Succesvolle musical biedt prima amusement r Een reisverslag in geuren en kleuren Zachte krachten winnen in twee eenakters bibliotheek) Theatergroep richt zich op politiek verzet r® Bert Sliggers jr. bewerkte dagboek van de Haarlemse schilder Van der Vinne Franse prijs voor componist Ketting ♦♦A +41 17 6 WOENSDAG 6 JUNI 19 7 9 Over de auteur Aantrekkingskracht Spion Fluimerig Tempo KUNST AMSTERDAM. De Nederlandse première van de Amerikaanse succes musical De Club kon in het Holland Festival ondergebracht worden dankzij de toevalligheid dat travestie één van de themaatjes is, waar dit festival om draait. In deze wervelende muziektheaterpro- duktie van Eve Merriam, naar Nederland gehaald door producent René Solleveld en aan de hier geldende karakteristieken aangepast door Hugo Heinen, staat een herensociëteit anno 1900 centraal. Zo’n lokaal waar lieden uit de betere stand zich verpoosden, respectievelijk zoals de tekst van het openingsnummer wil letterlijk hun toevlucht zochten. De schilderkunst uit de 17e eeuw heeft tal van beroemde namen voortgebracht van wie we in de loop der tijden bijzon der veel zijn gaan weten. Van Rembrandt, Vermeer, Frans Hals of Jan Steen zijn de publi caties niet meer te tellen en de auteur die deze schilders als onderwerp uitkiest, moet wel een heel nieuwe visie ontwik kelen wil hij de aandacht van het publiek krijgen. De Club houdt heren der schepping spiegel voor Grond Grond (20.15 Schouwburg CEES STRAUS In „the Irish-hebrew lesson” van Wolf Makowitz biedt in 1921 in Cork een wijze jood onderdak en bescherming aan een opstandige Ier. In „a Rosary for Israel” van Ed Berman biedt in 1948 een wijze Ierse priester in Jeruzalem onderdak en bescherming aan opstandige joden. Een tweeluik dat ook in de uitwerking van het gegeven identiek is, tot op de grappen toe. Die grappen zijn vooral in het eerste Stuk aardig en verte derend, in het tweede stuk is de aardig heid er wat afgeraakt. In beide gevallen is het britse leger de kwade pier, rauw en bruut optreden, en dat is opvoedend voor het Britse publiek, waarvoor inter-action pleegt op te treden. Het is een organisatie, die zich met soci- aal-cultureel werk bezig houdt, alle moge lijke activiteiten van paardrijden door geestelijk gehandicapten tot straattoneel. Er wordt heel aardig gespeeld, met in de beide hoofdrollen Cyril Sheets, die aardi ge types schept. De voorstelling komt met beide onder delen 15 en 16 juni in de Lantaren in Rotterdam, „The Irish-Hebrew Lesson” is op 8, 9, 10 en 13 juni als lunchvoorstelling in Centrum Bellevue in Amsterdam. JAAP JOPPE. DEN HAAG. De zachte krachten winnen op het laatst: de moraal van de twee eenakters, die Inter-Action's Bri tish American Repertory Company in hetkader van het Holland Festival, gis teravond in het Theater aan de haven, presenteerde. decor van zo’n donkerbruine, eikenhoute- club, waar men al dan niet een veilig heenkomen heeft gezocht voor moeders thuis. Annet Nieuwenhuyzen zet een se creet van een vrijgezel neer, eentje die met smakkende lippen kan verklaren dat zijn beroep (vrouwenarts) ook zijn hobby is, terwijl Jenny Arean gestalte geeft aan ene Robert Dutilh, een jonge, te branie-achti- ge advokaat. Heel anders is dat gesteld met de meesters van het tweede plan. De Gou den Eeuw, met zijn voorspoed op eco nomisch en cultureel terrein, heeft hen bij tientallen, zo niet honderden gekend. Hun werk is lande tijd veron achtzaamd, maar nu de markt van de werkelijke topstukken is afgeroomd, zijn ze langzamerhand weer in de be langstelling geraakt. Bert Sliggers jr. maakte zijn literaire debuut in 1973 met de korte verhalenbun del Bloembad bij uitgeverij Bert flakker. Van zijn hand verschenen onder meer „Haarlem bij gaslicht” en „Meerminnen en meermannen van Duinkerke tot Sylt”. Dit jaar zal bij het Spectrum in de Prisma- reeks een bundel Noord- en Zuidholland- se volksverhalen verschijnen die door Sliggers opnieuw belicht en naverteld worden. Sliggers heeft voorts het plan opgevat om een tweede reisjournaal uit te geven. In Kopenhagen bevindt zich het manus cript van de schilder en dichter Willem Schellincks die in de 17e eeuw in Amster dam leefde en die een uitvoerig dagboek heeft bijgehouden. gemeente-archief een journaal berust, waarin Van der Vinne verslag geeft van een reis door Europa. Drie jaar lang, van 1652 tot 1655, heeft Van der Vinne Haarlem niet gezien. In die peri ode ondernam hij met wisselende reis genoten een zwerftocht door een drie tal landen, hier en daar voor de kost schilderend en overal geïnteresseerd in wat zijn vakbroeders maakten. Onder weg notities makend in beeld en ge schrift werkte hij aan een boek, dat hij eenmaal thuisgekomen, nog eens extra aanvulde met schetsen en gegevens die hij ontleende aan kronieken. Deze „Da- gelijckse aentekeninge van Vincent Laurens van der Vinne” zijn nu voor het grote publiek toegankelijk ge maakt door de Haarlemse schrijver Bert Sliggers jr. Morgenmiddag wordt het boek, dat hij van een uitvoerige inleiding heeft voorzien en dat zelf op tal van punten bewerkt en aangevuld is, op de stand van Unieboek ter gele genheid van Haarlem-Boekenstad ge presenteerd. Unieboek bracht het boek onder bij Fibula-Van Dishoeck en koos de serie „ooggetuige” uit om het speciale ka rakter van de publicatie te accentue ren. Die keus is gerechtvaardigd, want de reis die Vincent van der Vinne ach tereenvolgens door de Nederlanden, Duitsland, Zwitserland en Frankrijk heeft gemaakt om tenslotte via de zee- route weer in Haarlem terug te komen, kan op de voet gevolgd worden. Het verslag is bij tijd en wijle zo levensecht geschreven, dat iemand anno 1979 de reis met eigen ogen kan mee-beleven. Wat Van der Vinne heeft gedaan, is Eigenlijk nog nauwelijks op pad, be zoekt hij in Rhenen het „koningshuis” waar hij oog in oog komt te staan met werken van Titiaen, Rafael, Goltzius, Rubens en Van Dijck. Die belangstel ling is gebleven tot op de laatste dag, want als hij op het einde van zijn reis in Den Briel belandt, gaat hij eerst naar Delft om daar het graf van Willem de Zwijger in ogenschouw te nemen. Pas dan keert hij in Haarlem terug. niet zo uitzonderlijk. Met name Italië had in de 17e eeuw een onbedwingbare aantrekkingskracht op de Noord- en Zuidnederlandse schilders. Ze wilden allen kennis nemen van het chiaroscu ro, het spel van licht en donker dat in Caravaggio zo’n grote vertolker heeft gekregen. Van der Vinne is niet zo ver gekomen, al is het zuidelijkste punt dat hij bereikt heeft ter hoogte van Greno ble geweest. Het is trouwens helemaal niet zo zeker dat hij het plan had om naar Italië af te reizen, er zijn zelfs geen bewijzen voor te vinden. Van der Vinne had vanaf de eerste dag een bijna onbegrensde belangstelling voor alles wat hij aan kunst kon bezichtigen. De belangstelling van de schilder ging overigens niet alleen uit naar de kunst van zijn tijd en zijn voorgangers. Natuurlijk hadden de grote meesters zijn voorkeur en week hij vaak van het gekozen pad af om hier en daar een kerk of monument te bezoeken dat zijn aandacht had. Het reisjournaal is ook belangwekkend voor het leven van al ledag zoals zich dat in de diverse lan den afspeelde, voor het onbedorven landschap zoals dat door de ogen van een 17e eeuwer werd gezien. En het Europa van de tweede helft van die eeuw bood nog zoveel plaats aan avon turiers dat er voor Van der Vinne heel wat viel te genieten. Dagelijckse Aentekeninge van Vincent Laurensz van der Vinne, ingeleid en bewerkt door Bert Sliggers jr. Fibula-Van Dishoeck te Haarlem. Prijs 39,50 gulden). (Van onze kunstredactie) AMSTERDAM. Op initiatief van en kele studenten en een docent van de re- gie-opleiding van de Amsterdamse thea terschool is een mieuwe toneelgroep, Het Anti Bestek Tejater, opgericht. HILVERSUM (ANP). De Nederland se componist Otto Ketting heeft'vrijdag in Parijs de tweede prijs gewonnen met zijn Symfonie voor saxofoons en orkest. Het zou met name in Zwitserland een reis worden die Van der Vinne bijna duur kwam te staan. Gebrek aan goede communicatie was er de oorzaak van dat hij middenin de woeste taferelen van de Dertigjarige oorlog verzeild raakte en natuurlijk behoorde hij voor de soldaten die hem gevangen namen tot de verkeerde partij. Als het oordeel al geveld is (Van der Vinne wordt als spion beschouwd en hem wacht de doodstraf) krijgt hij bijstand van een slimme generaal die aan de fijne han den van Van der Vinne ziet dat hij wel schilder moet zijn. Zo is het hele boek doortrokken van petites histoires die het lezen ervan tot een genoeglijke bezigheid maken. Van der Vinne komt erin naar voren als een kunstenaar die midden in de maat schappij van zijn tijd stond, die zich grote moeite getroostte om de artistie ke prestaties van zijn tijd te volgen en die er vervolgens nog smakelijk van kon vertellen. Het Holland Festival-1979, dat duurt tot en met 23 juni, is nu vijf dagen oud. Van de premières op het gebied van opera en muziektheater, toneel, dans kunst en muziek die achter de rug zijn, mag gezegd worden dat die van het Nationale Ballet (met „Live-Life”) de beste recensies in de landelijke en regionale pers heeft gekregen. Het Al gemeen Dagblad sprak dinsdagoch tend van een „uitbundig feest” in thea ter Carré. De Volkskrant vindt dat het Nationa le Ballet meteen voor een hoogtepunt in het festival heeft gezorgd en noemt met name Hans van Manens werkstuk een „schitterend videoballet”. Zelfs De Telegraaf, die noteert dat het uit volle borst zingen van De Internationale door het voltallige technische en artis tieke personeel van het ballet voor ver schillende festivalbezoekers te veel was, omschrijft „Live-Life” als „Een unieke produktie, waarin de uitersten elkaar raken”. „Live-Life” is nog tot aanstaande vrijdag in Amsterdam te zien. De première die het Nederlands Dans Theater in het kader van het Holland Festival op 15 juni in Scheve- ningen geeft van het ballet M’sa Gla- golskaja, is eigenlijk een „tweede hands” première. Al op dinsdag 5 juni heeft de groep zich met Jiri Kylian’s nieuwste werkstuk laten zien in Flo rence. Daar werd in het Teatro della Pergola in het kader van de Maggio Musicale Fiorentino de wereldpremiè re van M’sa Glaglolskaja gegeven op de gelijknamige muziek van de Tsje chische componist Leos Janacek. Het was de eerste keer dat het NDT in Florence optrad. Een van de 22 dansers die aan het ballet meewerken, is een nieuweling in het tableau de la troupe, Leigh'Warren. Tot hij bij het NDT kwam, was hij solist bij Ballet Rambert. Daarvoor was hij verbonden aan het Australian Ballet. Het gezelschap constateert een op een steeds bredere maatschappelijke basis be rustend verzet tegen de uitvoering van Bestek ’81 en heeft zich tot doel gesteld dit verzet te ondersteunen. Deze maand begint het Anti Bestek Te jater met voorstellingen in samenwerking met het landelijk comité „Bestek ’81 moet van de baan” dat voor 23 juni een grote demonstratie heeft georganiseerd. De voorstellingen zijn toegespitst op een aantal sectoren, onder andere gezond- heidszorg, werkloosheid en woningbouw. Teneinde zo veel mogelijk mensen voor de anit-Bestek beweging te interesseren, hoopt de groep zowel in diverse theaters als op straat voorstellingen te geven. A- Sylvia Alberts (links) als de piccolo Karei en Jes Vriens aid het manusje van alles in een voortreffelijk tapdansnummer in de musical De dub, die dinsdagavond in de Nieuwe Komedie in première ging. en behalve de lichtelijk onzuiver zingende Jes Vriens zijn dat stuk voor stuk bewij zen van professionele bekwaamheid. Verreweg het beste in deze atmosfeer, waar de schoonmoeder-en avonturen- grappen welig tieren, is evenwel Dirk van Kempe, een gesjeesde student die een verstandshuwelijk is aangegaan. Onge looflijk knap hoe Els van Rooden dit flui- merige personage met zijn vette grijns lach neerzet. Het is een haantje in al zijn doen en laten, een typetje met van die typische stoere mannengebaartjes. Van Kempe draait graag met zijn buik, snoeft met de handen in zijn zakken en neemt graag een ander in de club in de maling, al was het'taaar om Steyn een beetje plage rig op te vrijen. Nog drie leden van het mannelijk ge slacht hebben zo hun funktie in de sfeer volle sociëteit, waar heel wat afgepimpeld wordt. Sylvia'Alberts is een watervlugge picolo, Jes Vriens een servant die zo zijn eigen verdriet heeft. Marjes Benoist ten- In een regie van Johan Greter, van wie we lang niets mochten vernemen, is er hard gewerkt aan het opzetten van een musical met voor Nederlandse begrippen een behoorlijk hoog tempo. In de bijdra gen van Jenny Arean als heldentenor Ves- ti La Giubba, Adèle Bloemendaal in het droogkomische Foie gras en printemps en de voortreffelijk zingende Sylvia Alberts in het smachtende Twee armen vindt de voorstelling aangename hoogtepunten. Ook het ensemblewerk als close-harmony zang, tapdansen (Jes Vriens) en in het Juist van deze categorie schilders weten we in de meeste gevallen weinig af. Soms zijn de bronnen volledig ver loren gegaan of is door de geringe interesse voor hun schilderijen hun werk minder goed vertegenwoordigd in de openbare collecties. En onbekend maakt onbemind, zodat de cirkel weer gesloten is. Onbeminde schilders heeft Haarlem in grote hoeveelheden gehad. Er was hier immers een rijk artistiek klimaat dat schilders van heinde en ver deed aantrekken, die hier een afzetmarkt vonden en een omgeving die hen inspi reerde. Niet voor niets is er sprake van een heuse school voor landschapsschil ders (de Ruysdaels, de jonge Vroom bijvoorbeeld) die landelijk naam maakten. In hun schaduw kon ook het werk van de minder goede schilders floreren: kopers met een niet al te dikke beurs konden zodoende toch een leuk schilderij aanschaffen. Zo’n meester was Vincent Laurensz van der Vinne, werkend in de schaduw van de Halsen, Verspronck, de Vrooms en zovele anderen. Maar toch iemand die een heel behoorlijk schilderij kon maken, dat bewees dat het in de loop der tijden best zijn weg naar de grote musea kon vinden. Want hoewel ze niet dik gezaaid zijn, kan je werk van Van der Vinne in het Parijse Louvre aan treffen, in het vermaarde Berlin-Dah- lem-museum in Berlijn en, om dichter bij huis te blijven, in het Teylers Mu seum en het Frans Halsmuseum in Haarlem. Zij het dat je er in het Frans Halsmuseum naar moet vragen, want de schilderijen bevinden zich momen teel (nog) in depot. Van Vincent van der Vinne zijn de publicaties vrij behoorlijk in aantal; de liefhebbers van zijn kunst moeten het vooral in vooroorlogse geschriften zoe ken. Een alomvattende biografie ont breekt voorlopig echter. Toch kunnen we een relatief lange periode van zijn artistieke loopbaan vrij gemakkelijk traceren aan de hand van een dagboek waaraan hij 24 jaar oud, begon. Het geval wil dat in het Haarlemse Het gegeven is verbluffend simpel. Zet zo’n voor vrouwen niet en voor heren enkel na ballotage toegankelijke club zo waarheidsgetrouw op de planken en re construeer in aankleding, taalgebruik en dikdoenerij de atmosfeer, waarin de he ren elkaar afsnoefden met stekeligheden en amuseerden met vulgarismen over het andere geslacht. Zelfs al ga je bij het vervaardigen van een dergelijke musical documentair te werk, zoals bij schrijfster Eve Merriam het geval is, dan nog heb je geen kostelijk gegeven. Dinsdagavond in de Kleine Komedie, waar de musical de komende tijd zal gaan, bleek waarom De Club aansloot bij het travestiethema. Merriam laat de heertjes van stand spelen door actrices en weet zo een sfeer te bereiken waarin tegelijkertijd het gedrag van dergelijke soclëteitsleden aannemelijk wordt gemaakt als geridicu liseerd. Merriam laat zo het betrekkelijke van een stukje mannenmaatschappij zien. Zo zet Adéle Bloemendaal ene Hendrik Steyn neer, hoofd van een handelsmaat- schappij, een kerel die zijn would be- sportiviteit na drie huwelijken nogal eens gedwarsboomd ziet door een plotseling opkomende reumatiek. Als een echt „bul letje” schreeuwt Adèle het dan ook uit op een manier die een dame niet te pas zou komen. Er lopen nog drie van die typische ma sculine heren der schepping rond in het slotte gaat in het jargon van de heren door VQor de „man met het grootste instru ment”, zij is de maestro. Een rol waarvoor eerder anderen aangetrokken zijn, die echter van het lastige, timing vragende pianospel afzagen. Merriams gimmick om de heren der schepping neer te laten zetten door leden van het andere geslacht werkt gedurende de hele voorstelling. In het begin kijk je wel even vreemd aan tegen het wat ge maakt lagere stemgeluid van een Annet Nieuwenhuyzen, maar na verloop van eni ge minuten staan er uitsluitend kerels voor je, die er bovendien nog in slagen alle onhebbelijkheden van die sexe perfekt te demonstreren. Zo krijgt een lekker „stuk” in het publiek de nodige avances te ver werken, wordt er hardop gebulderd om dubieuze en dubbelzinnige moppen en houdt schrijfster Eve Merriam de mannen als het ware een spiegel voor. De Nederlandse versie van De Club laat zich in alleszins redelijke mate vergelij ken met het Amerikaanse origineel, waar van ook weer niet al te zeer wordt afgewe ken. Negentig procent van de liedjes en de dansnummers is uitsluitend vertaald en soms in gunstige zin bijgeschaafd indien dat het geheel meer vaart verleende. Het publiek krijgt in De Club een groot aantal zangnummers te zien, waarin de diverse leden van het mannneengezelschap hun liefde voor een bepaalde dame bezingen certgebouworkest onder leiding van Ber- j^-nard Haitink. Het werd gecomponeerd in X de zomer van 1978 in opdracht van het cultuurfonds van de Buma. De NOS-radio zond het stuk op 1 april j^dit jaar voor het eerst uit in het program me „Musica nova”. Het zal de komende leriode door de NOS-radio worden her taald. Dat gebeurde op het Internationaal Ro strum of Composers, een jaarlijks forum onder auspiciën van Unesco, waarop ver tegenwoordigers van radio-omroepen uit de hele wereld hedendaagse componisten voorstellen. De eerste prijs was met slechts een punt verschil voor een Fran se compositie. Het stuk van Otto Ketting, ingezonden door de NOS, werd uitgevoerd door het Nederlands Saxofoonorkest en het Con- aanschouwelijk gebrachte Pak de centen is goed ingestudeerd. Uitstekend amusement deze versie van De Club dus. Te meer omdat er zo nu en dan een dubbele bodem in zit, .die garant staat voor ware lachorkanen. Zoals het moment waarop Els van Rooden als Van Kempe in een repetitie van de lenterevue van de soclëteitsleden een vrouw moet uitbeelden, zoals een hanig mannetje dat zou doen. Het resultaat is van een griezeli ge perfektie, kompleet met dik eropgele- gede maniertjes. Heel subtiel. Ook het sombere nachtelijke slot van de sociëteit- savond als de branie plaats maakt voor de berusting in het feit weer naar het ongast vrije eigen huishouden terug te moeten keren, is zo’n moment waarop je even verder moet denken over de hebbelijkhe den van je eigen soort. JOHN OOMKES ■A Een pagina uit de Dagelijckse aentekeninge van Vincent Laurensz van der Vinne dat een verslag van zijn reis door Bourgondiö bevat. De eerste regel luidt: Hoogh Bourgondien heeft voor frontieren, int Noorden lotteringen In hoogh Duytslant. jJ- Het was in de 17e en 1de eeuw niet ongebruikelijk dat schilders naar elkander werkten of voorbeelden vonden in het werk van de grote meesters. Zo maakte Cornells van Noorde deze aquarel naar een portret dat Frans Hals van Vincent Laurentsz van der Vinne had geschilderd. Het dateert uit 1754, dus 52 jaar na de dood van de geportretteerde De aquarel bevindt zich in het Gemeente-archief van Haarlem. Woensdag, 6 juni Rotterdam. Luxor Theater (20.15 uur): L’Abandon d’Ariane, e.a. Laurenskerk (20.15 uur): The Mar tyrdom of Saint Magnus. Amsterdam. De Brakke (20.30 uur): De Ui. De Kleine Komedie (20.15 uur): De Club. Centrum Bellevue (20.30 uur): Ella. Theater Carré (20.15 uur): Het Natio nale Ballet. Waalse Kerk (20.15 uur): John Alldis Choir. Tropeninstituut - Grote Aula (18, 20.30, 23 uur): La Voix des Voies. Haarlem. Stadsschouwburg (20.15 uur): De Vrede. Den Haag. Diligentia (20.15 uur); Waterland Big Band. Nieuwe Kerk (19.30 uur): Het Resi dentie Orkest I. Utrecht. Centrum ’t Hoogt (20.30 uur): Frances-Marie Uitti. Donderdag, 7 juni Amsterdam. De Brakke (20.30 uur): De Ui. Stadsschouwburg (19.30 uur): Das Kathchen von Heilbronn. De Kleine Komdie (20.15 uur): De Club. Centrum Bellevue (20.30 uur): Ella. Theater Carré (20.15 uur): Het Natio nale Ballet. Tropeninstituut - Grote Aula (18, 20.30 uur): La Voix des Voies. Den Haag. ’s-Gravenhaagse Manege (20 uur): Bewth. Lutherse Kerk (20.15 uur): John All dis Choir. Rotterdam. uur): De Vrede. Haarlem. Concertgebouw (20.15 uur): Geoffrey Douglas Madge I. ♦-M iw’C’LrrtA ft tfVtlü is* .L......r. rtf ViA rtëitStr fa nfhr fan \iv.a fcs-r* .•u— «AxftrVéi jé’*i Kturitufx a./s' AéViJjy*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 17