Wagner te zwaar ondanks sterk spel
69-
Staatsloten?
een
Politiek toneel
in geldnood
Aanpak Merce Cunningham
werkt alleen met inzet
69-
I loll
Ukunt ze nu kopen.
i
Live/Life geslaagd experiment van Rudi van Dantzig en Toer van Schayck
Meeslepende Tristan und Isolde van Nederlandse Operastichting
1
Speel mee in de Staatsloterij.
Elke maand 30 miljoen aan prijzen.
Flash-back
I
Veelvoud
L
Lichaamsdelen
w
11
DINSDAG
KUNST
5
JUNI
19 7 9
TWEE UITVOERINGEN VAN WISSELEND NIVEAU
-
Onontwarbaar
Zwaarte
t
-ibiJ
Verkoopadressen in de Gouden Gids.
Per giro spelen kan ook. Bel voor informatie: 070-653955.
^sloteria
gSi
Grond
Fragment uit Life met op de voorgrond Jeanette Vondersaar. (Foto Jorge Fatauros)
(ADVERTENTIE)
JOHAN VAN KEMPEN
Don
SCHEVENINGEN. Geen wonder dat bij de derde acte van Tristan und Isolde, die
zaterdagavond in het leader van het Holland Festival werd opgevoerd, het aanvanke
lijk goed gevulde Scheveningse Circustheater nog maar driekwart van de oorspronke
lijke bezoekers herbergde. Want al kun je nog zoveel waardering opbengen voor de
eerste en eigenlijk vooral voor de meesterlijke tweede acte; zeker de kenners weten dat
Wagner de toehoorder na de tweede pauze een derde bedrijf laat ondergaan, waarin
het menselijk uithoudingsvermogen al te zwaar op de proef gesteld wordt.
Het Radio Filharmonisch - destijds on
der leiding van Michael Gielen - leek nu
onder Vonk nog genuanceerder, briljan
ter en overtuigender te musiceren. En er
was sterker dan ooit de specifieke erva
ring van: een mateloos rijke instrumenta
le inzet met een heel grote adem, die hele
actes overbrugt en die de indruk wekt dat
zo’n opera eigenlijk tot een grote symfonie
met obligate zangstemmen is geworden.
En zulks dan zelfs wanneer het een
uitvoering betreft als hier, waarbij Hans
Vonk het Radio Filharmonisch Orkest
meeslepend en in goede harmonie met al
even bekwame solisten liet klinken. In dat
opzicht hoefde je geen gevoelens van
heimwee te koesteren naar de vórige pro
ductie van de Nederlandse Operastich
ting, waarbij dit zelfde orkest betrokken
was en, net als nu, Götz Friedrich de regie
voerde tegen de ook nu weer gebruikte,
effectieve maar door soberheid geken
merkte decors van Heinrich Wendel.
Evenals vijf jaar geleden, waren Ulrik
Cold als Koning Marke, Gerd Feldhoff als
Kurwenal en Jan Blinkhof als de Zeeman
(ditmaal ook in dubbelrol, als Melot) vol
komen berekend op hun taken, terwijl
ook André Spijker en Arthur Schildmeij-
er respectievelijk als Herder en Stuurman
goed voldeden. Maar ondanks de uitvoe-
ringskwaliteit die je in dit geval misschien
van tevoren wel kon vermoeden, blijft de
zwaarte van zo’n spektakel: half zeven
binnen en pas na half twaalf weer naar
buiten. Merkwaardig toch die steeds gro
tere interesse voor zo’n Tristan, ondanks
het vele moeilijk verteerbare door de
tijdsafmetingen en mogelijke bezwaren in
ander opzicht.
Want hoe indrukwekkend zijn opera’s 1
ook zonder twijfel zijn, Wagner houdt de
ontroering bij je vandaan door het contact
met de alledaagse werkelijkheid teveel uit
de weg te gaan. Het uitgaan van mythisch-
geaarde figuren - al stelt de componist zijn
eigen libretto dan wel tot een quasi-histo-
risch geheel samen - schept afstand: in
archetypes kun je je eigen emoties niet
direct herkennen en dus heel moeilijk
herbeleven. Van een aantonen van de
werking van psychische natuurwetten zul
je niet zo gauw ontroerd raken.
Verder werpt de geestgesteldheid van
een overmatig opgezwollen ego in deze zo
goed bij het nazisme passende kunst een
barrière op ten aanzien van het meetrillen
van diepere lagen. Het in deze vorm van
opera aan de orde gestelde collectief on
derbewuste mag dan wel een verbinding
maken met de hoog opgeschroefde per
soonlijkheid; hetgeen er allemaal op zo
geraffineerde wijze aan psychische roer
selen in Wagners muziek voorbijtrekt,
blijft juist voornamelijk in de denksfeer
liggen.
punten: Ze buiten de ruimte in de piste uit
door alles wat ze aan massaregie konden
bedenken te laten zien (revolütie, Olympi
sche Spelen, hordes mamorettes, het laat
ste oordeel). Ze geven het leven en lijden
weer van een RAF-lid, gespeeld door Hid-
de Maas op het toneel en tegelijkertijd de
geestelijke achtergrond van die jongen,
gedanst door Clint Farha in de piste.
Voorts tonen zij in schrijnende filmbeel
den het verschil tussen wat de koningin
Dat kon, want aan het eind van een
lange tournee door Frankrijk en Duits
land had de Merce Cunningham Dance
Company nog net twee dagen beschik
baar om in het Holland Festival op te
treden. Organisatorisch bleek het alleen
maar mogelijk in die twee dagen drie
voorstellingen in het Haagse Congresge
bouw te geven.
De dansers waren erg moe, maar stort
ten zich zaterdagavond met zo veel wils
kracht in hun werk, dat er volgens oogge
tuigen een bijzonder spannende uitvoe
ring ontstond. Die première heb ik helaas
gemist, maar zondagmiddag zag ik de
groep wel en ik kon mijn ogen niet gelo
ven. Het eerste ballet, Torso leek wel een
doorloop repetitie op halve kracht. In het
tweede werk, Tango, stond een oude, ma
gere man zulke pathetische gebaren te
maken, dat het zieilig was om aan te zien.
Die man was de zestigjarige Merce Cun
ningham zelf.
In Signals bleek dat sommigen van zijn
dansers best een sterke techniek hebben,
maar dat niemand erg overtuigend danste
en het laatste ballet toonde zoveel gefrie
mel en gesol met plunjezakken, dat ik me
meer verwant voelde met de boe-roepers
Daarnaast biedt de balletavond dan ook
nog een fascinerend experiment met een
danseres in de piste en later met haar
partner in de hal van het theater en op
straat en een vergroot videobeeld van hen
op beeldscherm. (Live door Hans van Ma
nen). De oprechtheid van de makers staat
zeker buiten kijf, maar op het eindresul
taat, hoe overdonderend ook valt toch nog
wel het één en ander af te dingen.
Wat Life betreft, ligt dat in de eerste
plaats aan de gebruikte muziek van Char
les Ives, die overigens met veel overtui
ging en grote zorg gespeeld wordt door
Het Nederlands Balletorkest onder lei
ding van Adam Gatehouse en door de
zangeres Roberta Alexander en de pianist
Ed Spanjaard.
Die muziek is politonaal, dat wil zeggen,
melodie en begeleiding steunen op ver
schillende harmonische constructies en
hebben dan ook nog vaak verschillende
ritmes. Soms werkt dat humoristisch (zo
als in de marsen), bij kleine doses werkt
het ook indringend, maar bij langdurige
toediening krijgt het iets van een slopende
ziekte. Gelukkig is er ook af en toe andere
muziek, zoals een schitterende 15de eeuw-
se Requiem mis van Tomas Luis de Vitto
ria, Russische revolutionaire liederen en
twee songs van David Bowie.
Toch is die muziek van Ives wel een
juiste keuze, want ook de choreografen
steunen op een veelvoud aan uitgangs-
T
tijdens een toespraak in de Tweede Ka
mer over bezuiniging zegt en de honger in
de Derde Wereld, dit dan gelardeerd met
toneelbeelden van mensen met ijskasten,
wasmachines en televiesietoestellen; ze la
ten de dansers de Internationale zingen en
ook nog een danklied aan God van Char
les Ives en dan zijn er tenslotte nog de
monstratieborden met teksten als „Wie
wil de laatste walvis” en „Muziektheater
nu”.
Deze ensembles tellen 77,6 arbeidsplaat
sen. Ze zijn bij het Kultureel Front aange
sloten dat een beroep op de minister van
CRM heeft gedaan te erkennen dat haar
voorgenomen beleid moet worden bijge-
DEN HAAG. Choreagraaf Merce Cunningham is in zoverre belangrijk in de
dansgeschiedenis, dat hij met grote consequentie zijn dansers bevrijd heeft van hun
ondergeschiktheid aan de muziek. In zijn voorstelling klinkt wel muziek (meestal
onder leiding van John Cage) maar die heeft niets meer met het ballet te maken, dan
dat die toevallig tegelijkertijd te horen is. Wat dit voor gevolgen heeft voor de dansers
en de toeschouwers is interessant genoeg om te onderzoeken.
er ook bij de Scholengroep Centrum in
Amsterdam, Diskus in Rotterdam en We
derzijds in Amsterdam. Zij hebben vooral
met regionale geldgevers te maken. Bij de
Nieuwe Komedie in Den Haag spelen
soortgelijke moeilijkheden, zij het niet in
dezelfde omvang en urgentie.
Is het de overheid ernst met haar cul
tuurbeleid en haar beleid voor werkge
legenheid, dan zouden er bovendien ex
ploitatiesubsidies nodig zijn voor de to
neelgroepen: GL Twee in Maastricht,
Maccus in Delft, Rats in Utrecht, Volkste-
ater in Breda en de Voortzetting in Am
sterdam. aldus het Kultureel Front
Deze veelheid aan beelden moet wel
ontaarden in een zelfvernietigende
overdaad, waartussen trouwens ook van
schitterende fragmenten valt te genieten.
Als hoogtepunt geldt voor mij een fascine
rend Laatste Oordeel van Rudi van Dant
zig met een groot aantal dansers in huid-
kleurige tricots en een adembenemend
mooie pas de deux voor Maria Aradi en
Zoltan Peter van Toer van Schayk.
Een sterk contrast met de massale opzet
DEN HAAG (ANP). De subsidiepro-
blemen zijn zo groot geworden, dat vier
toneelgroepen die zich met strijdcultuur
bezighouden, vrezen hun werk niet lan
ger behoorlijk te kunnen doen. Het zijn
Genesius in Groningen, Proloog in
Eindhoven, Sater in Amsterdam en Werk
in Uitvoering in Groningen. De gezel
schappen zijn vooral van de rijkssubsi-
dies afhankelijk.
steld. De groepen hebben gedaan wat ze
kunnen om de eindjes aan elkaar te kno
pen, maar de rek is er uit. De gezelschap
pen staan voor de keus: of mensen te
ontslaan, of de opzet te verlaten en
overgaan op vrijblijvende stukken voor
groot en draagkrachtig publiek
Problemen voor het voortbestaan zijn
van Life, vormt het intieme spel Live van
Hans van Manen. Via de camera (uitmun
tend gehanteerd door Henk van Dijk) ont
staat er van het koele spel van de hyper-
slanke Coleen Davis met haar partner
Henny Jurriëns, een uiterst dramatisch
beeld op de eidophoor. Bij de pas de deux
in de hal en de gang van het theater^
waarbij zuilen, deuren en spiegels fraai
gebruikt zijn, blijkt er tussen de dansers
een grote spanning te bestaan.
emotionele gebied eerder verhinderen.
Geen wonder dat een door zwart-magi-
sche ideeën bezette Hitler en zijn kliek
aansluiting vonden bij deze kunst. Wag
ner vertegenwoordigt daarbij tenslotte
ook op hoogst fascinerende wijze de cul
tuur, waarin op een dergelijk niveau de
geestelijke evolutie en de decadentie
haast onontwarbaar hand in hand gaan.
Waar je vandaag de dag nog meteen
door getroffen wordt is de hoge vlucht die
het muzikaal intellect als vertolker van
geestestoestanden heeft genomen, zich
daarbij uitdrukkend in imponerende
klankpracht. Maar vooral ook - en het zal
even eerlijk moeten worden toegegeven
als een eventuele aversie tegen Wagner -
treft het haast visionaire karakter die de
opgeroepen beelden in dit muziektoneel
krijgen.
Een kunstzinnige voorbereiding tot - of
misschien eigenlijk eerder een onderdeel
van - het proces dat tot de bewustwording
leidde van hetgeen later door Freud en
Jung in analyses zou worden geformu
leerd
Die veeleisende vocale partijen zijn
overigens geen moment van onderge
schikt belang. En al waren de acteerpres
taties wisselend - Isolde werd bijvoor
beeld in dat opzicht aanvankelijk niet al te
natuurlijk neergezet -; vocaal gezien had
den de solisten in elk geval veel te bieden.
Spass Wenkoff leek als heldentenor eerst
over wat weinig kracht en glans te be
schikken om zijn Tristaii-creatie voldoen
de gewicht te kunnen geven ten aanzien
van zijn tegenspeelster Roberta Knie, die
Isolde reliëf verleende. Maar Wenkoffs
vermogens kwamen eerst in het laatste
bedrijf en dan heel indrukwekkend, tot
volle ontplooiing.
Wie van begin tot eind en wel in de rol
van Brangane, als super-Wagnerzangeres
kon schitteren,' was Hanna Schwarz, die
het geluid van haar zeer kernachtige stem
zo direct de zaal in weet te gooien, dat er
nooit iets van verloren kan gaan in het
oi Xestgewoel. Enigszins bezwaarlijk
overigens om twee dramatische sopranen
als Hanna Schwarz en Roberta Knie naast
elkaar te engageren, vanwege het gelijk
soortige karakter van hun stemmen,
waardoor er dan te weinig kleurverschil
ontstaat.
L
Het is een wirwar van ideeën die vlak
tegen het waakbewustzijn aanliggen,
maar die met al hun drukte het spontane
leven vanuit het daaronder liggende puur-
Hoofdroldpelers in Tristan und Isolde. van
links naar rechts, Roberta Knie, Spas Wenkhof
en mrik Cold.
interssant
resultaat me
Op een gegeven moment houdt de dan
ser zijn danseres zelfs als een gekruisigde
Christus hoog tegen een zuil. In een flash
back (eerder opgenomen in de studio)
blijkt wat er is voorgevallen, de danser
heeft zijn partner geprobeerd te kussen en
zij heeft hem een klap gegeven. Deze
betrekkelijk simpele handelingen krijgen
een geweldig sadistische lading doordat
alle geluiden die er bij optreden hevig
versterkt zijn weergegeven.
Terug in de piste wordt het meest
indrukwekkende moment, de danseres,
die schijnbaar rustig met haar arm op zij
in het midden staat, maar door een ver
grote projectie van haar hand een gewel
dige spanning verraadt. De door Ed
Spanjaard hierbij gespeelde muziek van
Franz Liszt vormt een gave aanvulling.
Een zeer geslaagd experiment, dat hoog
stens wat zwakke momenten in het begin
heeft, maar zich naar het einde toe steeds
boeiender ontwikkelt.
CONRAD VAN DE WEETERING
Live/Life staat in Carré tot en met 8
juni.
en fluiters dan met de bravo-juichers die
er ook waren.
In 1970 was Cunningham hier voor het
laatst en in mijn herinnering stond de
groep als uiterst interessant te boek. Om
te zien of ik me misschien toch vergist
had, ging ik zondagavond weer kijken.
Een ander programma, een andere geest.
Opeens waren er een paar solisten die
door hun boeiende interpestaties sterk de
aandacht trokken en er was ook een veel
grotere spanning.
in net eerste ballet. Fractions, viel een
schitterende solo van Karole Armitage
vooral op door een snel kronkelend bewe
gen van armen en benen, dat toch een
harmonisch geheel opleverde. In het twee
de werk, Sounddance, vormde de groep
als geheel een grote eenheid en in Chan
ging Steps, was het vooral Susan Emery,
die (uiterst slank in zwart tricot) aan het
hoofd van een trio een erg boeiende, lang
volgehouden spanning wist op te bouwen
met een serie tot het uiterste beheerste
bewegingen. Fascinerend.
Nog wat kanttekeningen. De dansstijl
van Cunningham met zijn grote beweeg
lijkheid van alle lichaamsdelen, komt al
leen over als hij met bijna heilige overtui
ging wordt gebracht. In de solo van Cun
ningham, Tango, was die bedoeling duide
lijk te zien maar door de onmacht van de
danser (moeheid of ouderdom?) werkte
die heilige overtuiging alleen maar lach
wekkend. De meeste andere dansers in de
groep geven slechts een sportieve inter-
prestatie van de bewegingen,die matig
boeiend is.
Wat de relatie muziek/dans betreft: Als
de muziek irritant is, zoals in Fractions,
waar een thematisch materiaal van Jon
Gibson, dat net genoeg inhoud heeft voor
3 minuten, gedurende 40 minuten her
haald wordt, of zoals in Sounddance,
waar het overmatig versterkte geluid van
een motorboot je horen en zien doet ver
gaan, hadden die klanken wat mij betreft
beter kunnen ontbreken. In Changing
Steps zorgde John Cage echter voor wat
electronisch gereutel en geknisper, dat
eigenlijk nauwelijks hinderde. f
Ik vroeg Karole Armitage haar haar
recaties op deze geluiden. Ze vond het in
de eerste plaats heerlijk, niet met de mu
ziek rekening te hoeven houden: „Ik doe
precies wat mijn lichaam en de zwaarte
kracht vraagt”.
En wat betreft het heftige lawaai bij
Sounddance, dat vond ze enorm stimule
rend en oppeppend, ook al volgde ze het
ritme van die muziek niet. Welnu, als het
dansen er beter van wordt is er iets te
zeggen voor die scheiding van dans en
muziek. Maar als toeschouwer vind ik het
hoogstens een interssant experiment
waarvan het resultaat me niet kan
overtuigen.
CONRAD VAN DE WEETERING.
Ballet als zelfvernietigende overdaad
AMSTERDAM. De serie voorstellin
gen met Live/Life van Het Nationale Bal
let in Carré (première zaterdagavond) is
in ieder geval uiterst gevarieerd en zon
der meer indrukwekkend door de verrei
kende thematiek. Aan de orde komen: de
betekenis van ons koningshuis; de honger
in de derde wereld; het machteloze lijden
van een RAF-lid, dat in het toneelbeeld
ook nog totaal naief en onschuldig is; de
revolutie; de bewustzijnsvemauwende
werking van massa-manifestaties en nog
zo wat. (Life van Rudi van Dantzig en
Toer van Schayk).
Dinsdag, 5 juni
Utrecht. Stadsschouwburg - grote
zaal (20.00 uur): De Vrede.
Centrum ’t Hoogt (20.30 uur): Water
land Big Band.
Amsterdam. Stadsschouwburg
(18.30 uur): Tristan und Isolde.
De Brakke Grond (20.30 uur): De Ui.
De Kleine Komedie (20.15 uur): De
Club.
Theater Carré (20.15 uur): Het Natio
nale Ballet.
Tropeninstituut - Grote Aula (20.30,
23 uur): La Voix des Voies.
Rotterdam. Luxor Theater (20.15
uur): L’Abandon d’Ariane etc.
Schouwburg (20.15 uur): De Vorsten-
likker.
Scheveningen. Theater aan de Ha
ven (20.30 uur): The Irish-Hebrew Les
son, Catechism for Israel.
Woensdag, 6 juni
Rotterdam. Luxor Theater (20.15
uur): L’Abandon d’Ariane, e.a.
Laurenskerk (20.15 uur): The Mar
tyrdom of Saint Magnus
Amsterdam. De Brakke
(20.30 uur): De Ui.
De Kleine Komedie (20.15 uur): De
Club.
Centrum Bellevue (20.30 uur): Ella.
Theater Carré (20.15 uur): Het Natio
nale Ballet.
Waalse Kerk (20.15 uur): John Alldis
Choir.
Tropeninstituut - Grote Aula (18,
20.30, 23 uur): La Voix des Voies.
Haarlem. Stadsschouwburg (20.15
uur): De Vrede.
Den Haag. Diligentia (20.15 uur):
Waterland Big Band. Nieuwe Kerk
(19.30 uur): Het Residentie-Orkest I.
trecht. Centrum ’t Hoogt (20.30 uur):
Frances-Marie Uitti.