in amsterdam
E
Spelontmoeting
amateurtoneel
in Egelantier
UITZENDKOI
Poolse mime lijdt
onder herhaling
streekgenoten
exposeren
Aan de Baan Industrial
I
Nieuw:
Jean-Bernard Pommier overtuigend en virtuoos pianist in Schumann
Duitse cultuurprijs
naar Jeanne Hersch
t
ft!
3
M E I
Akademia Ruchu
Dagelijks
verse asperges
bereid naar zeven
verschillende recepten
Of!»
ti
Jan Zondag
Theo Voorzaat
BOM
DONDERDAG
19 7 9
KUNST
-
Tel. 023-
Korte Houtstraat 4, Haarlem.
Speciaal voor wie in de industrie ongeschoold of
geschoold wil werken. Een halfjaar na opening
van het eerste kantoor nu al een tweede. Over
accelereren gesproken
Kom kennismaken en een posterkalender (april
1979-april 1980) halen!
tekende
kleine
Hynckes
larlem j
JONGE DUBBELE O GRAAN JENEVER
die moet u proeven, die isgeweklig
f a
X
AMSTERDAM. Er is bij het Concertgebouw
orkest kennelijk een hang om de spectaculaire
balletten die in onze eeuw geschreven zijn, com
pleet uit te voeren. Onlangs werd die gesignaleerde
tendens een feit in Stravinski’s Vuurvogel, gister
avond was dat het geval met Ravels „Daphnis et
Chloë”, dat door Haitink en de zijnen op een
abonnementsconcert aan de orde werd gesteld.
Toen Raoul Hync
kes in de jaren vijf
tig voor het eerst
met zijn landschap
pen en dorpsgezich
ten uit Belgisch
Limburg in het
openbaar kwam, be-
dat een
sensatie,
was tot
dan toe immers be
kend, c.q. vermaard
vanwege zijn ma-
gisch-realistische
stillevens. Dat werk
was gemaakt in een
stijl die hem deed
thuishoren in het
rijtje Carel Willink,
Pijke Koch, Wim
Schumacher en
Dick Ket. Hynckes’
landschappen hoor
den daar helemaal
niet bij: ze waren
impressionistisch
en kenden ook niet
het sombere karak
ter van de vanitas-
voorstellingen.
kan-
24 12 66
UTRECHT. Woensdagmiddag stapten er een tiental
d- Jan Zondag: Kortenhoef, pen met pastel. Circa 1945
(ADVERTENTIE)
De Haarlemse symbolistische schilder
Harry Balm heeft tot 23 mei een expositie
JOHAN VAN KEMPEN
(ADVERTENTIE)
(AD VER TENTIES)
'è-
(Van onze kunstredactie)
18
tlon.
Theo Voorzaat: „No Return IV, olieverf op doek, 78
Haitink toont natuurlijke
t
verwantschap met Ravel
M*. «lu»
2
en met zaterdag van 14-17 uur terecht en
bovendien op vrijdagavond van 19-21 uur.
van recente schilderijen in de Franse gale
rie Condillac in de gelijknamige straat in
Bordeaux.
Acht Haarlemse en een IJmuidense ver
eniging spelen ieder een gedeelte van cir
ca 10 minuten voor twee personen uit een
toneelstuk. Na elke voorstelling is er een
open discussie, begeleid door de provinci
ale adviseurs Jos van Dijk en Gelijn
Molier.
Het programma begint om 16 uur. Het
laatste voorstellingsfragment belooft om
21 uur te beginnen.
jü- BERNARD
HAITINK
wachten, of draaien een kwartslag en gaan dan verder.
Als iemand een initiatief neemt, bijvoorbeeld op de tenen
gaat lopen of begint te zoemen, zijn er twee mogelijkhe
den, of ze doen hem allemaal na, of ze laten hem allemaal
links liggen.
HAMBURG (UPI). De „Prix Mon
taigne 1979” is door de jury van de stich
ting „FVS” in Hamburg toegekend aan de
Zwitserse filosoof Jeanne Hersch. De 25
duizend mark (ongeveer 27 duizend gul
den) die aan de prijs vastzitten worden op
5 mei in de Universiteit van Tübingen aan
mevrouw Hersch overhandigd.
De Montaigneprijs is in 1966 ingesteld
en bedoeld om een bijdrage aan de Euro
pese cultuur in het kader van de Romaan
se taal te bekronen.
(Tot 27 mei, dagelijks
van 10-16.30 uur).
3.250
1.680
3.750
3.960
3.500
Z I
I BTW
11.950
4.95(1
3.9501
5.950
7.500
10.000
10.000
4.150
7.450
4.860
11.750
8.750
7.950
12.000
12.750
9.900
9.750
9.500
7.950
10.700
5.950
10.900
9.950
7.950
10.900
8.900
6.250
14.500
7.250
6.450
7.750
9.750
9.750
9.750
door
cees
straus
Hooghoudt
Het eerste deel heet Collage en staat aangekondigd als
een aaneenschakeling van razendsnelle handelingen, die
allerlei eigentijdse, visuele stereotiepen voorstellen en
bekommentariëren. Deze collage, waarmee de groep in
1973 debuteerde, maakt de verbluffende virtuositeit en
de fenomenale lichaamsbeheersing van de spelers me
teen afdoende duidelijk. Einde citaat.
Ik heb er allemaal niets van gemerkt. In het gunstigste
geval zag ik lopen als bij een strafexcercitie, in hoekige,
labyrinthachtige patronen waarbij de spelers elkaar ui
terst mild behandelden want volgens de patronen moeten
ze tegen elkaar opbotsen, maar zodra ze elkaar naderen
stoppen ze gewoon en blijven als blinde paarden staan
Steeds neemt iemand zo’n initiatief en daardoor ont
staat er een zekere groei die een kwartier lang boeiend is,
maar dan zodanig in herhaling vervalt, dat het alleen
maar ergerlijk wordt. Voor de laatste vijf minuten slaat
iemand op een trommel, waarbij de anderen steeds
tableaux vivants uitvoeren. Het trommelen wordt regel
matig versneld en dezelfde tableaux vivants worden
steeds sneller herhaald. Als de trommel stopt, staat
opeens alles stil.
Met wat goede wil is dit alles wel tot een beeld van een
samenleving te herleiden, maar toch zeker niet tot virtuo
siteit of fenomenale lichaamsbeheersing. En voor een
stuk dat nu al zes jaar gespeeld wordt, is het onvergeef
lijk, dat de enorme inzinking in het midden nog steeds
niet is weggewerkt. Over de autobus praat ik maar liever
helemaal niet meer, dat is niet eens een inzinking, maar
een opgeblazen nulliteit.
CONRAD VAN DE WEETERING
Er was tamelijk veel publiek en na het eerste deel (het
lopen) werd er nogal hard geklapt. Tijdens dat eerste deel
werd er ook vrij veel gelachen. Na het laatste deel was er
nauwelijks applaus en tijdens die zitting verlieten ook
een aantal toeschouwers de zaal. Dat was dan waar
schijnlijk vanwege de oorvgrdovende herrie die er bij die
scène ten gehore werd gebracht en die kennelijk te hard
was opgenomen op een luidruchtig spoorwegemplace
ment.
Om bij dat lawaai rustig te blijven zitten, moet men al
een sterk ontwikkelde aanleg voor masochisme hebben.
Halverwege die autobustocht, want dit fragment heet
autobus, ben ik dan ook maar verdwenen naar de koffie
kamer, waar ik later hoorde dat het spel inderdaad tot
het eind toe de hier boven beschreven kwaliteit had.
En de samenwerking met Haitink en het
Concertgebouworkest laat ook al niets te
wensen over. Een situatie waarin een
geïnspireerde vertolking van beide wer
ken gewaarborgd was.
Dat Schumanns opus 92 geen grotere
populariteit bezit, komt voornamelijk
door de onduidelijke image ervan. Het
enigszins geforceerd willen samenbinden
van alle grillige maar meestal weinig con
trasterende invallen, roept een even
overgevoelig als innerlijk verdeeld beeld
seren tot 30 juni in het Gezondheidscen-
I trum De Clomp in Zeist-West waar men
op maandag tot en met vrijdag van 8-18
uur terecht kan.
j)" Een Nature Morte, een van de ongetitelde (en ongesig
neerde) tekeningen (krijt, pastel en gouache) van Raoul
Hynckes die aan het einde van de jaren 20 is te dateren.
Een uitvoering van de complete parti
tuur van Stravinski’s balletmuziek mag
misschien verwondering wekken, omdat
de later door de componist, speciaal voor
de concertpraktijk hieruit samengestelde
orkestsuites in hun gecomprimeerdheid
enorm aan kernachtigheid winnen bij
Ravel, die toch ook dergelijke reducties
maakte, ligt dat anders.
Want ook als geheel is de, in de tijd
gemeten een uur durende partituur, haast
van begin tot eind boeiend. Alleen al het
ongekend orkestraal raffinement ervan
dat bij Stravinski uitsluitend de gedachte
aan „horlogemakerswerk” kon oproepen
neemt je tijdens het luisterproces volle
dig in beslag. Stravinski is ongetwijfeld
nogal subjectief als hij zijn collega met
„horloger Suisse” betitelt. Want al zal hij
misschien geen voeling hebben gehad met
de Jugendstil-sfeer van het kolossale stuk,
de lading ervan is nochtans onmisken
baar.
Bij een dirigent als Bernard Haitink
blijkt dan juist een natuurlijke verwant
schap met de natuurschilderingen en de
extatische geaardheid van de drie uitge
breide taferelen. Het is waarschijnlijk, dat
Stravinski niet vaak in de gelegenheid zal
zijn geweest om Ravels partituur als een
groot programmatisch muzikaal verhaal
te horen vertellen, zoals dit nu in de versie
Haitink-Concertgebouw gebeurde.
Dat bij de opzet de houtblazers te sterk
waren, ten opzichte van de aan deze
Daphnis-uitvoering meewerkende leden
van het Nederlands Kamerkoor en het
Collegium Vocale die ook in de overige
delen staaltjes van werkelijk superieure
koorzang weggaven is de enige artistie
ke aanmerking die je mogelijk op deze,
verder prima afgewogen weergave zou
kunnen maken. Haitink en het Concertge
bouw bleken in topvorm, met een visio
nair aandoend betoog via schitterende
ensemblecultujjr.
Dat een zwaargewicht-partituur als van
Daphnis et Chloë in de praktijk bijna geen
combinatiemogelijkheden biedt, was uit
eindelijk wel weer vast te stellen, maar
dat kon uiteraard niet meer ten nadele
uitvallen van het eveneens interessante
programmagedeelte van voor de pauze.
Twee werken voor piayo en orkest van
Schumann waren daarin te beluisteren:
het Concert opus 54 en Introduktie en
Allegro appasionato opus 92.
Pollini was hiervoor aanvankelijk geën
gageerd. Maar wegens diens indispositie.
op. Een omstandigheid die overigens een
extra tragisch aspect aan dit werk uit
Schumanns laatste creatieve periode ver
leent. De heel bijzondere, poëtische at
mosfeer is er in deze zo buitengewoon rijk
gedetailleerde muziek niet minder om.
Het was de grote verdienste van Pommier,
Haitink en het Concertgebouworkest om,
musicerend op één golflengte, juist daar
aan zo’n indringende kracht te geven.
nam de intussen op het Amsterdamse
podium eveneens gewaardeerde Jean-
Bernard Pommier de betreffende solisti
sche taken over. Een teken van groot
vakmanschap om op zo’n korte termijn
ook het late en weinig gespeelde opus 92 in
de praktijk doorgang te kunnen laten vin
den. En dan nog wel op zo’n vanzelfspre
kende en overtuigende manier.
Pommier laat Schumanns muziek „stro
men”. Alles is een en al natuurlijkheid in
de voordracht. De romantische zangerig
heid en gevoeligheid en wat hier vooral
bij een compositie als Introduktie en Alle
gro appassionato zo belangrijk is het
meditatieve element, zijn allemaal ruim
schoots in het virtuoze pianospel van deze
35-jarige Fransman vertegenwoordigd.
HAARLEM. Het Kennemer Cen
trum voor Amateurtoneel organiseert op
26 mei een „tweespraakfestival” in het
cultureel centrum De Egelantier met het
doel de deelnemende toneelgezelschap
pen een kans te geven elkaar en eikaars
werk nader te leren kennen.
Zes jaar na de dood
van Hynckes (1893-1973)
zullen we opnieuw het
beeld moeten bijstellen
dat we inmiddels van de
ze van oorsprong Belgi
sche kunstenaar hebben.
Dat is te danken aan de
vondst die kunst
handelaar De Jong van
E. J. van Wisselingh en
Co. op het Rokin deed. In
september 1977 bevond
hij zich samen met de we
duwe Marguérite Hync-
kes-Zahn op het atelier
van de schilder in Blari
cum dat toen nog intact
was. De Jong, die na de
dood van mevr. Hynckes
het atelier onder zijn be
heer kreeg, ontdekte er
een klein donkerbruin
koffertje waarvan de in
houd alleszins onthul
lend was. Het lijkt op een
romantisch verhaal,
maar zoals wel vaker ge
beurt, is de waarheid fan
tastischer dan je zou mo
gen verwachten. Uit het
koffertje kwamen welge
teld 178 tekeningen, pas
tels, drukken, collages en
gouaches die onverwacht
een heel ander licht wier
pen op de kunstenaar
Hynckes als tot dan toe
het geval was.
De Jong, die bijna twee
jaar heeft gewacht om
zijn vondst te exposeren,
heeft nu een gedeelte van
dit werk, dat voorname
lijk uit tekeningen be
staat, in de benedenruim
te van de kunstzalen op
gehangen. Het grootste
deel komt uit de jaren ’20
en ’30, dus uit de eerste
jaren dat Hynckes nood
gedwongen in ons land
verbleef. Hij was in het
laatste oorlogsjaar uit
het Belgische leger gede
serteerd en hem wachtte
een forse straf als hij zich
weer in België zou laten
zien.
niets verraden van het la
ter geopenbaarde ma-
gisch-realisme, waren
met hun expressionisti
sche sfeer nogal Frans
getint. Duidelijk zie je
ook zijn invloeden: Juan
Gris en Ferdinand Léger
zijn hier terug te vinden.
Het zou interessant zijn
na te gaan waar zich pre
cies in het leven van
Hynckes de omwenteling
moet hebben voorge
daan. De later zo somber
geworden schilder is in
de jaren ’20 nog een kun
stenaar die vol humor zit,
die grapjes aan de lopen
de band debiteert en die
in feite volkomen wars
van symboliek is. Nieuwe
technieken die in zijn
jeugdjaren snel en veel
vuldig ingang vinden, on
derzoekt hij tot in exten-
so om er na verloop van
tijd met een heel eigen
handschrift uit te komen.
Gecombineerd met het
werk van Hynckes heeft
Van Wisselingh voorts
een expositie te bieden
van tekeningen, pastel en
aquarellen van Jan Zon
dag. Daarmee wordt
vooruitgelopen op de re
trospectieve die in het na
jaar eveneens bij Van
Wisselingh wordt gehou
den en die ook schilde
rijen zal bevatten. Jan
Zondag (geb. 1891) is een
wat vergeten kunstenaar
die momenteel terugge
trokken leeft in het Rosa
Spierhuis in Blaricum.
Geboren uit een boe
renfamilie in Drente
groeide hij op met een
intense liefde voor het
land. Hij studeerde voor
onderwijzer maar verliet
later zijn baan om zich,
als autodidact, geheel
aan het schilderen te wij
den. Als zovelen werd hij
aangetrokken door
Frankrijk waar hij diver
se keren een atelier had.
Frankrijk speelt in zijn
werk een belangrijke rol,
maar Jan Zondag is
„zijn” Hollandse land
schappen altijd trouw ge
bleven.
S Margot Dukker-Groot (pentekeningen)
en Guus Offerhaus-Lange (beelden) expo-
Hollandse traditie met de
Haagse School als voor
naamste voorbeeld. Poin
tillistisch toont hij zich
soms als de beste Franse
post-impressionist. De
poëzie, soms erg Oosters
van aard, wordt nog op
gevoerd door het gebruik
van gekleurd papier zon
der dat de kunstenaar
vervreemdt van zijn uit
gangspunten.
Het lot dat de mens staat
te wachten maakt bij
Voorzaat een dreigende
indruk waaraan zijn fi
guren zich niet kunnen
onttrekken. Typerend is
ook hun afmetingen:
Voorzaats mensen zijn
vele malen kleiner dan de
huizen en steken daar
zeer minnetjes tegenaf.
In sommige, autobiogra-
Volgende week woensdag zal om 20 uur
X in het Stedelijk Museum in Schiedam een
X schilderij van Marinus Fuit worden ont-
X huid dat door ir B. Wilton, directeur van
7 -de Dok- en Werfmaatschappij Wilton Feij-
X enoord BV aan het museum is ge-
X “.schonken.
Uit het nu getoonde
werk blijkt hoe Hynckes
Eveneens komende zaterdag om 16 uur
gaat in Galerie ’t Hemeltje aan de Sint
Jorisweg 44-46 in Dordrecht een expositie
open van wandkleden in weef- en sprang-
technieken van Fenny Nijman uit Haar
lem. Met uitzondering van donderdag en
zondag is deze textielgalerij dagelijks van
14-18 uur geopend.
De noodlotsgedachte
en vrees voor eigen dood
spelen een overheersen
de rol in de schilderijen
van Theo Voorzaat die
vanaf dinsdag bij Galerie
Lieve Hemel Stoot Je
Hoofd Niet (Vijzelgracht)
zijn te zien. Voorzaat, af
komstig uit Rotterdam
maar veelal werkend in
Zeeland, is een overtui
gend symbolist die met
vaak aangrijpende beel
den een goede aanslui
ting bij deze tijd vindt.
In een idioom dat ont
leend is aan de 17e eeuw-
se Hollandse School
schept hij situaties waar
in huizen een grote plaats
innemen. Met die huizen
is voortdurend wat aan
de hand: ze staan op in
storten of vertonen al ga
pende muren. Het onheil
wordt soms verbeeld in
de vorm van een op kris
tal lijkende bol waarin
zich kennelijk al het
kwaad van de wereld
bevindt.
In wezen zijn die af
brokkelende huizen niets
anders dan de schedels
op de oude vanitasschil-
derijen, alleen is de the
matiek gemoderniseerd.
UTRECHT. Woensdagmiddag stapten er een tiental
WIc Poolse studenten in windjack en met een rugzak op hun
I r rug, de Blauwe Zaal in Utrecht binnen. Woensdagavond
"f liepen ze wat rond over het toneel en klommen daarna
op een stellage om daar ruim een half uur in een
verkrampte houding te blijven zitten. Daarna vertrok
ken ze weer met hun rugzakken. Akademia Ruchu had
zijn enige voorstelling in Nederland gegeven.
In het Oude Raadhuis aan de Dorps
straat 9 in Aalsmeer zijn van 5 tot en met
26 mei schilderijen van Hannes Kuiper en
**7*7"*' wandkleden van Christine Peursum te
BlefO- zien. De expositie gaat komende zaterdag
stwelk om 16 uur open. Men kan er op dinsdag tot
staat
(Tot 30 mei, geopend
op dinsdag tot en met
zaterdag van 12-18 uur,
op donderdag tot 21 uur).
zich in die periode heeft
georiënteerd op wat toen
moderne stromingen wa
ren. Hoewel hij naar alle
waarschijnlijkheid nooit
in Parijs zal zijn geweest
gezien de situatie rond
zijn straf in België, is hij
ontegenzeglijk een
Fransman in zijn kubisti
sche stillevens. Ook de
stillevens, die toen nog
daarvan de neerslag:
kleine formaten met sub
tiele vergezichten, weidse
panorama’s, in vaak niet
meer dan wat simpele
lijntjes neergezet, met
een ongelooflijk zachte
toon, beheerst tot in de
perfectie. Met eenvoudi
ge middelen creëert hij
veel stemming en sluit
daarbij aan op een echt
komt dat over als een
vorm van zelf-relative-
ring die alleen schilde
rend kan worden
overwonnen.