k Het Kanaan van een mol Officier voor opsporing van oorlogsmisdadigers la Maat was vol „De schrik van Drente” geniet van publiciteit door Peter Hattink ANIMALLITEITEN NEDERLANDER WERD GEHOLPEN DOOR AMBASSADE Moeilijk punt Op rolletjes v 1«L i» i 1 r Brutaliteit kent geen grenzen zeker niet waar het nazis betreft. De Nederlander Pattist is daar een duidelijk en afschuwelijk voorbeeld van. Deze oud-SS-er, in het oosten van het land berucht als „de schrik van Drente”, woont nu als een vorst in het Spaanse Oviedo. Hij lacht om het verzoek om uitlevering als oorlogsmisdadiger. Peter Hattink had een interview met Pattist. In dit verhaal treft men enkele schokkende uitspraken aan van deze man, die zich niet geneert voor zijn verleden, integendeel. in de trant van: „Och, waar maakt Nederland zich druk om? Het is allemaal al zo lang geleden. ^Bovendien is hij „simpatico”, dus zo’n vaart zal het vroeger niet gelopen hebben”. t HMM 'W I Een zenuwtrek, waardoor het hoofd af en toe ongecontroleerd op en neer gaat en zijn spraakwaterval even stopt, is de enige dissonant in de trots op het nazi-zijn van Hauke Bert Pattist. - Sinds 1953 leidt hij met de groot-Germaanse gedachte in het Spaanse Oviedo zijn taleninstituut ■IFA. Het gaat hem goed. In Oviedo heeft hij een prima reputatie. Alle journalisten uit de streek horen met verbazing zijn oorlogsmisdaden aan, maar blijven op zijn hand. De publieke opinie in Oviedo wordt voorbewerkt op het nieuws van het Nederlandse verzoek tot uitlevering. Dat gaat zo ||BJ< v. KJ !>5| IJHBI ;g:g: - A' „De schrik van Drente” geniet van alle publiciteit. - HR. prijs en aarde bij het naambordje van die man. Hij heette Mollerus. Hij had - op zijn zachtst gezegd - nogal een hekel aan me. En dan moet je oppassen dat je niet bóven de groene zoden terecht komt.... ijden Deze serie c van tgave aren- idere Hij komt er rond voor uit dat hij nooit had gedacht dat hij na al die jaren nog eens zo beroemd zou worden. Hij vindt het Nederlandse verzoek tot uitlevering wegens oorlogsmisdaden ronduit bela chelijk. In de eerste plaats omdat hij op dat moment Duitser was, in de tweede plaats omdat hij nu al 12 jaar Spanjaard is en in de derde plaats omdat geen enkel land politieke vluchtelingen want zo voelt hij zich uitlevert. Daarnaast vindt hij het woord oorlogsmisdaden volkomen misplaatst. „Dat hoor je alleen maar van de kant van de overwinnaars form en dan ben je volgens de „Kreigsdienst” vogelvrij”. ging van ex-politieke gevange nen, J. van Zaayen, verwacht helemaal niets van de nieuwe functie. „Veruit de meeste za ken zijn al verjaard en er is nog maar een handvol geval len, waarvan de mogelijkheid bestaat dat iemand uitgele verd zal worden. Ik denk dat men deze functie vooral heeft geschapen om het volk te laten zien, dat het dossier nog niet is gesloten”. Erika, een van de dochters, die Hauke Bert Pat- tist heeft meegebracht, mengt zich spontaan in de conversatie. „Volgens mij is het verzoek van Neder land tót uitlevering van mijn vader het gevolg van „Persoonlijk vond ik het schieten op onze schild wachten een opschepperige daad. Ze lokte de actie uit. Van de 80 gevangenen hebben wij er na twee dagen 40 laten gaan, want het was wel duidelijk dat zij er niets mee hadden te maken. De rest hebben wij uitvoerig ondervraagd. Ja, natuurlijk moest je wel eens martelen om op tijd er uit te krijgen wat ze wisten. De meesten sloegen na een paar klappen met ijzeren staven of met steelgranaten op het hoofd of andere delen van het lichaam vrij gauw door. Een paar stompen in de maag deed het ook altijd goed, maar ik ben er als sectie-commandant altijd op tegen geweest dat mijn manschappen martelden uit lustgevoelens. De 40 gevangenen heb ben wij overgeleverd aan de „Sicherheitsdienst”, die ze weer hebben doorgestuurd naar Duitsland. Natuurlijk wist ik dat ze in concentratiekampen konden terechtkomen. Ik heb later gehoord dat er een stuk of zes zijn doodgegaan. Nou ja, pech! Dat is het risico van je vak! Als ik een kogel in mijn kop had gehad dan zou ik ook niet gezeurd hebben”. over de overwonnenen. Alsof de overwinnaars zich nooit schuldig gemaakt hebben aan misdrijven”, meent Pattist verontwaardigd. Als je wat op leeftijd komt, zoals ik, dan leer je de vreemde gedragingen van de mens wel kennen. Als je een nieuwe metro bouwt, zeg ik altijd maar, moet je even bovengronds gaan kijken waar je zit. Zie je een lekker gazon in de buurt Franco heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij nazi’s welgezind was. Honderden Duitsers, Nederlanders, Belgen en andere na de wereld oorlog achtervolgde oorlogsmisdadigers kregen in Spanje een gastvrije behandeling. Velen hebben de Spaanse nationaliteit aangenomen, zoals de Belg Leon Degrelle. De Nederlander Paul van Tienen, druk bezig met een boek over neo-nazisme, wordt regelmatig in Alicante gezien. Volgens welingelich te bronnen waagt Paul van Tienen zich sinds een paar jaar af en toe in Nederland, waar hij in Ommen geen onbekende schijnt te zijn. De in 1940 in Wenen ter dood veroordeelde Oostenrijkse nazi „In mei 1945 werd ik tijdens de capitulatie van Duitsland bij het front aan de Rijn opgepakt. De gealleerden stopten mij in Harskamp. Na zes jaar oorlogservaring viel de behandeling in het kamp me mee. Ik had zes weken min of meer uitgerust van mijn ontberingen en wilde weg. Iemand binnen het kamp heeft mij verraden, want ik werd betrapt toen ik met een schaartje het ijzerdraad van de omheining doorknipte. Daarna raakte ik via om zwervingen in een concentratiekamp bij Zwolle terecht, waar een gevangen genomen Nederlandse SS-arts er voor zorgde dat ik een goede behande ling kreeg. Ik trainde mij met het werk in de polder totdat ik fit genoeg was om er vandoor te gaan. In mijn eentje ben ik ontsnapt. Via Duitsland, Rusland en Frankrijk kwam ik in 1951 in Spanje terecht. Ik koos Spanje bewust omdat het land een pro-Hitler- houding aannam tijdens de Tweede Wereldoorlog, terwijl het officieel neutraal was. Ik wist dat ik in Spanje goed zou worden ontvangen”. dan zit je goed, want dat barst van de wurmen. En die wurmen duiken - het is een vast gegeven - omlaag als de baas het gazon gaat maaien. Je hoeft dan bij wijze van spreken je bek maar open te doen en ze glibberen zo je maag binnen. Ka- naanitisch dus. Hoe uitgebreider het gangensys teem onder dat gazon des te beter. Maar... je moet de grond niet recht omhoog persen. Je moet dat naast het gazon kwijt zien te raken. Anders krijg je gedonder. Gaan ze met een soort gaspatronen werken of zetten ze glasscherven in je halletje en je overloop. Of ze proberen je te pakken met een klem. Je moet ze dus niet irriteren. Je mag bij die fanaten aankomen waar je wil, als je maar van hun grassprieten afblijft. Weet je, waar je lekker zit? Onder een tegelpad of terrasje naast een gazon. Je misleidt ze dan door ergens verderop wat molshopen op te gooien. Gaan ze daar zoe ken. Onder die tegels vinden ze je nooit en als ze het al vermoeden laten ze je zitten, anders moe ten ze dat hele gezellige terrasje opbreken. Als je helemaal op safe wilt spelen dan moét je even naar het soort tuin kijken, waar je je tenten hebt opgeslagen. Ziet dat er wat rommelig uit en zie je klaprozen, korenbloemen, margrietjes op komen (het bekende moderne bermmengsel) dan is het oké. Dan is je landheer milieubewust. Dan. heb je geen gevaar van boven te duchten. Die man zal nog eerder wurmen voor je gaan zoeken en op een schoteltje neerzetten dan dat hij je met een mestvork achterna zit in dolle drift. Dat laatste heb ik ook eens een keer meegemaakt. Stom toevallig kwam ik bij het ochtendkrieken boven Theodor Soucek staat open en bloot in het telefoon boek van Madrid. an tg- n de eeuw Men n- en Namen en data zijn bij Pattist een moeilijk punt. Hoewel hij een fitte en „krachtige” indruk maakt schijnt hij bijna geen enkele naam van vroeger te kunnen herinneren. De namen van zijn overleden Nederlandse SS-vrienden wil hij niet noemen, om dat hun kinderen, naar hij zegt, „a-politiek” in Nederland leven. Wel vertelt hij glunderend dat hij is opgebeld door twee Nederlandse alte SS-kamera- den, die hij nooit heeft gekend. Ze hadden zijn naam in de krant gelezen en zij brengen hem deze zomer een bezoekje. „Als de ondergrondse onze compagnie in het Hollandsche Veld bij Hoogeveen in de herfst van 1944 met rust had gelaten, hadden wij nooit acties tegen de plaatselijke bevolking genomen. Wij wa ren net terug van het westfront om nieuwe recruten te trainen toen na twee dagen op onze schildwach ten werd geschoten. Diezelfde nacht hebben wij waarschuwingsplakkaten in het dorp gehangen, want dit kon natuurlijk niet. De volgende ochtend schoot de vijand een van onze berichtgevers van zijn motorfiets af. De maat was vol. Wij hadden de bevolking van tevoren gewaarschuwd. Daarop gin gen wij over tot actie, ’s Nachts hebben wij 80 man gearresteerd en in een aantal boerderijen munitie, wapens en springstoffen gevonden”. „In het begin had ik in Spanje een moeilijke tijd, want ik kon niet bewijzen wie ik was. De verbindin gen met Duitsland waren bijzonder moeilijk. Toe vallig hoorde ik dat Otto Skorzeny, de piloot, die Mussolini uit zijn benarde positie op zijn door de geallieerden omsingelde kraaienest bevrijdde, in Madrid woonde. Skorzeny was mijn directe chef in de tijd dat ik op de Balkan vocht en hij heeft bij de Spaanse autoriteiten kunnen aantonen wie ik was. Daarna ging alles op rolletjes. Waarom ik in Oviedo terecht ben gekomen? Ik had in 1953, een motoron geluk in Oviedo. Ik moest erg lang wachten op onderdelen voor de machine en toen ben ik tegen een vrouw aangelopen!” „Ik snap niet waarom ik zo laat in de publiciteit kom. Negen jaar geleden heeft de Nederlandse ambassade nog met mij samengewerkt! Voor de Amsterdamse fabriek Staatsartillerie Hembrug moest ik Spaans personeel in Asturias werven. Niet wetend dat in de tijd van Franco alle personeels- werving uitsluitend door het verticale staatssyndi- caat mocht gebeuren plaatste ik een advertentie in een lokale krant. Dit bezorgde mij een boete van ruim 1000 gulden wegens het illegaal aan werven van gastarbeiders. De attaché van arbeidszaken van de ambassade heeft het toen voor elkaar gekre gen dat mijn boete werd verlaagd tot iets meer dan 100 gulden. Daarna fikste de Nederlandse ambassa de ook nog dat de Staatsartillerie mijn boete betaal de. Keurig werk van de jongens en ze wisten meteen in Nederland waar ik zat!” Pattist is niet bang voor uitlevering aan Neder land. Hij lacht om de eventuele mogelijkheid dat Spanje hem zou kunnen, uitleveren op grond van oorlogsmisdrijven, die begaan zijn in de tijd voor dat hij Spanjaard was. „De schrik van Drente” heeft vrijdag het klad van zijn memoires 270 bladzijden, voornamelijk over de Duitse capitulatie en zijn belevenissen daarna ter correctie gegeven aan de hoofdredacteur van een lokale krant. Hij zoekt nu een drukker in Oviedo. ’I i, het eerde schap druk. Van huis uit ben ik een vredelievend dier. Ik kan me erg lekker voelen als ik door mijn werk en wandelgangen scharrel en er weer een harti ge brok door het plafond heenkomt en ik maar hoef toe te happen. Ik heb een ondergronds Ka naan opgebouwd. Een lekker, sappig stukje aarde met weinig stenen en puin, zodat ik mijn bek niet bezeer als ik er nog eens een zijgangetje bij maak. Ook van grondwater heb ik geen last. Dat is vroeger wel eens anders geweest. Vorig jaar zat ik een eind verderop. Naar me later bleek beneden AP. Net had ik een aardig tunnelsysteem afgewerkt of ik hoorde gesijpel en geruis. Dat werd gesijbel en gedruis, want al snel steeg het water bij een fikse regenbui. Ik moest maken dat ik wegkwam. Gelukkig had ik nog weinig voorraad aangelegd. Maar ik zat wel met een nieuw woningterrein. Denk niet dat dat zo gemakkelijk is om te vinden. Je kunt niet zo maar ergens je graaftengels laten werken. Je zou haast kunnen zeggen, dat er een soort vergunningen stelsel bestaat in ons wereldje. Gebaseerd op te ?r- an is- in; is- ur an >rt ?r- de zo is- rs N azi-misdadiger macht en anciënniteit. De oudste en sterkste mol kan over de beste grond beschikken. Vet en toch droog. Een pas beginnende mol moet maar zien, dat hij ergens in de boush-boush terecht kan. Ik ken een gladjanus, die dacht slim te zijn. Hij had een sportcomplex ontdekt met sappig grasland. Normaal is dat uitstekend woongebied, weiland. Maar ja, elke keer als hij wat grond omhoog duwde zaten ze hem achterna. Terreinknechten zo heetten ze vroegerzijn harde jongens, die geen genade kennen. De gladjanus moest uitwij ken en meende het geluk gevonden te hebben onder een belendend half-verhard sportveld. Mooi, dat hij nu met een opengeschaafde rug zit, want elke keer dat hij weer wat grond wilde verzetten, stootte hij zijn lijf aan de onderkant van die half-verharding. Zijn huidje is voor de mens geen plakker meer waard. Ik denk nog wat ouderwets. Vroeger joegen de mensen op ons om onze fluwelen „jas”. Dat was in tijden van economische crises. Ik weet precies, wanneer het slecht gaat met de economie daarbo ven. Dan zijn er altijd wel lui, die brood in ons zien. In tijden van hoogconjunctuur dreigen er trouwens weer andere gevaren. Dan gaat het er niet om je huid te redden (die uitdrukking zal wel van ons afkomstig zijn) dan wel je woonerf te moeten opgeven. Als het de lieden daarboven goed gaat, willen ze mooie tuinen bij hun huis, gladde grasvelden, gave biljartlakens. En als wij onder dat biljart zitten, wil het wel eens gebeuren dat we er een Amerikaanse uitgave, een „snook er”, van maken. Een biljart met gaten. Vorige week is de Amster damse officier van Justitie mr. jonkheer L.A.R. de Beaufort door minister De Ruiter aan gesteld als spciale officier voor het opsporen van oorlogs misdadigers. Mr. De Beaufort, 37 jaar, is geen deskundige op het gebied van vervolging van oorlogsmisdadigers. De keuze van minster De Ruiter was ook voor de Amsterdamse offi cier zelf verrassend. „Waarom de keus op mij gevallen is weet ik niet. Ik heb me nog nooit met dat werk bezig gehouden. Mogelijk heeft het een rol ge speeld, dat men een jongere figuur zocht, omdat die meer afstand tot het oorlogsverle den heeft. Hij moest boven dien een Amsterdammer zijn uit praktische overwegingen (dicht bij de rijksrecherche, die zich bezig houdt met op sporing van oorlogsmisdadi gers, en bij het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie)”. Hoe kijkt mr. De Beaufort tegen zijn nieuwe taak op? „Ik zal me helemaal op de materie moeten oriënteren. Dat bete kent veel praten met mensen uit het verzet, met degenen, die betrokken zijn geweest bij de bijzondere rechtspleging en met deskundigen zoals die van het RIOD. Daarnaast zal ik me in de vakliteratuur moeten verdiepen”. De nieuwe functionaris is van plan een nieuw opspo ringsregister samen te stellen Als nazi ben ik een groot bewonderaar van Hitler. Op het laatst hield hij het niet meer in de hand, want in 1944 was de oorlog eigenlijk al verloren. Een staatsman had er toen nog iets van kunnen maken, maar dat was Hitler niet. Ik ben het ook nooit eens geweest met de jodenvervolging. Niet dat ik pro-joods ben, helemaal niet. Ik ben in hart en nieren anti-semiet. Joden blijven altijd irritante minderheden in een land. Het is het meest racisti sche volk ter wereld. Zij zijn de kanker van het lichaam van de natie. Altijd willen ze apart blijven. Of ze moeten zich vermengen met de rest van de bevolking of je moet het kankergezwel van de staat verwijderen. In dit licht ben ik pro-Israel. Het is goed dat ze een eigen staat hebben, dan hoeven zij zich niet meer apart te voelen. ooral J. A. ddels ive te sen is is de ver tast. om uitlevering de serie Holocaust. Het is een mode om na zoveel jaar op oud-nazi’s te jagen”. De 18-jarige dochter Edda stemt volledig in met haar oudere zus. Beiden vertellen dat zij het verleden van hun vader van kinds af aan wisten. In het gezin wordt openlijk over alles gesproken. De andere drie kinderen, inclusief de jongste zoon van 14, weten alles. Voor hen heeft pa in het verleden goed gehandeld. Ook de vrouw van Pattist staat in deze zaak achter haar man. met daarin uitsluitend de na men van de 350 gezochte oor logsmisdadigers (wel veroor deeld, vonnis niet uitgevoerd). De aandacht zal zich het meest concentreren op de groep van 32, waarin levenslang of de doodstraf is uitgesproken. Dan zijn er verder nog de on opgeloste zaken, waarbij het nooit tot een vervolging is gekomen. De voorzitter van de vereni- Pattist lacht F-- Pattist: „Van landverraad is geen sprake. Ik mag dan in 1920 weliswaar in Utrecht geboren zijn, maar als overtuigd nationaal-socialist zat ik met ;-.mijn 17e jaar al in het Duitse leger. Toen ik in Nederland terugkwam was ik Duitser. Ik ging bij f;de Waffen-SS, omdat ik bij de germaanse elite wilde behoren. Toen ik in Nederland tegen de .ondergrondse vocht voelde ik dit niet als een strijd tegen landgenoten. Er waren te veel Engelsen bij. .Bovendien vochten de Nederlanders zonder uni- Li

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 21