Jaloersmakende techniek
bij Alexandrov Ensemble
Tahiti-ballet
moeite waard
/paarbank
nuU
De Groep doorbreekt verwachtingen
Tijdens concert met 52-koppig orkest geen blijk van bewogenheid
Actuele tendensen van jonge garde in de Vishal
in Den Bosch
Expositie rond
Herman Moerkerk
Onze cliënten profiteren al jaren van onze
dagelijkse renteberekening op alle rekeningen
Renteberekening volgens de dagelijkse
methode betekent dat rente wordt
vergoed over elke volle dag dat het geld
op de rekening staat.
Dat betekent méér rente op Uw geld
Dirigent
wêzt nadcnond
een hankvan deze tijd
n
21
1 'WOENSDAG
APRIL
19 7 9
KUNST
-
/oor
de
ik te
103,
2 20
2 in
mier
<eld
ing.
staan
tnten
g en
>gom
een
I. Hij
i de
een
dan
>ntakt
/an
DEN HAAG. Rond het Electric Centre, de
roerige voorganger van het zoveel rustiger Zero aan
de Haarlemse Bakenessergracht, doen nog altijd
nostalgische verhalen de ronde, die je gerust met
een flink pak keukenzout moet nemen. Maar de
volgende geschiedenis bevat in ieder geval een kern
van waarheid.
HAARLEM. Tentoonstellin
gen van De Groep hebben in het
verleden vaak verwachtingen ge
wekt waaraan ook vrij veelvuldig
een passende invulling werd ge
geven. Het streven naar een hoog
kwaliteitspeil gedachtig werd de
laatste jaren een tendens naar
een min of meer veilig soort kunst
zichtbaar, zonder dat overigens
het avontuur werd gemeden. Dit
jaar worden alle mogelijke ver
wachtingen te niet gedaan door
een verrassende koerswending
ten aanzien van een aantal deel
nemers.
11 I
11 '7'
-
Mike Oldfield wordt
helaas nog overschat
CONRAD VAN DE WEETERING
- of
(ADVERTENTIE)
I
AMSTERDAM. Op dit moment reist
er door ons land het Grand Ballet de
-Tahiti. Op 22 april zijn ze in Haarlem
^(Concertgebouw) en op 23 april in Am
sterdam (Carré). De groep werd in 1977
fgesticht door het samenvoegen van twee
kleinere Tahitiaanse ensembles, Tiare
Tahiti en Tahiti Nui.
De expositie, die gratis toegankelijk is,
kan tot en met 31 mei dagelijks van 11-17
uur worden bezocht. Op maandag en eer
ste pinksterdag is het museum gesloten.
De zangers brengen het van ver nade
ren, passeren en weer in de verte verdwij
nen van een legergroep ten gehore door
zacht mummend te beginnen met begelei-
dint van één enkele balalajka en dan
steeds het volume op te voeren om het aan
het slot weer terug te laten zakken.
Dinsdagavond waren ze in de RAI in
Amsterdam (vanavond en morgenavond
ook). Dit is de eerste keer dat dit wereld
beroemde ensemble in ons land in het
openbaar optreedt, de groep was hier al
leen twee jaar geleden voor de televisie
opname.
Onder leiding van Boris Alexandrov (de
zoon van de oprichter) geeft het koor
meteen al bij het begin een duidelijk visi
tekaartje af, de groep beschikt over een
fabelachtige zangcultuur en een weerga
loze discipline. De zangers kunnen fluiste
ren en brullen en alles daar tussenin. Op
de minste wenk van de dirigent verande
ren ze rigoureus van tempo, zodanig zelfs,
dat bij Kalmka, toen het publiek enthousi
ast ging meeklappen, dit publiek de tem
powisselingen niet bij kon houden en dan
ook maar gauw ophield met meedoen.
Het is allemaal prachtig en indrukwek
kend. Het enige bezwaar is, dat alles nog
AMSTERDAM. Vijftig jaar geleden
stichtte Alexander Alexandrov een koor,
samengesteld uit twaalf soldaten van het
Rode Leger. De bedoeling was vertrooi-
ing te verzorgen voor de soldaten in de
kazernes en later ook aan het front. Het
ensemble ging een eigen leven leiden,
werd verrijkt met een orkest en enkele
dansers. Nu heeft dit Alexandrov ensem
ble van het Rode Leger 220 leden waarvan
tien zangsolisten en vijftig dansers en
danseressen. Ze reizen de hele wereld af
Wat er gezongen wordt zijn hoofdzake
lijk volksliedjes, soldatenliederen en par-
tisanengezang, maar er zijn ook wat grote
re werken bij, De wind van de vrede, van
Sjostakovitsj en een operakoor van Verdi.
Uiteraard is er ook een Hollands lied. Ik
gouw van Golland, dat met een ovationeel
applaus ontvangen wordt.
Halverwege het concert hebben we alle
effecten wel zo’n beetje gehoord en zelfs
deze uiterst virtuoze samenzang zou dan
vervelend worden, als de nummers niet
afgewisseld werden met een aantal virtu-
toze dansnummers, van matrozen, een
vrouwenregiment, kozakken, cavalerie-
kozakken en dorpsbewoners.
Vrijwel ieder nummer bestaat uit een
inleiding en dan een aantal stuntspron-
gen, draaien, humoristische passen en
acrobatisch vertoon van solisten. Alles
bijzonder plezierig en vlot. De dansers
hebben kennelijk een uitstekende oplei
ding gehad aan één van de grote ballet
academies want ze beschikken over een -
techniek waar menigeen jaloers op zal
zijn. Behalve üj Amsterdam, komt het
Alexandrov Ensemble ook in Rotterdam.
Den Haag en Utrecht.
eens versterkt wordt met luidsprekers,
wat voor de zachte passages niet erg is,
maar voor de krachtige uithalen de leven
de kracht van die stemmen terugbrengt
tot nietszeggend mechanisch lawaai.
Een schitterend effect is het als bij het
laatste lied, het hele koor op de maat van
de muziek strak van links naar rechts
heen en weer beweegt, je kan het net niet
meewiegen noemen, dat zou veel zwakker
werken.
iaat
m.
Oldfield zelf, staat tijdens een groot deel
van het concert met de rug naar het pu
bliek gekeerd, voornamelijk om het or-
Margreet
Bouwman:
Verdwaalde
hond I
(1978).
g
m-
Liet Kees Hak vorig jaar een nieuwe
ontwikkeling in zijn stillevens zien - meer
expressionistischer, wat sloridiger ook - in
de in de Vishal getoonde werken toont hij
weer een terugkeer naar een rustige en
verzorgde stijl die als beschouwelijk en
ingekeerd getypeerd kan worden. Daar-
De tentoonstelling, die in de Vishal
wordt gehouden, richt zich ditmaal op
enkele avant-gardistische uitingen die in
kleine groepen steeds duidelijk worden
gepresenteerd. Er ontbreekt wellicht de
vertrouwde en altijd nogal grote samen
hang maar er zijn nu weer zoveel span
nende zaken bij De Groep te zien dat je
opnieuw van een hoogst interessant ge
halte kunt spreken.
Ook ten aanzien van een aantal bekende
Groepsleden wordt ditmaal niet aan de
verwachting voldaan. Kees Bierman, Eric
de Nie, Jan Verburg, Marinus Fuit en Ger
Daniëls die in de afgelopen jaren regelma
tig via De Groep waren te volgen, deden
onlangs mee met de presentatie van de
blauwmap of hadden elders andere ver
plichtingen. Ook de wat oudere garde bij
De Groep is er nu niet: Poppe Damave,
Wim Steyn, Hans Mulder en Jan van Bors
sum Buisman zal ie niet vinden.
Het accent is daardoor komen te liggen
op verschillende relatief jonge kunste
naars die de laatste tijd met opmerkelijk
vernieuwend werk aan de weg timmeren.
Gedoeld wordt hier in de eerste plaats op
Margreet Bouwman, Ite Siegers, Ronald
Ruseler en Jan Polak, die hoewel uiteenlo
pend van stijl, hun vertrekpunt in de
fotografie hebben. Met name Margreet
Bouwman en Ite Siegers laten hier zien
dat ze bezig zijn met een wezenlijke ver
nieuwing binnen het kader van de figura
tie die een sterk expressionistisch karak
ter krijgt.
Bij Siegers is het naturalistische ele
ment praktisch verdwenen, zonder dat hij
de herkenbare vorm heeft losgelaten. Zijn
commentaar op de fotografie is vooral
naar vorm, maar ook naar de inhoud zeer
origineel en persoonlijk, maar blijft toch
algemeen toegankelijk. De „hondenserie’’
van Jan Polak die eerder bij Galerie Van
van zich deed spreken, sluit op deze nieu
we ontwikkeling goed aan en samen met
het monumentale object van Ruseler ont
staat zodoende een klein maar intrigerend
beeld van een richting die hier in Haarlem
baanbrekend mag worden genoemd.
Ver afstaand van deze expressionisti
sche figuratieven staat een groepje van
vier kunstenaars dat uit de conceptuele
hoek komt waarbij een minimal-art-achti-
ge invloed merkbaar is. Het gaat om Bert
Schutter die video gebruikt voor een lijn
project, Jean Le Noble (als introducé aan
wezig) die de lijn op haar beeldende ver
mogen onderzoekt, Wim Bosman die als
enige beeldhouwer hier aanwezig is en
een nogal educatief environment heeft
gemaakt over de vindplaats van diverse
soorten gesteenten in de Pyreneeën en
tenslotte Frank Masion, van dit kwartet
misschien de meest gerichte minimal-art
kunstenaar. Allevier maken ze werk dat
volstrekt on-emotioneel overkomt, dat be
studeerd lijkt te zijn en overdacht moet
worden zonder dat daarbij een kwestie
van gevoel gaat meespreken.
Altijd een wat vreemde eend in de
Groepsbijt is Enno Kammeijer die deze
keer met een schitterend lichtobject aan
wezig is. Kammeijer heeft in de afgelopen
jaren met zijn onderzoeken naar de wer-
niet imponeren. Elk orkestlid gaat ge
kleed in hetzelfde t-shirt, broek en schoe
nen. Een viertal koude, op lantaarnpalen
gelijkende spots dompelen het geheel in
zachtjes pulserend licht. De minuten glij
den onaangeroerd door het in alles door
gevoerde metrum (meestal 7/8) weg;
slechts een verandering van klankkleur
verandert de stemming, feitelijk net zoals
het geval is met veel bedenkelijke achter
grondmuziek. Verkeerd gehanteerde hu
moristische invallen zoals het gelijktijdig
opspringen van de gitaristen of het laten
meeklappen van het publiek versterken
de goedkope indruk daarbij nog.
Uit niets krijg je de indruk dat Oldfield
zich door wie dan ook iets laat zeggen.
Vroeger kon dat niet omdat hij bevreesd
was voor contacten, tegenwoordig niet
omdat hij zich boven anderen bij voor
baat verheven voelt. De in aanzet aanwe
zige kwaliteiten op compositorisch gebied
waarover hij zeker beschikt, lijken dan
ook niet meer tot ontwikkeling te kunnen
komen. Oldfield wordt helaas ook nu nog
mateloos overschat: ook dat zal hem niet
helpen verder te komen.
JOHN OOMKES
LsZich faam, erkenning en welstand wist te
^verschaffen met het ambitieuze solopro-
fe^ject Tubular Bells, herinnerde men zich
g?de opnameband. De tape werd afgeluis-
F*terd en bleek veel thematische kenmer-
^men te bevatten die ook op Tubular Bells
'voorkwamen. Of de band ooit bestaan
heeft of nog in circulatie is, weet ik niet,
maar zowel Kevin Ayers als Oldfield zelf
bevestigen dat Mike destijds al behept
was met het idee een soloproject van de
grond te tillen.
Ik moest aan die geschiedenis denken,
toen ik dinsdagavond in het Haagse Con
gresgebouw geconfronteerd werd met
wat we de „nieuwe,’ Mike Oldfield kunnen
noemen. Michael Oldfield was amper 20
jaar toen zijn Tubular Bells opzien baar
de. Links en rechts loofden kritici zijn
uitgesponnen, door vele overdubs (instru
ment voor instrument opnemen) ontstane
compositie. Waardering vanuit de klassie
ke wereld werd zijn deel. Lof in de zin dat
Oldfield een brugfunctie tussen verschil
lende muzikale genres in zou nemen werd
hem toegewimpeld. Wat argwanender
werden zijn daaropvolgende werkstukken
bekeken; Hergest Ridge heette een opge
klopt collagestuk, Ommadawn geen volle
dig herstel.
Gedurende de afgelopen jaren leefde
Oldfield in afzondering, in wezen onzeker
over zichzelf, zijn producten en de manier
waarop hij moest reageren op de overwel
digende belangstelling voor zijn persoon.
Interviews werden niet toegestaan, af
spraken niet nagekomen. Aan optredens
voor publiek durfde niemand te denken;
slechts een BBC-film over Tubular Bells
was alles wat voor handen was. Tijdens de
opnamen van Incantations (zomer 1978)
letterlijk bezweringen of toverformules,
raakte Oldfields verloving uit. Hij zocht
en vond steun bij de dubieuze Amerikaan
se semi-religieuze therapie ESP genaamd,
waarover de gekste verhalen de ronde
doen. Mike’s karakter veranderde van
dag in nacht.
Plotseling kon en mocht alles. Tijdens
tientallen interviews verbaasde het ooit zo
schuchtere mannetje journalisten met
pseudoextraverte ontboezemingen, die er
entegen heeft Haye Gemser zich van een
zekere statische instelling losgemaakt. Hij
brengt nu meer dynamiek in zijn magisch-
realistische werk door het invoegen van
bewegingen van ogenschijnlijk dode ob
jecten. Op mij komen de Magritte- en
Willink-achtige citaten als nogal bekend
over. Ze hebben nauwelijks een eigen
commentaar gekregen en wekken snel de
indruk van spielerei.
Ook bij Jaap Ploos van Amstel is een
koerswending te merken. Hij brengt een
serie tekeningen waarin de van hem be
kende poorten en monumentale deuren
getransformeerd zijn in kooien, zo je wilt
kaders om een neushoorn heen. Voor
Ploos van Amstel is het dier overigens
maar een aanleiding, het levert hem een
vorm die hij een sterk plastisch karakter
kan geven. Op zijn manier is Ploos var
Amstel ook een expressionist die de ge
voelswaarde in zijn werk net als bij Bouw
man en Ruseler sterk wil intensiveren.
Dat het punt waarop hij uitkomt een heel
ander resultaat heeft, is slechts een van de
verrassingen op deze tentoonstelling van
De Groep.
Het weegt ruimschoots op ten aanzien
van een paar minpuntjes van deze exposi
tie: het vrijwel volledig ontbreken van de
beeldhouwers waardoor de ruimte een
weinig gevuld aanzien heeft gekregen. Het
werk van een Erik van Spronsen of een -
Remco van der Guften wordt nu node
gemist. Waren er voor hen geen introdu
cés als vervanger uit te nodigen geweest?
(Tot en met 13 mei, geopend van 10-17
uur, op zon- en feestdagen van 13-17 uur).
CEES STRAUS
king van het licht via gekleurde plastic
panelen zonder de hulp van een mechani
sche lichtbron zeer mooie objecten laten
zien. Nu maakt hij gebruik van een rode
tl-buis in een verder donkere ruimte wat
een bijna mysterieuze en vooral ook magi
sche sfeer schept.
I
J| Rond 1970 trad de Engelsman Ke-
vin Ayers en zijn Whole World in het
jongerencentrum op. Een van de le
den van zijn groep was een kopschu-
i we zeventienjarige muzikant, ene Mi
ke Oldfield, die altijd in de weer was
met zijn gitaar en een bandrecorder-
i tje, waarop hij nieuwe accoorden en
gitaargroepen vastlegde.
met hun blote handen op hun eigen lijf
(alsof ze muggen doodslaan), allerlei rit
mes in steeds weer andere klankkleuren
te slaan, maar ook de dansvormen wor
den interessanter.
Eerste verrassing, dezelfde heupbewe-
gingen die we al kennen, nu uitgevoerd
door drie danseressen in Jugendstil-jur-
ken (1920). Tweede verrassing, een ode
aan de hef de, door Jacqueline Muller en
Teve Tuhipua, waarbij het spel van de
jongen met de lange haren van het meisje
en het strelen van haar rug een belangrij
ke rol speelt.
Een fakkeldans, een dans met rondslin
gerende witte touwtjes, een amusante
mannendans en een dans waarbij de artis-
ten eruit zien als Egyptische beeldhouw
werken zorgen ervoor, dat de voorstelling
naar het eind toe steeds boeiender wordt
met overigens een kleine inzinking in de
finale.
CONRAD VAN DE WEETERING
Dat deze daners uit een warm land
komen, blijkt ten eerste uit de spaarzame
kleding en ten tweede uit een tamelijk
lome manier van bewegen, die voor de
vrouwen hoofdzakelijk uit allerlei heup-
wendingen bestaat en voor de mannen
vaak uit een merkwaardig in en uitdraai
en van de gebogen benen bij het lopen,
alsof ze in hun knieën klappen.
Als je te ver af zit, lijken hun armgeba
ren erg slap, maar als je dichterbij komt,
merk je, dat ze daarbij allerlei kleine,
bijzondere handgebaren maken, ontleend
aan bewegingen uit het dagelijks leven.
De meeste meisjes beschikken over de
fraaie lichaamswelvingen die de beeld
houwer Maillol zo graag in zijn beelden
laat zien en hun tinten en kleding doen
vaak denken aan Gauguin.
Toch is vooral het begin van de voorstel
ling nogal teleurstellend. In het program
ma staat een interessant verhaal over de
schepping van de aarde, als de inhoud van
het eerste ballet, maar dat hele verhaal
wordt eventjes ontspannen gemimed en is
in een oogwenk voorbij. Marcel Mate zingt
wat sentimentele bedjes bij een gitaar en
verder is het een kleurige show met bloe
menslingers en vlotte muziek.
De demonstratie van heupbewegingen
door vijf jonge meisjes (draaien, kantelen,
wiegen en schudden) is best plezierig om
te zien maar het enige opwindende er aan
is, de vraag hoe die rokjes zo laag op die
heupen blijven hangen.
En dan is er opeens een fascinerende
solo van Linda Ratti Nassami, ze is langer
en slanker dan de anderen en beweegt
zich gespannen als een riet met uiterst
expressieve lange handen en razendsnelle
heupwendingen. Deze solo alleen al
maakt een gang naar het ballet van Tahiti
de moeite waard, maar na de pauze
«omen er nog veel meer verrassingen.
J^Niet alleen blijken de dansers, nu eens
JJj'et stokjes, dan weer met oesterschelpen,
ww een smet bamboestengeitjes, dan weer
I
kest te kunnen leiden. De dirigerende taak
eigent hij zich toe ondanks de aanwezig
heid van componist-arrangeur-dirigent
David Bedford, die derhalve tot edelfieu-
rate is gedoemd. Het kost Mike zo te zien
weinig moeite; zijn gitaarsoli worden zon
der uiterlijk blijk van bewogenheid of
inspanning afgehandeld. Vooral voor de
pauze, als driekwart van Incantations
wordt gespeeld, behoudt de situatie een
vervreemdend onderkoelde zeggings
kracht, waarbij de minimale muzikale op
bouw zo nu en dan slaapverwekkend
werkt.
Meer leven komt in de brouwerij als
Oldfield na de pauze een grote variatie
aan muziek laat horen. Twee gedeeltelijk
herschreven citaten uit Tubular Bells, het
disconummer I’m guilty en de folk jig uit
Ommadawn. Nog immer domineert Mike
dan het gebeuren, dat zich muziekblad na
muziekblad afwikkelt zonder dat er
werkelijk wat gebeurt. Climaxen zijn
pompeuze, Wagneriaanse tutti, overgan-
gen worden vaak ontregeld door verschil
lende klankkleur en verkeerd transpo
neren.
De aankleding van het concert kan mij
««SS
is niets nieuws bij
Nutsspaarbank!
op neer kwamen dat je als je werkelijk
iets wilt, alles kunt. Ook uitlatingen als
„Ik ben een genie, ik ben een sufkont, jij
bent een genie, en jij bent..een.
juist” deden twijfelen aan zijn geest. Niet
temin ontdekte Oldfield in rap tempo de
genoegens des levens, iets wat zelfs resul
teerde in het disconummer I’m guilty.
Deze achtergrond gaat pas spreken als
je Oldfield in levende lijve krijgt voorge
schoteld. In Den Haag krijgen we eind-
leijk eens een kijkje in zijn muzikale keu
ken te zien. Op het podium valt een maar
liefst 52 koppen tellende begeleidings
groep uiteen in een aantal duidelijk onaf
hankelijk functionerende „orkest”-secties
zoals percussie (met onder meer de
broertjes Moerlen uit Gong), electronica
(gitaren en keyboards), strijkers, blazers
en een dameskoortje, waarin de bekende
folkszangeres Maddy Prior de soli voor
haar rekening neemt.
HAARLEM-DEN BOSCH. Nadat al
eerder door het Noordbrabants Museum
aandacht aan zijn werk was besteed,
wijdt het Museum Slager in de Choor-
straat in Den Bosch een grote overzichts
expositie aan het oeuvre van Herman
Moerkerk.
De expositie, die volgende week vrijdag
geopend wordt /door de Bossche wet
houder F. H. J./M. van den Eerenbeemt,
wordt verzorgd door de stichting P. M.
Slager ter gelegenheid van de honderdste
geboortedag van de kunstenaar die leefde
van 1879-1949. Moerkerk woonde, zoals
wij onlangs vermeldden, een aanzienlijk
deel van zijn leven in Haarlem.
Op de tentoonstelling, die ruim driehon
derd nummers bevat, zullen olieverven,
aquarellen, tekeningen, schetsen en ont
werpen te zien zijn naast door Moerkerk
geschreven en of geïllustreerde boeken,
tijdschriften, artikelen, reportages en an
dere verhalen.
■ü- Ratti Nassami, een van de solisten van het
Grand Ballet de Tahiti.
Het verhaal wil zelfs dat het concert in
Electric Centre werd opgenomen. Drie
i jaar later, toen diezelfde Mike Oldfield
MICHAEL OLDFIELD
I II
H