I I I Mm de veerzitter ra w’ BI I i doo „Niet gek” I Aanvullend Verplichting J| Uit k in die I O kJ It ii i Mar Neder toen z telegn alleen; Neder „Xja, CHIC umjvcpcil UVWl V illM.l I Werelc Dé TROS verkoopt zichzelf als de omroepor ganisatie van het pragmatische denken, gebon den aan traditie noch dogma, en van oorsprong gericht op „onafhankelijk denkende jonge men sen, die zelf hun mening wel kunnen vormen”. Naar deze, door de TROS gesignaleerde bevol kingsgroep, wordt verwezen wanneer men vraagt naar de „geestelijke, maatschappelijke of religieuze stroming” die de zendgemachtigde volgens de Omroepwet moet vertegenwoor digen. Mr. Henri Minderop, advocaat te Den Haag, stond aan de wieg van de TROS, en deed op 4 november 1964 zelf aangifte bij de notaris. Niet alleen was hij mede-oprichter van de Televisie Radio Omroep Stichting, een jaar eerder was hij tevens een van de initiatiefnemers van de Reclame Exploitatie Maatschappij (REM), wier illegale radio- en tv-uitzendingen pas in decem ber 1964 werden gestopt. We hebben hier dus te maken met een pionier, die sinds 1 januari 1975 zijn beroep („als advocaat ben je een soort vrije onderne mer”) combineert met het voorzitterschap van „zijn” TROS. Tijdens het uitvoerige vraagge sprek dat we, in aanwezigheid van directeur tv Cees Baay, met hem hadden, betoonde hij zich een tevreden baasje. Vandaag de tweede aflevering van onze wekelijkse serie gesprekken met omroep voorzitters. Aan het woord mr. Henrl Minderop, advocaat te Den Haag en voorzitter van de Televisie Radio Omroep Stichting. De eerste aflevering (een gesprek met KRO- voorzitter Jo Hendriks) plaatsten wij in onze weekendbijlage van 28 april. Tekst: Kees Tops en Klaas Pieter Rieksen Foto’s: Peter Senteur van Henri Minderop Inderdaad, maar dan werken de meeste mensen. I i Minderop: „Inderdaad. Het moest wel zakelijk zijn. Maar u weet ook, dat er in die periode een algemene onvrede was over het gesloten omroep bestel. Dat was in de jaren van de ontzuiling. De jonge generatie had geen zin meer in de levensbe schouwing die hun ouders aanhingen. Die zei: wij willen zelf, onafhankelijk denken; wij vormen zelf wel onze mening, los van dogma’s. Die mensen hadden onvrede met het bestaande bestel, die voel den zich gemanipuleerd. Voor hen is de TROS een soort toevluchtshaven geworden”. „Ik begrijp wat u bedoelt. Maar het is een misvat ting dat de TROS alleen maar produkten gebracht zou hebben voor de massaconsumptie”. De REM, waaruit de TROS is ontstaan, was opgezet uit puur zakelijke overwegingen. We hebben het over de begintijd. U bracht toen heel duidelijk een amusementspakket. „Ja, dat was eh.inderdaad. Maar het is ook zo, dat we in die tijd een heel duidelijke kunstrubriek hadden. Wij zijn waarschijnlijk als eerste op de Nederlandse televisie begonnen met een soort schil dercursus. Niet dat dat de mooiste beelden oplever demaar we moesten roeien met de riemen die we hadden. Ik blijf wèl bestrijden dat ons succes alleen te danken zou zijn aan dat kleine program mablad en dat amusement”. U zegt dat die mensen zelfstandig wilden den ken. Zaten die dan te springen om het amusement, dat de TROS in hoofdzaak uitzond? Minderop: „Wat Van Doorn bedoelde met infor matie, was volgens mij zware informatie. We moes ten een typische actualiteitenrubriek hebben. En die hadden we al, zij het op de radio. En wij hebben de Omroepwet nooit anders kunnen uitleggen, dan dat radio en televisie één geheel vormen. Men heeft pas later die scheiding aangebracht. Ik heb nooit begrepen waarom, omdat ik die twee nog altijd als één pakket zie”. Een feit is, dat minister Van Doorn de TROS in oktober 1974 slechts A-omroep wilde maken op voorwaarde dat de TROS een totaalprogramma zou maken. Van Doom betwijfelde of de TROS dat wel wilde en zei ook dat hij de TROS informatieve en culturele programma’s miste. Enkele punten uit het TROS-beleid, waar mo menteel nogal hard aan gewerkt wordt, zijn plan nen vooreen consumentenrubriek en een kunstpro gramma. „Nee. Wij zijn zelf altijd voor vrijheid en openheid geweest daardoor zijn wij er zelf ook ingekomen nu zullen wij ook de laatste zijn om anderen te gaan dwarsbomen. Het is wél een zorg voor ons. Het is inderdaad een aanslag op de omroepportemon- nee, die tot gevolg zal hebben dat er een wijziging in het bestel zal komen, in zoverre dat wij overdag moeten gaan uitzenden. Dat is iets wat je tóch niet kan tegenhouden. Kijk naar de Open School. Ook bij het onderwijs zal men steeds meer gebruik moeten maken van audio-visuele middelen en die zullen voor een deel moeten komen van de Neder landse televisie en radio. Een de aanslag op het Nederlandse reclamebudget zal mijns inziens har der aankomen bij jullie, in de dagbladwereld, dan op de huidige STER-pot”. U ziet de komst van de satellieten niet als een gevaar voor het Nederlandse omroepbestel? „Ik ben tevreden, ja. Ik ben werkelijk tevreden. Ik ben tevreden in de eerste plaats over mijn eigen mensen, wat die ervan terecht brengen, en ik ben ook tevreden over de pluriformiteit van het bestel. Ik kan me ook geen ander bestel voorstellen, behal ve 1 hebben pluriformiteit in het dagbladwezen en in En een weerwoord op de Luxemburgse program mering? Die algehele tevredenheid wordt wat verstoord door de financiële-situatie in de omroep. In die publicaties ging het erom dat die overeen komsten niet steeds zo fris zijn, het ging ook over de BV Publitros, en de verbinding van TROS- programma’s met advertenties van platenmaat- schappijen in de Telegraaf. zijn wa van Scl in een ene ver dit de l&nd zi opgewe touwtje niet all daad h Kaar. T éer ha aan de van Sc zichter ij Het g légrafie 1897. D nr was sche 1 (1865) öitbou\ tenne 1 land b< sm” a alektro êfen ele Over beïnvloeding gesproken, hoe groot is uw invloed als voorzitter op de gang van zaken bij de TROS? Minderop: „Als bestuur kunnen wij het program mabeleid vaststellen, maar niet de programma- „Dat is zo, overdag kunnen er veel mensen niet naar luisteren. Maar we moeten ons wel realiseren dat men dat medium televisie wel eens op een plaats zet waar het niet helemaal thuis hoort hè? Tv is duidelijk een aanvullend informatief medium. Echte informatie, dat je je dus diepgaand op de hoogte kunt stellen van een bepaald probleem daartoe is tv niet bij machte, daarvoor moet je altijd terug gaan naar je krant en je boeken”. „Televisie is een vluchtig medium, voor diepgaan de informatie blijft het te oppervlakkig. Ik zet ook een geweldig groot vraagteken bij de beïnvloeding van de kijker door opinies op tv. Het werkt alleen door als het opiniebevestigend is. De mensen halen hun opinie niet van de televisie, maar uit het milieu waarin ze verkeren. Je opinie wordt bepaald door materiële en geestelijke factoren, en in de groepen waarin je leeft. Op televisie zoek je ergens een bevestiging van die opinie”. ons omroepbestel, en daar mogen we erg blij om zijn. En met de mankementen vinden wij ook de Omroepwet een heel goede bruikbare wet”. „Ja, dat moet er nog komen. Dat is iets waar je mee bezig moet zijn, maar dat houdt je fris, dat houdt je levendig hé? Wij hebben de concurrentie nooit geschuwd; wij vinden die hele concurrentie gewoon een goede zaak. Daarom hoor je van ons niet dat modieuze gepraat van dat het zo beroerd gaat met de Nederlandse televisie. Ik vind dat onze programmering zeer wel de toets met het buiten land kan weerstaan”. U bent wel tevreden, hè? Minderop: „Het is in Nederland nog altijd zo dat men het liefst kijkt naar eigen, Nederlandstalige programma’s. Het zou te wensen zijn dat er zoveel geld beschikbaar was dat je alleen maar Neder landse produkties kon maken. Maar die kosten kun je niet opbrengen. Je moet heel duidelijk naar co- produkties toe. We moeten duidelijk naar internati onalisatie van produkties”. De TROS staat positief tegenover merchandising (commerciële nevenaktiviteiten op basis van programma’s (platen, boeken, stickers, sleutelhan gers etc.) mits de opbrengst daarvan terugvloeit in de omroeppot. Daarmee raken we aan een gevoe lig onderwerp in Hilversum: omroep en commercie. Over beschuldigingen van ongeoorloofde commer ciële praktijken (Vrij Nederland heeft een uitge breide artikelenreeks gepubliceerd over deze kwes tie bij de diverse omroepen) reageert Minderop: „Tja, alle omroepen kregen een beurt hè? Ik moet hot gel r mo bei eer net do< i nai mo ont on< r al wii ze i V zei en r bu; zit i de vri i er a hui 1 kat ;i onderdelen. Wij kunnen als bestuur tegen de tv- leiding zeggen: Wij vinden dat er meer gedaan moet worden aan jeugdprogramma's, of aan wat dan ook. Ik kan me niet voorstellen, dat ik hier tegen mijnheer Baay (Cees Baay, directeur tv) zóu zeg gen: Zeg, nou moet dit en dat gebeuren. Het gaat altijd in overleg, je probeert elkaar te overtuigen. En dan wordt dat opgepakt. Het enige wat ik wel eens schuchter opmerk, is dat ik dat en dat pro gramma nog eens graag zou zien. Maar ik moet u ook mijn teleurstelling meedelen, dat men nooit een van mijn ideeën heeft gerealiseerd, haha!” Cees Baay: „Hahaha!” Minderop: „Die overlegsituatie geldt overigens ook voor onze corrigerende functie. Wanneer het beleid niet goed zou worden vertaald in program ma’s, dan is het hier niet zo van ehop het matje roepen of iets dergelijks. Gewoon praten met el kaar hè: Wij ontdekten als bestuur dat.Tot nu toe heeft dat uitstekend gewerkt”. Minderop: „Ik vind dat als je deel uitmaakt van een bestuur, je betrokken moet zijn bij de mensen die in zo’n organisatie werken en bij de problema- tieken waar die mensen mee te maken hebben. En dat is iets wat ik mis. Ik mis de betrokkenheid bij de echte problematiek van de NOS. Ik denk dat dat komt doordat de agenda’s van de tweewekelijkse vergaderingen niet veel aanleiding geven om op enigerlei wijze betrokken te geraken. Op zo’n agen da staan in hoofdzaak allerlei dingen die ter afhan deling aan de Raad van Beheer worden gegeven, of brieven die ter kennisgeving worden aangenomen. Tot het bespreken van werkelijke NOS-problemen komt het niet. Cees Baay haalt ons de woorden uit de mond wanneer hij zegt: „Kijk de grens is natuurlijk heel moeilijk te trekken. Je hebt de volgende twee mogelijkheden. De eerste: je maakt een program ma, low budget, omdat er ergens iemand voordeel aan heeft. Dat kan. De tweede mogelijkheid is, dat je zegt: Ik betaal normaal, maar ik beding wel een royalty in de platenverkoop, die ik dan weer terug stort in de programmakas. Ik denk dat de laatste constructie cleaner is. „Je kan niet zo maar even zeggen wat kan en wat niet. De gradaties zijn erg groot. Het gaat ook om vakken die elkaar raken, en ik denk dat als je te angstig wordt, er dan een hele hoop niet meer kan Ja, die vakken raken elkaar ook hier”. Volgens de heer Minderop is er geen vuiltje aan de lucht. Is hij nou niet bang dat er toch wel eens wat gebeurt dat eigenlijk niet door de beugel kan? Minderop: „Nou, ik heb over het algemeen heel weinig reden om aan mijn mensen te twijfelen. Het is ook zo, dat als mijn mensen nevenwerkzaamhe den hebben, ze die bij ons moeten melden. En ik heb geen reden, als ik zie hoe mensen bij ons de zaken aanmelden, om eraan te twijfelen dat het eh Ach, het zal misschien best wel eens een keer gebeuren hier of daar, weet ik dat, zèg?Maar dat het inderdaad op grote schaal, of in ieder geval laten we zeggen op die schaal zou gebeuren dat DFhet inderdaad ergerlijke dingen dat geloof ik dan die eenheidsworst van een staatsomroep. We namelijk niet. Ik heb ook geen enkele reden om dat te veronderstellen”. zeggen dat ik er niet van onder de indruk was. Wat druk b ik wel verdomd vervelend vind, is als je eigen mensen worden aangevallen. Dat men probeert medewerkers tegenover een bestuur verdacht te maken. Daar komt het bij mij heel simpel op neer. Ik vind dat onbehoorlijk, deze mensen in een geva renzone te zetten, zodat andere mensen zeggen: Waar rook is, is vuur. Ik heb daar grote bezwaren tegen”. Minderop: „Eigenlijk zijn er drie dingen. We leggen de laatste tijd ook een heel duidelijk accent op het bereiken van de jeugd. Maar iets wat nog steeds een heel groot gemis is op tv, dat is een kunstrubriek. Er moet duidelijk iets gedaan wor den aan de kunstvorming. Nergens ter wereld wordt zóveel gepraat over cultuur als in Nederland. Cultuur wordt druk beleden, met de mond althans, maar dat cultuurbesef uit zich voornamelijk in het weggeven van geld. Waar het aan ontbreekt is dat kinderen vanaf het begin vertrouwd worden ge maakt met de culturele tradities. Op de scholen is het nul-komma-nul nou ja, misschien dat de vrije scholen er nog iets aan doen, maar op de normale scholen gebeurt er weinig. „Het gaat ons om kunst die goed verteerbaar is. Niet om kunst van de high brow en het ernstige gezicht. U weet zelf hoe men in Nederland tegen cultuur aankijkt: daar moet je een heel ernstig gezicht bij trekken, anders is het geen cultuur. In het buitenland wordt het zo helemaal niet ervaren. Daar neem Londen, Parijs, Wenen, Berlijn is gewoon een massaconsumptie van cultuur, onder alle lagen van de bevolking.” Cees Baay: „We weten dat het zes, zeven jaar nauwelijks gelukt is. Sinds Pierre Janssen is er eigenlijk niets meer gelukt. Wij zijn nu met een paar topmedewerkers uit het bedrijf bezig een bepaalde vorm te zoeken. Het enige dat ik kan zeggen, is dat we hopen eruit te komen”. Ander onderwerp. Het NOS-bestuur zou volgens Minderop een college zijn zonder feitelijke bete kenis. Minderop: „De dingen die inderdaad gebeurd zijn, dat zijn platen die we hebben uitgebracht specials die we gekocht hebben van platenmaat schappijen, en ook laten we wel wezen pro gramma’s maken met artiesten die de platenmaat schappij heeft aangedragen. Terwijl dat program ma toch goed kan zijn, met die artiesten. Het enige is dat we minder geld uitgeven. En als we een plaat of een boek uitgeven, dan proberen we daar zeker aan te verdienen ja. „En over die artikelenZelfs al ben ik TROS- voorzitter, u moet van mij niet verwachten dat ik die breedsprakerige artikelen letter voor letter ga lezen, want dat vermoeit mij. „Maar goed, dat is zo, we hebben een PublitroSi die inderdaad werkzaamheden heeft gedaan in verband met boeken en platen. Omdat we nog steeds niet weten wat nou precies wel geoorloofd is van de minister en wat niet. Er is van de zijde van CRM nog nooit een uitspraak gedaan, van dit mag wel en dat mag niet. Dat is de enige reden geweest dat al die omroeporganisaties die BV’s zijn gaan oprichten. „Wij hebben op een gegeven moment zelf aan de regeringscommissaris gevraagd om een uitspraak over wat wij deden. We hebben onze aktiviteiten aangemeld en hij zei: Ach, als het maar ten goede komt aan Hilversum, of aan een programmaEn dat heeft een aantal jaren voor ons als richtlijn gegolden". „Dat ik daar iedere veertien dagen toch zit, is omdat dat een wettelijke verplichting is. En ik moet ook zeggen dat ik nog altijd de hoop heb dat het nog wel eens zal verbeteren. Maar zoals het op het ogenblik reilt en zeilt.dan komt het op mij over als een soort intellectuele show business met een stelletje professorale star debaters en een aantal hippische opponenten. Maar het is natuurlijk wel een bedrijf waar dtieduizend mensen werken. En dat is een heel serieuze zaak die je niet uit het oog mag verliezen”. Een van de hoofdoorzaken dat het NOS-bestuur volgens Minderop niet goed werkt ziet hij in het grote aantal leden. „Ik heb destijds schuchter geopperd dat wat mij betreft één vertegenwoordiger (in plaats van twee) van iedere omroep voldoende is, om dat college maar zo klein mogelijk te houden. Het besturen zoals wij dat op het ogenblik doen met een college van 29 man leidt ertoe dat het een soort ledenvergadering wordt, waar de leden luisteren naar wat de Raad van Beheer klaarmaakt”. Een van de punten die naar Minderops mening kunstprogramma eruit moeten veel te laat op de agenda is terechtgekomen, is dat van de omroepsatellieten. „De satellietvraagstukken zijn zéér spoedeisend. Persoonlijk juich ik ieder programma dat erbij Hoe zou zo’n zien? U weet dat er heel wat pogingen zijn onder nomen en dat er geen grote successen uitzijn voortgekomen. komt alleen maar toe. Hoe meer er een internatio nalisatie zou komen van je informatievoorziening, hoe meer ik dat zou toejuichen. Het enige probleem is dat het een aanslag wordt op de omroepporte- monnee. Daar zullen we adequaat op moeten reage ren. Nu gaan er stqmmen op die de satellieten willen verbieden. Dan zeg ik: wij kunnen het wel allemaal bedroevend vinden dat er een Luxem burgse satelliet komt mèt onder andere Neder landstalige programma’s maar het komt in ons niet op om te zeggen: dat moet je verbieden. Dan krijg je zo het idee van de Russen die gedreigd hebben bij iedere overspill een satelliet te zullen neerschieten”. Dat verschil is toch duidelijk? Je hebt een uitge sproken radio- en een uitgesproken tv-publiek. Voorts is het niet gebruikelijk tegelijk naar de radio te luisteren en naar tv te kijken. „Nou, onze radio-actualiteiten worden overdag uitgezonden”. Hij h handen kocht i dat hij met ku U dwaalt af. We hadden het over commercie. V appara ontkent alles? betrok! Nederli „Nee. Ik ontken niet dat wij ook een grammo- geren foonplaat hebben uitgegeven, dat weet iedereen”, ningen nationa Nee, het ging om programma’s die volgens een einde a deal met platenmaatschappijen worden gemaakt, aankoo Mare „O, nee hoor. Wanneer wij een goedkoop goed precies programma krijgen aangeboden, dan gaat wij echt had ge; niet zeggen: wij vinden dat die maatschappij drie- een kus of vierduizend gulden meer had moeten vragen, zo’n kc Nee, zo gek zijn we helemaal niet. Wij zijn niet zo van de puriteins om zo’n programma niet te kopen omdat stekenc de maatschappij zeer wellicht daarmee bepaalde artiesten wil pousseren”. i...

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 18