en achtergrondmuziek was die stijging 8,6 percent. Dit blijkt uit de publicatie van de voorlopige jaarcijfers van BUMA. se museum laat er bijzonder fraaie van zien. Tot op heden bouwt men daar aan zijn bezit van toegepaste vormgeving, zo als blijkt uit recente industriële produk- ten. Het klassieke Gildeglas uit Leerdam dat een ontwerp van A. D. Copier is, dateert al weer uit 1930, maar het vlieg- tuigbestek dat Colombo en Pozzi voor Alitalia ontwierpen is van 1964. Zoals wij het nu kunnen betreuren dat de Venetia- nen in de middeleeuwen hun ongetwijfeld kostelijke glaswerk kapotsmeten, zal ooit een komende generatie het jammer vin den dat de plastic bekertjes van nu de verbrandingsoven ingaan om tot compost te worden verwerkt? Ook bij Jan Steen die de zeden en mores van het volk zo goed verstond, speelt de drank een grote rol. Op zijn schilderijen wordt menig pimpelaar in kennelijke staat afgeschilderd. Het Gemeentemu seum laat een schilderij van hem zien dat voor de Rederijkerskamer van Warmond is gemaakt. Het opschrift boven een glas luidt „in liefde verwarmt” waarmee een toespeling wordt gemaakt op de plaats waar de rederijkers vandaan kwamen. In de tijd van Jan Steen kon je tijdens een gelag ook een molenbeker krijgen voorge zet. Onder het draaien van de wiekjes moest het glas dan worden leeggedronken en wie dat niet lukte, moest opnieuw gaan drinken. Een ander glas uit de 17e eeuw was de drinkuit die omgekeerd moest worden neergezet omdat het pootje ont brak. Was het glas eenmaal gevuld, dan moest het „ad fundum”, tot op de bodem worden uitgedronken. Behoorde wijn misschien toe aan be paalde klassen in de samenleving, met bier was het anders gesteld. Een bordje in een 17e-eeuwse herberg vermeldt dat „Bier is dranck van alleman, Bier drinckt wie maar drincken kan”. Op de vele handelsreizen die in de Gou den Eeuw naar de Oost werden gemaakt, werd in die periode ook de thee ontdekt. Eerst als medicijn gebruikt, won ze al lengs terrein als genotmiddel. De popula riteit van de thee werd zo groot dat de prijzen flinke stijgingen gingen maken tot op het einde van de 17e eeuw de aanvoer kennelijk beter werd geregeld en iedereen er van kon genieten. Met de koffie was het al niet anders. In 1645 werd in Venetië het eerste „koffy- huis” geopend, de Engelsen zouden in 1666 volgen. De smaak van koffie moest volgens de kenner echt een beetje bitter zijn, maar voor velen bleek dat toch onoverkomelijk want het gebruik van melk en suiker werd alras ingevoerd. Thee- en koffieserviezen zijn twee hoog tepunten op de tentoonstelling; het Haag- werkenden en gedwongen niet-werken- den breed en gapend te tonen. Onder regie van Paul van der Kruk beroepskracht is We mogen niet klagen een indringende produktie geworden. Er wordt met grote overgave in geacteerd, gezongen en gemusiceerd. De produktie loopt al enige tijd, in Den Engelenbak zijn al series voorstellingen geweest, en dat laat nu duidelijk de positieve gevolgen zien. De mensen die in deze voorstelling meedoen spelen vooral zichzelf en ge bruikten ook hun eigen namen. Het zijn hun ervaringen die zij laten zien en vanuit die ervaringen is wellicht deel H, het feest je ontstaan. Dat is een relativerende ironie die van een zekere moed getuigt. Dat de spelprestaties ook nog voortreffelijk zijn is misschien in een dergelijke produktie niet in eerste instantie van belang, maar een feit bij We mogen niet klagen is dat er. over de hele linie aanstekelijk wordt geac teerd, wat enkele ontroerende scènes te midden van ook veel vrolijkheid tot ge volg heeft. Het publiek in de Toneelschuur, dat voor een deel (getuige de uitroepen van herkenbaarheid) uit werklozen bestond, reageerde al tijdens verschillende scènes uiterst spontaan. Jammer dat er slechts één opvoering in Haarlem van deze pro duktie is, maar wie dit werklozentoneel toch wil zien kan nog in De Engelenbak in de Nes in Amsterdam terecht. Daar komt nog een extra-serie opvoeringen en wel op 13 en 14 april en van 18 t/m 21 april. Van harte aanbevolen. Het feestje van Jasper in deel twee van de voorstelling begint heel vrolijk, maar al gauw komt de navrante ondertoon boven drijven. Dramatisch gezien is het een uit stekende vondst dat het feestje wordt bij gewoond door een niet-werkloze. Dat biedt volop gelegenheid de kloof tussen Cosmovox, die fantastische orgels nu voor fantastisch lage prijzen. Dat scheelt werkelijk honderden en soms zelfs vele honderden guldens Paar voorbeelden Cosmovox X365, geen 2195 maar 1995. HAARLEM.-Leerlingen van de Thea terschool in Amsterdam hebben als een der afstudeerprojekten Edward Albees eenakter Zoo-story ingestudeerd. Zoals op het informatiestencil terecht wordt gesteld biedt een dergelijk kort stuk rui me mogelijkheden te werken op het vin den en vormgeven van de emotionele on derstroom. Met andere woorden: het werken naar een eindresultaat waarin de spelers kunnen duidelijk maken hoe de emoties en gevoelens liggen bij de perso nages die ze op het toneel uitbeelden. Cosmovox F30 Leslie, geen 3595 maar 2995. Cosmovox F50 Deluxe, geen 5795 maar slechts 4995. moeite waard of Alphenaar staan op u te wachten beeld van onze drinkgewoonten door de eeuwen heen. Dat de voorwerpen die daarbij werden gebruikt toevallig vaak heel mooi zijn, is een van de aantrekke lijkheden op deze Haagse tentoonstelling, maar ze vormt beslist niet de enige reden om haar te bezoeken. Wat „Drinken en klinken” vooral duide lijk wil maken, is dat het drinken van wat voor soort drank danook, onlosmakelijk is verbonden met onze zeden. Veel spreek woorden, gezegden en motto’s wijzen daar al op, maar sommige moeten van een relatief korte duur zijn. Als het nu als een „zonde” wordt beschouwd dat wijn ver sneden wordt of met water vermengd, dan moet er ergens in de geschiedenis een breukpunt hebben gezeten. Voor de Grie ken en Romeinen gold het onvermengd drinken van wijn als onbeschaafd. Wijn behoefde trouwens extra stoffen, zoals honing, aloë en myrrhe om op smaak te worden gebracht. En als we nu zeggen dat een gebroken glas ongeluk brengt, dan staan we daar mee wel heel ver af van de middeleeuwse Venetianen die er op grote feesten een sport van maakten hun glas kapot te gooi en. Hetzelfde Venetië, dat reeds in de 13e eeuw op het eiland Murano een perfecte glasindustrie bezat die gekend in heel Europa was, deed in de 15e eeuw keizer Frederik III tijdens zijn bezoek aan de Italiaanse lagune-stad in woede ontsteken toen de stad hem als geschenk kostbaar glaswerk aanbood. De vorst liet het glas (Tot en met 4 juni, op werkdagen ge opend van 10-17 uur, op zondag van 13-17 uur en bovendien op woensdagavond van 20-22 uur. De beide paasdagen, Pinkste- ren, Palmzondag, Goede Vrijdag en He melvaartsdag is het museum als op zon dag geopend.) Zogenoemd Fqcon de Vénise, glas versierd in Venetiaanse trant dat ten noorden van de Alpen werd gemaakt. Het glas met deksel wordt een cop met serpenten genoemd. Rechts een fluit, daarachter een vleugelglas en links een glas „vetro dl trina dat aan kantwerk doet denken Alles dateert uit de 17e eeuw Peter, kan vermoeden. De kennismaking tussen de twee zal dramatisch aflopen. Aan de voorstelling van de Theater- schoolstudenten mankeert nogal het een en ander. Regisseur Marten Oosthoek heeft gekozen voor een simpele vormge ving, waarbij in feite alleen de tekst nog blijft werken. Het uiterlijk van de man Peter, die uit het verhaal naar voren komt als een vrij alledaagse heer die redelijk tot goed zijn brood verdient en een veilig burgermansbestaan temidden van zijn ge zinnetje leeft, is niet in overeenstemming met de karakterisering die Albee het per sonage in de tekst meegeeft. Alleen het colbertje geeft het verschil tussen de twee mannen aan. Verder ziet hij er beslist niet uit als iemand ”met een leidende functie op een kleine uitgeverij”. Willem Becker als Jerry is ook in zijn spel veeleer een eigentijdse vlotte bink, dan de eenzelvige kamerbewoner met ho rn of ile neigingen die genoeg heeft van zijn uitzichtloos leven. Frans Spek is niet de man Peter, doch de acteur Spek die met z’n figuur weinig raad weet. Marten Oosthoek heeft deze voorstel ling rommelig geregisseerd met veel onno dige loopjes en gedraai om het bankje heen van Jerry. Nergens zijn, rustpunten te vinden die aan dit anti-gesprek enige diepgang kunnen geven. Jammer, want Zoo-story is juist een heel geschikt stuk voor zo’n studieprojekt. Alleen zullen re gisseur en spelers zich meer moeten ver diepen in de achtergronden van de perso nages. „Drinken en klinken” met als ondertitel „3500 jaar drinkgerei uit eigen bezit” is een welhaast ideale expositie. Ze bestrijkt een zeer brede periode die begint met een eenvoudig doch sierlijk beugelkannetje uit Mykene van 1375-1300 voor Christus tot het meest geavanceerde wegwerpbe- stek dat vliegreizigers anno heden krijgen aangeboden. Niet alleen de geschiedenis van het drinken van wijn en bier, koffie en thee wordt onder de loep genomen aan de hand van diverse, vaak schitterende antie ke voorwerpen, ook de sociaal-maat- schappelijke kant wordt belicht door mid del van goed-gedocumenteerde maar nooit te lange teksten die, zoals het hoort, direct bij de geëxposeerde voorwerpen zijn te vinden. Landkaartjes, curiosa, stijlkamers, mu ziek en rondleidingen vormen de „stoffe ring” van de voorwerpen die op deze manier helder en duidelijk in hun ver band worden geplaatst. Het is zodoende geen tentoonstelling geworden van louter fraaie voorwerpen. Wat is ontstaan is een leggen van muziek op grammofoonplaten, muziekcassettes en videocassettes. Dit was 9 percent meer dan het jaar daarvoor. Ondanks die stijging is de STEMRA pessi mistisch gestemd over de te verwachten ontvangsten van dit jaar. Men ziet aanwij zingen, voor de stagnatie van de verkoop van platen en cassettes, die veruit het grootste aandeel van de reproduktierech- ten opbrengen, aldus meldt STEMRA. Kort geleden bevestigde de Hoge Raad de uitspraak van het gerechtshof in Am sterdam in een geding tussen het Willem Dreeshuis in Amsterdam en de BUMA. Evenals het hof vond de Hoge Raad dat recreatieruimten in bejaardentehuizen „openbaar” zijn in de zin van de auteurs wet. Dit betekent dat er voor de muziek, die daar ten gehore gebracht wordt, au teursrecht moeten worden betaald. Het bestuur van het bejaardentehuis was van mening dat recreatiezalen en andere gemeenschappelijke tehuizen be schouwd moesten worden als gezinsver vangende ruimten, waar de muziek vrij is van auteursrechtbetaling. De Hoge Raad was’ het daarmee oneens en bepaalde dat bejaarden in een recreatiezaal niet als „vriendenkring” gezien kunnen worden en dat dus auteursrechten betaald moeten worden. We mogen niet klagen: indringend Drinkgerei uit de 16e eeuw met midden een Krautstrunk (de voorloper van de roemer) die doet denken aan een koolstronk waarvan de bladeren zijn afgehaald. De trechterbeker van steengoed komt uit het Duitse Siegberg, de tinnen kan werd in Haarlem gemaakt Dit Haagse ensemble zou in de tweede helft van de 18e eeuw niet hebben misstaan in een chique salon. De zilveren bouilloire op komfoor werd door de Haagse zilversmid Franqois van Stapete in 1744 gemaakt. Ook het theepotje en de kopjes zijn van Haagse origine (porselein, 1776-1784). HAARLEM. Een samenloop van om standigheden bracht woensdagavond twee curieuze uitersten aan toneelvoor stellingen in één theater bij elkaar. In de grote benedenzaal van de Toneelschuur gaf Centrum een try-out van de nieuwe produktie Werk en in de bovenzaal speel de een groep amateurtoneelspelers een toneelstuk over werkloosheid. Centrum speelt op basis van mensen die geïnter viewd zijn over hun werkomstandighe den en die daar lang niet altijd even blij mee zijn. De groep boven speelde over het ontbreken vaïi werkomstandigheden, een situatie waarmee ze ook lang niet geluk kig zijn, ook al is „We mogen niet klagen” beslist geen klagerige voorstelling. Over de laatste produktie nu verder. Het Amsterdamse theater De Engelen bak, dat amateurtoneel stimuleert en zo mogelijk naar samenwerking zoekt tussen mensen die louter voor hun plezier aan toneel doen en beroepskrachten, heeft dit seizoen „We mogen niet klagen” uitge bracht. Het theater wilde een toneeipro duktie over werkloosheid organiseren, te spelen door een groep mensen die al lan ger dan zes maanden werkloos zijn. On der leiding van regisseur Paul van der Kruk werd (nu veertien spelers) de groep wat de beroepsachtergronden betreft zo gevarieerd mogelijk samengesteld. De werklozen die de voorstelling nu spelen vertegenwoordigen ook vrijwel elke leef tijdsgroep, van jong tot bijna de pensioen gerechtigde leeftijd. We mogen niet klagen is een boeiend geconstrueerd geheel geworden. Het stuk is ontstaan na vele praatmiddagen, waar op naar aanleiding van de eigen ervarin gen van de medespelenden vanuit losse improvisatiescènes werd gewerkt. Zo is er een buitengewoon aantrekkelijke toneei produktie tot stand gebracht, waarin tal- j loze facetten over werkloosheid, maar ook over werk, samen één geheel vormen, ook al bestaat de produktie eigenlijk uit twee afzonderlijke, duidelijk gescheiden delen. Voor de pauze worden losse scènes ge speeld, waarin een verduidelijking wordt gegeven van allerhande werkloosheid sproblemen; na de pauze is het publiek getuige van het feestje van Jasper Eike- ma, ter gelegenheid van de tiende verjaar dag van zijn werkloos zijn. In het eerste deel van de voorstelling

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 19