„De grootste van alle vorstinnen en hoeren” (Lord Byron)
JF
P. H. Schroder
IOO
3100
rk
rerk
Troonstrijd
De dood van Peter III
Verlicht despoot
De tijd van Potemkin
liiliBi
1
erne
zelf-
jeen
as-
aan-
deze
eling
ons
han-
Dezer dagen is het 250 jaar geleden dat in het vorstendommetje Anhalt-Zerbst, ten zuiden van
Maagdenburg, een prinsesje werd geboren, dat in de Lutherse kerk Sophia Augusta Frederika
werd gedoopt, maar dat door haar ouders Fikchen werd genoemd. Zij hadden allebei op een zoon
gehoopt. Een zoon kon altijd wel carrière maken in het leger. Maar wat te beginnen met een
dochter? Er waren al tientallen Duitse prinsesjes die niet veel anders te doen hadden dan op een
man te wachten. Het had er alle schijn van dat ook aan Fikchen een dergelijk lot beschoren was.
Maar voor het zover was zou haar opvoeding de ouders een heleboel geld kosten. Er moest een
muziekleraar zijn en een dansleraar en een godsdienstleraar en in de eerste plaats een Franse
gouverneur voor de taal en de maintien. En vader Christiaan August was maar gewoon officier in
het Pruisische leger. Dus waren er zorgen, moeder Johanna Elisabeth nam het haar dochter
kwalijk dat ze geen zoon was, de toekomst zag er niet rooskleurig uit.
I
H t
[|b
j w e
ing
tlijk
she
gen
'tie-
•ael,
voor
■n te
CATHARINA DE GROTE
ji- Spotpent op de Grote Catharina
"aker
Zaken
ran
op
van
op
Dan plotseling komt de verandering. In Rusland
regeerde Elisabeth, jongste dochter van Peter de
Grote, een uitermate levenslustige vrouw die; naar
de woorden van de Engelse gezant in Moskou, geen
ons nonnenvlees aan haar lijf had”. Haar
minnaars, door het Russische hof heimelijk betiteld
als les empereurs nocturnes, waren velen en
wisselden elkaar met grote snelheid af. Elisabeth
sprak vloeiend Frans, maar was overigens zeer
onontwikkeld, zeer onbeheerst en zeer afkerig van
staatszaken. Daar zij geen kinderen had wees zij
haar neef, de zoon van haar zuster Anna, als
troonopvolger aan en voor deze, in Duitsland door
Pruisische officieren opgevoede Peter zocht zij nu
een geschikte gemalin. Toen zij hierover de koning
van Pruisen, Frederik II, raadpleegde, dacht deze
aan Fikchen. Hij ontbood haar vader, bevorderde
hem tot veldmaarschalk en droeg hem op zijn
dochter te laten schilderen. Het portret beviel
Elisabeth en weldra kreeg Fikchens moeder de
uitnodiging met haar dochter naar Moskou te
komen „om kennis te maken”, wat betekende: „op
zicht”.
De reis was lang en moeilijk, maar de ontvangst
was hartelijk en het slimme Fikchen met haar
aardige toetje en haar rappe geest wist zich al gauw
bij de tsarina bemind te maken. En weldra zien we
de onverdacht Lutherse Sophia Augusta Frederika
veranderen in de overtuigd Grieks-katholieke
Catharina Alexejewna, verloofde van grootvorst
Peter en een jaar later zijn vrouw. Van enige liefde
of zelfs maar genegenheid tussen de echtelieden is
■nimmer sprake geweest, zij gingen hun eigen gang
en leefden hun eigen leven. Peter wordt ons
beschreven als ziekelijk, schuw en onhandig,
bedorven door de Duitse militaire dressuur,
waarvan hij zijn liefde voor uniformen en
exerceren had overgehouden. Wij zouden hem
hoogstens zwak begaafd noemen. Catharina, nu
grootvorstin Catharina, daarentegen was levendig,
kwiek en in hoge mate ambitieus. Zij wierp zich op
de studie van het Russisch en las wat zij in handen
kon krijgen, niet alleen over haar nieuwe
vaderland, maar ook de geschriften van Franse
filosofen als Rousseau, Voltaire, Diderot en
d’Alembert. Hun nieuwe soms revolutionaire
denkbeelden fascineerden haar en in latere jaren
zou een drukke correspondentie met hen blijk
geven van haar belangstelling voor de nieuwe geest
die uit hun geschriften sprak. Maar toen het
huwelijk met Peter niets bleek voor te stellen vond
zij, jong en hartstochtelijk als zij was, weldra een
minnaar die haar verlangen naar hef de bevredigde.
De eerste was Sergius Saltykov, haar kamerheer en
een man zo mooi als de dag, zoals zij later in haar
Gedenkschriften schreef. Misschien is hij de vader
van haar zoon Paul, die in 1754 werd geboren, maar
diens karakter doet meer aan dat van Peter denken.
Hij is later krankzinnig geworden en werd na een
„regering” van vijf jaar door leden van de
hofhouding vermoord. Maar zover zijn we nog niet.
Op Saltykov volgde Stanislaus Poniatowski, die
tien jaar later koning van Polen werd, op hem
Gregor Orlov, een van vijf broers die Catharina tot
de dood toegewijd waren.
snel gemodelleerd naar een bekende opvatting,
alles valt in de gereedliggende verwachting en
zo is er werkelijk niets nieuws.
De ouders van de jonge vrouw lijken wel het
echtpaar van de Rijksverzekeringsspaarbank, je
ziet hun vertederde blikken naar het jonge geluk,
de welwillende medewerking bij de idealistische
plannen, de boze reacties als Oude Waarden door
Nieuwe vervangen dreigen te worden. De jongelui
zetten vastberaden door, bereid teleurstellingen te
verwerken.
Een dergelijke mentaliteit heeft aantrekkings
kracht zoals ons al jaren door prekend en
vormend Nederland wordt bijgebracht en ja
hoor, daar komen ze: de drop-out en de idealisti
sche student en het meisje dat het-niet-meer-zag-
zitten, de twijfelmoedige huisvrouw. Voor de boer
en slecht opgezette plannen leiden soms tot succes.
Voor de avond gevallen was had Catharina St.
Petersburg vast in de hand. In haar eerste manifest
verklaarde zij tot redding van de orthodoxe kerk
en van de bedreigde eer van het vaderland de troon
te hebben bestegen. Zonder dat een druppel bloed
was gevloeid had de omwenteling zich voltrokken,
’s Avonds bereikte de eerste gezant van haar man
het paleis. Hij sprak zijn verwondering uit over
haar staatsgreep en vermaande haar zich aan het
gezag van de tsaar te onderwerpen. Catharina
leidde de boodschapper naar een der vensters van
de zaal, wees op de ontzaglijke, opgewonden en
geestdriftig woelende menigte op het plein en zeide:
„Als ik mij onderwerp is het aan de wil van het
volk”. Het waren woorden uit de boeken, die zij
gelezen had en zij kwamen nu uitstekend van pas.
Ze maakten indruk op de gezant, die de knie boog
voor de nieuwe heerseres. Hij was de eerste van een
reeks boodschappers, die kwamen om haar te
bedreigen en bleven om haar te dienen.
Uit deze brief mag de conclusie worden
getrokken dat Catharina niet het bevel heeft
gegeven haar man te vermoorden. Haar morele
medeplichtigheid blijkt echter zonneklaar uit de
betrekkingen die zij bleef onderhouden met de
en de boerin is iedereen welkom soms natuurlijk
na wat gesputter. De boerin is juriste en de boer
heeft Wageningen op zak en beiden hebben de
ontwikkelingshulp achter de rug Waar Zij Elkan
der Leerden Kennen. Dan komen natuurlijk de
niet-begrijpenden etc. De conflicten stapelen zich
op maar Loes en Evert slaan er zich dapper
doorheen en in het voorjaar, als het even meezit is
het bijna Pasen, wordt toch alles nog goed. Het
wantrouwen van een van de buurmannen is
overwonnen.
Bogart heeft zijn Nederlands aan deze opzet
zorgvuldig aangepast. Het is tut Nederlands, zo
van: „De mannen begaven zich op pad” en „Maar
Eef toch, deed Loes” en „De beteuterde buur
man”. Alles geheel 5e klas lagere-schoolavontu-
ren-voor de jeugd-deel 3-stijl.
Nu kun je zo’n roman in deze stijl als een grap
opvatten. Dat kan, en het hangt dan van je gevoel
voor humor af hoe je dit boek waardeert. Ik vind
zo’n grap te uitgewerkt, dat doet Koot sneller en
leuker, vooral daar het publiek dat ontmaskerd
moet worden toch niet wordt bereikt. Ik heb wel
bewondering voor de trefzekerheid, waarmee in
elk opzicht het cliché gevonden is. Daarmee wordt
het minder eenvoudig om het werk als een grap te
kenschetsen en krijgt het de reclame-achtige glad
heid van pop-art. Wat mij betreft echter is de
boodschap van de pop-art: aan de eigenlijke pro
blemen van existentie en vormgeving valt niets
„op te lossen” allang aangekomen. De beeldende
kunst is al weer overgegaan tot de orde van de
dag, namelijk toch maar weer proberen.
ANNEKE VAN LUXEMBURG
moordenaar en zijn handlangers. Gregor Orlov
bleef haar minnaar en zijn broer bleef in ere.
boerenstand werd in het geheel niet gedacht,
integendeel. Aan de gouverneur van Moskou
schreef de keizerin eens: Als onze boeren
ontwikkeld werden, zouden u en ik niet lang onze
plaats behouden. Als er sprake was van onderwijs,
gold dit alleen het onderwijs dat de hogere standen
ten goede kwam. Catharina stichtte de Russische
Academie en droeg haar op een Woordenboek der
Russische taal in het licht te geven, in navolging van
de befaamde Encyclopedie van Diderot en
d’Alembert. Met de eerste was zij in briefwisseling
en toen hij in geldverlegenheid verkeerde, omdat
hij zijn dochter een bruidschat wilde meegeven,
kocht zij zijn bibliotheek, benoemde hem tot
bibliothecaris en keerde hem tot zijn dood een
jaarwedde uit waarvoor hij „haar” bibliotheek
bleef beheren. In 1774 verbleef hij enige maanden
in St. Petersburg en bezocht Catharina vrijwel
dagelijks. Hun gesprekken waren zo openhartig en
vrijmoedig dat Catharina er zelf verbaasd over
was. Zeker ook onder de invloed van Diderot
toonde de keizerin zich ten opzichte van de
godsdienst zeer vrijzinnig. Kettervervolgingen
verbood zij, voor haar Mohammedaanse
onderdanen het zij de Koran in het Russisch
vertalen, moskeeën werden herbouwd, de Jezuïten
waren na de opheffing hunner orde in Rusland
welkom. Maar wel nam zij alle rijke goederen der
Grieks-katholieke kerk in beslag en schroomde niet
de aartsbisschop van Moskou die daartegen
protesteerde in de gevangenis te laten gooien. De
kerkelijke gronden werden keizerlijke domeinen,
de geestehj ken staatsambtenaren en dus van haar
afhankelijk. Ook de rechtbanken kwamen onder
keizerlijk toezicht; de rechters werden beter
betaald en waren daardoor minder toegankelijk
voor omkoping. Het gebruik van de pijnbank werd
beperkt.
Tekenend voor Catharina is dat zij zich als eerste
in Rusland het inenten tegen de pokken. Zij
ontbood uit Londen de toen befaamde geneesheer
Dimsdale en omringd door haar sidderende en
wenende hofdames stak zij hem haar keizerlijke
arm toe. Pas toen zij na negen dagen nog leefde,
durfden velen haar voorbeeld te volgen. Zo is er
allerlei waardoor deze keizerin ons voorkomt
modern, verlicht, vrij van vooroordelen en
rechtvaardig te zijn geweest. Of zij waarlijk Groot
was wordt door velen betwijfeld en dat niet alleen
om haar particuliere leven.
lebben
1 dag
jes in
In 1762 stierf keizerin Elisabeth en grootvorst
Peter werd als Peter III tot tsaar aller Russen
uitgeroepen. Door allerlei onverstandige, zelfs
domme maatregelen joeg hij velen tegen zich in het
harnas. Hij voerde de Duitse discipline in het leger
in, sloot een ongunstige vrede met Pruisen, dreigde
Catharina dat hij haar in een klooster zou opsluiten
en zijn maitresse tot tsarina zou verheffen en
misdroeg zich bij de begrafenis van zijn tante op
een afschuwelijke wijze door te lachen, zijn tong uit
te steken en de geestelijke in de rede te vallen. Het is
niet twijfelachtig dat Catharina alles deed om de
haat tegen haar man aan te wakkeren.
Elisabeth was op 5 januari gestorven, op 9 juli
pleegde Catharina haar staatsgreep. Met Orlov aan
haar zijde, gekleed in een eenvoudige zwarte japon
betrad zij het exercitieterrein van de grootste
kazerne van St. Petersburg en stelde zich onder de
bescherming van „haar” soldaten, zeggende: „De
tsaar heeft bevel gegeven mij en mijn zoon
gevangen te nemen en te doden. Ik zoek bij u steun
Nog dezelfde avond trok tsarina Catharina II aan
het hoofd van haar leger naar het lustslot
Oranienbaum waar Peter verblijf hield. Ondanks
de aansporingen van zijn officieren had hij nog
geen enkel besluit genomen zonder het te
herroepen. Eerst bood hij op haar nadering aan de
regering met haar te delen, daarna deed hij afstand
van de troon en tenslotte smeekte hij om een
vrijgeleide voor hem en zijn minnares. Catharina
echter had de akte van afstand al opgesteld en
Peter tekende het stuk zonder protest. „Hij heeft
zich laten onttronen als een kind dat men naar bed
stuurt”, schreef Frederik II. In het slot Ropsja werd
hij gevangen gezet onder bewaking van de Orlovs.
Enkele dagen later, op 16 juli 1762 ontving
Catharina een brief van Alexius Orlov, een broer
van Gregor, die sterk aan Dostojewski doet denken,
een brief kennelijk in dronkenschap geschreven en
die zonder twijfel echt is. „Moedertje, genadige
Keizerin”, luidt de aanhef. „Hoe moet ik verklaren
wat er gebeurd is? U zult uw trouwe dienaar niet
geloven, maar, bij God, ik spreek de waarheid.
Moedertje, ik ben bereid te sterven, maar ik weet
niet hoe de ramp is geschied. Wij zijn verloren als u
geen genade voor recht laat gelden. Hij is niet meer.
Maar wie zou de hand durven opheffen tegen zijn
keizer? Maar het onheil is geschied. Er was een
gevecht, wij konden ze niet scheiden en opeens was
hij niet meer. Wij herinneren ons niet wat wij
gedaan hebben, maar wij zijn schuldig. Wij hebben
de dood verdiend. Heb genade met mij om mijn
broeders wil. Ik heb mijn getuigenis afgelegd. Er
valt niets meer te onderzoeken. Vergeef mij of
beveel dat er een einde aan mijn leven wordt
gemaakt. Wij hebben u vertoornd en onze ziel voor
eeuwig in de verdoemenis gestort”.
Men heeft het streven der vorsten die bekend
staan als verlichte despoten wel omschreven met de
woorden: alles vóór, niets door het volk. In die zin
is Catharina II geen verlicht despoot geweest. De
toestand van de lijfeigenen is onder haar bewind
niet verbeterd, in tegendeel zelfs. Zij had de
gewoonte aan gunstelingen en speciaal aan
afgedankte minnaars grote stukken grond weg te
schenken met de daarop wonende boeren. Die
verloren daarmee hun status van,kroonboeren”,
lijfeigenen op rijksgrond. En kroonboeren werden
in ’t algemeen beter behandeld dan zij die aan
particulieren behoorden. Aan ontwikkeling van de
zijn in
diver-
;n.
fr GREGOR POTEMKIN
en hulp DWbrschijning van de aantrekkelijke
jonge vrouw met haar koninklijke houding miste
haar uitwerking op de soldaten niet. „Leve
moedertje Catharina!” schreeuwden zij. Zij
omringden haar, kusten haar handen en de zoom
van haar japon en zwoeren haar te zullen
beschermen, zelfs tegen de tsaar. Een
voortreffelijke regievondst van Orlov was dat hij
juist op dit moment de pope van het regiment ten
tonele deed verschijnen met het crucifix hoog
geheven in de hand en naast hem de
regimentscommandant Rasumofsky. In de kille
ochtendnevel, onder de blote hemel, werd
Catharina, omringd door enige tientallen soldaten
uitgeroepen tot alleenheerseres over Rusland.
Tot zover was de voorstelling door Orlov in scène
gezet. Wat verder zou geschieden moest aan het
toeval en aan de „volkswil” worden overgelaten.
Geen wonder dat Frederik II later aan Catharina
schreef: „Ihre Verschwörung war ein Wahnsinn
und schlecht angezettelt”. Maar ook waanzinnige
Rooiers: sfeer van het cliche
Van Ben Borgart verscheen bij De Bezige Bij
wel aardig al die b’s Rooiers. Het verhaal
betreft twee moderne en modern denkende jonge
lui, die enthousiast en idealistisch in de Flevopol-
der een boerderij beginnen, maar die, doordat ze
hun plannen kleinschalig en milieuvriendelijk
willen verwezenlijken, op veel tegenstand stuiten
van de overheid en met-begrij pende mede
mensen.
Vanaf de allereerste pagina, de allereerste scè
ne, is de sfeer vast en stevig dezelfde: die van het
cliché. Het landschap is oer-Hollands, zoals de
Tros het maken zou, en elke beschrijving zowel
van personen als van zaken lijkt een sterreclame.
De personages weigerden personen van vlees en
bloed te worden, elk nieuw toegevoegd trekje
wordt onder de bekwame handen van de verteller
Catharina heeft vele minnaars gehad. Van 21 zijn
de namen bekend. Sommige relaties waren
vluchtig, andere duurden wat langer, maar geen is
van grotere betekenis geweest dan die met
Potemkin, naar wie later de bekende
pantserkruiser is genoemd. Hij was niet alleen een
aantal jaren haar bedgenoot, maar levenslang haar
vriend, haar vertrouwde, haar raadsman,
misschien zelfs haar echtgenoot. En toen de jaren
voorbij waren dat hij haar sponde deelde, was hij
het die opvolgers voor die functie voor haar
uitzocht. En hij deed dat met grote toewijding,
wetend dat de band tussen zijn keizerin en hem niet
voor vluchtige avonturen met andere mannen werd
verbroken. Potemkin wordt ons beschreven als een
geweldige reus met een brede tors, wilde haren, één
oog (vandaar zijn bijnaam de cycloop), een
geweldige eetlust, een zware drinker met
sentimentele buien, kloosterneigingen en wroeging,
een held in de oorlog en ook weer een kind, nu eens
ijverig, dan weer oneindig lui, een mengeling van
goed en kwaad een echte Rus. Zijn toewijding
aan Catharina werd slechts geëvenaard door zijn
liefde voor Rusland en jaren heeft hij gestreden,
zowel te velde als in de diplomatie om zijn
vaderland toegang tot de Zwarte en daardoor tot de
Middellandse Zee te verlenen. De gebieden rondom
de Zwarte Zee waren toen Turks en in lange,
mensenverslindende oorlogen zijn ze door de
Russische legers bezet. Potemkin kreeg de titel
Prins van Taurië, de streek om de Krim. Met deze
expedities zette Catharina het streven van Peter de
Grote naar ijsvrije havens voort. Maar tevens
breidde zij Rusland naar het westen uit. Het
ongelukkige Poolse rijk was daarvan het
slachtoffer. Driemaal vond een Poolse deling
plaats, driemaal bezetten Oostenrijk, Pruisen en
Rusland Pools gebied en in 1795 was Polen uit de rij
der zelfstandige staten verdwenen.
Catharina de Grote
■en